Waarachtige bekering?!

england

Bericht door england »

Hoe zit dta dan met al die waarschuwing naar mensen in leidinggevende posities in de Bijbel? Daar staat toch ook bij dat de zonden der vaderen bezocht worden aan de kinderen tot in het derde en vierde geslacht (al staat er ook dat een ieder zal sterven voor zijn eigen zonden) Maar ook de Farizeeers worden gewaarschuwd dat ze niet alleen zelf niet ingaan, maar ook anderen hinderen in te gaan..dus blijkbaar is dat mogelijk, tenzij dat als een soort vage opmerking/holle dreiging beschouwd moet worden....???
Lecram

Bericht door Lecram »

Oorspronkelijk gepost door anemoon
even off-topic
england schrijft in al haar postings 'dta' in plaats van 'dat'
zou ze daar een speciale reden voor hebben?
Je moet niet gaan overdijven, anemoon. Kijk eens naar deze reactie:
Oorspronkelijk gepost door england
Hoe zit dta dan met al die waarschuwing naar mensen in leidinggevende posities in de Bijbel? Daar staat toch ook bij dat de zonden der vaderen bezocht worden aan de kinderen tot in het derde en vierde geslacht (al staat er ook dat een ieder zal sterven voor zijn eigen zonden) Maar ook de Farizeeers worden gewaarschuwd dat ze niet alleen zelf niet ingaan, maar ook anderen hinderen in te gaan..dus blijkbaar is dat mogelijk, tenzij dat als een soort vage opmerking/holle dreiging beschouwd moet worden....???
6 x dat, waarvan slechts 1x dta
Mara
Berichten: 23142
Lid geworden op: 15 jun 2010, 15:54

Re: Waarachtige bekering?!

Bericht door Mara »

Om de oproep tot bekering met meer klem aan uw hart te leggen, zal ik nu enige krachtige bewegingen aan u voorleggen die u tot bekering moeten opwekken.

1. Smart en het versmelten van het hart maken ons geschikt voor iedere heilige plicht. Een stukje lood dat nog samengeklonterd is, is onbruikbaar.

Als u het echter smelt en in een vorm giet, wordt het bruikbaar. Zo deugt een hart dat door de zonde verhard is, nergens voor, maar wanneer het verbroken is door berouw, is het bruikbaar. Een versmolten hart is in een geschikte toestand om te bidden. Toen het hart van Paulus verootmoedigd en versmolten was, zei God: ‘Zie, hij bidt’ (Hand.9:11). Het is geschikt om het Woord te horen. Nu heeft het Woord een zoete werking. Toen Josia’s hart verslagen was, verootmoedigde hij zich en scheurde hij zijn kleren op het horen van de woorden van de wet (2 Kron.34:19). Zijn hart was als gesmolten was: ieder stempel van het Woord kon er gemakkelijk in afgedrukt worden. Een versmolten hart is ook in een geschikte toestand om te gehoorzamen. Wanneer het hart als metaal in de oven is, is het gewillig en kan het overal naar gevormd worden: ‘Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?’ (Hand.9:6). Een berouwvolle ziel is het eens met Gods wil. Zoals een echo het stemgeluid letterlijk terugkaatst, beantwoordt deze ziel de roep van Gods stem.

2. Berouw maakt ons zeer aangenaam. Als er een geestelijke rivier is die deze tuin bevochtigt, dan is ons hart als de hof van Eden aangenaam bij God.

Ik heb gelezen dat duiven graag bij het water verkeren. Ongetwijfeld schept Gods Geest, Die in de gedaante van een duif neerdaalde, een
groot vermaak in de wateren van berouw. De Heere acht alleen het gebroken hart gezond: ‘De offeranden Gods zijn een gebroken geest’ (Ps.51:19). Maria stond wenend bij de voeten van Jezus (Luk.7:38). Augustinus zei dat ze Christus twee dingen bracht, namelijk zalf en tranen. Haar tranen waren beter dan haar zalf.

