Berichtdoor Zita » 25 Jan 2023, 22:44
Van sommige jeugdboeken snap ik niet dat ik ze toen las. De verhalen zijn matig, voortdurende herhaling van zetten, de hoofdpersonen zijn typetjes en de bijfiguren ultrasimpele typetjes, de meeste verhaallijnen zeer ongeloofwaardig en het taalgebruik is beroerd. Neem Pietje Puk. Of De Vijf. Of de Kameleon. Nu was de plaatselijke bieb erg beperkt, dus ik was als tienjarige gewoon helemaal door de hele kinderafdeling heengelezen, en dan ga je maar weer een Kameleon halen. Of een Arendsoog. Of een De Vijf.
Maar ik heb op zolder nog wel een halve boekenkast staan met de jeugdboeken die nog steeds gaaf zijn. Annie M.G. Schmidt, Laura Ingalls Wilder, sommige van Jan Terlouw en Thea Beckman. Stripboeken van Asterix en Obelix, van Casper en Hobbes en o, foei, misschien ook nog wel Jan Jans en de kinderen. Ik heb mijn complete collectie van Cissy van Marxveldt nog gehouden. Flauwe romantiek voor veertienjarigen, maar wel met humor en fris geschreven. Als ik bij mijn moeder logeer, werk ik Reis door de Nacht er nog weleens doorheen. Geen literair meesterwerk, maar wel een prettig leesbaar boek. De ene keer erger ik me dan heel erg aan die ultraheldere scheiding tussen goed en kwaad, en tussen goede en slechte mensen. Of aan het feit dat alle aardige mensen tot over hun oren in het verzet zaten, terwijl de onsympathieke mensen op z'n minst NSB'er waren. En het blijft toch bijzonder dat die aardige mensen ook nog eens de oorlog overleven. Maar andere keren waardeer ik de eenvoudige oprechtheid in het boek. En het is toch ook wel boeiend geschreven. Ik denk er nooit over om Pitty naar Kostschool uit de kast te halen, terwijl ik vermoed dat die ook nog wel op de logeerkamer te vinden moet zijn.