samanthi schreef:Susan schreef:samanthi schreef:In één hoofdstuk zegt de Heere Jezus drie keer: 'Zie, Ik kom spoedig.' En dat zei Hij bijna 2.000 jaar geleden. Welke waarde heeft het woord 'spoedig' dan nog? Waarom kan de Heer 2.000 jaar geleden zeggen: 'Zie, Ik kom spoedig?'," vraagt spreker Henk Binnendijk zich af in een nieuwe video van de EO.
"Ik denk dat Jezus dit met grote stelligheid zegt omdat Hij wil dat iedere generatie christenen leven zal met de gedachte dat Hij spoedig komt. Iedere christen moet daar klaar voor zijn. Er mag niets meer tussen jou en God in staan. Als de Heer vandaag zou komen, ben je er dan klaar voor? Voor ons is dat een geweldige stimulans om waakzaam te zijn.
Dit las ik bij cip
Het woordje spoedig heeft veel meer diepte en betekenis, dan dat we denken. het woordje in het Grieks betekent niet eens altijd "onmiddellijk" of "in een zeer korte tijd" maar kan ook deze betekenis hebben: "zonder enige vertraging" of "plotseling"
In Openbaringen staat tijd, tijden en een halve tijd, dat duidt ook op het plotselinge. Er wordt ook over
Twee en veertig maanden gesproken, dat zou ook drie en een half jaar zijn.
Van de wederkomst kunnen we niets zeggen dan dat die zeer onverwacht zal komen. Maar er zijn ons wel tekenen gegeven waaraan we kunnen merken dat de tijd nabij is, voor de deur.
Dat drie en een half kan een symbolisch getal zijn als een tijd en tijden en een halve tijd
Sommigen nemen hier een tijd voor een jaar, de tijden voor twee jaren, en een halven tijd voor een half jaar, gelijk deze wijze van spreken schijnt genomen te worden Dan. 7:25; 12:7, en houden dat de tijd van de heerschappij van den antichrist niet langer zal duren dan drie jaren en een half, voor de voleinding der wereld, gelijk de tirannie van Antiochus, die een voorbeeld van den antichrist was, onder de Joden, ten tijde der Makkabeeën, niet langer heeft geduurd. Doch dit gevoelen is Openb. 11:3 wederlegd; en wordt bovendien krachtiglijk wederlegd, omdat indien zulks waarachtig ware, de dag des oordeels, ten tijde van den antichrist, alrede zou bekend zijn, tegen de getuigenis van Christus, Mark. 13:32. Gelijk ook niet mogelijk is dat de antichrist in zo weinig tijd uit den stam van Dan (gelijk zij voorgeven), welke geen gebied in de wereld heeft, zou opkomen en zichzelven al de Joden de gehele wereld door tot aanhangers maken, de stad van Jeruzalem met het Joodse land innemen, en den tempel opbouwen, daarna zich door de gehele wereld zou doen aanbidden, de christenheid onder zich brengen, de stad van Rome verwoesten, en dergelijke meer; daar de Schrift getuigt dat deze verborgenheid der ongerechtigheid al ten tijde van Paulus begon te werken, 2 Thess. 2:7, en dat de Joden zelven, voor de voleinding der wereld, zullen worden bekeerd, en tot de ware kerk van Christus vergaderd, Rom. 11:25. 2 Kor. 3:14, enz. Daarom moeten deze tijd, tijden, en halven tijd, genomen worden voor een tijd die Gode wel bekend is, en ons niet dan met de uitkomst zal bekend worden. Of: voor drie jaren en een half, die tezamen opleveren twee en veertig maanden, of duizend tweehonderd zestig dagen, elken dag genomen voor een jaar; waarvan hiervoor Openb. 11:3, en in dit hoofdstuk vers 6 is gesproken, en hierna ook gesproken zal worden Openb. 13:5; want even denzelfden tijd zal de kerk van Christus in de woestijn gevoed worden, in welken het voorhof des tempels zal ongemeten blijven, en de heilige stad door de heidenen zal vertreden worden, en de twee getuigen zullen profeteren, en het beest tegen de heiligen zal krijg voeren; waarvan in het volgende hoofdstuk zal geprofeteerd worden.
verwijsteksten
Dan. 7:25 En hij zal woorden spreken tegen den Allerhoogste, en hij zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en hij zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in deszelfs hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte eens tijds.
Dan. 12:7 En ik hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechter- en Zijn linkerhand op naar den hemel, en zwoer bij Dien Die eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde tijden, en een helft, en als Hij zal voleind hebben te verstrooien de hand des heiligen volks, al deze dingen voleind zullen worden.
Openb. 11:3 En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed.
Mark. 13:32 Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen die in den hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader.
2 Thess. 2:7 Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk die hem nu wederhoudt, die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden.
Rom. 11:25 Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt bij uzelven), dat de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn.
2 Kor. 3:14 Maar hun zinnen zijn verhard geworden. Want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus tenietgedaan wordt.
Openb. 11:3 En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed.
vers 6 En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen.
Openb. 13:5 En hetzelve werd een mond gegeven om grote dingen en godslasteringen te spreken; en hetzelve werd macht gegeven om zulks te doen twee en veertig maanden.