Dankjewel voor dit antwoord.Maanenschijn schreef:Dit is je beginpost.Forummer schreef:Hier ben ik toch nog weer eens, met een voor mij dringende vraag.
Waar komt het idee vandaan dat ik gisteren vanaf onze kansel hoorde verkondigen, dat de meesten van Gods kinderen bekommerden zijn, dat slechts enkelen bevestigden zijn en dat die zelfs meestal geen zicht hebben op de bevestiging.
En is dit Bijbels te onderbouwen?
Je vraagt om antwoorden:
1) Alle kinderen van God zijn bekommerd. Soms meer, soms minder. De Psalmen (de bijbelse onderbouwing is daar ruimschoots te vinden) spreken hiervan. Veel psalmen zijn een gebed om uitreddingen van praktische en geestelijke noden en bekommernissen. Span u een weinig in, zou ik zeggen, om dat eens na te gaan.
2) het idee komt uit de praktijk. Elk kind van God zal bij zichzelf bekommeringen vinden. Elke pastoraal werker komt dit tegen in het geestelijk pastoraat.
3) In de reformatorische kerken is veel aandacht voor de bekommernissen, waarbij een uitbundig getuigen van bevestigingen en geloofszekerheid vaak onwennig en onbekend aanvoelt. Bij die onwennigheid mogen we best wat vraagtekens zetten.
4) Veel van Gods kinderen hebben een tekort aan opwas in de genade en in het zien op Jezus. Het zien op zichzelf geeft twijfelingen en bekommernissen. Daarom moet door het lezen van de Bijbel, met gebed en als zijnde de woorden van God gezocht worden om op Christus te zien. Daarin wil Hij zich openbaren, de bijbelse onderbouwing vind je op veel plaatsen, maar lees daarvoor zeker de Romeinen brief.
Het is mijn tweede poging. Is dit een antwoord op je vraag?
Daar kan ik zeker wat mee.
Nog een aanvulling:
Bekommerde en bevestigde worden tegenover elkaar gezet. Zoals ik het zie, kan een kind van God ondanks zijn bevestiging (God zegt het zelf, dus waarom zouden wij daaraan twijfelen?) toch een periode van bekommernis hebben. Dit ligt altijd volledig aan de mens zelf, door bijvoorbeeld een slordig leven, niet dicht bij God te leven en toch weer teveel van jezelf verwachten. Dit zie je bij David ook. Hoe zeker hij ook is dat hij God kent (dat zien we ook duidelijk in de psalmen) toch heeft hij periodes van grote donkerheid, vaak na een (grote) zonde.
De bekommeringen zal inderdaad in het leven van ieder van Gods kinderen aanwezig zijn, maar is niet iets waar we naar moeten staan, en het geeft ook geen pas om bekommering te verheerlijken of als kenmerk van het ware te prediken.
God geeft met het geloof ook de zekerheid daarvan. Dat we die zekerheid niet altijd zien ligt aan onszelf, en niet altijd is niet hetzelfde als altijd niet. Daarmee zouden we God tekort doen.