Unionist schreef:
Overigens heb ik al eerder gevraagd in dit verband, maar nooit antwoord op gekregen: Waarom praten we over een "joods-christelijke" cultuur en niet over een "christelijke cultuur"?
Om nog een keer hierop te reageren: volgens het ND van vandaag (hoofdcommentaar onder opinie) is het "joods" in "joods-christelijke cultuur" er pas na de Tweede Wereldoorlog bijgekomen:
ND schreef:Cultuur
commentaar door Koert van Bekkum
Sinds vorige week zaterdag is Nederland in rep en roer over een uitspraak van minister Ella Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie. In een interview met het dagblad Trouw waarin ze het vooral over de praktijk wilde hebben - ,,Ik ben een praktisch mens'' - verklaarde ze desgevraagd dat de Nederlandse cultuur over driehonderd jaar best eens joods-christelijk-islamitisch kon zijn. De rechtse oppositie reageerde als door een wesp gestoken. De coalitiegenoten CDA en ChristenUnie waren kritisch. PvdA'ers voelen zich ongemakkelijk nu de partij weer multiculturalistisch is neergezet. En wetenschappers hekelen het feit dat Vogelaar geen benul heeft van de wortels van onze samenleving.
De onrust laat vooral zien hoe moeilijk de Nederlandse samenleving het heeft met de islam. Vogelaar had de SGP niet met moslimextremisten mogen vergelijken en inderdaad kunnen zeggen dat christendom en islam van elkaar verschillen en dat de scheiding tussen kerk en staat ertoe doet. Maar het is niet vreemd te constateren dat de cultuur op termijn invloeden zal ondergaan van de meer dan een miljoen moslims. Ook de premier heeft zich de laatste jaren meermalen in deze zin uitgelaten.
Het feitelijke probleem ligt dan ook elders, namelijk in de definitie van de cultuur. Die wordt namelijk niet alleen gestempeld door de geschiedenis, maar ook door de actuele politieke situatie. De drieslag 'God, Nederland en Oranje' werd pas uitgevonden en gekoesterd na de afscheiding van België van 1831 en het herstel van de bisschoppelijke hiërachie in 1853. In de jaren dertig van de vorige eeuw was menig burger ervan overtuigd dat de Nederlandse cultuur in wezen Germaans was. En na de Tweede Wereldoorlog was de schaamte over de Shoa in sommige protestants-christelijke kringen zo groot dat men ineens niet meer sprak over de christelijke, maar van de joods-christelijke cultuur die Nederland zou hebben gevormd.
Vanuit zorg over de actualiteit vroeg ook Frits Bolkestein in navolging van de toenmalige huisfilosoof van de VVD, Andreas Kinneging, tijdens de verkiezingscampagne van 1997 ineens aandacht voor de christelijk-humanistische wortels van onze cultuur. Bolkestein voelde aan dat de tegenstelling tussen culturen en religies ten onrechte werd gerelativeerd en zette de integratieproblematiek op de agenda.
Sindsdien valt aan de gehanteerde definitie van de Nederlandse cultuur af te lezen welke positie iemand inneemt in het integratiedebat.
Daarbij moet helaas worden geconstateerd dat het exclusief gebruik van het begrip 'christelijk' als staand tegenover de onderwerping en het mogelijke geweld van de islam een huiveringwekkende verschuiving in betekenis heeft ondergaan. Christelijk staat niet meer voor liefde en deugdzaamheid, maar voor angst en eigen-volk-eerst. De islam is allesbehalve ongevaarlijk. Maar aan een liefdeloze cultuur, wil Christus zijn Naam zeker niet verbinden.