Boekje ds. Hoogerland

Valcke
Berichten: 7616
Lid geworden op: 31 aug 2018, 17:55

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Valcke »

pierre27 schreef:
Valcke schreef:Wat mij in topics als deze verbaast dat het bijna allemaal gaat over wel of niet eens zijn met deze of die predikant.
Ik hoor zo goed als niets over de vraag welke prediking overeenkomt met onze belijdenissen. Of met de reformatoren en oudvaders. Of met de Schrift. Dat bevreemdt mij. Ik beschouw het ook als een teken van enorme armoede wanneer men alles wil afmeten aan 'predikanten' (wie het ook zijn) in plaats van aan de Bijbelse en gereformeerde leer.
Ik denk dat je wel gelijk hebt Valcke maar wanneer ik een tip geef aan DIA mag je van me aannemen dat die overeenkomsten er zeker wel zijn.
O.k., maar ik bedoelde ook niet deze of een andere post specifiek. Het ging meer om het algemene beeld.
Thea
Berichten: 1086
Lid geworden op: 03 jan 2019, 14:54

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Thea »

@Valcke, ik hoop ook niet dat je mij onder deze opmerking schaart. Ik probeer juist te ontdekken 'hoe het precies zit' wat betreft verbond en beloften en ik heb wat dat betreft veel van je geleerd. Ik ageer alleen (een beetje) tegen de GGIN, omdat ik vind dat zij vinden, dat ze het precies weten. En ik het daar niet mee eens ben.......
Valcke
Berichten: 7616
Lid geworden op: 31 aug 2018, 17:55

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Valcke »

Thea schreef:@Valcke, ik hoop ook niet dat je mij onder deze opmerking schaart. Ik probeer juist te ontdekken 'hoe het precies zit' wat betreft verbond en beloften en ik heb wat dat betreft veel van je geleerd. Ik ageer alleen (een beetje) tegen de GGIN, omdat ik vind dat zij vinden, dat ze het precies weten. En ik het daar niet mee eens ben.......
Mensen... ik val niemand aan, hoor. En zeker jou niet. Inderdaad hadden we mi een goede discussie over het aanbod en de beloften. Wat mij betreft volgen er meer gesprekken over wat samenbindt of juist scheidt. Op basis van Schrift en belijdenis. Dat was het enige wat ik beoogde met mijn opmerking.
Valcke
Berichten: 7616
Lid geworden op: 31 aug 2018, 17:55

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Valcke »

Om dan nog een vraag te stellen: Waarom spreken we over een voorwaardelijk of onvoorwaardelijk aanbod van genade? Inmiddels heb ik geleerd dat de GG leert dat de Evangeliebeloften voorwaardelijke beloften zijn. Geldt dat dan ook niet voor het aanbod van genade? Is dat dan ook niet voorwaardelijk?

Of bedoelen we met een onvoorwaardelijk aanbod dat het aanbod zelf tot allen komt, zonder een voorafgaande gesteldheid?

Het zijn enkele vragen die denk ik goed in dit topic passen.
Simon0612
Berichten: 2139
Lid geworden op: 21 mar 2018, 19:58

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Simon0612 »

Thea schreef:@Valcke, ik hoop ook niet dat je mij onder deze opmerking schaart. Ik probeer juist te ontdekken 'hoe het precies zit' wat betreft verbond en beloften en ik heb wat dat betreft veel van je geleerd. Ik ageer alleen (een beetje) tegen de GGIN, omdat ik vind dat zij vinden, dat ze het precies weten. En ik het daar niet mee eens ben.......
Kun je dit onderbouwen? Volgens mij zijn hier voornamelijk niet-GGiN die van alles over de GGiN vinden.
Kan bijna een topic worden: Meningen over de GGiN.
Simon - Laatst actief: 4 januari 2024 16:00
Gebruikersavatar
Ad Anker
Moderator
Berichten: 10590
Lid geworden op: 28 feb 2012, 11:11

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Ad Anker »

Thea schreef:@Valcke, ik hoop ook niet dat je mij onder deze opmerking schaart. Ik probeer juist te ontdekken 'hoe het precies zit' wat betreft verbond en beloften en ik heb wat dat betreft veel van je geleerd. Ik ageer alleen (een beetje) tegen de GGIN, omdat ik vind dat zij vinden, dat ze het precies weten. En ik het daar niet mee eens ben.......
Heel flauw. Reageer op de inhoud.
Silo
Berichten: 225
Lid geworden op: 07 sep 2017, 21:14

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Silo »

Bloksteen schreef:
Ad Anker schreef: Sterker nog, de GGiN haalt momenteel de GG links in, als het om het standpunt van het aanbod gaat. Ik geloof direct dat er in de GGiN een mildere kijk is, ik merk in de GG juist een verstarring. Dus het is wat ingewikkelder dan jij denkt. Een deel van de GG nu is wat de GGiN in 1953 was, durf ik voorzichtig te stellen.
Een gedeelte van de GGIN is inderdaad op dreef en verlinkst op het gebied van de aanbod van genade. Dat komt met name doordat ds. Roos bekend is geraakt met de puriteinen in zijn Canadese tijd. Doordat er weinig predikanten zijn gaat die ontwikkeling snel. Anderzijds is er binnen de GGIN een groep die zich tegen deze ontwikkeling verzet en de oude paden wil blijven bewandelen. In mijn gemeente is het er daardoor niet gezelliger op geworden.... Je hebt dus wel gelijk dat er ontwikkelingen gaande zijn. Dat de hele GGIN de hele GG links inhaalt is niet helemaal waar want het gaat om een gedeelte. En daarom ontstaan intern ook weer spanningen
De groep die vooral de oude lijn wil aanhouden van ds. Mallan zijn dat niet vooral ouderen? Ik denk niet dat de ontwikkeling nog te stoppen is.
Thea
Berichten: 1086
Lid geworden op: 03 jan 2019, 14:54

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Thea »

Sorry, ik weet nog steeds niet hoe ik moet quoten....

@Valcke: bij de GG hebben ze aanbod en beloften 'los' gemaakt van elkaar. Misschien als reactie op 3-verbondenleer. Ze hebben laten staan dat het aanbod algemeen is, maar omdat er verwarring was over de beloften hebben ze dit gespecificeerd. Ook de puriteinen hebben hierin een onderscheid gemaakt. Dit gebeurt m.i. om de aloude spanning tussen uitverkiezing en verbond begrijpelijk te maken. Mi.i is dit niet te begrijpen, alleen te geloven.

@Ad Anker: sorry, voor mijn opmerking. Dat was idd niet zo netjes.
Gebruikersavatar
Maanenschijn
Berichten: 4072
Lid geworden op: 01 jan 2016, 14:33

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Maanenschijn »

Ik denk dat de kerkelijke eenheid niet gezocht moet worden in het samengaan van instituten, kerkverbanden of kerkgenootschappen. De eenheid openbaart zich in geestelijke herkenning. In geestelijke herkenning vallen vaak dogmatische verschillen weg, waarbij het echt niet nodig is om 100% met elkaar eens te zijn.

Ik ben bang dat de Heere in een steeds duidelijker wordende eindtijd 'bij elkaar gaat brengen wat bij elkaar hoort', maar niet op de wijze waarin wij mensen nu zo direct aardigheid aan beleven. Ik ben van mening dat dit zal gaan in een weg waarin de godsdienst gelouterd wordt, door alle kerkverbanden heen, in een weg van verdrukking, waarin de Heere Zijn Kerk zal vasthouden.

