een deel van mijn boekenbonnen besteed.

De geschiedenis van het heil - deel 11
Jonathan Edwards
"De geschiedenis van het heil' is een uniek boek waarin Jonathan Edwards de hele heilsgeschiedenis van schepping tot voleinding onder de loep neemt. Hij was zich ervan bewust dat hij daarmee iets deed wat nog niet eerder gedaan was: 'theologie op een geheel nieuwe manier'. Het boek is historisch van opzet en volgt de Bijbelse heilsgeschiedenis. Edwards was ervan overtuigd dat christenen niet alleen zicht moesten hebben op hun persoonlijke verlossing, maar ook en vooral op het totale verlossingsplan van God. Ook de toekomst van Israël heeft daarin een plaats. Met dit boek leren gelovigen hun eigen verlossing te zien als een onderdeel van een veel grootser en verhevener plan, namelijk de verlossing van de hele schepping en de verheerlijking van Gods Naam daarin.

In het uit drie hoofddelen bestaande werk 'De eerste, middelste en laatste dingen' gaat de Engelse puritein Isaac Ambrosius (1604-1663) in op de leer van de wedergeboorte, de praktijk van de heiligmaking en op het sterven van de mens. In de meditaties gaat het onder meer over de ellende van de mens in zijn leven en dood, in het oordeel en in de uitvoering daarvan, maar ook over de barmhartigheid van God in de verlossing en de zaligheid. Ambrosius is in zijn manier van schrijven sterk gericht op de praktijk van de godzaligheid. Wat dat in zijn eigen leven betekende, wordt onder meer duidelijk uit dagboekfragmenten die in dit boek zijn opgenomen.
Deze heruitgave van Ambrosius’ werk in het Nederlands is tot stand gekomen in samenwerking met de Stichting Gereformeerd Erfgoed. De tekst is vanuit het Engels vertaald door Ruth Pieterman en voorzien van een inleiding door ds. O.M. van der Tang.

Andrea Wulf beschrijft in ‘De uitvinder van de natuur’ de gedurfde expedities van de moedige ontdekkingsreiziger en bekendste wetenschapper van zijn tijd, Alexander von Humboldt, en geeft op toegankelijke wijze inzicht in zijn baanbrekende onderzoek naar de vorming van het landschap op verschillende continenten. Alexander von Humboldt (1769-1859) had een grote honger naar avontuur en ontdekkingen, hij beklom de hoogste vulkaan ter wereld, reisde door Siberië, waar de bevolking aan miltvuur leed, en deed onderzoek in de meest afgelegen gebieden. Met zijn ideeën was hij zijn tijd ver vooruit. Humboldt wist toen al dat menselijk ingrijpen effect heeft op het klimaat. Zijn gedachten werden aangescherpt door zijn vriendschappelijke relaties met Goethe en Jefferson, en vormden een inspiratiebron voor grootheden uit diverse disciplines, onder wie Darwin, Bolívar, Wordsworth en Thoreau

In 1639 brengt admiraal Maarten Tromp met de armada de Spaanse opmars tot een halt. In dit boek vertelt Luc Panhuysen het verhaal van de slag bij Duins, met opmerkelijke details over het leven op zee.
In ‘Het monsterschip’ vertelt Luc Panhuysen ,met opmerkelijke details over het rauwe leven op zee, op meeslepende wijze het nieuwe verhaal van admiraal Tromp en de historische zeeslag bij Duins. Op de plechtigheid rond Tromps benoeming tot admiraal in 1637 viel op dat het feestvarken er bedrukt uitzag. Het vaderland stond er maritiem gezien op dat moment dan ook beroerd voor. Spanje rukte op in de noordelijke wateren. Visserij en koopvaardij leden onder kaperij. In Den Haag riep men dat het land aan de zeekant werd belegerd. Twee jaar later zou Tromp de Spaanse opmars een definitief halt toeroepen door de armada vernietigend te verslaan. Hoe was dat mogelijk? Een vloot bestond uit meer dan alleen hout en canvas, het was ook een organisatie, zo begreep Tromp. Onvermoeibaar zoekt hij naar manieren om de zeemacht sterker te maken dan de som der schepen. Wanneer hij uiteindelijk de strijd aanbindt met de Spaanse overmacht, formeert hij zijn vloot tot een ‘monsterschip’.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.