Lessen uit de Psalmen

Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

Psalm 12

7 De redenen des HEEREN zijn reine redenen, zilver, gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal.

De redenen des HEEREN zijn reine redenen, zilver, gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal
Dit betekent dat het woord van God in alle opzichten te vertrouwen is. Het is goed, puur en grondig getest. We kunnen erop vertrouwen omdat het van God is.

De Bijbel is door de oven van vervolging, literaire kritiek, filosofische twijfel en wetenschappelijke ontdekkingen gegaan, en heeft niets verloren dan die menselijke interpretaties. De ervaring van heiligen heeft het op elke denkbare manier uitgeprobeerd, maar geen enkele leerstelling of belofte is in de meest extreme hitte verteerd." (Spurgeon)

Reine redenen: Zonder enige fout, besmetting, bedrog, of valsheid; gelijk gelouterd zilver zonder schuim (kanttekeningen)

De poëtische אמרה (na de vorm זמרה) dient bij uitstek als de aanduiding van de Goddelijke woorden van de belofte. De figuur, die in andere gevallen wordt aangegeven, wanneer wordt gezegd dat Gods woord צרוּפה is (Psalm 18:31 ; Psalm 119:140 ; Spreuken 30:5), wordt hier uitgewerkt: zilver gesmolten en dus gezuiverd. (Keil en Delitzch Bijbelcommentaar)

Zeven keer gezuiverd - Door het zeven keer - dat wil zeggen heel vaak - door het vuur te laten gaan. Het woord "zeven" in de Schrift duidt een volledig of perfect getal aan en wordt vaak gebruikt om frequentie aan te duiden. Het idee hier lijkt te zijn dat het proces werd herhaald totdat het zilver volledig zuiver werd. De betekenis is dat de woorden van de Heer "volkomen zuiver" zijn. Er is geen vermenging van onwaarheid in Zijn verklaringen; er is geen bedrog in Zijn beloften; er is geen vleierij in wat Hij zegt.

Les
Dit is de grond van vertrouwen van de kant van de psalmist - dat terwijl mensen (zelfs degenen die beweerden goede mensen te zijn) zo faalden dat er geen vertrouwen gesteld kon worden in hun verklaringen, het volmaaktste vertrouwen kan worden gesteld op alle verklaringen/beloften/woorden van God. (Barnes Notes)
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

Psalm 12

8 Gij, HEERE, zult hen bewaren; Gij zult hen behoeden voor dit geslacht, tot in eeuwigheid. De goddelozen draven rondom, wanneer de snoodsten van des mensenkinderen verhoogd worden.

C.H. Spurgeon
O eeuwige Geest, vervul in ons het getrouwe woord van dit vers! Door het geloof kunnen wij die twee woorden van de verzekerdheid in het hart hebben en uitroepen: "U zult."

De goddelozen jagen (draven) overal rond : David wist dat het bestaan ​​en de verheerlijking van Gods zuivere woord de goddelozen niet zou elimineren. Ze zouden nog steeds bestaan ​​en aan alle kanten rondsluipen als ze konden, maar nooit met de zekerheid van de uiteindelijke overwinning.

Snoodsten: slecht. Boosaardig. Snode plannen zijn plannen die ondermijnend werken. Een snoodaard is iemand met ‘ondermijnende’ plannen.

Laat de kinderen der mensen verdorvenheid verheffen; hij zou het zuivere en kostbare Woord van God verheerlijken. Uiteindelijk zou iedereen de winnaar van deze wedstrijd zien. Laat deze slechte mannen hun ergste dingen doen - God zou hem helpen, en hij, David, zou zijn best doen en de overwinning van de HEERE zien.
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

PSALM 13

1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
2 Hoe lang, HEERE, zult Gij mij steeds vergeten? Hoe lang zult Gij Uw aangezicht voor mij verbergen?
3 Hoe lang zal ik raadslagen voornemen in mijn ziel, droefenis in mijn hart bij dag? Hoe lang zal mijn vijand over mij verhoogd zijn?