Daarom denk ik dat er nu al een eenheid is, niet zo duidelijk zichtbaar omdat deze eenheid dwars door denominaties heen loopt. In een herkenning van een totale en arme zondaar en een volkomen Christus, aan de zondaar toegepast. Alle acties om kerkelijke eenheid zijn vooral gebaseerd op menselijk wensdenken, waarbij de eigen visie toch minimaal moet stroken met de andere, of anders ten minste iets beter moet zijn. De geestelijke herkenning delft vaak het onderspit ten koste van dogmatische verschillen als twee of drie verbonden, het aanbod van genade, beloften-toerekening etc.

In de hemel zal er eenheid zijn. Daar zullen de baptist, de evangelische, de calvinist, de lutheraan naast elkaar God groot maken. Het wordt hoog tijd dat we het groot maken van de Heere hier op aarde samen meer moeten doen, dan zal er een begin van eenheid ontstaan, waarin de geestelijke herkenning aan ten grondslag ligt.
Wie lege handen heeft, kan ze altijd vouwen.
DDD
Berichten: 28663
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door DDD »

Ik wil niets afdoen aan de belangrijke kwesties, maar toch nog even reageren op de punten over predikanten in de GG.

@GGotkK:
Er zijn ook predikanten die de predikantennood zo aangrijpend vinden dat ze zich beperken tot het zo goed mogelijk bedienen van enkele gemeenten. Dat brengt inderdaad mee dat ze dan niet in andere gemeenten komen, en dat is heel spijtig voor die gemeenten. Maar dat kan een heel verstandige keuze zijn. Het zegt in ieder geval niets over de vraag of ze wel of niet binnen het geheel van de GG passen.

Jouw =teken voor uitnodigen en preken is dus onterecht en daarmee vervalt je argumentatie.

Ik zie dat Jantje dit in beknopte bewoordingen ook al stelt.

@Jantje:
Er zijn enkele dominees ter rechterzijde die maar twee keer op een zondag preken. Dat kun je natuurlijk gematigde gemeenten niet verwijten en je kunt dus hun preekspreiding ook niet vergelijken zonder daarmee uitdrukkelijk rekening te houden.

@Valcke:
Natuurlijk waren Calvijn en Boston wel links, als het gaat om de meeste discussies hier op het forum. Daar kan geen twijfel over bestaan.

@Muurbloem:
Zo'n dominee zou mijns inziens afgezet moeten worden. Hoe durft hij. Geheel eens met wat Mistig daarover schrijft.
Gebruikersavatar
Luther
Berichten: 15857
Lid geworden op: 25 jun 2008, 20:16
Contacteer:

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Luther »

dr. P. de Vries op zijn website schreef:Om de zoveel tijd laait in een deel van de gereformeerde gezindte de discussie op: Voor wie zijn Gods beloften? Enige tijd geleden was dit weer het geval en wel mede naar aanleiding van het indringende appel van ds. G. Hoogerland, predikant van de Gereformeerde Gemeente van IJsselmonde, om vanuit geestelijke eenheid naar kerkelijke eenheid te zoeken. De vraag is dan of er wel werkelijk een eenheid in prediking is. Ds. Hoogerland gaf aan dat er verschil in accent en verwoording mogen zijn. Dat is de eeuwen door zo geweest. Ds. J. Roos, predikant van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Barnveld, betwijfelde of die eenheid er is tussen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Gereformeerde Gemeenten synodaal, omdat men op verschillende wijze over Gods beloften spreekt.

Als het gaat om de vraag voor wie Gods beloften zijn, lopen in gesprekken daarover vaak allerlei dingen door elkaar en hanteert de een andere onderscheidingen dan de ander. Je kan ermee bedoelen: Wie mogen er delen in de troost van het Evangelie? Dan is Bijbels gezien het antwoord duidelijk: zij allemaal maar ook alleen zij die de Heere Jezus Christus in een waar geloof hebben omhelsd. Als we de zaak bezien vanuit Gods eeuwige raad, mogen we weten dat God Zelf ervoor zal zorgen dat al degenen die Hij tevoren verordineerd heeft tot zaligheid, de zaligheid ook metterdaad zullen beërven. Gods raad zal bestaan en Hij zal al Zijn welbehagen doen.

De vraag voor wie zijn Gods beloften, kan ook zo worden opgevat: Wie mogen en moeten op grond van het Evangelie tot geloof en bekering worden opgeroepen? Dan mag toch niemand ontkennen dat dit iedereen geldt die op welke wijze dan ook met het Evangelie in contact wordt gebracht. We mogen niet blijven die wij zijn. De roepstem om de Heere Jezus in een waar geloof te omhelzen en zich tot God te bekeren, komt wel heel in het bijzonder tot de leden van de kerk. Alleen als er sprake is van een levend geloof en van waarachtige bekering zijn we een levend lid van de kerk en dat is wel de bedoeling. Een dood lid van de kerk is niet wie hij behoort te zijn.
Laat in de prediking duidelijk naar voren komen wat de kenmerken van een christen zijn. Onze gereformeerde belijdenis zegt dan dat een ware christen dagelijks de strijd aanbidt tegen zijn zondige aard en zondige begeerten en gedurig de toevlucht neemt tot de Heere Jezus Christus, in Wie hij vergeving van zonden heeft door het geloof in Hem. In een Bijbelse prediking wordt het vernieuwende, wederbarende en vertroostende werk van de Heilige Geest verwoord. En dan is het werk van de Heilige Geest ons aan Christus te verbinden, op Hem te doen leunen, aan Hem gelijkvormig te maken en ons met blijdschap en vrede in het geloven te vervullen.
In een Bijbelse prediking klinkt ook het bevel van bekering en geloof. Daaraan ontbreekt het nog al eens en wordt dit bevel niet zo indringend en helder verwoord als moet. Aan de ene kant is er een prediking waar geloof en bekering worden voorondersteld. De gemeente lijkt uit louter ware gelovigen te bestaan of anders gezegd: er wordt bij voorbaat vanuit gegaan dat wie bij de gemeente hoort en gedoopt is een kind van God is.

Aan de andere kant is er een predikant waarin de onbekeerden slechts in wensende zin worden toegesproken. Het Evangelie wordt niet verkondigd met bevel van bekering en geloof, maar de wens van bekering en geloof. Zo wordt de indruk gewekt dat onbekeerlijkheid en ongeloof meer lot zijn dan schuld en worden hoorders van het Evangelie niet geconfronteerd met het feit dat zij zich tegen God en Zijn genade verzetten, als zij het ware geloof niet bezitten en beoefenen. Als het Evangelie niet met het bevel maar met de wens van bekering en geloof wordt gebracht, moeten we niet vreemd opkijken dat hoorders hun ongeloof goed praten met de opmerking: ‘Het moet je gegeven worden.’ Echter, dat is de taal van een mens die zich verzet tegen God en die zichzelf niet ziet zoals hij echt is. Een eerlijk antwoord is: ‘Ik ben niet bereid om mijzelf te veroordelen en alleen op Christus te leunen. Ik voel mij beter dan anderen. De wereld heeft voor mij haar aantrekkingskracht nog niet verloren. Ik wil niet onmiddellijk breken met wat mij afhoudt van God.’

Een prediker kan zijn hoorders de gaven van geloof en bekering niet schenken. Het is wel zijn taak om Christus uit te schilderen en Hem heel dicht bij te brengen. Dan wordt duidelijk dat hoorders van het Evangelie alleen maar verloren kunnen gaan, als zij bij wijze van spreken langs Christus heenlopen of over Hem heen stappen. Wie het ware geloof mist, heeft óf een ingebeeld geloof genoeg ôf houdt zich op de been met de tegenwerping: ‘Het moet je gegeven worden.’ De taal van een gelovige is anders/ Die mag belijden: ‘Het is mij gegeven. Uit genade ben ik zalig geworden door het geloof en dat niet uit mij het is Gods gave.’