Tranen zijn als begaafde redenaars die om genade smeken. Ze zijn geluidloos en toch hebben ze een stem: ‘De HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord’ (Ps.6:9).

3. Bekering beveelt al onze diensten bij God aan.

Datgene wat gekruid is met de bittere kruiden van de droefheid naar God, is het vlees dat God het meest begeert. We horen het Woord op de juiste wijze als we verslagen worden in het hart (Hand.2:37). Het gebed is aangenaam bij God wanneer het opstijgt van het altaar van een verbroken hart. De tollenaar sloeg zich op de borst en zei: ‘O God, wees mij zondaar genadig! (Luk.18:13). Dit gebed steeg op tot de hemel: ‘Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis meer dan die’ (Luk.18:14). Slechts een gebed dat voortkomt uit een hart dat verslagen is vanwege de zonde, bereikt Gods oor.

4. Zonder bekering zal niets ons baten.

Sommigen achten zichzelf gelukkig omdat ze zoveel kennis hebben, maar wat is kennis zonder bekering? Het is beter om één zonde te doden dan alle verborgenheden te begrijpen. Zondige mensen die in verborgenheden willen doordringen, zijn als de satan die veranderd is in een engel des lichts. Kennis zonder bekering is als een toorts die mensen licht geeft op de weg naar de hel.

5. Tranen van berouw zijn kostelijk.

Het Hebreeuwse woord voor ‘berouw’ betekent ‘troost putten’. Niemand is er zo gelukkig als de berouwvolle zondaar! Volgens de wijsgeren hebben tranen vier eigenschappen: ze zijn vochtig, zout, heet en bitter.

Dit geldt voor tranen van berouw.

Ze zijn heet om een koud geweten te verwarmen.
Ze zijn vochtig om een hard hart zachter te maken.
Ze zijn zout om een ziel die bedorven is door de zonde, te kruiden.
Ze zijn bitter om ons van de liefde van de wereld te vervreemden.
Ik zal hier nog een vijfde kenmerk aan toevoegen. Ze zijn zoet omdat ze het hart verheugen (Job.41:13).
Augustinus zei: ‘Laat een mens bedroefd zijn vanwege zijn zonde en zich verheugen vanwege zijn droefheid.’

6. Als we berouw hebben over grote zonden, zullen we genade ontvangen.

Maria Magdalena, een groot zondares, verkreeg genade toen zij Jezus’ voeten met haar tranen waste. Voor sommige Joden die deelgenomen hadden aan de kruisiging van Christus, was het bloed dat zij vergoten hadden, een heilzame balsem die hen genezing bracht op hun berouw: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw’ (Jes. 1:18). Omdat scharlaken twee keer in de verf ondergedompeld wordt, noemen de Grieken het ‘dibasson’ en ondanks al zijn kunnen, kan de mens de kleur er niet afwassen. Hoewel de zonden van de mens scharlakenrood zijn, toch kan Gods genade ze afwassen.

Dit is tot troost van hen die zo ontmoedigd zijn door de gruwelijkheid van hun zonden, alsof er geen hoop meer voor hen is. Ja, als ze zich ernstig tot God wenden, zullen hun zonden uitgewist en weggedaan worden.

O, maar mijn zonden zijn zeer gruwelijk! Maak ze niet groter door u niet te bekeren. Bekering neemt de zonde weg, zodat het schijnt alsof ze er nooit geweest is.

O, maar ik ben weer in de zonde gevallen nadat ik vergeving had ontvangen, en nu kan er geen genade meer voor mij zijn! Ik weet dat de Novatianen menen dat er na een terugval in de zonde geen vernieuwing van de bekering mogelijk is, maar dit is zonder twijfel een dwaling. Gods kinderen zijn soms twee keer in dezelfde zonde gevallen:

Abraham verdoezelde twee keer de waarheid;
Lot maakte zich twee keer schuldig aan bloedschande;
Asa was een goede koning, toch zondigde hij twee keer door zijn vertrouwen op mensen te vestigen;
Petrus zondigde twee keer uit vrees voor de mensen (Matth.26:70, Gal.2:12).
Maar tot troost van hen die meer dan eenmaal in dezelfde zonde vielen, kan ik zeggen dat hen de witte vlag van genade toegereikt zal worden als ze zich oprecht bekeren. Christus beveelt ons om onze broeder die een overtreding begaan heeft, zeventig maal zevenmaal te vergeven op één dag als hij berouw heeft (Matth.18:22). Als de Heere ons beveelt om dit te doen, zal Hij dan niet veel bereidwilliger zijn om ons te vergeven als wij ons bekeren? Wat is de barmhartigheid die wij tonen in het vergeven, vergeleken met Zijn barmhartigheid? Dit zeg ik niet ter bemoediging van alle onboetvaardige zondaren, maar tot troost van een wanhopige zondaar die denkt dat berouw hem niet zal baten en dat hij uitgesloten is van genade.

7. Bekering is de poort waardoor geestelijke zegeningen binnenkomen.

Bekering verrijkt ons met genade en doet de wildernis bloeien als een roos.

Bekering maakt de ziel als de velden van Egypte na de overstroming van de Nijl: bloeiend en vruchtbaar. Nooit groeien de bloemen van genade beter dan na een stortvloed van berouwvolle tranen. Bekering leidt tot kennis: ‘Maar wanneer het tot de Heere zal bekeerd zijn, wordt het deksel weggenomen’

(2 Kor.3:16). Het deksel van de onwetendheid dat over de ogen van de joden was gelegd, zal weggenomen worden. Bekering doet de liefde branden. De wenende Maria Magdalena had Christus zeer lief (Luk.7:47). God zorgt er voor dat deze fonteinen van smart in de ziel niet uitdrogen, zodat ze de vruchten van de Geest kunnen bevochtigen (Gal.5:22).

8. Als we ons bekeren, zullen we tijdelijke zegeningen ontvangen.

Als de profeet Joël het volk tot bekering maant, belooft hij hen het goede in deze wereld: ‘Scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE.’

En de HEERE zal antwoorden en tot Zijn volk zeggen: ‘Zie, Ik zend u het koren, en de wijn, en de olie’ (Joël 2:13,19, Eng.vert.) Als we water in een pomp doen, komt er alleen water uit, maar als we het water van onze tranen in Gods fles storten, komt er wijn uit: ‘Ik zend u het koren, en de wijn.’ De zonde verschrompelt de vruchten van de aarde: ‘Gij zaait veel, en gij brengt weinig in’ (Hag.1:6). Bekering doet de granaatappel echter uitbotten en overlaadt de wijnrank met zware trossen.

Als u Gods fles vult, zal Hij uw mand vullen (Job 22:23-24, Eng.vert.) De bekering is een wederkeer tot de Heere en dit geeft ons een gouden oogst.

9. Bekering wendt de oordelen af van een land.

Als God een volk gaat vernietigen, houdt de boetvaardige zondaar Zijn hand tegen, zoals de engel de hand van Abraham tegenhield (Gen.22:12). Het berouw van de Ninevieten bracht God tot berouw (Jona 3:19). Uitwendig berouw heeft Gods toorn voor een tijd gestild en afgewend. Achab verkocht zichzelf om kwaad te doen. Toen hij echter vastte en zijn kleren scheurde, zei God tegen Elia: ‘Zo zal Ik dat kwaad in zijn dagen niet brengen’ (1Kon.21:29). Als het scheuren van de kleren het oordeel van een land afwendde, wat zal het scheuren van het hart dan niet teweegbrengen?

10. Bekering brengt vreugde in de hemel.

Het is als het ware een feestdag voor de engelen (Luk.15:10). Zoals lofzangen de muziek van de hemel zijn, zo is bekering de vreugde van de hemel. Als de mensen het aanbod van de zaligheid afwijzen en zich verharden in de zonde, verheugt dit de duivelen, maar als een ziel door berouw tot Christus wordt gebracht, is er vreugde onder de engelen.