Hoe lang HEERE
“Telkens wanneer je naar de Psalmen van David kijkt, kun je jezelf ergens zien. Je wordt nooit in een hoek gedreven, of je vindt David in die hoek. Ik denk dat ik nooit zo laag was dat ik niet kon ontdekken dat David lager was; en ik klom nooit zo hoog dat ik niet kon ontdekken dat David boven me was, klaar om zijn lied op zijn snaarinstrument te zingen, net zoals ik het mijne kon zingen.” (Spurgeon)

Zult U me voor steeds/altijd vergeten? Hoe lang zult U Uw gezicht voor mij verbergen?
Ongetwijfeld had David slechtere omstandigheden meegemaakt en had hij had dapper doorstaan ​​toen hij de aanwezigheid van God ervaarde. Maar nu hij zich ver van God verwijderd voelde, was er niet veel voor nodig om hem tot wanhoop te drijven.

Hoe lang zult U uw aangezicht voor mij verbergen
A. Er is een balans in het leven als het gaat om gevoelens. Sommige mensen negeren hun gevoelens compleet en denken dat gevoelens niets te maken zouden moeten hebben met onze relatie met God. Dit is een extreem standpunt, omdat God ons gevoelens heeft gegeven als uitdrukking van beeld in ons. Gevoelens zijn een geschenk van God en een teken dat we naar Zijn beeld gemaakt zijn.

B. Aan de andere kant wordt het leven van sommigen geregeerd door gevoelens. Ze geloven in de realiteit die hun gevoelens hen voorschotelen. Het probleem hiermee is dat hoewel we gevoelens hebben omdat we naar het beeld van God zijn gemaakt, onze gevoelens worden beïnvloed door onze gebrokenheid en zonden. Hierdoor kunnen we onze gevoelens niet vertrouwen . Het was oké voor David om deze gevoelens te voelen, en het was goed om ze naar God te brengen, maar hij zou de realiteit van gevoelens nooit als 'echte' realiteit moeten accepteren.
Dit is een les van grote waarde. Als het hart overbelast is en de Heere Zijn gezicht lijkt te verbergen, vertel Hem dan je verhaal van ach en wee. Het is een heilige oefening. Anderen begrijpen dit misschien niet. Ze kunnen je zelfs beschuldigen van falend geloof.” (Morgan)
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

PSALM 13
4 Aanschouw, verhoor mij, HEERE mijn God; verlicht mijn ogen, opdat ik in den dood niet ontslape;
5 Opdat niet mijn vijand zegge: Ik heb hem overmocht; mijn tegenpartijders zich verheugen, wanneer ik zou wankelen.
6 Maar ik vertrouw op Uw goedertierenheid; mijn hart zal zich verheugen in Uw heil; ik zal den HEERE zingen, omdat Hij aan mij welgedaan heeft.


Aanschouw en verhoor me - letterlijk: "Kijk, hoor me." God leek Zijn aangezicht af te wenden alsof Hij niet eens naar hem wilde kijken.

Verlicht mijn ogen - Een toespeling op zijn uitputting, voortkomend uit problemen en wanhoop, alsof hij op het punt stond te sterven. Het zicht wordt zwak als de dood nadert; en hij leek te voelen dat de dood nabij was. Hij zegt dat, tenzij God tussenbeide zou komen, de duisternis dieper zou worden en hij zou moeten sterven. Het gebed dat God "zijn ogen zou verlichten", was daarom een ​​gebed of Hij tussenbeide wilde komen komen en hem zou redden van de dood waarvan hij voelde dat die naderde.

Opdat ik niet de slaap van de dood slaap - letterlijk: "Opdat ik de dood niet slaap;"

Opdat mijn vijand niet zou zeggen, ik heb over hem gezegevierd - ik heb hem overmeesterd; Ik heb hem overwonnen. Dat wil zeggen, over hem triomferen alsof hij een volledige overwinning heeft behaald.

Wanneer ik ontroerd ben (zou wankelen) - Bewogen van mijn standvastigheid of vastberadenheid. Tot nu toe had hij het tegen hen kunnen uithouden; maar nu begon hij te wanhopen en te vrezen dat ze hun doel zouden bereiken door hem te overwinnen en te onderwerpen.