Van belang is ook te beseffen dat al zijn niet alle leden van de gemeente bij voorbaat levende leden, zij het wel allemaal behoren te zijn. Dat geldt wel heel in het bijzonder omdat leden van de gemeente ook gedoopt zijn in de naam van de drie-enige God. Telkens weer heb ik gemerkt dat menig gemeentelid wel beseft dat het Heilig Avondmaal ontheiligd kan worden, maar zich niet realiseert dat dit ook geldt voor de Heilige Doop. Evenals het Heilig Avondmaal is de Heilige Doop een teken en zegel van Gods beloften. Niet minder dan het Heilig Avondmaal vraagt de Heilige Doop om bekering en geloof en is de Heilige Doop een sacrament dat Gods genade verzegelt en bedoelt dat wij de Heere Jezus Christus als de enige en volkomen Zaligmaker steunen.

Een zuigeling en klein kind kunnen we niet verwijten dat hij dat weigert te doen en zo het sacrament van de Heilige Doop ontheiligt. Voor jongelui en volwassenen ligt dat anders. Als ik op catechisatie met jongelui deze dingen besprak en vroeg hoe dit bij hem lag. Er zijn twee mogelijkheden: óf de Heilige Doop wordt ontheiligd of je hebt de betekenis van de Heilige Doop leren verstaan. Dan is de Heilige Doop je tot troost. Meer dan eens is mij in een catechisatieles gezegd: ‘Maar dominee, ik heb geen ‘ja’ gezegd.’ Zij wilden daarmee aangeven dat ik ze aansprak op iets waartoe zij zich niet hadden verplicht.

Echter, de Heilige Doop of hij nu aan volwassenen of aan kinderen wordt bediend, is het stempel op ons eigen ja-woord of dat van onze ouders, maar het stempel van Gods genade, van het bloed van Christus dat van alle zonden reinigt. Met het sacrament van de Heilige Doop zet God Zijn stempel op ons. Aan dat stempel beantwoord alleen een levend geloof. Wordt iemand op volwassen leeftijd gedoopt, dan wordt hij voorafgaande aan zijn doop gevraagd naar zijn geloof. Zijn we als kind gedoopt, dan komt die vraag in de gang naar de volwassenheid naar ons toe.

Als we het levende geloof missen, ontheiligen we het sacrament van de Heilige Doop en dat is niet Gods bedoeling. Hoe moet dat veranderen? We kunnen het feit dat wij gedoopt zijn niet ongedaan maken. Zo komt het bevel van bekering en geloof aan de orde. Weten we niet hoe we dat bevel moeten opvolgen en merken we dat wij het feitelijk niet willen, laten we dan bidden wat Augustinus in die situatie bad: ‘Heere, geef mij wat Gij van mij beveelt en beveel dan aan mij wat Gij van mij wilt.’

Dit is zeker: er is maar één keuze geoorloofd. Mozes hield het volk van Israël voor: ‘Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen den hemel en de aarde; het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek! Kiest dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad’ (Deut. 30:19). Het volk mag niet kiezen tussen dood en leven, maar mag alleen het leven kiezen. En dat is nog zo. Ik denk ook aan de volgende woorden uit de brief aan de Hebreeën: ‘Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van den levenden God’ (Heb. 3:12) en ‘Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn’ (Heb. 4:1).

Als binnen de gereformeerde gezindte in de prediking zowel de kenmerken van de kinderen van God als het bevel van bekering en geloof aan de orde komen en over bekering en geloof niet slechts in wensende zin wordt gesproken, geeft dat niet alleen geestelijke herkenning maar is er geen reden om ook niet naar kerkelijke eenheid te zoeken. Er is eenheid nodig in de geloofsleer. Die eenheid hoeft er niet te zijn in allerlei theologische uitdrukkingen. Van belang is dat wij de geloofsleer onderscheiden van theologische zienswijzen.
Wil men in theologische zienswijzen eenheid, dan raakt men juist de eenheid in geloof kwijt. De eeuwen door mocht er binnen de kerk een verschil in theologische verwoording en zienswijzen zijn. Daarom hebben we drie belijdenisgeschriften al formulieren waarin de eenheid van het geloof en de geloofsleer wordt verwoord. Als we aan de ene kant eraan vasthouden dat God het is Die in ons het willen en het werken naar welbehagen werkt en anderzijds dat het Evangelie niet met de wens maar met het bevel van geloof en bekering moet worden gebracht, dan is dat voldoende om samen op te trekken. Dat zou ik richting ds. Roos willen opmerken als gaat om zijn reactie op het indringende appel van ds. Hoogerland. Als ook in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland in de prediking het bevel van bekering en geloof echt gestalte krijgt en dat niet slechts als wens klinkt, dan verbleken verschillen over formuleringen over Gods beloften en het aanbod van genade.

Als het gaat om de prediking moet altijd de Bijbel de uiteindelijke bron en norm van het geloof zijn. Dat betekent niet dat er geen predikers en theologen zijn geweest van wie wij veel kunnen leren. Ik denk als het gaat om het bevel van bekering en geloof aan de gebroeders Erskine en Thomas Boston. Op een bijzondere indringende wijze brachten zij de Heere Jezus Christus tot het oor van hun hoorders. In een preek over Mat. 11:28 ‘Komt herwaarts tot Mij gij die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rist geven’ merkt Boston op dat er staat ‘gij vermoeid en belast zijt’ en niet ‘gij die u vermoeid en belast voelt’. Niet ons voelen van onze zonden is de grond en aanleiding om tot Christus te komen, maar Zijn nodiging en Zijn analyse dat wij vermoeid en belast zijn, omdat de vloek van Gods wet op ons rust. Het hart openen is Gods werk, maar dienaren van het Evangelie moet zich inspannen de boodschap van het Evangelie helder, indringend en liefdevol tot het oor te brengen.

Van de Hersteld Hervormde Kerk tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en van de Christelijke Gereformeerde Kerken tot de Oud Gereformeerde Gemeenten kunnen predikanten van de genoemde Schotse theologen leren. Meer dan eens zal toch de conclusie moeten zijn dat men allerwege het bevel van bekering en geloof vaak minder indringend brengt dan deze Schotse predikers. De Heilige Geest Zelf moet predikers bekwamen en dat niet alleen in het prediken van het bevel van bekering en geloof maar ook in het verwoorden van de betekenis en inhoud van de gemeenschap met de drie-enige God. Het bevel van bekering en geloof is de deur en de verwoording van de inhoud en betekenis van verzoening met God en gemeenschap met de drie-enige God is het huis.

In de Bijbelse en evenwichtige prediking wordt zowel de deur aangewezen als verteld wat er in het huis achter de aangewezen deur is te vinden. De ene prediker kan dat rijker en diepe dan de ander. Een prediker moet zelf dagelijks omgang met God zoeken om op levendige en gloedvolle wijze over God en Zijn grote werken te spreken. Verschil in gave en diepgang staat de eenheid van geloof en daarmee kerkelijke eenheid niet in de weg. Laten wij zo het goede voor elkaar zoeken en met een algemene stem bidden om de vrede van Jeruzalem en daarmee de eenheid van de kerk.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Gebruikersavatar
pierre27
Berichten: 5395
Lid geworden op: 10 sep 2005, 12:00
Locatie: Eemvallei

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door pierre27 »

Luther schreef:
dr. P. de Vries op zijn website schreef:Om de zoveel tijd laait in een deel van de gereformeerde gezindte de discussie op: Voor wie zijn Gods beloften? Enige tijd geleden was dit weer het geval en wel mede naar aanleiding van het indringende appel van ds. G. Hoogerland, predikant van de Gereformeerde Gemeente van IJsselmonde, om vanuit geestelijke eenheid naar kerkelijke eenheid te zoeken. De vraag is dan of er wel werkelijk een eenheid in prediking is. Ds. Hoogerland gaf aan dat er verschil in accent en verwoording mogen zijn. Dat is de eeuwen door zo geweest. Ds. J. Roos, predikant van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Barnveld, betwijfelde of die eenheid er is tussen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Gereformeerde Gemeenten synodaal, omdat men op verschillende wijze over Gods beloften spreekt.