11. Bedenk hoeveel onze zonden Christus gekost hebben.

Als we overdenken hoeveel onze zonden Christus gekost hebben, zou dit de tranen uit onze ogen moeten laten druppelen. Toen Zijn handen met spijkers doorboord werden en de speer in Zijn zijde gestoken werd, werd er op deze Steenrots geslagen en kwam er bloed en water uit. Dit alles verdroeg Christus voor ons (Dan.9:26).

Wij proefden de appel en Hij kreeg de edik en de gal. Wij zondigen met al onze vermogens en Hij bloedde over heel Zijn lichaam: de onkuisheid doortrekt net als liefde het hele lichaam. Kunnen we met droge ogen naar een lijdende Zaligmaker kijken? Zullen we niet bedroefd zijn over de zonden die Christus tot een Man van smarten maakten?

Zullen onze gruweldaden waarvoor Christus Zijn bloed moest geven, ons niet tot tranen bewegen? Zullen we nog langer met de zonde spelen en zo Christus wonden openrijten? O, dat we onze zonden opnieuw zouden kruisigen door berouw! De Joden zeiden tegen Pilatus: ‘Als u Deze loslaat, bent u des keizers vriend niet’ (Joh.19:12). Als we onze zonden de vrije teugel laten en ze niet kruisigen, zijn we Christus’ vrienden niet.

12. Dit is het doel van alle verdrukkingen die God zendt.

Of God ons nu bezoekt met ziekte of met verlies van goederen, Hij doet dit om ons hierdoor te laten ontwaken uit de zonde en om de wateren van berouw te doen vloeien.

Leidde God Israël op hun tocht door de woestijn niet slechts tussen de vurige slangen door dan om hen te verootmoedigen (Deut.8:2)? Vernederde Hij Manasse door zijn gouden kroon in boeien te veranderen niet slechts om hem tot bekering te brengen? (2Kron.33:12,13). Als iemand is afgestompt en zijn geweten in slaap gesust heeft, brengt God hem in grote nood om hem te genezen van deze kwaal en bezoekt Hij hem met een of andere grote ramp, om hem te doen opschrikken uit zijn geruste slaap en hem met berouw tot Hem te doen terugkeren.

13. De dagen van onze droefheid zullen spoedig voorbijgaan.

Nadat er een paar buien uit onze ogen gevallen zijn, zullen we voortdurend zonneschijn hebben. Christus zal voor een zakdoek zorgen om alle tranen van de ogen van Zijn volk af te wissen (Openb.7:17). Christenen, u zult spoedig uw feestgewaad aantrekken. U zult uw rouwkleed voor witte klederen verwisselen.

In plaats van zuchten zullen er triomfkreten zijn, in plaats van gekreun zullen er liederen zijn, in plaats van het water van uw tranen zal er het water des levens zijn. Het gekir van de duif zal voorbij zijn en de tijd waarin de vogels zingen, zal aanbreken.

Dit brengt me tot het volgende punt.

