de gemeentezang

Plaats reactie
Gebruikersavatar
lammert
Berichten: 166
Lid geworden op: 11 mar 2003, 18:34
Locatie: Nunspeet
Contacteer:

de gemeentezang

Bericht door lammert »

Bron: Prikbord van kerkorgel.pagina.nl


Ter lering ende vermaeck, een recensie van columnist AJ Klei, zoals op zaterdag 26 mei 1979 te lezen viel in dagblad Trouw.

door A. J. Klei

Als je ‘t mij vraagt, is er een mooie, gave ruzie opkomst in de organistenwereld. Nu ontstaat daar zeer snel, onenigheid; iemand hoeft maar op een verkeerd moment de tremulant open te trekken of de verhitte debatten barsten los. Maar ditmaal gaat het om een zaak die ook ver uit de buurt van de orgelbank vele harten beroert: de gemeentezang.

Onlangs kwam ik bij een middelbaar echtpaar over de vloer, dat hun progressieve overtuiging op de been houdt met behulp van blokfluiten en versies van Huub Oosterhuis. Zij vertrouwden mij toe dat zij momenten kennen, waarop hen het verlangen bekruipt naar psalmgezang in stevige verpakking, zoals je dat via de EO in huis kunt halen. Ze brachten me enigszins beschroomd van deze hunkering op de hoogte, uit vrees van voor reactionair versleten te worden, — en als deze mensen ergens benauwd voor zijn, is het dáárvoor.

Ik zette uiteen dat hun vrees in zoverre ongegrond was, dat niet alleen in de behoudende hoek der vaderlandse christenheid de wens naar luidkeelse gemeentezang en dreunend orgelspel leeft, maar ook bij afgedwaalden die, als ze weer eens een voet in de kerk zetten, daar de krachtige geluiden willen horen, waarvoor ze vroeger op de loop zijn gegaan.

In het officiële kerkmuzikale leven werden echter tot dusver dergelijke begeerten zorgvuldig onderdrukt. De cantor-organist diende zuinig om te springen met de registers en hij moest voorkomen, dat de gemeente eens lekker uit ging halen. Maar nu maken we mee dat de redactie van ,,Het Orgel”, keurig maandblad van de Nederlandse Organisten Vereniging, 29 pagina’s van het mei-nummer leegruimt voor Klaas Bolt, de (kerk)organist van de Haarlemse Bavo. Deze geeft in zijn lijvige bijdrage onbelemmerd lucht aan zijn niet geringe afkeer van de iele en vlugge gemeentezang van tegenwoordig. Hij eist eerherstel van de ,,stoere en sterke” kerkzang, die ,,groots is in al zijn ruige kracht”. De aangehaalde woorden zijn van Jan Zwart en naar hem hadden we beter moeten luisteren, vindt Klaas Bolt.

Dat de heer Bolt er niet met de pet naar gooit, kan blijken uit de 42 voetnoten die zijn artikel vergezellen. Deze wetenschappelijke aanpak brengt hem gelukkig niet tot het afgetrokken taalgebruik, dat zoveel studieuze verhandelingen slaapverwekkend maakt. Klaas Bolt zegt zonder omwegen waar ‘t op staat en roept ons reeds in de tweede Zin van zijn betoog over de in een crisissituatie verkerende gemeentezang toe dat ,,ook de gemeentezang ten offer (is) - gevallen aan de huidige drang tot nivellering en modernisering”. En om te weten waar we dan aan toe zijn, verwijst Klaas Bolt ons naar de NCRV-rubriek ,,Psalm van de week”, waar ze zich beijveren ,,zelfs meerdere regels in één adem uit te voeren”. Van Klaas Bolt mogen we na elk woord even uitblazen.

Ook de slechte akoustiek van de moderne beton- en spaanplaatkerken werkt dat ,,vlotte en lichte” zingen In de hand en door ,,liturgische verdwazing” wordt er ook nog het een en ander verprutst.

Klaas Bolt: ,,Men kan constateren dat vele liturgisten, cantores en organisten (waarvan een aantal hun solistisch optreden als het belangrijkste beschouwen) geen besef hebben van de aparte en unieke schoonheid van onze Hollandse gemeentezang. Zij menen dat zij deze stoere en grandioze samenzang ook uniek in de wereld — naar koorvoorbeeld moeten scholen en verbeteren. Zo is de ,,Psalm van de week” nog nooit door een vol-uit zingende gemeente voorgezongen, maar altijd zeer gecultiveerd door een koor.

