hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.
3 Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeën, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.
4 En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.
5 De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.
6 Ik was nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o HEERE, mijn God!
7 Als mijn ziel in mij overstelpt was, dacht ik aan den HEERE, en mijn gebed kwam tot U, in den tempel Uwer heiligheid.
8 Die de valse ijdelheden onderhouden, verlaten hunlieder weldadigheid.
In het gebed van Jona zit veel onderwijs. Mits men het juist leest. En niet zoals hierboven, want dan wordt dit gebed geheel ontkracht.
@DIA, zou je kunnen aangeven wat hier "geheel ontkracht" wordt?, want ik vermoed dat ik deze discussie nu niet helemaal meer goed kan volgen.
Ik lees n.l. alleen maar bijbelteksten.
Hou zou je dit dan wel juist moeten lezen?
DDD schreef:Alweer een niet onderbouwde beschuldiging. Die bovendien onzin is.
Voel je dat dan niet? Nee, dat kan ik niet aannemen, anders sprak je zo niet.
Het is overigens helemaal geen beschuldiging, maar we proberen er iemand op attent te maken.
Misschien toch goed om de boeken van de eerw. heer Van Leeuwen en ds. Venema te lezen.
Misschien zal ik er wat uit citeren, maar ik wil me daar niet op vastleggen.
Want belofte maakt schuld en wie beloofd en niet doet, dan is het beter niet te beloven.
Ik wil u eerst de gelegenheid geven om uw beschuldiging, dat het 'onzin' is even duidelijk te onderbouwen. Want zo begrijp ik u niet, of u begrijpt het niet. Daarom zou het dienstig zijn als u nader uitlegt wat de onzin inhoudt. We hopen van u te horen.
hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.
3 Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeën, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.
4 En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.
5 De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.
6 Ik was nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o HEERE, mijn God!
7 Als mijn ziel in mij overstelpt was, dacht ik aan den HEERE, en mijn gebed kwam tot U, in den tempel Uwer heiligheid.
8 Die de valse ijdelheden onderhouden, verlaten hunlieder weldadigheid.
In het gebed van Jona zit veel onderwijs. Mits men het juist leest. En niet zoals hierboven, want dan wordt dit gebed geheel ontkracht.
@DIA, zou je kunnen aangeven wat hier "geheel ontkracht" wordt?, want ik vermoed dat ik deze discussie nu niet helemaal meer goed kan volgen.
Ik lees n.l. alleen maar bijbelteksten.
Hou zou je dit dan wel juist moeten lezen?
Zie hoe, en door welke bril het wordt gelezen. Let maar op de vette letters. Dan kunt u het ook zien wat ik bedoel.
Om te beginnen het eerste deel uit de Bijbellezingen over het boek Jona van de weleerwaarde heer W. van Leeuwen, en dan met name het Gebed dat Jona bad in het ingewand van de vis:
De tekst luidt aldus: En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den Heere en Hij antwoordde mij. Uit den buik des grafs schreide ik en Gij hoordet mijn stem. Jona 2:2
Het gebed van Jona naar het Woord en uit het Woord we hebben gezien, hoe dat besteden wordt door een waanwijs geslacht, wat nooit in deze nood verkeerd heeft, waarin alleen het Woord iemand redden kan. Die mensen redden zichzelf maar de beleving door Jona is de ervaring van de Kerk van alle tijden. Het is de eenheid met de wolk van getuigen, bovenal met de Koning der Kerk, Die in al hun benauwdheid benauwd is geweest en door Zijn Geest het gebed gaf
(1 Petrus 1:2)
En is dat niet een krachtige versterking, een rijke troost, ja, de ademtocht van het leven?
Bovendien, we merkten de vorige maal op: in zulk een nood kunnen Gods kinderen niet bidden, dan wordt alles afgesneden, maar dan is het de Heilige Geest, Die in hen bidt en het neemt uit de volheid van de voorbede van die grote Hogepriester en daarin ontmoeten Gods kinderen elkaar van de Oude- en van de Nieuwe dag. Dat is de gemeenschap der heiligen.
Wat een schat heeft die Hogepriester neergelegd in de gebeden in de Kerk van de Oude dag. Nu hebben zij de sleutel niet, maar die is de liefdevolle macht van de Heilige Geest. Hoe vaak wordt Gods kind geleid op een woeste weg, en dan geen gebed! Dan niet weten wat ze vragen moeten, dan verstomd vanwege de hand des Heeren. Maar dan de bediening des Geestes. Die fluistert in de ziel een bede uit dat Woord: "Och, dat Gij de hemelen scheurdet", een klacht, een zucht: "Hoe lange, Heere." Geeft dat geen verademing? Breekt dat niet de benauwdheid? Geeft daar toch acht op. Dan is Jona nog niet uit het graf, maar er is opening in de ziel, en later – dan erkent de Kerk het… en ik verteerd werd door ellende, hebt Gij, o God, mijn pad gekend.