14. Het zalige en heerlijke loon dat we zullen ontvangen als we ons bekeren:

‘Van zonde vrijgemaakt zijnde hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven’ (Rom.6:22). De bladeren en de wortel van de vijgenboom zijn bitter, maar de vrucht is zoet. Bekering schijnt bitter te zijn voor het vlees, maar zie de zoete vrucht: het eeuwige leven. De Turken geloven dat er na dit leven een Elysium of lusthof van genoegen zal zijn, waar uitgelezen gerechten geserveerd zullen worden, waar ze goud in overvloed zullen hebben, waar ze zijden en purperen kleding zullen dragen en waar de engelen hun rode wijn in zilveren bekers en gouden schalen zullen brengen. Dit is de hemel van genotzuchtige mensen. Maar in het ware paradijs is er wonderlijke vreugde en worden er zeldzame gerechten geserveerd die het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord en in het hart des mensen niet is opgeklommen (1Kor.2:9). God zal Zijn boetvaardige kinderen van het klaaghuis in het huis der maaltijden leiden. Daar zal alleen maar heerlijkheid gezien worden, daar zullen de mensen alleen maar krank zijn van liefde. Er zal onbevlekte heiligheid en onuitsprekelijke vreugde zijn. Dan zullen de heiligen hun eenzame uren vergeten, zij zullen zoete troost vinden in God en zich baden in de rivieren van Goddelijke vreugde. O christen, wat zijn uw plichten vergeleken met het loon dat u zult ontvangen? Wat een onnoemelijk grote wanverhouding is er tussen de bekering die van u geëist wordt, en de vreugde die voor u bereid is! Dit loon van vrije genade is zo ontzaglijk groot dat we geduld zouden moeten ontvangen om tevreden verder te kunnen leven als er slechts een glimp van deze heerlijkheid aan ons geopenbaard zou worden. O zalige bekering, die naast een donkere kant zo’n lichte zijde kent en die als een beker met een bittere drank is, waar veel suiker op de bodem ligt.

15. Vervolgens moet het overdenken van onze onboetvaardigheid ons tot bekering leiden.

Een hard hart is het slechtste hart dat er is. Het wordt een stenen hart genoemd (Ezech.36:26). Als het van ijzer was, kon het zachter worden in de oven, maar een steen die in het vuur gelegd wordt, zal eerder in uw gezicht vliegen dan dat hij zal smelten. Onboetvaardigheid is een zonde die Christus verdriet doet (Mark.3:5). Het is niet zo zeer de ziekte die de arts grieft, maar de verachting van zijn medicijnen. Het is niet zo zeer de zonde die we begaan hebben, die Christus tergt en verdriet doet, maar onze afwijzing van het medicijn van de bekering dat Hij voorschrijft. Dit verergerde de zonde van Izebel: ‘En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich zou bekeren en zij heeft zich niet bekeerd’

(Openb.2:21). Een hard hart is niet ontvankelijk voor indrukken. Een hard hart is het aambeeld waarop de hamer van Gods gerechtigheid
tot in alle eeuwigheid zal slaan.

16. De laatste aansporing tot bekering is de komst van de oordeelsdag.

Dit argument wordt door de apostel zelf gebruikt (Hand.17:30-31). Er is iets in de oordeelsdag wat een stenen hart kan doen bloeden. Zal iemand het stelen niet nalaten als de juryleden in de buurt zijn? Zal een zondaar doorgaan in de zonde wanneer de oordeelsdag nadert? U kunt uw zonde evenmin verbergen als u haar kunt verdedigen. En wat zult u doen als al uw zonden in Gods boek geschreven worden en in uw voorhoofd gegraveerd worden? O, vreselijke dag als Jezus Christus, gekleed in Zijn rechterlijk gewaad, zal zeggen tot de zondaar: ‘Sta hier voor Mij, antwoord op alle beschuldigingen die tegen u ingebracht worden. Hoe kunt u uw eden, uw overspel en uw vreselijke onboetvaardigheid verdedigen?’ O, hoe verschrikt en ontsteld zal een zondaar dan zijn! Na zijn veroordeling zal hij dit droevige vonnis moeten aanhoren: ‘Ga weg van Mij!’. Dan zal hij die geen berouw had over zijn zonden, berouw hebben over zijn dwaasheid. Wat moet het dan een aansporing tot bekering zijn, te weten dat er zo’n tijd zal komen waarin God de mensen zal veroordelen vanwege hun goddeloosheid! De boetvaardige ziel zal op de laatste dag zijn hoofd getroost opheffen en zal een bewijs van kwijtschelding kunnen tonen dat de Rechter met Zijn eigen hand geschreven heeft.

Th. Watson (De waarachtige bekering, blz. 79 ev)
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Gebruikersavatar
Jeremiah
Berichten: 1473
Lid geworden op: 25 mar 2016, 12:43

Re: Waarachtige bekering?!