Gemeentezang en koorzang zijn te vergelijken met een brede rivier en een kanaal; de ‘verbetering’ van de gemeentezang is hetzelfde als het kanaliseren van een rivier, waarbij hét water waarschijnlijk wel sneller en doelgerichter zal gaan stromen, maar waarbij tegelijkertijd onnoemlijk veel schoons verloren gaat.”
Intussen houdt Klaas Bolt op zijn orgelbank ook de predikanten in de gaten. Op grond van allerlei ingewikkelde becijferingen komt hij tot de conclusie dat en dominee die voorgaat in de Haarlemse Bavo, tweemaal zo langzaam dient te spreken als de nieuwslezer van de NOS, wil ‘t wat worden. En de bij hem op adem gekomen gemeente kan zich vastklemmen aan zijn uitspraak: ,,Ikzelf zie geen reden om de gemeente veranderingen op te dringen.”

Vlak voordat Klaas Bolt aan de slotparagraaf van zijn beschouwing begint, gooit hij er nog een NB tegenaan. Een 43ste voétnoot, zou je kunnen zeggen. Hij vertelt dat zijn kopij al was ingeleverd bij de redactie van ,,Het Orgel”, toen hij een opname beluisterde, die gemaakt was op de te Leeuwarden gehouden jaarvergadering van de Gereformeerde Organisten Vereniging. De gereformeerden slaagden erin, ,,het record snelzingen te breken”, meldt hij opgewonden.

Reken maar niet dat de kwieke aanvoerders van de gereformeerde organisten dit op zich laten zitten. Trouwens, ook de cantores, van welke confessie ook, zullen zich ongetwijfeld in de strijd werpen. Want Klaas Bolt, die al eerder heeft laten weten dat hij een ferme greep in de toetsen aanzienlijk hoger aanslaat dan wat handgebaartjes voor een cantorij, verklaart dat de enige redding van de gemeentezang in het orgel gelegen is en dat daarom de functie van organist centraal moet komen te staan, ,,en niet het cantoraat en nog minderde koordirigent”.

Let op, daar komt een mooie, gave ruzie van. De cantores werpen in fierheid de handschoen voor Klaas Bolt z’n voeten en de voormannen van de Gereformeerde Organisten Vereniging gaan het wapen scherpen, dat hem bestrijden moet. En aan de andere kant snellen reeds Chr. Raalboom en zijn Orgelvrienden*) onder luid gejuich Klaas Bolt te hulp.

*) Chr. Haalboom is redacteur van het blad De Orgelvriend en eveneens verklaard tegenstander van iel en snel zingen in de kerk. Hij biedt mij thans gelegenheid met een voetnoot voor de dag te komen (‘t zijn er geen 42, maar beter wat dan niets).
Gebruikersavatar
Unionist
Berichten: 5738
Lid geworden op: 22 mei 2004, 16:13

Bericht door Unionist »

Bert Klei heeft hele leuke boekjes geschreven, vol humoristische columns over kerkelijk Nederland, met titels als "Liever een bal des gehakts" en "De koningin is lekker hervormd".
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16749
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re: de gemeentezang

Bericht door Hendrikus »

lammert schreef: Ter lering ende vermaeck.
Doe dan maar vooral ter vermaeck.

Ter lering valt er uit zo'n opgewarmde bal des gehakts uit 1979 niet zoveel meer te halen. Klei kon indertijd wel lekker prikke(le)n, maar we zijn inmiddels 26 jaar verder en de tijd heeft niet stilgestaan...
Gebruikersavatar
dré
Berichten: 383
Lid geworden op: 06 apr 2004, 13:31

Re: de gemeentezang

Bericht door dré »

Hendrikus schreef:
lammert schreef: Ter lering ende vermaeck.
Doe dan maar vooral ter vermaeck.

Ter lering valt er uit zo'n opgewarmde bal des gehakts uit 1979 niet zoveel meer te halen. Klei kon indertijd wel lekker prikke(le)n, maar we zijn inmiddels 26 jaar verder en de tijd heeft niet stilgestaan...
Maar Bolt kon wel fantastisch mooi improviseren!!
Daar zijn er hedentendag niet zo veel meer van.
(Toen ook niet hij was redelijk 'enig' in zijn soort
.
dré
--------

Credo in unum Deo
Gebruikersavatar
lammert
Berichten: 166
Lid geworden op: 11 mar 2003, 18:34
Locatie: Nunspeet
Contacteer:

Re: de gemeentezang

Bericht door lammert »

dré schreef:
Hendrikus schreef:
lammert schreef: Ter lering ende vermaeck.
Doe dan maar vooral ter vermaeck.

