Valcke schreef:Genesis 8:4 'de ark rustte'
We kunnen het verschil tussen 'rusten' en 'blijven vastzitten' van verschillende kanten bezien:
- Vanuit het Hebreeuws: het Hebreeuwse werkwoord betekent 'rusten', 'in rust zijn'. Vanuit het Hebreeuws ligt dus sowieso een andere vertaling niet voor de hand.
Ik heb al aangegeven, dat er letterlijk het woord rusten wordt gebruikt, maar dat dit in deze context betekent dat de ark vast kwam te zitten op de berg Ararat.
- Vanuit het Nederlands: Van Dale noemt bij 'rusten' onder punt 8: 'steunen op, ondersteund worden door: de balken rusten op de muur'. Een gewone betekenis in het Nederlands dus, en helemaal niet ongebruikelijk.
Dat is inderdaad een overdrachtelijke betekenis bij punt 8. Nu is voor mij Van Dale niet het einde van alle tegenspraak. Ik weet dat men bij de HSV-hertaling ook heeft gekeken naar de mate waarin een dergelijke overdrachtelijke betekenis nog gebruikelijk is. Overigens mag de HSV hier ook rustig 'rusten' vertalen. Maar zoals het er nu staat, vind ik het ook prima. Dan leg ik dat uit, wanneer ik dit gedeelte aan anderen moet uitleggen. Maar waar je echt voor moet waken, is woord-overloading, alsof elk woord in elke context diepere lagen en betekenissen heeft. Dan ga je in de exegese teksten ook laten buikspreken. Ik sluit in dat opzicht toch aan bij de opmerking van @Wandelende: de Heere heeft Zijn Woord niet gegeven zodat het alleen op universitair niveau begrepen zal worden. We blijven bovendien met een vertaling zitten; en vertalen is altijd verarmen. (Je kent het bekende voorbeeld van Jer. 1: 11-12.)
- Ook in de HSV wordt 'rusten' trouwens van een zaak gezegd: 'En als hij rustte', namelijk de ark des verbonds (Num. 10:36). Daarmee valt ook het argument weg dat de HSV vanuit de Nederlandse taal bezien het woord 'rusten' zou moeten wijzigen, want in Numeri 10:36 is dat ook niet gebeurd: de ark des verbonds 'rustte'. (En dat is trouwens ook best een bijzondere parallel, zeker wanneer we dit doortrekken naar Psalm 132, waar we vinden: 'Dit is Mijn rust tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen'.)
Maar dat is geen zuivere parallel. Het 'rusten' van de ark van het verbond betekent 'stilhouden', ofwel: stoppen met gaan. Letterlijk in rust zijn dus. Maar ik had me kunnen voorstellen dat hier gekozen was voor de hertaling 'stilstaan'.
- Vanuit vergelijking met andere vertalingen: Wanneer we een groot aantal vertalingen opslaan, dan zien we dat een hele reeks van buitenlandse en Joodse vertalingen het woord 'rusten' in Genesis 8:4 heeft laten staan. Allemaal vertalingen die uitgaan van het beginsel dat een woord niet nodeloos moet worden gewijzigd ten opzichte van het woord dat we in de oorspronkelijke tekst vinden.
Maar je weet ook dat elke andere Nederlandse vertaling hier heeft vertaald met 'vastzitten, of vastlopen, o.i.d.'
- Vanuit de historie: wanneer we erover nadenken, is het een wonder dat de ark 'rustte' en niet geheel scheef kwam te liggen in het bergachtig gebied. Kennelijk was er een vlak stuk berg waarop de ark stillag toen het water zakte. (De ark lag stil' zou sowieso al veel beter zijn geweest dan 'de ark bleef vastzitten'.)
Nee, dat vind ik echt invullen. De Bijbel staat vol wonderen. En iets kan ook rusten als het scheef ligt.
- Vanuit de tegenstelling: De ark werd bij aanvang van de vloed 'opgeheven' (Gen. 7:17); nu mocht zij weer 'rusten'. (Niet het negatieve 'vastzitten', maar het positieve 'rusten'.) Idem: de ark 'ging' op de wateren (Gen. 7:17). Is het toevallig, dit woord 'ging'. M.i. niet. Maar na dit rusteloze 'gaan' volgde 'rust'. Een tegenstelling die heel duidelijk uit de tekst zelf opkomt: 'gaan' - 'rusten', 'opgeheven worden' - 'rusten'.
Ah, ik begrijp nu pas dat jij een negatieve connotatie verbindt aan 'vastzitten'. De woorden die je noemt: nee, natuurlijk is dat niet toevallig. Het hoort helemaal bij het Hebreeuwse taaleigen om in verhalende stof beeldend te spreken. Het Nederlands heeft dat veel minder. Dus dat daarin wat hertaald wordt, begrijp ik wel. De vraag is, of je veel verliest, zoals je zegt. Dat denk ik niet. De Schrift zal altijd uitgelegd moeten worden. De kernboodschap van een hoofdstuk moet ook voor de gemiddelde Bijbellezer duidelijk zijn.
- Vanuit de naam Noach. De lezers van de SV kunnen dit weten, want de kanttekening bij Gen. 5:29 (waar Noach het eerst genoemd wordt) luidt: De twee Hebreeuwse woorden noach en nicham, die hier beide gebruikt worden, hebben enige gelijkheid. Het ene betekent rusten, van hetwelk de naam Noach genomen is, het andere vertroosten, met hetwelk de reden der benaming aangewezen wordt, want Lamech zonder twijfel door des Heeren Geest bericht zijnde, heeft gezien dat Noach tot wat bijzonders zou gebruikt worden.