O mijn lezer, de macht van het Woord is meer dan de troost, dit zal ervaren worden in de gemeenschap der heiligen. Dus zien we, dat wat tegen schijnt, juist er voor is, en dat is nodig te erkennen, want die bedillers van dit werk wonen ook vanbinnen, en ze zeggen, als God eens een ademtocht geeft: "Och dat heb je gelezen" of "dat ken je wel vanbuiten". Daar kan de ziel mee geslingerd worden; maar geef dan acht op de kracht, of het verlichting gaf, en geef dan God en het Woord van de Heilige Geest de eer! Geesteseenheid met de Kerk van alle tijden, dat is nodig om hun klachten te verstaan. In hun blijdschap te delen: dan juicht de ziel: Ik geloof een heilige algemene Christelijke Kerk. Hetzelfde kruis en lijden, dezelfde troost en bemoediging.
Welk kruis? Wel, onder allerlei aanvechting, verdorvenheid uit eigen bestaan, vruchten van eigenwilligheid, wegvluchten van de Heere, o, dan door de Geest de zucht: Gun leven, want ik heb gedwaald! Schep mij een rein hart, o God! Ziet, dan verstaat hij die zuchten van de Kerk , dan smaakt de ziel de zaligheid in de psalmen.
Hier baat geen geleerdheid. Hier levende bevinding, en de ontdekte ziel verstaat er meer van dan een onbekeerde professor. Het heilgeheim wordt aan Zijn vrinden naar Zijn vreêverbond getoond.
Tot zover dit eerst gedeelte.
Misschien geeft dit eerste gedeelte al stof te over om over te denken.
-DIA- schreef:Om te beginnen het eerste deel uit de Bijbellezingen over het boek Jona van de weleerwaarde heer W. van Leeuwen, en dan met name het Gebed dat Jona bad in het ingewand van de vis: (...)
Wat is nu eigenlijk het punt dat je wilt maken? Ik volg het in ieder geval niet. Je zou het nog toelichten, maar het Van Leeuwen-citaat lijkt mij niet je uitleg. Of wel?
-DIA- schreef:Om te beginnen het eerste deel uit de Bijbellezingen over het boek Jona van de weleerwaarde heer W. van Leeuwen, en dan met name het Gebed dat Jona bad in het ingewand van de vis: (...)
Wat is nu eigenlijk het punt dat je wilt maken? Ik volg het in ieder geval niet. Je zou het nog toelichten, maar het Van Leeuwen-citaat lijkt mij niet je uitleg. Of wel?
Ik bedoel hiermee eigenlijk het fantaseren van mensen over deze geestelijke zaken wat bloot te leggen. Dat mag toch? Paulus gebruikte ook een list om zielen voor Christus te winnen. Er ligt veel in wat zo diep is wat wij van nature niet verstaan, maar wat de kinderkens is geopenbaard. Als we alleen al dit mochten bereiken dan was er al iets gewonnen. Men hoorde wel wat smalend spreken over de gemeenschap der heiligen, (sorry dat ik soms nog een goed geheugen mag hebben) en geen waanwijsheid. Dan past het ons (inclusief deze persoon) wat minder hoog van de toren te blazen. Maar om te zoeken het verstand met Goddelijk Licht bestraald.
-DIA- schreef:Om te beginnen het eerste deel uit de Bijbellezingen over het boek Jona van de weleerwaarde heer W. van Leeuwen, en dan met name het Gebed dat Jona bad in het ingewand van de vis: (...)
Wat is nu eigenlijk het punt dat je wilt maken? Ik volg het in ieder geval niet. Je zou het nog toelichten, maar het Van Leeuwen-citaat lijkt mij niet je uitleg. Of wel?
Ik bedoel hiermee eigenlijk het fantaseren van mensen over deze geestelijke zaken wat bloot te leggen. Dat mag toch? Paulus gebruikte ook een list om zielen voor Christus te winnen. Er ligt veel in wat zo diep is wat wij van nature niet verstaan, maar wat de kinderkens is geopenbaard. Als we alleen al dit mochten bereiken dan was er al iets gewonnen. Men hoorde wel wat smalend spreken over de gemeenschap der heiligen, (sorry dat ik soms nog een goed geheugen mag hebben) en geen waanwijsheid. Dan past het ons (inclusief deze persoon) wat minder hoog van de toren te blazen. Maar om te zoeken het verstand met Goddelijk Licht bestraald.
Waarschijnlijk ligt het aan mij, maar wie fantaseert hier en blaast hoog van de toren? Want ik volg je niet echt om eerlijk te zijn. En wat bedoel je met je opmerking over smalend spreken over de gemeenschap der heiligen? Je moet me een beetje helpen, vriend.
Arja schreef:Jona's gebed beschrijft het lijden, de dood en opstanding van de Heere Jezus, las ik vandaag ergens. Wat vinden jullie van die stelling?
Dit is een vergelijking die de Heere Jezus Zelf maakt. Waar hij zegt dat de Zoon des Mensen drie dagen in het graf zou zijn. (even geen tekst bij de hand, maar je snapt het wel). Maar het gaat hier over zijn gebed. Nou dat heb ik zo nog niet gehoord. Maar ik wil wel eens verder kijken wat er van staat. Het lijden van Christus, de dood, en opstanding. Ja, het ligt er wel in, maar had het nooit zo gehoord.