Ter lering valt er uit zo'n opgewarmde bal des gehakts uit 1979 niet zoveel meer te halen. Klei kon indertijd wel lekker prikke(le)n, maar we zijn inmiddels 26 jaar verder en de tijd heeft niet stilgestaan...
Maar Bolt kon wel fantastisch mooi improviseren!!
Daar zijn er hedentendag niet zo veel meer van.
(Toen ook niet hij was redelijk 'enig' in zijn soort
.
Improviseren kon hij inderdaad zeer goed!
Ik heb diverse CD's van hem met improvisaties.
Heerlijk om naar te luisteren!
Corydoras
Berichten: 965
Lid geworden op: 01 jun 2005, 13:59

Re: de gemeentezang

Bericht door Corydoras »

dré schreef: Maar Bolt kon wel fantastisch mooi improviseren!!
Daar zijn er hedentendag niet zo veel meer van.
(Toen ook niet hij was redelijk 'enig' in zijn soort
.
Dat kunnen ze hedentendage gelukkig ook nog, al is het idioom soms wat anders. Luister hier maar eens!

Edit - Ai, ik zie dat ze NL inmiddels weggehaald hebben :(
limosa

Re: de gemeentezang

Bericht door limosa »

Hendrikus schreef:
lammert schreef: Ter lering ende vermaeck.
Doe dan maar vooral ter vermaeck.

Ter lering valt er uit zo'n opgewarmde bal des gehakts uit 1979 niet zoveel meer te halen. Klei kon indertijd wel lekker prikke(le)n, maar we zijn inmiddels 26 jaar verder en de tijd heeft niet stilgestaan...
de tijd heeft niet stilgestaan , dat denk ik ook niet

toch zie ik nog een aantal dingen die heel herkenbaar zijn:
Ook de slechte akoustiek van de moderne beton- en spaanplaatkerken werkt dat ,,vlotte en lichte” zingen In de hand en door ,,liturgische verdwazing” wordt er ook nog het een en ander verprutst.
en deze lijkt mij ook nog actueel:
,,Men kan constateren dat vele liturgisten, cantores en organisten (waarvan een aantal hun solistisch optreden als het belangrijkste beschouwen) geen besef hebben van de aparte en unieke schoonheid van onze Hollandse gemeentezang.
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16749
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re: de gemeentezang

Bericht door Hendrikus »

limosa schreef: toch zie ik nog een aantal dingen die heel herkenbaar zijn:
Ook de slechte akoustiek van de moderne beton- en spaanplaatkerken werkt dat ,,vlotte en lichte” zingen In de hand en door ,,liturgische verdwazing” wordt er ook nog het een en ander verprutst.
Absoluut. Maar voor een evenwichtig beeld moet je ook onderkennen dat er evenveel verprutst wordt door onkunde, door mensen die -vaak met de beste bedoelingen, maar niet gehinderd door kennis van zaken- maar wat aan doen. Kerktoonsoorten? Nooit van gehoord. Ritme? Nou ja, zo'n beetje. Enzovoort.

Waarschuwen voor liturgische verdwazing is nodig. Waarschuwing voor liturgische onkunde en verpaupering is evenzeer nodig! En dat mis ik in dit citaat.

De notie dat bij het bouwen van een kerk terdege moeite moet worden gedaan om een goede akoestiek te bereiken, lijkt nog steeds niet te zijn doorgedrongen, afgaande op wat men hier en daar tot stand brengt (gunstige uitzonderingen daargelaten...)
limosa schreef: en deze lijkt mij ook nog actueel:
,,Men kan constateren dat vele liturgisten, cantores en organisten (waarvan een aantal hun solistisch optreden als het belangrijkste beschouwen) geen besef hebben van de aparte en unieke schoonheid van onze Hollandse gemeentezang.
Waar, maar opnieuw: dat is maar één kant van de medaille.

Klaas Bolt heeft baanbrekend werk verricht, veler ogen geopend voor het gegeven dat je gemeentezangbegeleiding serieus moet nemen. Het is niet iets minderwaardigs, het is ook niet iets wat je "er wel even bij doet", het verdient grondige voorbereiding en studie. Ook als het gaat om het improviseren in historische stijlen deed Bolt dingen die in zijn tijd absoluut not done waren. Wij vinden dat nu heel normaal - omdat Bolt de deur daarvoor heeft geopend!