Maar ik heb vertrouwd op uw barmhartigheid (goedertierenheid) - in uw gunst; uw vriendschap; uw beloften. Zijn vertrouwen was alleen in God geweest, niet in hemzelf. En hij vertrouwde nog steeds; en nu, als gevolg daarvan, begint hij te juichen in het vertrouwen dat hij veilig zijn zal. “Ik heb vertrouwd op de barmhartigheid van God; ik vertrouw nog steeds, en ik zal voor altijd vertrouwen."

Ik zal voor de Heere zingen, omdat Hij overvloedig met mij heeft gehandeld / omdat Hij aan mij welgedaan heeft Bedroefd en terneergeslagen gaan we naar God. Alles lijkt donker. We hebben geen vrede - geen heldere gedachten, geen vreugde. Maar terwijl we op God wachten, breken er nieuwe opvattingen over Zijn karakter, Zijn goedertierenheid, Zijn liefde door in onze geest. De wolken gaan open. Lichtstralen op ons. Onze zielen grijpen de beloften van God aan, en wij, die verdrietig en wanhopig naar Zijn troon gingen, staan ​​op vol lof en vreugde, nog steeds onderworpen aan de beproevingen die ons zo verdrietig maakten, maar verheugd in het geloof dat alle dingen zullen medewerken ten goed.

Bron: Psalm 13, aantekeningen van Albert Barnes
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

Psalm 13 is een beetje mijn leven dit laatste jaar. Het is een goede psalm, die nooit zo aan bod komt. Ik werd getroost door de uitleg van Baruch Korman. Warm aanbevolen voor ieder die in staat is om Engels te begrijpen.

https://www.youtube.com/watch?v=5LTXTdV8WDU
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

PSALM 14
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk met hun werk; er is niemand die goed doet.

David keek naar degenen die het bestaan ​​van God ontkenden en kwam tot de conclusie dat ze dwazen zijn. Het idee achter dit oude Hebreeuwse woord dat met dwaas is vertaald, is meer moreel dan intellectueel.
Kidner: "Het Hebreeuwse woord voor dwaas in deze psalm is nabal , een woord dat een agressieve perversiteit impliceert, belichaamd in de Nabal van 1 Samuël 25:25.”
Boice: "De dwaas zegt eigenlijk: Geen God. Dat wil zeggen: 'Geen God voor mij.' Het is dus zowel een praktisch als theoretisch atheïsme. Hij gelooft niet alleen niet in God, hij handelt ook naar zijn overtuiging.”
De dwaas heeft in zijn hart gezegd David vond niet alleen wat de dwaas zei belangrijk; maar ook hoe & waar (in zijn hart). De God-ontkennende man die David in gedachten heeft, wordt niet alleen geplaagd door intellectuele bezwaren tegen het bestaan ​​van God; in zijn hart wenst hij God weg.
C.H. Spurgeon: "Als we spreken met iemand die God ontkent, moeten we niet alleen – of zelfs in de eerste plaats – tot zijn hoofd spreken, maar ook tot zijn hart . “Laat de prediker op het hart richten en de alles overwinnende liefde van Jezus prediken, en hij zal door Gods genade meer twijfelaars voor het geloof van het evangelie winnen dan enige honderd van de beste redenaars die hun argumenten alleen op iemands hoofd richten. ”
De formulering van het gezegde "in zijn hart" herinnert ons er ook aan dat het mogelijk is voor iemand om in zijn geest te zeggen dat er een God is, maar dit in zijn hart en leven te ontkennen. Men kan in theorie in God geloven, maar toch een praktische atheïst zijn en dan vooral in de manier waarop hij leeft.
Gebruikersavatar
Roos2018
Berichten: 842
Lid geworden op: 01 aug 2018, 02:16
Locatie: CA - USA

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Roos2018 »

Arja schreef:PSALM 14
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk met hun werk; er is niemand die goed doet.