Als het gaat om de vraag voor wie Gods beloften zijn, lopen in gesprekken daarover vaak allerlei dingen door elkaar en hanteert de een andere onderscheidingen dan de ander. Je kan ermee bedoelen: Wie mogen er delen in de troost van het Evangelie? Dan is Bijbels gezien het antwoord duidelijk: zij allemaal maar ook alleen zij die de Heere Jezus Christus in een waar geloof hebben omhelsd. Als we de zaak bezien vanuit Gods eeuwige raad, mogen we weten dat God Zelf ervoor zal zorgen dat al degenen die Hij tevoren verordineerd heeft tot zaligheid, de zaligheid ook metterdaad zullen beërven. Gods raad zal bestaan en Hij zal al Zijn welbehagen doen.

De vraag voor wie zijn Gods beloften, kan ook zo worden opgevat: Wie mogen en moeten op grond van het Evangelie tot geloof en bekering worden opgeroepen? Dan mag toch niemand ontkennen dat dit iedereen geldt die op welke wijze dan ook met het Evangelie in contact wordt gebracht. We mogen niet blijven die wij zijn. De roepstem om de Heere Jezus in een waar geloof te omhelzen en zich tot God te bekeren, komt wel heel in het bijzonder tot de leden van de kerk. Alleen als er sprake is van een levend geloof en van waarachtige bekering zijn we een levend lid van de kerk en dat is wel de bedoeling. Een dood lid van de kerk is niet wie hij behoort te zijn.
Laat in de prediking duidelijk naar voren komen wat de kenmerken van een christen zijn. Onze gereformeerde belijdenis zegt dan dat een ware christen dagelijks de strijd aanbidt tegen zijn zondige aard en zondige begeerten en gedurig de toevlucht neemt tot de Heere Jezus Christus, in Wie hij vergeving van zonden heeft door het geloof in Hem. In een Bijbelse prediking wordt het vernieuwende, wederbarende en vertroostende werk van de Heilige Geest verwoord. En dan is het werk van de Heilige Geest ons aan Christus te verbinden, op Hem te doen leunen, aan Hem gelijkvormig te maken en ons met blijdschap en vrede in het geloven te vervullen.
In een Bijbelse prediking klinkt ook het bevel van bekering en geloof. Daaraan ontbreekt het nog al eens en wordt dit bevel niet zo indringend en helder verwoord als moet. Aan de ene kant is er een prediking waar geloof en bekering worden voorondersteld. De gemeente lijkt uit louter ware gelovigen te bestaan of anders gezegd: er wordt bij voorbaat vanuit gegaan dat wie bij de gemeente hoort en gedoopt is een kind van God is.

Aan de andere kant is er een predikant waarin de onbekeerden slechts in wensende zin worden toegesproken. Het Evangelie wordt niet verkondigd met bevel van bekering en geloof, maar de wens van bekering en geloof. Zo wordt de indruk gewekt dat onbekeerlijkheid en ongeloof meer lot zijn dan schuld en worden hoorders van het Evangelie niet geconfronteerd met het feit dat zij zich tegen God en Zijn genade verzetten, als zij het ware geloof niet bezitten en beoefenen. Als het Evangelie niet met het bevel maar met de wens van bekering en geloof wordt gebracht, moeten we niet vreemd opkijken dat hoorders hun ongeloof goed praten met de opmerking: ‘Het moet je gegeven worden.’ Echter, dat is de taal van een mens die zich verzet tegen God en die zichzelf niet ziet zoals hij echt is. Een eerlijk antwoord is: ‘Ik ben niet bereid om mijzelf te veroordelen en alleen op Christus te leunen. Ik voel mij beter dan anderen. De wereld heeft voor mij haar aantrekkingskracht nog niet verloren. Ik wil niet onmiddellijk breken met wat mij afhoudt van God.’

Een prediker kan zijn hoorders de gaven van geloof en bekering niet schenken. Het is wel zijn taak om Christus uit te schilderen en Hem heel dicht bij te brengen. Dan wordt duidelijk dat hoorders van het Evangelie alleen maar verloren kunnen gaan, als zij bij wijze van spreken langs Christus heenlopen of over Hem heen stappen. Wie het ware geloof mist, heeft óf een ingebeeld geloof genoeg ôf houdt zich op de been met de tegenwerping: ‘Het moet je gegeven worden.’ De taal van een gelovige is anders/ Die mag belijden: ‘Het is mij gegeven. Uit genade ben ik zalig geworden door het geloof en dat niet uit mij het is Gods gave.’

Van belang is ook te beseffen dat al zijn niet alle leden van de gemeente bij voorbaat levende leden, zij het wel allemaal behoren te zijn. Dat geldt wel heel in het bijzonder omdat leden van de gemeente ook gedoopt zijn in de naam van de drie-enige God. Telkens weer heb ik gemerkt dat menig gemeentelid wel beseft dat het Heilig Avondmaal ontheiligd kan worden, maar zich niet realiseert dat dit ook geldt voor de Heilige Doop. Evenals het Heilig Avondmaal is de Heilige Doop een teken en zegel van Gods beloften. Niet minder dan het Heilig Avondmaal vraagt de Heilige Doop om bekering en geloof en is de Heilige Doop een sacrament dat Gods genade verzegelt en bedoelt dat wij de Heere Jezus Christus als de enige en volkomen Zaligmaker steunen.

Een zuigeling en klein kind kunnen we niet verwijten dat hij dat weigert te doen en zo het sacrament van de Heilige Doop ontheiligt. Voor jongelui en volwassenen ligt dat anders. Als ik op catechisatie met jongelui deze dingen besprak en vroeg hoe dit bij hem lag. Er zijn twee mogelijkheden: óf de Heilige Doop wordt ontheiligd of je hebt de betekenis van de Heilige Doop leren verstaan. Dan is de Heilige Doop je tot troost. Meer dan eens is mij in een catechisatieles gezegd: ‘Maar dominee, ik heb geen ‘ja’ gezegd.’ Zij wilden daarmee aangeven dat ik ze aansprak op iets waartoe zij zich niet hadden verplicht.

Echter, de Heilige Doop of hij nu aan volwassenen of aan kinderen wordt bediend, is het stempel op ons eigen ja-woord of dat van onze ouders, maar het stempel van Gods genade, van het bloed van Christus dat van alle zonden reinigt. Met het sacrament van de Heilige Doop zet God Zijn stempel op ons. Aan dat stempel beantwoord alleen een levend geloof. Wordt iemand op volwassen leeftijd gedoopt, dan wordt hij voorafgaande aan zijn doop gevraagd naar zijn geloof. Zijn we als kind gedoopt, dan komt die vraag in de gang naar de volwassenheid naar ons toe.