Kortom: we zijn veel aan Bolt verschuldigd.
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16749
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re:

Bericht door Hendrikus »

Unionist schreef:Bert Klei heeft hele leuke boekjes geschreven, vol humoristische columns over kerkelijk Nederland, met titels als "Liever een bal des gehakts" en "De koningin is lekker hervormd".

Bert Klei is woensdag overleden, zo meldt Trouw:


Bert Klei was wars van dikdoenerij
Pieter van der Ven

De gisteren op zijn 84ste verjaardag overleden Bert (tot zijn laatste snik in deze krant ’A.J.’) Klei was vanaf de oorlog tot de jaren negentig zeg maar een, nee, hét centrale punt van Trouw.
Lees verder

Ooit maakte hij zich nog vrolijk over journalisten die zo nodig hun columnpjes moesten bundelen – maar hij moest er zelf aan geloven: ’Niemendalletjes’, ’Wandelen in je blootje’, ’De koningin is lekker hervormd!’, ’Liever een bal des gehakts’, ’De meeste mensen zijn aardig’ – en nog een paar.

Een gestage productie van driemaal in de week, vele honderden in totaal, riep om vereeuwiging. En de ’dolende domineesdochter’, de ’vrijgemaakte vriendin’, het ’gereformeerde flatje in Egmond-aan-Zee’, de deftige hervormde dominee in gabardine regenjas – te veel om op te noemen – zij draafden voorbij, keerden terug en werden voor menige lezer vertrouwde kennissen.

Bert Klei paarde een grondige, zij het wat dwarse kennis van het vaderlandse protestantendom aan een luchtige beschouwing van de eeuwige waarheden ervan. Hij vond zichzelf echt oer-gereformeerd, maar dan in sociologische zin. Hij werd geenszins geplaagd door gereformeerde denkbeelden, legde hij uit.

Hij ging graag ter kerke, in de Keizersgrachtkerk in hartje Amsterdam, waar de hem zo sympathieke ds. Bram Grandia toen zijn kerkgangers voor de laatste keer waarschuwde dat het nu maar eens uit moest zijn met de Amerikaanse interventies in Nicaragua. Klei geloofde dat allemaal wel, kwam zorgvuldig na de preek en voor de koffie.

Klei kon moeiteloos dertien soorten gereformeerden uit elkaar houden, zoals zijn boekje ’De koningin is lekker hervormd!’ smeuïg bewijst. Toen een christelijke gereformeerde heer (ter rechterzijde van de ’gewone’ gereformeerden) hem eens bezorgd toevertrouwde dat er in diens kerken helaas veel ’wind van leer’ werd waargenomen, had Klei de man al spoedig ondergebracht bij de strenge soort, waarin ook deze christelijke gereformeerden weer zijn onder te verdelen: de ’Bewaar-het-panders’.

Nee, corrigeerde de man hem, zover was het nog niet, maar hij was er wel na aan toe.

Op de redactie van Trouw, eerst op de ’NieuweZijds’, later op de Wibautstraat, was Bert Klei binnen een dag op de hoogte wat een nieuwe verslaggever was, religieus gesproken. En of hij of zij nog ergens aan dee. Het paste bij de kaders waarin hij (jonge) collega’s graag indeelde. Of ze een studie hadden afgerond, ’drs’ waren, of de ’School voor de Journalistiek’ met succes hadden gevolgd ofwel helemaal niks van dat al, zelfs geen enkele ervaring meebrachten, dat deed hem weinig.

Dat je met iemand echt in de kroeg kon zitten praten, tot de baas zei ’hoogste tijd’, des te meer.

Bert Klei was zoals gezegd alles behalve een theoloog, noch iemand die zich ooit echt opwond over wat er zich op de kerkelijke erven binnenslands, laat staan verweg, afspeelde. Dat was toch opmerkelijk voor iemand die tientallen jaren bij Trouw vrijwel uitsluitend de portefeuille ’kerk’ beheerde.

Voor de velen die zijn stukjes doorzagen, was hij domweg veel te aardig om hem ze na te dragen. Toen een zeer vooraanstaande gereformeerde bonder (veel strakker in de leer, veel ’bevindelijker’ dan Klei in dit tranendal ooit zou worden) eens recipieerde en ook Klei aanwezig was, dacht een andere genodigde stiekem dat het jubilerende echtpaar die Klei eens en voorgoed zou laten weten wat ze van diens misselijke stukjes vonden. Tot verbijstering van de bewuste genodigde snelde de vrouw van de jubilaris op de slechtziende Klei af om hem stevig te omhelzen.