David keek naar degenen die het bestaan ​​van God ontkenden en kwam tot de conclusie dat ze dwazen zijn. Het idee achter dit oude Hebreeuwse woord dat met dwaas is vertaald, is meer moreel dan intellectueel.
Kidner: "Het Hebreeuwse woord voor dwaas in deze psalm is nabal , een woord dat een agressieve perversiteit impliceert, belichaamd in de Nabal van 1 Samuël 25:25.”
Er zijn in het Hebreeuws 2 woorden voor "dwaas":

1. טפשי (tipsjie), dwaas, zot, onverstandige, idioot,
In het Nederlands ingeburgerd als een min of meer onschuldig / luchtig taalgebruik: je bent tipsie (niet goed wijs, gek), en,

2. נבל (navál), dwaas, met als letterlijke betekenis: hij die gedegenereerd, verwelkt is.

Het stamwoord navál betekent letterlijk: verwelken.
Dat duidt de staat aan van de gevallen mens: eenmaal goed geschapen in het paradijs, verwelkt tot de verstandeloze die hij is zonder de kennis en genade van God; niks anders dan een kadaver, dood voor God in zijn onbekeerde staat.

Verwante woorden aan de stamletters נבל zijn:

- נבל (nivèl) : bevuilen, onteren, te schande maken, versmaden
- נבל פיו (nivèl piew) : schunnige taal spreken (letterlijk: je mond bevuilen)
- נבלה (nvaláh) : gemene streek
- נבלה (nvèlah) : kadaver

Ook het woord "harp" (nèvèl) kan deze stamletters hebben.
Maar nu moet ik weer aan het werk; ik hoop later wel uit te leggen wat het verschil is met כִנּֽוֹר (kinór).
-DIA-
Berichten: 32685
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door -DIA- »

PSALM 14:1-3
1 EEN psalm van David, voor den opperzangmeester.
De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk met hun werk; er is niemand die goed doet.
2 De HEERE heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien of iemand verstandig ware, die God zocht.
3 Zij zijn allen afgeweken, tezamen zijn zij stinkende geworden; er is niemand die goed doet, ook niet één.


PSALM 53:3-4
3 God heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien of iemand verstandig ware, die God zocht.
4 Een ieder van hen is teruggekeerd, tezamen zijn zij stinkende geworden; er is niemand die goed doet, ook niet één.


Dit wordt dus twee maal gezegd in de Waarheid. Dat geeft wel aan dat we zeer op moeten letten, dat het vaan een bijzonder groot belang is, wat hier tot twee maal toe staat. Als we lezen dat de Heere Jezus een lering begint met Voorwaar, voorwaar! Dan zien we dat dit een bijzondere vorm van benadrukken is. De Heere Jezus zwoer dan als het ware dat het waar en zeker zou zijn, en dat is ook opmerkelijk dat God als het ware bij God zweert.
Of dit laatste een vergelijkbare zaak is van iets wat meermalen in de Schrift genoemd worden laat ik nu rusten. Het gaat hier over de woorden uit Psalm 14.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

PSALM 14

4 Hebben dan alle werkers der ongerechtigheid geen kennis, die mijn volk opeten alsof zij brood aten? Zij roepen den HEERE niet aan.

Hebben dan alle werkers der ongerechtigheid geen kennis?
Zijn ze zich niet bewust van de waarheid van wat ik zeg? Weten dan alle werkers der ongerechtigheid niet, die mijn volk opeten, alsof zij brood aten, dat zij den Heere niet aanroepen?

die opeten; of, zij eten op, d.w.z. verslinden en vernietigen, zoals dit woord betekent. Mijn volk, mijn mensen. Davids volk; want David spreekt deze beide woorden, en de rest van deze psalm, in zijn eigen naam en persoon.

De woorden "mijn volk" moeten hier terecht worden beschouwd als de woorden van de psalmist, die zich vereenzelvigt met het volk van God en aldus over hen spreekt als "zijn eigen volk". Gods volk: Israël.

Een vergelijking met Micha 3:3-4 suggereert dat dit vers van de psalm een ​​spreekwoordelijk gezegde was.

