Luther schreef:Wet je waar ik nu oprecht zo bang voor ben, dat datgene wat jij schrijft, juist geldt voor mensen die zo goed kunnen vertellen hoe God een mens bekeerd en dan gebeurt er dit en dan volgt dat en vervolgens komt...-DIA- schreef:Nee natuurlijk niet, want anders valt men erbuiten... toch?
Want wie wil nu door zijn godsdienst heen zakken?
Ik denk dat afsnijdende prediking nu juist prediking is, waarbij al die bevindingen en ervaringen worden weggesneden.
Als je dit soort zaken koestert, maar tegelijk blijft zeggen: Christus ken ik niet. Mocht ik dat nog maar eens weten, dan heeft Paulus een hele scherpe boodschap voor jou en voor mij: Een ieder die de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking! Maranatha!
Ja, maar dat hartelijk bewenen van mijn zonden dan? En dat ik toch weleens iets van de kentekenen van dat nieuwe leven mocht opmerken in mijn hart? En bovendien: ik laat me echt niet zomaar wat in m'n handen stoppen. Ja maar, ik gevoel de leegte van mijn bestaan, ik ken iets van de verdorvenheid van mijn hart. Ja zelfs: ik mag geloven dat ik voor eeuwig verloren ga, als God er niet aan te pas komt. Of misschien zeg je wel: Ik ben juist een bekommerde vanwege mijn zonden en dat is toch echt het eerste wat een mens beleven moet. En bovendien: Ik voel me zo onbekeerd.
Nogmaals: Als je Christus niet kent, dan ben je een vervloeking.
Echt DIA, als je het anders wilt hebben, ben ik bang dat je je voor eeuwig bedriegt.
En in dat opzicht zijn er maar twee standen: dood of leven. Christus haten of Hem liefhebben.
Er zijn wel standen, maar dan gaat het over het leven der heiligmaking. Dan gaat het over de opwas van die Christuskennis: Hij moet wassen (net als wassend water) en ik minder worden.
Maar het begin van die standen is niet dat je eerst een tijd zonder Christuskennis, toch een kind van God bent.
Beste Luther,
Je taal is strijdluistig doch de liefde en bewogenheid klinkt er niet zo in. Ik kan daar best veel van invoelen. Ik neem het je ook niet kwalijk hoor. Maar als je werkekijk met het zielenheil van je naaste bewogen bent zal er toch de gunning en liefde in meespreken. Dan is het toch voelbaar: Of is dat jouw ervaring niet? Ik hoop dat onze ogen en onze harten nog eens ineen mochten smelten onder de goedertierenheiden des Heeren, wat echt, we staan er zo weinig bij stil, maar het zijn toch de goedertierenheden des Heeren dat we niet vernield zijn. Een brandend hart van liefde is altijd verwarmend, ook als je tekorten of doolwegen worden aangwezen.