Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Plaats reactie
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Bericht door Zonderling »

In een ander topic kwam de exegese langs van 1 Korinthe 7:36-38. Omdat dit een exegetisch onderwerp is, en het gesprek hierover niet goed past in het desbetreffende topic, open ik hier een nieuw onderwerp. Het houdt mij bezig, omdat ik zie dat er twee geheel verschillende uitleggingen en vertalingen zijn, waarbij ik mij afvraag of er toch niet een duidelijke keuze te maken is.

Eerst geef ik de SV vers 34-38 met de kanttekeningen bij vers 36-38:
SV schreef:34 Een vrouw en een maagd zijn onderscheiden. De ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, opdat zij heilig zij, beide aan lichaam en aan geest; maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe zij den man zal behagen.
35 En dit zeg ik tot uw eigen voordeel, niet opdat ik een strik over u zou werpen, maar om u te leiden tot hetgeen welvoegt en bekwaam is om den Heere wel aan te hangen, zonder herwaarts en derwaarts getrokken te worden.
36 Maar zo iemand 70acht dat hij 71ongevoeglijk handelt met zijn maagd, indien zij over den jeugdigen tijd gaat, en het 72alzo moet geschieden, die doe wat hij wil, hij zondigt niet; dat zij trouwen.
37 Doch die vast staat in zijn hart, 73geen noodzaak hebbende, maar macht heeft over zijn eigen wil, en dit in zijn hart besloten heeft, dat hij zijn maagd 74zal bewaren, die doet wel.
38 Alzo dan, die haar ten huwelijk uitgeeft, die doet wel; en die haar ten huwelijk niet uitgeeft, 75die doet beter.

Kanttekeningen bij vs. 36-38:
70 Dat is, uit alle tekenen die hij daarvan speurt, gewaarwordt of oordeelt. Hij spreekt hier eigenlijk van ouders of voogden, waaronder de maagden staan.
71 Dat is, niet welbetamelijk, of welbedachtelijk, zo hij zijn maagd tegen haar natuur of genegenheid zou beletten te trouwen; of ook wel tegen den eis van de gelegenheid zijner familie.
72 Namelijk om meerdere zwarigheden, zo ten aanzien van haar als van zijn familie, te voorkomen.
73 Namelijk óf voor zichzelven tot behoudenis van zijn familie en andere gelegenheden, die de ouders dikwijls noodzaken hun kinderen uit te huwelijken; óf vanwege de broosheid der kinderen, waarvan in het voorgaande vers is gesproken.
74 Namelijk ongetrouwd.
75 Dat is, die doet wat dienstig of nuttiger is tot de rust van zijn maagd, gelijk vss. 1, 8, 26, en gelijk verklaard wordt vss. 35, 40.
In de Herziene Voorhoevevertaling / Telos vertaling (1982) zijn de verzen 36-38 als volgt vertaald:
Herziene Voorhoevevertaling schreef:36 Maar als iemand meent dat hij onwelvoeglijk handelt jegens zijn maagdelijke [dochter], als die de jeugdige leeftijd [reeds] voorbijgaat, en het zo moet wezen, laat hij doen wat hij wil, hij zondigt niet; laten zij trouwen.
37 Maar wie in zijn hart vaststaat en niet genoodzaakt wordt, maar over zijn eigen wil macht heeft en in zijn hart heeft besloten zijn maagdelijke [dochter] te bewaren, die doet wél.
38 Dus wie zijn eigen maagdelijke [dochter] uithuwelijkt, doet wél; en wie haar niet uithuwelijkt, doet beter.
De NBG-vertaling 1951 kiest dezelfde weg als de voorgaande twee. In de vertaling wordt gesproken van 'zijn jongedochter'.

De HSV kiest een andere opvatting:
HSV schreef:36 Maar als iemand denkt dat hij ongepast handelt ten opzichte van zijn [aanstaande vrouw die nog] maagd [is], als de jaren van haar jeugd voorbij zijn en het op deze wijze behoort te gebeuren, laat hij doen wat hij wil, hij zondigt niet: laten zij trouwen.
37 Maar wie in zin hart vastbesloten is en [er] niet [toe] genoodzaakt wordt, maar macht heeft over zijn eigen wil en in zijn hart besloten heeft dat hij zijn eigen [aanstaande vrouw die nog] maagd [is], zo zal houden, die handelt [ook] goed.
38 Dus: ook wie ten huwelijk geeft, handelt goed, maar wie niet ten huwelijk geeft, handelt beter.
Overigens geeft de HSV de volgende noot bij vers 36: Een andere keuze van vertalen is dat het hier gaat om een vader met het oog op het uithuwelijken van zijn dochter; zie ook vers 37.