Als we het levende geloof missen, ontheiligen we het sacrament van de Heilige Doop en dat is niet Gods bedoeling. Hoe moet dat veranderen? We kunnen het feit dat wij gedoopt zijn niet ongedaan maken. Zo komt het bevel van bekering en geloof aan de orde. Weten we niet hoe we dat bevel moeten opvolgen en merken we dat wij het feitelijk niet willen, laten we dan bidden wat Augustinus in die situatie bad: ‘Heere, geef mij wat Gij van mij beveelt en beveel dan aan mij wat Gij van mij wilt.’

Dit is zeker: er is maar één keuze geoorloofd. Mozes hield het volk van Israël voor: ‘Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen den hemel en de aarde; het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek! Kiest dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad’ (Deut. 30:19). Het volk mag niet kiezen tussen dood en leven, maar mag alleen het leven kiezen. En dat is nog zo. Ik denk ook aan de volgende woorden uit de brief aan de Hebreeën: ‘Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van den levenden God’ (Heb. 3:12) en ‘Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn’ (Heb. 4:1).

Als binnen de gereformeerde gezindte in de prediking zowel de kenmerken van de kinderen van God als het bevel van bekering en geloof aan de orde komen en over bekering en geloof niet slechts in wensende zin wordt gesproken, geeft dat niet alleen geestelijke herkenning maar is er geen reden om ook niet naar kerkelijke eenheid te zoeken. Er is eenheid nodig in de geloofsleer. Die eenheid hoeft er niet te zijn in allerlei theologische uitdrukkingen. Van belang is dat wij de geloofsleer onderscheiden van theologische zienswijzen.
Wil men in theologische zienswijzen eenheid, dan raakt men juist de eenheid in geloof kwijt. De eeuwen door mocht er binnen de kerk een verschil in theologische verwoording en zienswijzen zijn. Daarom hebben we drie belijdenisgeschriften al formulieren waarin de eenheid van het geloof en de geloofsleer wordt verwoord. Als we aan de ene kant eraan vasthouden dat God het is Die in ons het willen en het werken naar welbehagen werkt en anderzijds dat het Evangelie niet met de wens maar met het bevel van geloof en bekering moet worden gebracht, dan is dat voldoende om samen op te trekken. Dat zou ik richting ds. Roos willen opmerken als gaat om zijn reactie op het indringende appel van ds. Hoogerland. Als ook in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland in de prediking het bevel van bekering en geloof echt gestalte krijgt en dat niet slechts als wens klinkt, dan verbleken verschillen over formuleringen over Gods beloften en het aanbod van genade.

Als het gaat om de prediking moet altijd de Bijbel de uiteindelijke bron en norm van het geloof zijn. Dat betekent niet dat er geen predikers en theologen zijn geweest van wie wij veel kunnen leren. Ik denk als het gaat om het bevel van bekering en geloof aan de gebroeders Erskine en Thomas Boston. Op een bijzondere indringende wijze brachten zij de Heere Jezus Christus tot het oor van hun hoorders. In een preek over Mat. 11:28 ‘Komt herwaarts tot Mij gij die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rist geven’ merkt Boston op dat er staat ‘gij vermoeid en belast zijt’ en niet ‘gij die u vermoeid en belast voelt’. Niet ons voelen van onze zonden is de grond en aanleiding om tot Christus te komen, maar Zijn nodiging en Zijn analyse dat wij vermoeid en belast zijn, omdat de vloek van Gods wet op ons rust. Het hart openen is Gods werk, maar dienaren van het Evangelie moet zich inspannen de boodschap van het Evangelie helder, indringend en liefdevol tot het oor te brengen.

Van de Hersteld Hervormde Kerk tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en van de Christelijke Gereformeerde Kerken tot de Oud Gereformeerde Gemeenten kunnen predikanten van de genoemde Schotse theologen leren. Meer dan eens zal toch de conclusie moeten zijn dat men allerwege het bevel van bekering en geloof vaak minder indringend brengt dan deze Schotse predikers. De Heilige Geest Zelf moet predikers bekwamen en dat niet alleen in het prediken van het bevel van bekering en geloof maar ook in het verwoorden van de betekenis en inhoud van de gemeenschap met de drie-enige God. Het bevel van bekering en geloof is de deur en de verwoording van de inhoud en betekenis van verzoening met God en gemeenschap met de drie-enige God is het huis.

In de Bijbelse en evenwichtige prediking wordt zowel de deur aangewezen als verteld wat er in het huis achter de aangewezen deur is te vinden. De ene prediker kan dat rijker en diepe dan de ander. Een prediker moet zelf dagelijks omgang met God zoeken om op levendige en gloedvolle wijze over God en Zijn grote werken te spreken. Verschil in gave en diepgang staat de eenheid van geloof en daarmee kerkelijke eenheid niet in de weg. Laten wij zo het goede voor elkaar zoeken en met een algemene stem bidden om de vrede van Jeruzalem en daarmee de eenheid van de kerk.

Indrukwekkend!
Zalig is de mens, welken de Heere de zonden niet toerekent.
Bezorgd
Berichten: 5394
Lid geworden op: 24 mar 2018, 15:53

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Bezorgd »

pierre27 schreef:
Luther schreef:
dr. P. de Vries op zijn website schreef:Om de zoveel tijd laait in een deel van de gereformeerde gezindte de discussie op: Voor wie zijn Gods beloften? Enige tijd geleden was dit weer het geval en wel mede naar aanleiding van het indringende appel van ds. G. Hoogerland, predikant van de Gereformeerde Gemeente van IJsselmonde, om vanuit geestelijke eenheid naar kerkelijke eenheid te zoeken. De vraag is dan of er wel werkelijk een eenheid in prediking is. Ds. Hoogerland gaf aan dat er verschil in accent en verwoording mogen zijn. Dat is de eeuwen door zo geweest. Ds. J. Roos, predikant van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Barnveld, betwijfelde of die eenheid er is tussen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Gereformeerde Gemeenten synodaal, omdat men op verschillende wijze over Gods beloften spreekt.

Als het gaat om de vraag voor wie Gods beloften zijn, lopen in gesprekken daarover vaak allerlei dingen door elkaar en hanteert de een andere onderscheidingen dan de ander. Je kan ermee bedoelen: Wie mogen er delen in de troost van het Evangelie? Dan is Bijbels gezien het antwoord duidelijk: zij allemaal maar ook alleen zij die de Heere Jezus Christus in een waar geloof hebben omhelsd. Als we de zaak bezien vanuit Gods eeuwige raad, mogen we weten dat God Zelf ervoor zal zorgen dat al degenen die Hij tevoren verordineerd heeft tot zaligheid, de zaligheid ook metterdaad zullen beërven. Gods raad zal bestaan en Hij zal al Zijn welbehagen doen.

De vraag voor wie zijn Gods beloften, kan ook zo worden opgevat: Wie mogen en moeten op grond van het Evangelie tot geloof en bekering worden opgeroepen? Dan mag toch niemand ontkennen dat dit iedereen geldt die op welke wijze dan ook met het Evangelie in contact wordt gebracht. We mogen niet blijven die wij zijn. De roepstem om de Heere Jezus in een waar geloof te omhelzen en zich tot God te bekeren, komt wel heel in het bijzonder tot de leden van de kerk. Alleen als er sprake is van een levend geloof en van waarachtige bekering zijn we een levend lid van de kerk en dat is wel de bedoeling. Een dood lid van de kerk is niet wie hij behoort te zijn.
Laat in de prediking duidelijk naar voren komen wat de kenmerken van een christen zijn. Onze gereformeerde belijdenis zegt dan dat een ware christen dagelijks de strijd aanbidt tegen zijn zondige aard en zondige begeerten en gedurig de toevlucht neemt tot de Heere Jezus Christus, in Wie hij vergeving van zonden heeft door het geloof in Hem. In een Bijbelse prediking wordt het vernieuwende, wederbarende en vertroostende werk van de Heilige Geest verwoord. En dan is het werk van de Heilige Geest ons aan Christus te verbinden, op Hem te doen leunen, aan Hem gelijkvormig te maken en ons met blijdschap en vrede in het geloven te vervullen.
In een Bijbelse prediking klinkt ook het bevel van bekering en geloof. Daaraan ontbreekt het nog al eens en wordt dit bevel niet zo indringend en helder verwoord als moet. Aan de ene kant is er een prediking waar geloof en bekering worden voorondersteld. De gemeente lijkt uit louter ware gelovigen te bestaan of anders gezegd: er wordt bij voorbaat vanuit gegaan dat wie bij de gemeente hoort en gedoopt is een kind van God is.