Bericht door Jeremiah »

Toepassing Zondag 33 - De twee stukken in de waarachtige bekering

De vraag is of de waarachtige bekering in ons leven heeft plaats gehad. Er kan een verandering zijn in het leven van een mens. Een verandering is nog niet de waarachtige bekering. Dat is nog geen afsterven van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. Alle verandering is nog geen vernieuwing. Het is groot als een mens de wereld en de zonde de rug toekeert, en dat hij godsdienstig wordt. Daar is uitwendig een zegen op te verwachten. Maar het gaat hier over de waarachtige bekering. Die waarachtige bekering moet plaats hebben eer het sterven wordt, om God te kunnen ontmoeten, wil het wel met ons zijn. We lezen in deze zondagafdeling: Waarin bestaat de waarachtige bekering? Dat we met de verloren zoon zijn teruggekeerd. Zoals onze vaderen zeggen: 'Het is een hartelijk leedwezen dat wij God door onze zonden vertoornd hebben, en die hoe langer hoe meer haten en vlieden.' Dan is er in ons hart een rechte droefheid naar God. Dat is die hartelijke droefheid nadat ze de keus hebben mogen doen in het leven. Dat is een onberouwelijke keuze in het hart. In die oprechte en hartelijke droefheid in het belijden van de schuld en zonden, is er ook blijdschap in God. Dat willen ze nooit meer missen, al zijn ze bij tijden en ogenblikken aan ongeloof en twijfel onderworpen. Maar ook die blijdschap in de droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt, willen ze voor al het d en het goud van de wereld niet meer missen. Dat is zulk een hartelijke vreugde in God. Denk erom, mensen, als God een mens bekeert, dan krijgen we wel met een vertoornd en heilig en rechtvaardig God te doen. Maar we drukken het wel eens eenvoudig uit, dat we niet met een boeman te doen hebben. Nee, God vertroost Zijn volk lieflijk en leidt ze in Zijn Woord in. Hij doet ze sterven aan zichzelf. Opdat ze die blijdschap van de nieuwe mens mogen kennen in de verheuging in God door het geloof. Ze staan ernaar dat God verheerlijkt wordt en aan Zijn eer zal mogen komen en zij aan de zaligheid, en bevestigd wordt in haar staat, om in het dierbaar geloof te mogen kennen wie Christus is en wie God in Hem is voor een arme zondaar in de weg van·heiligmaking. En in het minder worden van zichzelf opdat God verhoogd en verheerlijkt zal worden. Bent u er nooit jaloers op geworden, als u Gods volk hoort vertellen wat er in God te vinden is en welk een blijdschap er in God is en welk een vreugde, dat ze zelfs zingen in de nacht? Als Gods kind ging vertellen in de wegen waarin God ze geleid heeft en wie God was in de uitreddingen? Als ze gingen vertellen dat God naar hun hart gesproken had, bent u er dan nooit jaloers op geworden? Want denk erom, dat volk, dat van God verkoren, bemind en geliefd is, is een rijk volk al zijn ze arm in zichzelf en ellendig in zichzelf. Al zijn ze zo ellendig en arm, dat ze aan de kant van de weg neerzitten en bedelen. Elke dag vragen ze: 'Heere, help. O Heere, help.' Dat is een rijk volk dat van God bemind is. Dat komt openbaar in de vrucht van de waarachtige bekering. Met al de omstandigheden en met alles Wat ze onderworpen zijn, getuigen ze:

Weg wereld, weg schatten,
Gij kunt niet bevatten,
Hoe rijk of ik ben;
Ik heb alles verloren,
Maar Jezus verkoren,
Wiens eigen ik ben".