Er zijn dus twee interpretaties:
1. Conform SV, NBG'51 en Telosvertaling: hier wordt gesproken van de vader/ouders van een jonge huwbare dochter en het wel of niet ten huwelijk geven.
2. Conform HSV: hier wordt gesproken van een verloofde man die wel of niet met zijn verloofde aanstaande vrouw huwelijkt.

Ik zal in een volgende post(s) enkele opmerkingen maken ten gunste van de eerste opvatting.
Wanneer er anderen zijn die iets ten gunste van de tweede opvatting willen opmerken, dan is dat natuurlijk prima.

Wel vraag ik de moderators om ALLEEN INHOUDELIJKE postings toe te staan die strikt gaan over exegese van deze verzen.
Idem geen ongefundeerde uitingen, maar alleen meningen die onderbouwd zijn.
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Re: Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Bericht door Zonderling »

In vervolg op voorgaande posting wil ik kort aangeven wat de argumenten zijn voor de eerste opvattingen alsook tegen de tweede opvatting.

Daarbij maak ik onder meer gebruik van het commentaar van dr. F.W. Grosheide over 1 Korinthe (verschenen in het z.g. Bottenburg commentaar en vervolgens als tweede druk in de reeks met commentaren op het Nieuwe Testament). Ik heb overigens ook diverse andere bronnen geraadpleegd. In het 10-delige Theologisches Wörterbüch van Kittel e.a. vond ik hier overigens erg weinig over terug, behalve dat in een artikel de tweede opvatting gekozen wordt (van verloofden), maar zonder een uitgewerkte onderbouwing.

Vanuit de context merk ik op:
- Reeds in vers 1 en 7-9 spreekt de apostel Paulus over het voordeel van ongehuwd blijven. In vers 2-6 en 10-16 spreekt de apostel echter over de gehuwden en echtscheiding, vervolgens in vers 17-24 over het blijven in de roeping waarmee iemand geroepen is, terwijl hij dan vanaf vers 25 weer terugkomt op het ongehuwd zijn, in het bijzonder van de maagden (jongedochters, huwbare vrouwen). In het vervolg spreek ik over: huwbare (jonge) vrouw.
- In vers 36-37 behandelt de apostel twee tegengestelde gevallen over het huwen van de huwbare (jonge) vrouw, waarbij hij in vs. 36 noemt het geval dat het huwen goed is, en in vs. 37 het geval dat het niet-huwen goed is.
- In vers 38 besluit de apostel de passage over de huwbare (jonge) vrouwen met een conclusie.

Voor de exegese van vers 36-37 is van belang of in vers 38 gesproken wordt over 'huwen' of 'ten huwelijk (uit)geven'.
- In de Byzantijnse tekst (Meerderheidstekst, de grote massa aan handschriften) en Textus Receptus is daarover geen discussie, omdat hier het werkwoord ek-gamizeoo staat, dat alleen maar uithuwelijken c.q. ten huwelijk geven kan betekenen.
- In de tekstkritische uitgaven is echter gekozen voor gamizoo (dus zonder ek-). Dit woord heeft dezelfde betekenis, maar volgens sommige exegeten zou dit woord ook opgevat kunnen worden als 'huwen', hoewel voor huwen feitelijk een ander werkwoord beschikbaar is, namelijk: gameoo.
- Kortom: over vs. 38 bestaat geen discussie wanneer we de Meerderheidstekst volgen; volgen we de tekstkritische uitgaven, dan houden we in principe dezelfde betekenis, tenzij we menen dat we dit werkwoord anders moeten lezen dan de eigenlijke betekenis aangeeft.
- dr. Grosheide zegt hiervan dit: '... men heeft zelfs terwille van deze exegese [nl. dat hier gesproken wordt van verloofden] gamizoon vs. 38, dat toch 'die ten huwelijk uitgeeft' betekent, door 'die huwt' willen vertalen. In een voetnoot merkt dr. Grosheide op: 'Zie bv. Lietzmann. Het bewijs dat hij geeft voor de mogelijkheid om gamizoo door huwen te vertalen, is zeer zwak.' (N.B. dit zijn dus de woorden van dr. Grosheide.)
- Ook het seculiere Grieks-Nederlandse woordenboek van Koenen geeft deze betekenis niet, maar alleen de betekenis 'uithuwelijken'.
- De betekenis 'ten huwelijk uitgeven' past ook geheel bij de situatie van de huwbare jonge dochters die de apostel Paulus bespreekt in vs. 25-38. Deze huwbare jonge dochters stonden nog onder het gezag van de ouders of voogden. Dit in tegenstelling tot de weduwen waarvan de apostel hierna zegt dat zij 'vrij' zijn. Deze context pleit dus voor de betekenis 'ten huwelijk uitgeven' (en niet: 'huwen').