Aan de andere kant is er een predikant waarin de onbekeerden slechts in wensende zin worden toegesproken. Het Evangelie wordt niet verkondigd met bevel van bekering en geloof, maar de wens van bekering en geloof. Zo wordt de indruk gewekt dat onbekeerlijkheid en ongeloof meer lot zijn dan schuld en worden hoorders van het Evangelie niet geconfronteerd met het feit dat zij zich tegen God en Zijn genade verzetten, als zij het ware geloof niet bezitten en beoefenen. Als het Evangelie niet met het bevel maar met de wens van bekering en geloof wordt gebracht, moeten we niet vreemd opkijken dat hoorders hun ongeloof goed praten met de opmerking: ‘Het moet je gegeven worden.’ Echter, dat is de taal van een mens die zich verzet tegen God en die zichzelf niet ziet zoals hij echt is. Een eerlijk antwoord is: ‘Ik ben niet bereid om mijzelf te veroordelen en alleen op Christus te leunen. Ik voel mij beter dan anderen. De wereld heeft voor mij haar aantrekkingskracht nog niet verloren. Ik wil niet onmiddellijk breken met wat mij afhoudt van God.’

Een prediker kan zijn hoorders de gaven van geloof en bekering niet schenken. Het is wel zijn taak om Christus uit te schilderen en Hem heel dicht bij te brengen. Dan wordt duidelijk dat hoorders van het Evangelie alleen maar verloren kunnen gaan, als zij bij wijze van spreken langs Christus heenlopen of over Hem heen stappen. Wie het ware geloof mist, heeft óf een ingebeeld geloof genoeg ôf houdt zich op de been met de tegenwerping: ‘Het moet je gegeven worden.’ De taal van een gelovige is anders/ Die mag belijden: ‘Het is mij gegeven. Uit genade ben ik zalig geworden door het geloof en dat niet uit mij het is Gods gave.’

Van belang is ook te beseffen dat al zijn niet alle leden van de gemeente bij voorbaat levende leden, zij het wel allemaal behoren te zijn. Dat geldt wel heel in het bijzonder omdat leden van de gemeente ook gedoopt zijn in de naam van de drie-enige God. Telkens weer heb ik gemerkt dat menig gemeentelid wel beseft dat het Heilig Avondmaal ontheiligd kan worden, maar zich niet realiseert dat dit ook geldt voor de Heilige Doop. Evenals het Heilig Avondmaal is de Heilige Doop een teken en zegel van Gods beloften. Niet minder dan het Heilig Avondmaal vraagt de Heilige Doop om bekering en geloof en is de Heilige Doop een sacrament dat Gods genade verzegelt en bedoelt dat wij de Heere Jezus Christus als de enige en volkomen Zaligmaker steunen.

Een zuigeling en klein kind kunnen we niet verwijten dat hij dat weigert te doen en zo het sacrament van de Heilige Doop ontheiligt. Voor jongelui en volwassenen ligt dat anders. Als ik op catechisatie met jongelui deze dingen besprak en vroeg hoe dit bij hem lag. Er zijn twee mogelijkheden: óf de Heilige Doop wordt ontheiligd of je hebt de betekenis van de Heilige Doop leren verstaan. Dan is de Heilige Doop je tot troost. Meer dan eens is mij in een catechisatieles gezegd: ‘Maar dominee, ik heb geen ‘ja’ gezegd.’ Zij wilden daarmee aangeven dat ik ze aansprak op iets waartoe zij zich niet hadden verplicht.

Echter, de Heilige Doop of hij nu aan volwassenen of aan kinderen wordt bediend, is het stempel op ons eigen ja-woord of dat van onze ouders, maar het stempel van Gods genade, van het bloed van Christus dat van alle zonden reinigt. Met het sacrament van de Heilige Doop zet God Zijn stempel op ons. Aan dat stempel beantwoord alleen een levend geloof. Wordt iemand op volwassen leeftijd gedoopt, dan wordt hij voorafgaande aan zijn doop gevraagd naar zijn geloof. Zijn we als kind gedoopt, dan komt die vraag in de gang naar de volwassenheid naar ons toe.

Als we het levende geloof missen, ontheiligen we het sacrament van de Heilige Doop en dat is niet Gods bedoeling. Hoe moet dat veranderen? We kunnen het feit dat wij gedoopt zijn niet ongedaan maken. Zo komt het bevel van bekering en geloof aan de orde. Weten we niet hoe we dat bevel moeten opvolgen en merken we dat wij het feitelijk niet willen, laten we dan bidden wat Augustinus in die situatie bad: ‘Heere, geef mij wat Gij van mij beveelt en beveel dan aan mij wat Gij van mij wilt.’

Dit is zeker: er is maar één keuze geoorloofd. Mozes hield het volk van Israël voor: ‘Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen den hemel en de aarde; het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek! Kiest dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad’ (Deut. 30:19). Het volk mag niet kiezen tussen dood en leven, maar mag alleen het leven kiezen. En dat is nog zo. Ik denk ook aan de volgende woorden uit de brief aan de Hebreeën: ‘Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van den levenden God’ (Heb. 3:12) en ‘Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn’ (Heb. 4:1).

Als binnen de gereformeerde gezindte in de prediking zowel de kenmerken van de kinderen van God als het bevel van bekering en geloof aan de orde komen en over bekering en geloof niet slechts in wensende zin wordt gesproken, geeft dat niet alleen geestelijke herkenning maar is er geen reden om ook niet naar kerkelijke eenheid te zoeken. Er is eenheid nodig in de geloofsleer. Die eenheid hoeft er niet te zijn in allerlei theologische uitdrukkingen. Van belang is dat wij de geloofsleer onderscheiden van theologische zienswijzen.
Wil men in theologische zienswijzen eenheid, dan raakt men juist de eenheid in geloof kwijt. De eeuwen door mocht er binnen de kerk een verschil in theologische verwoording en zienswijzen zijn. Daarom hebben we drie belijdenisgeschriften al formulieren waarin de eenheid van het geloof en de geloofsleer wordt verwoord. Als we aan de ene kant eraan vasthouden dat God het is Die in ons het willen en het werken naar welbehagen werkt en anderzijds dat het Evangelie niet met de wens maar met het bevel van geloof en bekering moet worden gebracht, dan is dat voldoende om samen op te trekken. Dat zou ik richting ds. Roos willen opmerken als gaat om zijn reactie op het indringende appel van ds. Hoogerland. Als ook in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland in de prediking het bevel van bekering en geloof echt gestalte krijgt en dat niet slechts als wens klinkt, dan verbleken verschillen over formuleringen over Gods beloften en het aanbod van genade.