Jarenlang werkte Klei nauw samen met iemand die van ongeveer de allerzwaarste gereformeerde kerksoort was die op deze aardbodem nog toelaatbaar is, zeg maar rechts-SGP. Nooit en nooit was er één moment dat de lichtvoetige Klei en zijn zwaar-op-de-handse collega niet door één deur konden. Misschien werden zij beiden geholpen door wederzijds respect en een gevoel voor humor.

Waar humor ontbrak bij al te gewichtige godgeleerden aan de vaderlandse academies, daar zag je ook de meeste wrijving tussen hen en Bert Klei. Deze had als het ware een allergie, een geestelijke impotentie voor alles wat naar intellectuele dikdoenerij zweemde. En al evenmin boterde het met de hijgerig modieuze dominees in zijn vizier.

Malle predikantengewoontes, nog zoiets. Eens stak hij de draak met een dominee die zijn columpje in het kerkblad afsloot met ’ds. P.A. (6-8-1950)’. Klei sloot zíin stukje vervolgens af met ’AJK (23-7-1924)’, zijn verjaardag, toen nog ver weg. Ik bezwoer hem dat hij hier nog spijt van zou krijgen. Nee hoor, dat zouden de mensen tegen die tijd allang vergeten zijn – net als bij die kinderachtige dominee met diens geboortedag.

Maar inderdaad, op zijn eerstvolgende verjaardag, maanden later, scoorde hij in zijn vermoorde onschuld meer dan honderdvijftig felicitaties, nog jaren stond hij bij mensen op hun kalender, als een huisvriend aan wie zij heel wat gereformeerde herademing te danken hadden.

Gek genoeg koppelde Klei deze luchthartigheid aan een verschrikkelijk dogmatische pietluttigheid over stijl en spelling. Over ’toeëigening des heils”, „welmenend aanbod der genade”, de „veronderstelde wedergeboorte” en „Dordtse Leerregels” mocht men van hem denken wat men wou, een gezellige kerkscheuring linksom of rechtsom was aan hem zeer wel besteed, maar in toorn ontvlamde hij als je een naam fout spelde, een komma ten onrechte invoegde of wegliet, een titulatuur te hoog of te laag verkoos.

Bert Klei, zoon van een milde, gereformeerde bovenmeester uit Scherpenzeel, volgde kort na de Tweede Wereldoorlog een (uiteraard) op gereformeerde leest geschoeide opleiding tot journalist. Hij had toen net, in 1945, ’om niet’ zijn gymnasiumdiploma gekregen. Hij zou later in alle nederigheid nog wel eens bekennen dat hij er toen op die manier niet slecht af is gekomen.

Volgden zijn veertig jaar bij Trouw, voor het grootste deel als ’chef kerk’. Toen bij Trouw de computers kwamen kon hij nog maar kort de regie voeren. Voortaan typte hij zijn ’stukjes’, drie keer in de week, boven alles en iedereen uit rammend op zo’n oud lor van een tikmasjien.

Eind jaren tachtig was ook dat voorbij. We hadden hem graag gegund dat hij met zijn slechte ogen toch nog volop had kunnen genieten van zijn platencollectie, vette orgeltoetsen om af en toe in te graaien, de kerken van Pierre Cuypers, zijn serre en tuin, wandelend in zijn blootje langs het Zandvoortse strand en zoveel meer. Aanvankelijk was hij nog in staat de jonge collegae al fietsend rond te leiden langs Amsterdams pronkstukken: het Centraal Station, de lantaarns bij de Hogesluis, het Amstelhotel, de Zuiderkerk, de Oude Kerk, de Nieuwmarkt, de Nieuwe Kerk, Maison de Bonneterie, de Nicolaas, zijn eigen kerk van architect Salm en het Sarphatimonument met zijn rijke ornamenten.

Het heeft maar kort zo mogen zijn. Al te spoedig openbaarde zich de ziekte die je, zoals dat heet, je ergste vijand niet toewenst en zeker je liefste vrienden niet. Zoon en schoondochter betoonden hem een zorg en geduld waar de engelen nog van kunnen leren. Geestelijk was hij geen schaduw meer van de man die wij ooit kenden als het warme hart van de Trouw-redactie. Wij gedenken in eerbied en vriendschap een mens die binnen deze redactie en in de lezerskring velen onbekommerd voorging op paden van vrijheid.
~~Soli Deo Gloria~~
Plaats reactie