Er is een boekje van Chr. Fahner over de Septuaginta, ik ben even de titel kwijt, was erg informatief.
Ik denk persoonlijk niet dat het bijzonder vruchtbaar is de vertaalprincipes van de Septuaginta als belangrijkste leidraad te nemen voor een vertaling vandaag de dag, alleen al omdat de Septuaginta geen vertaalverantwoording kent en ook niet de indruk wekt volgens een consistente methode te zijn vertaald.
Mijn conclusie tot op heden is, dat
als je op basis van de Septuaginta een conclusie moet trekken, je moet zeggen dat de
inhoud belangrijker is dan de letterlijke formulering. Ik moet altijd aan de NBV of de Groot Nieuws Bijbel denken als ik aan de Septuaginta denk.
Ik heb thuis een boek van D. Carson staan, (
http://www.amazon.com/Commentary-New-Te ... 0801026938), dat elke referentie naar het OT vanuit het NT uitgebreid bespreekt. Zelfs de NT citaten zijn niet altijd volgens de Septuaginta, die op zijn beurt weer niet letterlijk de MT volgt.
Jullie mogen hier uiteraard je eigen conclusies aan verbinden. Omdat de HSV weer eens wordt genoemd, neem ik de vrijheid om te stellen dat de HSV vele malen dichter bij de MT staat dan de Septuaginta, en dat kan ik eenvoudig bewijzen, bijv. adh van het boek Jeremia (in de Septuaginta is die totaal anders dan de MT).
Wat mij opvalt is dat
ondanks de onnauwkeurigheid van de vertaling in de Septuaginta, deze vrijmoedig (erg vrijmoedig, kunnen we wel stellen) is gebruikt door de Heiland en de apostelen, en tot rijke zegen is geweest.
Sindsdien ben ik mijn focus op "letterlijk" "nauwkeurig" "concordant" en wat al niet een beetje kwijt en ben ik wat meer naar de inhoud gaan kijken.