Dat leert de Kerk. Och, de Heere mocht het ons leren dat er twee stukken zijn in de waarachtige bekering. En met al de uiterlijke weldaden en zegeningen is het tekort om God te ontmoeten. Dan weten we niets van wat de waarachtige bekering is. Alleen als God onze ogen opent, leren we het. Dat gun ik u van harte, dat dit plaats mag hebben in dit leven. Ik kan en mag het niet anders zeggen. Dat is de weg die God uittekent in Zijn dierbaar Woord, waarop onze vaderen Zondag 33 gebouwd hebben. En de Kerk heeft de bevinding en de beleving ervan in de weg van de Goddelijke ontdekking door de toepassing van het heil des geloofs. Om te omhelzen zulk een God en Hem vrij te verklaren en zichzelf schuldig te mogen kennen. Dat gun ik u van harte. Dat is de waarachtige bekering. En volk van God, soms is er vrees, twijfel, ongeloof in uw hart. Is het wel ooit waar geweest? Wat dacht u dan? De waarachtige bekering bestaat in twee stukken. In het afsterven van de oude mens. Waar God begonnen is, begint het stervensproces. We moeten minder worden, opdat Hij wasse. Wij moeten de dood in, opdat we het leven krijgen in een Ander, in de Borg en Middelaar. Dat is de weg van de waarachtige bekering. Verwacht er maar niets anders van. Het ongeloof in uw hart en de twijfel in uw ziel leren we kennen door het licht des geloofs. Dan ligt er een oprechte begeerte in uw hart. Onze vaderen zeggen: 'Maar wat zijn goede werken? Alleen die uit waar geloof, naar de wet Gods, alleen Hem ter eer geschieden, en niet die op ons goeddunken of op mensen inzettingen gegrond zijn.' Als u dan ziet

op uzelf en ontdekt wordt aan uw verdorven bestaan, waar zijn dan de goede werken? Dan kan het niet meer van onze kant. Het is voor eeuwig kwijt van onze kant, voor eeuwig verloren. Want we hebben God verlaten in de staat der rechtheid. Toen konden we goede werken doen, omdat we goed geschapen waren. Maar nu in de waarachtige bekering gaan we inleven, statelijk en standelijk, afgesneden van Adam, afgesneden van onze beste werken, afgesneden van onze bekering en van onze bevindingen, om door het geloof in de nieuwe mens naar de wil Gods met een verlicht verstand en met geregelde hartstochten door het geloof te staan naar de gemeenschap met God in Hem. Om zo naar Zijn wil en wet te mogen leven, in Christus' kracht alleen, dodende onze krachten, opdat Gods Naam en eer verheerlijkt zal mogen worden. En straks komt u binnen volk, en gaat u de heerlijkheid in. En dan zal het niet meer een twee-mens zijn. Dan zal de afsterving van de oude mens niet meer nodig zijn. Dan is alles vernieuwd en volmaakt in de eeuwige heerlijkheid die komt. Die ons van Israëls God gegeven is. Dan zullen we Hem eeuwig verhogen. Dan zal God eeuwig aan Zijn eer komen en dan komt de Kerk en Zijn volk aan de zaligheid. Dat geve God om Zijn Verbonds Wil.

Ds. M. Heerschap
-DIA-
Berichten: 32745
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Waarachtige bekering?!

Bericht door -DIA- »

Dat wonderwerk, wat ds. Heerschap hier zo beschreef, dat is het leven. Dat is uit God, en tot verheerlijking van God, tot het sterven aan alles van de mens. Dat staan we allen zo tegen. Maar een weg ten leven zonder te sterven aan alles, aan jezelf, is er niet. Hier lezen we zoals we dat vroeger zoveel mochten horen. En wat is dan nu arm op de wereld met alle godsdienst. Met een heimwee denken we terug aan die knechten en kinderen van God die de strijd nu voor eeuwig te boven zijn. Het wordt nu zo stil, eenzaam, ook juist door alle lawaai van godsdienstige uitingen die niet meer zijn dan een opkomen uit de mens.
  • Welzalig, dien Gij hebt verkoren,
    Dien G' uit al 't aards gedruis
    Doet naad'ren, en Uw heilstem horen,
    Ja, wonen in Uw huis.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Marck
Berichten: 1429
Lid geworden op: 02 mar 2019, 10:26

Re: Waarachtige bekering?!