Zeker, de kanttekeningenlezers kunnen dit weten. Maar de Bijbel wordt door velen zonder kanttekeningen gelezen. Bovendien wijst de HSV in een voetnoot ook op het woordspel dat er is. Door het gebruik van de naam Noach, is de verbinding niet direct zichtbaar; daar moet altijd uitleg bij gegeven worden.
- Vanuit de geschiedenis van Noach. Hoe werd deze naam bij Noach vervuld? De eerste tijd was er helemaal geen rust. Noach moest lange tijd preken en de ark bouwen. Hij leefde in een tijd dat een verschrikkelijk oordeel over de aarde zou komen. Maar toen deze gekomen was, toen kwam de vervulling. En wanneer kwam die: in hoofdstuk 8, te beginnen met het zakken van het water en het weer rusten van de ark op de aarde.
De vervulling van de naam van Noach zit 'm niet zozeer in het wel of niet noemen van het woordje rusten in Gen. 8:4, maar in de totaliteit van de geschiedenis. In de ark is rust, en buiten de ark na de vloed, is er alleen rust in de God van Noach, in het offer. Behoud alleen in de Ark.
- Vanuit het vervolg. Deze rust gaat in hetzelfde hoofdstuk nog veel dieper: De 'duif vond geen rust voor het hol van haar voet'. Bijzonder taalgebruik! Alleen rust in de ark, alleen rust bij Noach. En dit heeft ook nog eens geestelijke betekenis, want de ark en Noach staan hier typologisch / symbolisch voor Christus en voor de kerk Gods. Daar alleen vond de duif 'rust'. En die duif was een rein dier, in tegenstelling tot de raaf, een onrein dier, 'die dikwijls heen en weer' ging. Het reine dier vindt rust in de ark, bij Noach (rust), het onreine dier niet.
- En nog verder gaat deze rust in vers 20: 'En de HEERE rook dien lieflijken reuk'. Kanttekening: 'Hebr. den reuk der ruste of rust makende, te weten, den mens met God verzoenende en in rust of vrede stellende, niet door de eigen kracht van het offer, maar door de betekende offerande van onzen Heere Jezus Christus, waardoor alleen een eeuwige verzoening verworven is, Hebr. 9:12, 13.'
- Vanuit de profetie: Zo moest de profetie van Lamech, de vader van Noach, vervuld worden (Gen. 5:29). Zó kwam alles in rust, en de HEERE Zelf rook die 'reuk der rust' of 'rustmakende reuk'. En ook dit ziet weer op Christus, zoals hier juist uit de kanttekening aangewezen.
Toch ben ik terughoudender in het trekken van deze lijnen. Je zegt zelf dat de kanttekeningen nodig zijn om deze parallelen te zien en deze lijnen te trekken. Er is dus altijd uitleg nodig. Overigens wijs ik erop dat in de meeste voorbeelden die je nu noemt, het woord 'rusten, of rustplaats' ook in de HSV staat. Dat bevestigt toch ook weer dat men alleen hertaald heeft, waar dat nodig is. Ik kan me dat in Gen. 8:4 voorstellen, anderen niet. Maar vanuit de context is er los van de SV geen verkeerde vertaling gekozen. De lijnen via de woordverbintenissen zullen altijd uitgelegd moeten worden.
- Vanuit de samenhang: In hoofdstuk 8 zien we dus drie keer dit woord 'rust' terugkomen. In vers 4 vormt dit als het ware de aankondiging voor de volgende keren. En het eindigt met de rust door de voldoening door Christus in het offer; de HEERE Zelf neemt hierin Zijn welgevallen (vs. 20). Wanneer we hier eenmaal opmerkend op zijn gemaakt, dan willen we dit woord 'rust' toch behouden, dan zien we het toch als een groot verlies wanneer we het onrustige 'vastzitten' moeten lezen in plaats van wat er werkelijk staat?
Hier maak je wel een toepassing die niet ieder zal overnemen in de exegese. En dat hangt samen met woordoverloading. Ik weet even niet hoe ik dat goed moet zeggen, maar zeker als we geworteld zijn in de Schrift, kunnen we in de valkuil stappen dat we het Woord geestelijker maken dan op bepaalde plaatsen de bedoeling is.
- Vanuit de meditatie: Meditatie over de Schrift wordt sterk bevorderd in een vertaling die letterlijk is. Ik hoop dat dit nu voldoende uit dit voorbeeld gebleken is.
Dat heb je inderdaad helder gemaakt. Maar je weet ook dat er voorbeelden zijn (zoals het al genoemde Jer. 1: 11-12) waarin dat onmogelijk is.
- Vanuit de inspiratie: Waarom zoveel letterlijkheid? Niet alleen omdat dit nauwkeuriger vertaald is, zoals Floppy opmerkt, maar ook omdat het de Heilige Geest behaagd heeft dit woord te gebruiken en geen ander woord. Dan is het ook een kwestie van eerbied, van ontzag voor de Auteur van de Schrift, om niet nodeloos woorden te wijzigen naar onze eigen interpretatie, maar de woorden die we in de Schrift vinden, te bewaren.
Maar anderzijds moet ook gewaakt worden voor woordoverloading. Daarbij verwijs ik naar wat ik eerder schreef over taal- en tekstkenmerken.
Overigens - maar dat heb ik al diverse keren aangegeven: ik zit hier niet om de HSV te verdedigen, of om aan te geven dat er niets aan deze vertaling verbeterd kan worden. Wel heb ik willen aangegeven dat je niet kunt zeggen dat je een onbetrouwbare vertaling in handen hebt met de HSV.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)