Van vers 38 gaan we nu terug naar vers 36 en 37. Waarom ligt de exegese voor de hand dat hier gesproken wordt over ouders en dochters (maagden) en niet over een verloofde jongeman en jonge vrouw?

a) Al eerder heeft Paulus gesproken over de maagden, het laatst nog in vers 34. Deze plaatst hij tegenover de gehuwden. Van de ongehuwden betoogt de apostel Paulus dat deze zich bekommert met de dingen van de Heere, opdat zij heilig zij, beide aan lichaam en aan geest (vs. 32 en 34). Wanneer in vers 36-37 opnieuw over de maagden gesproken wordt, ligt het voor de hand dat het hier gaat over jonge huwbare vrouwen die niet gebonden zijn aan een man, dus ook niet verloofd.

b) Het Griekse woord dat voor maagden gebruikt wordt, blijkt in de Griekse literatuur zeer dikwijls de betekenis te hebben van huwbare dochters. Dat betekent dat als gesproken wordt over 'zijn maagd' in vers 36 en 37, dan is vanuit het Grieks de voor de hand liggende verklaring dat dit gezegd wordt vanuit het perspectief van de ouders (of voogden), in het bijzonder de vader; 'zijn maagd' is vanuit dit perspectief niets anders dan 'zijn dochter die maagd is'. Vandaar ook dat de Telosvertaling vertaalt: 'maagdelijke [dochter]'. En NBG-51: jongedochter.

c) In het Grieks staat in vers 36 'iemand'. Omdat 'iemand' niet nader is aangeduid, moeten we vanuit het vorige punt aannemen dat het de vader (of voogd) betreft. (Terzijde: natuurlijk handelt de vader niet zonder medeweten van de moeder en de dochter zelf.)

d) Dr. Grosheide merkt op bij 'iemand': 'Vooral vers 37 VERBIEDT bij 'tis' (iemand) aan een verloofde te denken. (...) Dit zou dan moeten zien op een steeds voortdurende verloving, die nooit in een huwelijk overging. Door dat aan te bevelen zou Paulus in strijd komen met zijn uitspraken in vs. 7, 9, 27 (als dit van het huwelijk geldt). Trouwens de uitdrukking 'zijn maagd' om iemands verloofde aan te duiden, klinkt vreemd. Daarom denken we bij 'tis' (iemand) aan de vader, die huwelijksaanzoeken voor zijn dochter ontvangt, die aanvankelijk misschien op religieuze gronden geweigerd heeft, maar op den duur oordeelt, dat hij tegenover zijn reeds wat ouder wordende dochter ongepast handelt door elk aanzoek af te wijzen.

e) Wanneer we aan een verloofde zouden moeten denken, dan zou vs. 37 betekenen dat de apostel het lang verloofd blijven zonder (ooit) te huwen zou aanbevelen. Van zulke situaties en aanbevelingen is echter uit de geschiedenis en de oude christelijke kerk niets bekend. Het is ook inderdaad in strijd met de gedachte van een verloving en aanstaand huwelijk.

f) We kunnen vers 38 niet ontkoppelen van de verzen 36 en 37. Wanneer de apostel zegt: 'wie niet ten huwelijk uitgeeft, die doet beter', dan heeft dit zonder enige twijfel ook betrekking op de situatie die in vers 37 (n.b. het voorgaande vers) geschetst is. Zeker is vers 38 de conclusie op het gehele voorgaande gedeelte, maar vers 37 hoort daar wél bij. Als vers 38 iets concludeert over het ten huwelijk geven (HSV) of uitgeven (SV), dan past dit niet op de situatie van verloofden in vers 36 en 37.