Als het gaat om de prediking moet altijd de Bijbel de uiteindelijke bron en norm van het geloof zijn. Dat betekent niet dat er geen predikers en theologen zijn geweest van wie wij veel kunnen leren. Ik denk als het gaat om het bevel van bekering en geloof aan de gebroeders Erskine en Thomas Boston. Op een bijzondere indringende wijze brachten zij de Heere Jezus Christus tot het oor van hun hoorders. In een preek over Mat. 11:28 ‘Komt herwaarts tot Mij gij die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rist geven’ merkt Boston op dat er staat ‘gij vermoeid en belast zijt’ en niet ‘gij die u vermoeid en belast voelt’. Niet ons voelen van onze zonden is de grond en aanleiding om tot Christus te komen, maar Zijn nodiging en Zijn analyse dat wij vermoeid en belast zijn, omdat de vloek van Gods wet op ons rust. Het hart openen is Gods werk, maar dienaren van het Evangelie moet zich inspannen de boodschap van het Evangelie helder, indringend en liefdevol tot het oor te brengen.

Van de Hersteld Hervormde Kerk tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en van de Christelijke Gereformeerde Kerken tot de Oud Gereformeerde Gemeenten kunnen predikanten van de genoemde Schotse theologen leren. Meer dan eens zal toch de conclusie moeten zijn dat men allerwege het bevel van bekering en geloof vaak minder indringend brengt dan deze Schotse predikers. De Heilige Geest Zelf moet predikers bekwamen en dat niet alleen in het prediken van het bevel van bekering en geloof maar ook in het verwoorden van de betekenis en inhoud van de gemeenschap met de drie-enige God. Het bevel van bekering en geloof is de deur en de verwoording van de inhoud en betekenis van verzoening met God en gemeenschap met de drie-enige God is het huis.

In de Bijbelse en evenwichtige prediking wordt zowel de deur aangewezen als verteld wat er in het huis achter de aangewezen deur is te vinden. De ene prediker kan dat rijker en diepe dan de ander. Een prediker moet zelf dagelijks omgang met God zoeken om op levendige en gloedvolle wijze over God en Zijn grote werken te spreken. Verschil in gave en diepgang staat de eenheid van geloof en daarmee kerkelijke eenheid niet in de weg. Laten wij zo het goede voor elkaar zoeken en met een algemene stem bidden om de vrede van Jeruzalem en daarmee de eenheid van de kerk.

Indrukwekkend!
Prachtig inderdaad.
Gebruikersavatar
Jeremiah
Berichten: 1473
Lid geworden op: 25 mar 2016, 12:43

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Jeremiah »

Luther schreef:
dr. P. de Vries op zijn website schreef:Om de zoveel tijd laait in een deel van de gereformeerde gezindte de discussie op: Voor wie zijn Gods beloften? Enige tijd geleden was dit weer het geval en wel mede naar aanleiding van het indringende appel van ds. G. Hoogerland, predikant van de Gereformeerde Gemeente van IJsselmonde, om vanuit geestelijke eenheid naar kerkelijke eenheid te zoeken. De vraag is dan of er wel werkelijk een eenheid in prediking is. Ds. Hoogerland gaf aan dat er verschil in accent en verwoording mogen zijn. Dat is de eeuwen door zo geweest. Ds. J. Roos, predikant van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Barnveld, betwijfelde of die eenheid er is tussen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Gereformeerde Gemeenten synodaal, omdat men op verschillende wijze over Gods beloften spreekt.

Als het gaat om de vraag voor wie Gods beloften zijn, lopen in gesprekken daarover vaak allerlei dingen door elkaar en hanteert de een andere onderscheidingen dan de ander. Je kan ermee bedoelen: Wie mogen er delen in de troost van het Evangelie? Dan is Bijbels gezien het antwoord duidelijk: zij allemaal maar ook alleen zij die de Heere Jezus Christus in een waar geloof hebben omhelsd. Als we de zaak bezien vanuit Gods eeuwige raad, mogen we weten dat God Zelf ervoor zal zorgen dat al degenen die Hij tevoren verordineerd heeft tot zaligheid, de zaligheid ook metterdaad zullen beërven. Gods raad zal bestaan en Hij zal al Zijn welbehagen doen.

De vraag voor wie zijn Gods beloften, kan ook zo worden opgevat: Wie mogen en moeten op grond van het Evangelie tot geloof en bekering worden opgeroepen? Dan mag toch niemand ontkennen dat dit iedereen geldt die op welke wijze dan ook met het Evangelie in contact wordt gebracht. We mogen niet blijven die wij zijn. De roepstem om de Heere Jezus in een waar geloof te omhelzen en zich tot God te bekeren, komt wel heel in het bijzonder tot de leden van de kerk. Alleen als er sprake is van een levend geloof en van waarachtige bekering zijn we een levend lid van de kerk en dat is wel de bedoeling. Een dood lid van de kerk is niet wie hij behoort te zijn.
Laat in de prediking duidelijk naar voren komen wat de kenmerken van een christen zijn. Onze gereformeerde belijdenis zegt dan dat een ware christen dagelijks de strijd aanbidt tegen zijn zondige aard en zondige begeerten en gedurig de toevlucht neemt tot de Heere Jezus Christus, in Wie hij vergeving van zonden heeft door het geloof in Hem. In een Bijbelse prediking wordt het vernieuwende, wederbarende en vertroostende werk van de Heilige Geest verwoord. En dan is het werk van de Heilige Geest ons aan Christus te verbinden, op Hem te doen leunen, aan Hem gelijkvormig te maken en ons met blijdschap en vrede in het geloven te vervullen.
In een Bijbelse prediking klinkt ook het bevel van bekering en geloof. Daaraan ontbreekt het nog al eens en wordt dit bevel niet zo indringend en helder verwoord als moet. Aan de ene kant is er een prediking waar geloof en bekering worden voorondersteld. De gemeente lijkt uit louter ware gelovigen te bestaan of anders gezegd: er wordt bij voorbaat vanuit gegaan dat wie bij de gemeente hoort en gedoopt is een kind van God is.

Aan de andere kant is er een predikant waarin de onbekeerden slechts in wensende zin worden toegesproken. Het Evangelie wordt niet verkondigd met bevel van bekering en geloof, maar de wens van bekering en geloof. Zo wordt de indruk gewekt dat onbekeerlijkheid en ongeloof meer lot zijn dan schuld en worden hoorders van het Evangelie niet geconfronteerd met het feit dat zij zich tegen God en Zijn genade verzetten, als zij het ware geloof niet bezitten en beoefenen. Als het Evangelie niet met het bevel maar met de wens van bekering en geloof wordt gebracht, moeten we niet vreemd opkijken dat hoorders hun ongeloof goed praten met de opmerking: ‘Het moet je gegeven worden.’ Echter, dat is de taal van een mens die zich verzet tegen God en die zichzelf niet ziet zoals hij echt is. Een eerlijk antwoord is: ‘Ik ben niet bereid om mijzelf te veroordelen en alleen op Christus te leunen. Ik voel mij beter dan anderen. De wereld heeft voor mij haar aantrekkingskracht nog niet verloren. Ik wil niet onmiddellijk breken met wat mij afhoudt van God.’

Een prediker kan zijn hoorders de gaven van geloof en bekering niet schenken. Het is wel zijn taak om Christus uit te schilderen en Hem heel dicht bij te brengen. Dan wordt duidelijk dat hoorders van het Evangelie alleen maar verloren kunnen gaan, als zij bij wijze van spreken langs Christus heenlopen of over Hem heen stappen. Wie het ware geloof mist, heeft óf een ingebeeld geloof genoeg ôf houdt zich op de been met de tegenwerping: ‘Het moet je gegeven worden.’ De taal van een gelovige is anders/ Die mag belijden: ‘Het is mij gegeven. Uit genade ben ik zalig geworden door het geloof en dat niet uit mij het is Gods gave.’