Bericht door Marck »

Zo zeg, deze draad wordt met twee mooie reacties herstart :-)
Gebruikersavatar
Hollander
Berichten: 2804
Lid geworden op: 26 aug 2019, 11:54
Locatie: Afwezig

Re: Waarachtige bekering?!

Bericht door Hollander »

Mooi en indringend stuk Jeremiah, dank voor het plaatsen.
Dit account wordt niet meer gebruikt.
Zonnebloem
Berichten: 268
Lid geworden op: 11 jun 2019, 09:52

Re: Waarachtige bekering?!

Bericht door Zonnebloem »

Waaruit de waarachtige bekering blijkt.

In de waarachtige bekering, zo staat er in de catechismus, ligt ook ‘een ernstige lust en een liefde om naar de wil Gods te leven’.
Dat zijn indrukwekkende woorden. Ergens lust in hebben wil zoveel zeggen als: zin hebben om iets te hebben of te doen.
‘Lust en liefde’. Dat betekent dat heel je hart er bij betrokken is. Het kan dus niet zo zijn dat de dienst van de Heere een sombere aangelegenheid is. Die dienst gaat niet gepaard met lange gezichten en je moet niet doen alsof je in een andere wereld leeft. Nee, ‘Uw liefdedienst’, zingt de dichter, ‘heeft mij nog nooit verdroten.’
Het is ook niet voortdurend ‘halleluja’, maar we mogen wel met lust en liefde het pad van Gods geboden lopen. Er is een betrekking op de Heere en tegelijk is er ook de ervaring van het ontzagwekkende van God, van de majesteit van God.
Het is dus niet zo dat iets beslist moet. Er staat geen stok achter de deur. Nee, in de dienst van God geldt: ‘Het mag.’
Waarachtige bekering is een voortdurende bevrijding. Bevrijding binnen de grenzen van de wet van God ... De wet van God moet je zien als grenspalen die de Heere om het terrein van je leven zet. Dat doet Hij uit liefde, want als je erbuiten gaat, loopt het mis. De wetten van God in het leven van gelovigen; als paaltjes met schrikdraad waar ze niet buiten mogen, want dan gaat het niet goed. Paulus schrijft het zo: Staat dan in de vrijheid met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen (Gal.5:1).
Wandelen met de Heere. Henoch wandelde met God...

Uw inzettingen, zingt de dichter, zijn mij gezangen geweest ter plaatse van mijn vreemdelingschap (Ps.119:54). De Heilige Geest laat licht vallen op Hem, van Wie David gezongen heeft in Psalm 40:
Mijn liefd’ en ijver brandt; Ik draag Uw heil’ge wet, Die Gij de sterv’ling zet, In ’t binnenst’ ingewand.
Ja, dat is de lust van de Zoon des Vaders, Die Knecht is geworden en Borg voor Zijn gemeente. Hij, Die als de Rechtvaardige de weg ging van onrechtvaardigen. De Heilige ging de weg van onheiligen. Hij was de Voorganger en ook de Voorzanger in het leven van Zijn discipelen.
Volgt Hem maar met Psalm 22, waarin Hij zingt over de sterke stieren van Basan die Hem omringen en het op Zijn dood gemunt hebben. Zingt u maar met Hem Psalm 116:
Ik zal Uw Naam met dankerkentenis Verheffen, U al mijn geloften brengen;
’k Zal liefd’ en lof voor U ten offer mengen, In ’t heiligdom, waar ’t volk vergaderd is.
De wet van God is in Zijn binnenste en dat krijgt ook een afdruk in uw leven. Een leven van goede werken. Werken die niet teruggaan op menselijke opvattingen, maar voortkomen uit een waar geloof, overeenstemmen met de wet van God en altijd gericht zijn op de eer van God. Hierin zie je de gelijkgezindheid met de Heere Jezus Christus, en de verbondenheid met Hem.

Jezus zegt: Die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht (Joh.15:5). Het geldt levenslang: Uw vrucht is uit Mij gevonden (Hos.14:9).

Ds. R. Kattenberg
Plaats reactie