Zij roepen den HEERE niet aan
Ze aanbidden Jahweh niet. Ze geven dit bewijs van goddeloosheid dat ze niet bidden; dat zij de zegen van hun God niet afroepen; dat ze Hem niet publiekelijk als God erkennen. Het is opmerkelijk dat dit als de bekroning wordt geplaatst in het bewijs van hun verdorvenheid; en als het goed wordt overwogen, is het zo.
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

PALM 14

5. Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard; want God is bij het geslacht des rechtvaardigen.
Ze wilden zich ervan verzekeren dat er geen God was en dat ze niets te vrezen hadden. Maar dit konden ze niet. Ondanks al hun inspanningen was er zo'n groot bewijs van Zijn bestaan, en dat Hij de vriend van de rechtvaardigen was, en bijgevolg de vijand van hen die zij zelf waren, dat hun geest zich met verontrusting vervulde.

6. Gijlieden beschaamt den raad des ellendigen, omdat de HEERE zijn Toevlucht is.
De toespraak hier is rechtstreeks gericht tot de goddelozen zelf, om hun de laagheid van hun eigen gedrag te laten zien, en misschien, in verband met het vorige vers, om hen te laten zien welke aanleiding ze hadden om serieus bevreesd te zijn.

Ellendigen De armen - De rechtvaardigen, beschouwd als arm of getroffen. Het woord dat hier met "arm" is weergegeven - עני ‛ ânı̂y - en betekent gekweld , bedroefd, behoeftig.

Uit Barnes Notes
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

PSALM 14

7 Och, dat Israëls verlossing uit Sion kwame! Als de HEERE de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeren, dan zal zich Jakob verheugen, Israël zal verblijd zijn.

David wist dat de HEERE een toevlucht was voor Zijn volk en dat de werkers van ongerechtigheid nooit zouden winnen. Maar dat was in de huidige tijd moeilijk te zien, dus sprak David zijn grote verlangen uit dat God de overwinning en verlossing zou brengen die Hij aan Zijn volk had beloofd.

Wanneer de HEER de gevangenen van Zijn volk terugbrengt: Dit was niet de Babylonische ballingschap, vele generaties na de tijd van David. Hier wordt gevangenschap in algemene zin gebruikt, waarbij wordt gesproken over elk moment of elke situatie waarin Gods volk Israël wordt onderdrukt en gebonden.

Laat Jakob zich verheugen en Israël verheugen: David anticipeert op de komende verlossing en roept Israel op om er blij mee te zijn.4

----

Een andere uitleg: "In dit stukje vertelt God Zijn volk dat redding voor Israël uit Sion zal komen. Ik en vele anderen geloven dat deze "redding" komt in de vorm van de Messias, en dat deze Messias Jezus is, die toevallig een naam heeft die letterlijk redding betekent. Precies zoals het hier in het Hebreeuws ook staat. Daarom geloof ik dat de passage spreekt over iemand die voor Zion zal komen, maar dit is een interpretatie en het is niet wat de passage letterlijk zegt.

https://evidenceforchristianity.org/is- ... t-of-zion/
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

PSALM 15

1 Een psalm van David. HEERE, wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op den berg Uwer heiligheid?

Vers 1. - HEERE wie zal in Uw tabernakel verblijven? Beter: Wie zal verkeren? Wie wilt U als bijwoner in uw tent aannemen, om bij U te zijn en met U om te gaan? Wie zal wonen ( d.w.z. wie wilt u laten wonen) op Uw heilige heuvel? De "tabernakel" en de "heilige heuvel" van Sion moeten natuurlijk niet letterlijk worden opgevat. Het zijn figuurlijke uitdrukkingen, die wijzen op de goddelijke aanwezigheid en gunst, en de zaligheid om erin te blijven. Psalm 15:1

We moeten van de Heere van de tabernakel weten wat de kwalificaties zijn voor Zijn dienst, en wanneer we door Hem onderwezen zijn, zullen we duidelijk zien dat alleen de smetteloze Heere Jezus, en degenen die aan Zijn beeld gelijkvormig zijn, ooit kunnen verkeren ​​bij de Majesteit in den hoge.