Van belang is ook te beseffen dat al zijn niet alle leden van de gemeente bij voorbaat levende leden, zij het wel allemaal behoren te zijn. Dat geldt wel heel in het bijzonder omdat leden van de gemeente ook gedoopt zijn in de naam van de drie-enige God. Telkens weer heb ik gemerkt dat menig gemeentelid wel beseft dat het Heilig Avondmaal ontheiligd kan worden, maar zich niet realiseert dat dit ook geldt voor de Heilige Doop. Evenals het Heilig Avondmaal is de Heilige Doop een teken en zegel van Gods beloften. Niet minder dan het Heilig Avondmaal vraagt de Heilige Doop om bekering en geloof en is de Heilige Doop een sacrament dat Gods genade verzegelt en bedoelt dat wij de Heere Jezus Christus als de enige en volkomen Zaligmaker steunen.

Een zuigeling en klein kind kunnen we niet verwijten dat hij dat weigert te doen en zo het sacrament van de Heilige Doop ontheiligt. Voor jongelui en volwassenen ligt dat anders. Als ik op catechisatie met jongelui deze dingen besprak en vroeg hoe dit bij hem lag. Er zijn twee mogelijkheden: óf de Heilige Doop wordt ontheiligd of je hebt de betekenis van de Heilige Doop leren verstaan. Dan is de Heilige Doop je tot troost. Meer dan eens is mij in een catechisatieles gezegd: ‘Maar dominee, ik heb geen ‘ja’ gezegd.’ Zij wilden daarmee aangeven dat ik ze aansprak op iets waartoe zij zich niet hadden verplicht.

Echter, de Heilige Doop of hij nu aan volwassenen of aan kinderen wordt bediend, is het stempel op ons eigen ja-woord of dat van onze ouders, maar het stempel van Gods genade, van het bloed van Christus dat van alle zonden reinigt. Met het sacrament van de Heilige Doop zet God Zijn stempel op ons. Aan dat stempel beantwoord alleen een levend geloof. Wordt iemand op volwassen leeftijd gedoopt, dan wordt hij voorafgaande aan zijn doop gevraagd naar zijn geloof. Zijn we als kind gedoopt, dan komt die vraag in de gang naar de volwassenheid naar ons toe.

Als we het levende geloof missen, ontheiligen we het sacrament van de Heilige Doop en dat is niet Gods bedoeling. Hoe moet dat veranderen? We kunnen het feit dat wij gedoopt zijn niet ongedaan maken. Zo komt het bevel van bekering en geloof aan de orde. Weten we niet hoe we dat bevel moeten opvolgen en merken we dat wij het feitelijk niet willen, laten we dan bidden wat Augustinus in die situatie bad: ‘Heere, geef mij wat Gij van mij beveelt en beveel dan aan mij wat Gij van mij wilt.’

Dit is zeker: er is maar één keuze geoorloofd. Mozes hield het volk van Israël voor: ‘Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen den hemel en de aarde; het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek! Kiest dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad’ (Deut. 30:19). Het volk mag niet kiezen tussen dood en leven, maar mag alleen het leven kiezen. En dat is nog zo. Ik denk ook aan de volgende woorden uit de brief aan de Hebreeën: ‘Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van den levenden God’ (Heb. 3:12) en ‘Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn’ (Heb. 4:1).

Als binnen de gereformeerde gezindte in de prediking zowel de kenmerken van de kinderen van God als het bevel van bekering en geloof aan de orde komen en over bekering en geloof niet slechts in wensende zin wordt gesproken, geeft dat niet alleen geestelijke herkenning maar is er geen reden om ook niet naar kerkelijke eenheid te zoeken. Er is eenheid nodig in de geloofsleer. Die eenheid hoeft er niet te zijn in allerlei theologische uitdrukkingen. Van belang is dat wij de geloofsleer onderscheiden van theologische zienswijzen.
Wil men in theologische zienswijzen eenheid, dan raakt men juist de eenheid in geloof kwijt. De eeuwen door mocht er binnen de kerk een verschil in theologische verwoording en zienswijzen zijn. Daarom hebben we drie belijdenisgeschriften al formulieren waarin de eenheid van het geloof en de geloofsleer wordt verwoord. Als we aan de ene kant eraan vasthouden dat God het is Die in ons het willen en het werken naar welbehagen werkt en anderzijds dat het Evangelie niet met de wens maar met het bevel van geloof en bekering moet worden gebracht, dan is dat voldoende om samen op te trekken. Dat zou ik richting ds. Roos willen opmerken als gaat om zijn reactie op het indringende appel van ds. Hoogerland. Als ook in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland in de prediking het bevel van bekering en geloof echt gestalte krijgt en dat niet slechts als wens klinkt, dan verbleken verschillen over formuleringen over Gods beloften en het aanbod van genade.

Als het gaat om de prediking moet altijd de Bijbel de uiteindelijke bron en norm van het geloof zijn. Dat betekent niet dat er geen predikers en theologen zijn geweest van wie wij veel kunnen leren. Ik denk als het gaat om het bevel van bekering en geloof aan de gebroeders Erskine en Thomas Boston. Op een bijzondere indringende wijze brachten zij de Heere Jezus Christus tot het oor van hun hoorders. In een preek over Mat. 11:28 ‘Komt herwaarts tot Mij gij die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rist geven’ merkt Boston op dat er staat ‘gij vermoeid en belast zijt’ en niet ‘gij die u vermoeid en belast voelt’. Niet ons voelen van onze zonden is de grond en aanleiding om tot Christus te komen, maar Zijn nodiging en Zijn analyse dat wij vermoeid en belast zijn, omdat de vloek van Gods wet op ons rust. Het hart openen is Gods werk, maar dienaren van het Evangelie moet zich inspannen de boodschap van het Evangelie helder, indringend en liefdevol tot het oor te brengen.

Van de Hersteld Hervormde Kerk tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en van de Christelijke Gereformeerde Kerken tot de Oud Gereformeerde Gemeenten kunnen predikanten van de genoemde Schotse theologen leren. Meer dan eens zal toch de conclusie moeten zijn dat men allerwege het bevel van bekering en geloof vaak minder indringend brengt dan deze Schotse predikers. De Heilige Geest Zelf moet predikers bekwamen en dat niet alleen in het prediken van het bevel van bekering en geloof maar ook in het verwoorden van de betekenis en inhoud van de gemeenschap met de drie-enige God. Het bevel van bekering en geloof is de deur en de verwoording van de inhoud en betekenis van verzoening met God en gemeenschap met de drie-enige God is het huis.

In de Bijbelse en evenwichtige prediking wordt zowel de deur aangewezen als verteld wat er in het huis achter de aangewezen deur is te vinden. De ene prediker kan dat rijker en diepe dan de ander. Een prediker moet zelf dagelijks omgang met God zoeken om op levendige en gloedvolle wijze over God en Zijn grote werken te spreken. Verschil in gave en diepgang staat de eenheid van geloof en daarmee kerkelijke eenheid niet in de weg. Laten wij zo het goede voor elkaar zoeken en met een algemene stem bidden om de vrede van Jeruzalem en daarmee de eenheid van de kerk.
Dank voor het plaatsen!
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16747
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re: Boekje ds. Hoogerland

Bericht door Hendrikus »

En dan quoten we allemaal die enorme lap tekst erbij. Moet dat nou?
~~Soli Deo Gloria~~
Plaats reactie