g) Ook wanneer we geforceerd en tegen de eigenlijke betekenis - zoals hiervoor over vs. 38 besproken - in vers 38 zouden willen lezen 'huwen' in plaats van 'ten huwelijk geven', dan nog blijft het eerder genoemde bezwaar overeind dat Paulus het ongehuwd blijven van verloofden zou aanbevelen als een loffelijk iets. Iets wat nergens anders mee gestaafd zou kunnen worden.

h) De opvatting dat in vers 36 en 37 sprake is van verloofden, gaat geheel voorbij aan de rol van de ouders bij het huwelijk van een dochter. Dat past wellicht in de opvattingen van onze tijd, maar niet in wat de Bijbel ons op vele plaatsen leert.

i) Daarom maakt de apostel Paulus ook onderscheid tussen de ongehuwde jongedochters (die nog onder de ouders staan) en de weduwen die niet meer onder de ouders staan. Alleen van de weduwen zegt de apostel Paulus dat deze vrij zijn om te trouwen met wie zij willen, maar alleen in de Heere. Dit 'vrij zijn' zegt de apostel niet van de jongedochters, die immers nog onder het gezag van de ouders staan. Ook dat is een reden waarom we in de verzen 36-37 beslist aan de ouders c.q. vader moeten denken en niet aan de mannelijke verloofde.

Dit is even wat mij te binnen komt als belangrijkste argumenten, deels ontleend aan dr. Grosheide. Wellicht zijn er meer dingen te noemen, maar hierbij laat ik het voor nu.

Graag geef ik de ruimte aan anderen om het betoog te voeren ten gunste van de andere opvatting, namelijk dat in vers 36-37 gesproken wordt van verloofden. Wel graag een exegese vanuit de grondtekst en/of het tekstverband.
Gebruikersavatar
Terri
Berichten: 3952
Lid geworden op: 21 nov 2009, 20:53

Re: Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Bericht door Terri »

Sowieso goed om dit te bespreken. Dank jullie.
Mij is vroeger altijd uitgelegd dat het betekent, dat als je de gave der onthouding niet meer hebt in je verkeringstijd; ga dan trouwen.
Ongetwijfeld voor jullie een hele rare verklaring en ik vond het zelf ook rammelen, maar was te jong om me er in te verdiepen.(was niet gebruikelijk)
Ze meenden zelfs te mogen concluderen; als je als stelletje te ver was gegaan, was dat niet erg, als je dan maar gaat trouwen,vers 36.
Ongekend wat er soms klaar gemaakt werd.
Even voor de goede orde, dit was geen predikant.
Maar voorzichtig stel ik wel, dat dit gedeelte zonder verklaring of uitleg voor ongeletterden niet zo duidelijk is.
Toen ik het later in een modernere vertaling las, vond ik de vroegere uitleg ook niet meer steekhoudend.
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 23811
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Bericht door refo »

Je vraagt je bij dat betoog van Paulus wel af: welk probleem behandelt hij nu eigenlijk? Of welke vraag is hem gesteld?
Dit onderwerp lijkt me nu typisch iets wat zich in de praktijk oplost: iemand trouwt of trouwt niet. Wat voegt dit dan aan deze kwestie toe? Als we dat zouden weten zou het snel duidelijk zijn wat de juiste exegese is.
Tot dan blijven de verdchillende interpretaties over wat voor soort maagd we hier hebben ook gissen.
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 23811
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Bericht door refo »

Terri schreef:Sowieso goed om dit te bespreken. Dank jullie.
Mij is vroeger altijd uitgelegd dat het betekent, dat als je de gave der onthouding niet meer hebt in je verkeringstijd; ga dan trouwen.
Ongetwijfeld voor jullie een hele rare verklaring en ik vond het zelf ook rammelen, maar was te jong om me er in te verdiepen.(was niet gebruikelijk)
Ze meenden zelfs te mogen concluderen; als je als stelletje te ver was gegaan, was dat niet erg, als je dan maar gaat trouwen,vers 36.
Ongekend wat er soms klaar gemaakt werd.
Even voor de goede orde, dit was geen predikant.
Maar voorzichtig stel ik wel, dat dit gedeelte zonder verklaring of uitleg voor ongeletterden niet zo duidelijk is.
Toen ik het later in een modernere vertaling las, vond ik de vroegere uitleg ook niet meer steekhoudend.
Dat is volgens het trouwformulier inderdaad een reden waarom het huwelijk is ingesteld: voorkomen van hoererij.
Panny
Berichten: 1809
Lid geworden op: 02 okt 2013, 16:08

Re: Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Bericht door Panny »

Trouwens, het advies van Paulus dat het beter is om vrijgezel te blijven hoor je in de praktijk eigenlijk niet.
Trouwen is toch wel de norm. Vrijgezellen zijn toch een beetje zielig.