A. Omdat de tabernakel was de plaats waar de mens een ontmoeting met God had, door het werk van de priesters en de praktijk van het offer was Davids verlangen om te verblijven in Zijn tent eigenlijk een verlangen om te verblijven in de aanwezigheid van God.

B. David heeft het leven in gedachten dat leeft in de aanwezigheid van God - oin gemeenschap met God wandelt.
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2039
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door Arja »

PSALM 15
HEERE, wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op den berg Uwer heiligheid?

2. Die oprecht wandelt, en gerechtigheid werkt, en die met zijn hart de waarheid spreekt;

In zekere zin spreekt David vanuit het perspectief van het Oude Verbond. Hoewel het Oude Verbond een belangrijke plaats gaf aan offers en verzoening door bloed, baseerde het ook zegen en vloek op gehoorzaamheid (Leviticus 26 , Deuteronomium 28). De ongehoorzamen konden geen zegen verwachten, ook niet de zegen van Gods aanwezigheid.

Het Nieuwe Verbond geeft ons echter een andere grond voor zegen en relatie met God: het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis. Onder het Nieuwe Verbond is geloof gekomen in plaats van prestatie als de basis voor zegen. Niettemin is Davids principe ook in deze zin accuraat onder het Nieuwe Verbond: het gedrag van iemands leven is een weerspiegeling van zijn gemeenschap met God.

Zoals Johannes schreef: Indien wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, zo liegen wij, en doen de waarheid niet. (1 Johannes 1:6). We zouden kunnen zeggen dat onder het Oude Verbond een rechtvaardige wandel de voorwaarde was voor gemeenschap met God; onder het Nieuwe Verbond is een rechtvaardige wandel het resultaat van gemeenschap met God, gebaseerd op geloof.

3 Die met zijn tong niet achterklapt, zijn metgezellen geen kwaad doet, en geen smaadrede opneemt tegen zijn naaste;
Hij spreekt de waarheid in zijn hart; hij die niet roddelt met zijn tong: David begreep hier dat een oprecht en rechtvaardig leven wordt herkend aan de manier waarop iemand spreekt . Zoals Jezus zei in Mattheüs 12:34: Gij adderengebroedsels, hoe kunt gij goede dingen spreken, daar gij boos zijt? Want uit den overvloed des harten spreekt de mond.
“Ik denk dat er meer schade is aangericht aan de kerk en haar werk door roddel, kritiek en laster dan door enige andere zonde. Dus ik zeg: niet doen. Bijt op je tong voordat je een andere christen bekritiseert.” (Boice)
Gebruikersavatar
John Galt
Berichten: 1222
Lid geworden op: 24 jun 2017, 22:09

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door John Galt »

Opvallend is dat het bij deze opsomming van voorwaarden alleen maar om aspecten gaat van de relatie tot de naaste. Uit liefde en respect voor God weliswaar (vers 4b), maar toch gaat het alleen om de omgang met anderen. Die moet oprecht en altruïstisch zijn. Als je niet met anderen kunt samenleven, kun je dat zeker niet met God (1 Joh 4:20).
Who is John Galt? :quoi
-DIA-
Berichten: 32685
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Lessen uit de Psalmen

Bericht door -DIA- »

Misschien mogen we er ook iets aan toevoegen? De wijze van uitleg van de bekende Matthew Henry gaat mijns inziens iets dieper. Ik zou daar enkele punten uit willen halen.

Als het niet bezwaarlijk is kies ik voor de Statenvertaling. Om te beginnen wordt gezegd dat deze psalm van David is, zoals de meeste psalmen. Van enkele psalmen is een andere dichter bekend: Mozes, of Asaf. De laatste psalm van David is Psalm 145. Deze psalm vormt als het ware een opmaat naar de laatste 5 lofpsalmen, waarvan de dichter niet bekend is, echter wel de Inspirator.
Maar nu verder met psalm 15:

Vers 1. - HEERE, wie zal verkeren in Uw tent?