Ik weet wel uit de eigen omgeving dat het zeker voordelen heeft als je als ambtsdrager vrijgezel bent.
Je hebt zoveel meer tijd en energie om te besteden in Gods Koninkrijk.
Online
DDD
Berichten: 28483
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Bericht door DDD »

Nou, dat staat nog maar te bezien. Misschien als je zowel een tuinman als een huishoudster als een secretaresse hebt. De meeste alleenstaanden zijn erg druk met alles wat ze alleen moeten doen, terwijl getrouwde mensen de taken nog kunnen verdelen.

Waarschijnlijk bedoel je dat het ontbreken van kinderen extra tijd geeft?
Mara
Berichten: 23141
Lid geworden op: 15 jun 2010, 15:54

Re: Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Bericht door Mara »

Panny schreef:Trouwens, het advies van Paulus dat het beter is om vrijgezel te blijven hoor je in de praktijk eigenlijk niet.
Trouwen is toch wel de norm. Vrijgezellen zijn toch een beetje zielig.

Ik weet wel uit de eigen omgeving dat het zeker voordelen heeft als je als ambtsdrager vrijgezel bent.
Je hebt zoveel meer tijd en energie om te besteden in Gods Koninkrijk.
Ja, daarom heeft de roomse kerk zeker verboden dat priesters trouwen?
Maar ze bemoeiden zich wel heel erg met het kindertal van de parochianen.

Maar een ambtsdrager die niet getrouwd is weet niet zoveel van huwelijksproblemen, eenzaamheid en verdriet tijdens het huwelijk,
problemen met de opvoeding, en andere moeiten die het huwelijks- en gezinsleven met zich meebrengt.
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Online
DDD
Berichten: 28483
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Bericht door DDD »

Nee, maar een ambtsdrager die wel gehuwd is weet weer niet van de problemen die het ongehuwd zijn met zich brengt.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Exegese 1 Korinthe 7:36-38 (huwen ongehuwde jonge vrouw)

Bericht door -DIA- »

We lezen in Lukas 17:26-31

26 iEn gelijk het geschied is in de dagen van Noach, alzo zal het ook zijn in de dagen van den Zoon des mensen: i Gen. 6:2; 7:7. Matth. 24:37, 38. 1 Petr. 3:20.
27 Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk, zij werden ten huwelijk gegeven, tot den dag op welken Noach in de ark ging, en de zondvloed kwam en verdierf hen allen
28 Desgelijks ook gelijk het geschiedde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden;
29 kMaar op welken dag Lot van Sódom uitging, regende het vuur en sulfer van den hemel, en verdierf hen allen. k Gen. 19:24. Deut. 29:23. Jes. 13:19. Jer. 50:40. Hos. 11:8. Amos 4:11. Jud. vs. 7.
30 Even alzo zal het zijn in den dag op welken de Zoon des mensen geopenbaard zal worden.
31 In dienzelven dag, wie op het dak zal zijn, en zijn huisraad in huis, die kome niet af om hetzelve weg te nemen; en wie op den akker zijn zal, die kere desgelijks niet naar hetgeen dat achter is.


Zij namen te huwelijk. (in de dagen van Noach)
Vergeleken met de dagen van Lot, wordt het huwelijk niet meer genoemd.
Heeft dit weglaten van het huwelijk iets te zeggen?

Even alzo zal het zijn in de dag op welken de Zoon des mensen geopenbaard zal worden.
Er wordt volgens mijn terugverwezen naar de dagen van Noach en van Lot
Dat het huwelijk bij Lot niet genoemd wordt, kan dat betekenen dat het huwelijk toen in minder aanzien stond? Zoals ook onze dagen zich kenmerken? Scheiden gebeurt op veel grotere schaal dan, om maar wat te noemen, 100 jaar geleden. Verder is op de merken dat de liefde (als ik dat in dit verband mag noemen) ook verkilt. En dat laatste wordt nadrukkelijk als een teken genoemd
van de laatste dagen.
Is het ver gezocht dat het weglaten van het huwelijk bij Lot daarop duidt?
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Plaats reactie