Van Psalm 15 staat dus dat deze van David is. Ik meen dat dit ook niet voor niets vermeld wordt.
Meteen na deze vermelding begint David deze Psalm met bovenstaande woorden: HEERE, wie zal verkeren in Uw tent?
VERS 1: Er wordt een vraag gesteld: Wie zal verkeren in Uw tent? Mattew Henry zegt hiervan: Hier is een zeer ernstige en gewichtige vraag, betreffende het karakter van een burger van Sion: Wie zal verkeren in Uw tent? Ik citeer verder Matthew Henry: Laat mij weten wie naar de hemel zal gaan. Niet wie bij naan, want op die wijze kent de Heere alleen degenen die de Zijnen zijn, maar wie naar beschrijving. (zoals verder omschreven)
Wat soort van mensen zijn het, die Gij zult erkennen en kronen met onderscheidene en eeuwige gunsten?
Dit onderstelt dat het een groot voorrecht is om een burger van Sion te wezen. Het is een onuitputtelijke eer en een zeer uitnemend voordeel; dat niet allen dus bevoorrecht zijn, maar slechts een overblijfsel. En die mensen hebben niet door geboorte of afkomst hier recht op. Hierom is dit een punt van grote verwondering. Zij zijn immers niet beter, of anders, maar even diep gevallen als ieder ander mens.
Niet allen die Abraham tot een vader hebben zullen in Gods tent verkeren, maar zoals het hart en leven is, zo zal hun lot wezen.
Het is voor ons van groot belang om onszelf de vraag te stellen: Heere, wat moet ik wezen, om in Uw tent te mogen verkeren?
Verwijzing: Lukas 18:18 en Handelingen 16:30

Merk op:
1. Tot Wie is deze vraag gesteld? Tot God Zelf. Zij die de weg naar de hemel wensen te vinden, moeten opzien tot God, moeten leiding en bestuur ontvangen uit Zijn Woord en bidden om de leiding van Zijn Geest.
2. Hoe zij in de Oudtestamentische taal is uitgedrukt:
2.1 Onder de tent kunnen wij de kerk verstaan, de strijdende kerk, waarvan de tabernakel of tent van Mozes, geschikt voor de woestijn, gering en bewegelijk, een type was. Daarin heeft God Zich geopenbaard, en daarin komt Hij tot Zijn volk, zoals vanouds in de tabernakel der getuigenis, de tent der samenkomst. Dan wordt vraag gesteld: Wie zal in die tent verkeren? Of: Wie zal geacht worden, een waar, levend lid te zijn van de Kerk van God? Wie zal toegelaten worden onder de geestelijke priesters in de voorhoven van deze tabernakel te vernachten? Het is van belang om daarnaar te vragen, omdat velen aanspraak maken op een plaats in de tabernakel, die werkelijk part noch deel hebben aan deze zaak.
2.2 Onder “de berg van Zijn heerlijkheid” kunnen wij de triomferende Kerk verstaan, in een toespeling op de berg Sion, waarop de tempel door Salomo zou gebouwd worden.
Het is de zaligheid van de verheerlijkte heiligen, dat zij op die heilige berg zal wonen. Daar zijn zij thuis en daar zullen zij tot in eeuwigheid wezen.
Het is voor ons van belang om te weten wie daar wonen zal, opdat wij voor onszelf de zekerheid hebben dat wij een plaats onder hen verkrijgen, om daar de genieting van te proeven, en ons in dat vooruitzicht te verblijden.

In psalm 122 zegt David, die ook deze 15e psalm dichtte:
Ik ben verblijd, wanneer men mij
Godvruchtig opwekt: "Zie, wij staan
Gereed, om naar Gods huis te gaan;
Kom, ga met ons en doe als wij."
Jeruzalem, dat ik bemin,
Wij treden uwe poorten in;
Daar staan, o Godsstad, onze voeten.
Jeruzalem is wèl gebouwd,
Wel saâmgevoegd: wie haar beschouwt,
Zal haar voor 's Bouwheers kunstwerk groeten.

(ber. 1773)
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Plaats reactie