Re: Zekerheid van geloof
Geplaatst: 10 okt 2018, 19:10
Ik las het volgende bij dr. Owen:
Zaligmakend geloof, daar geen verzekering is.
Daar wordt ook ondersteld dat er een zaligmakende overreding of ontdekking van vergeving bij God is of zijn kan, daar geen verzekering is van een bijzonder aandeel daaraan; of dat onze eigen zonden in het bijzonder vergeven zijn. Dit is de toestand, waarin een belofte van genadige aanneming bij God aan toegezegd is, en is daarom zaligmakend, Jes. 50 : 10: Wie is er onder ulieden, die de Heere vreest, die naar de stem Zijns knechts hoort? als hij in de duisternissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij betrouwe op de Naam des Heeren, en steune op zijn God. Hier vinden wij de vreze des Heeren en het horen naar, of gehoorzamen van de stem Zijns knechts, met een gezegende bemoediging, om in God en Zijn algenoegzaamheid te berusten; en nochtans geen verzekering, noch licht, maar duisternis, en wel een wandelen of verblijf daarin voor een lange tijd. Want niemand kan in de duisternis wandelen, en niets dan duisternis ontmoeten, zonder enige straal van licht te hebben, gelijk de woorden betekenen, n.l. de verzekering van de liefde Gods in de vergeving van zijn zonden. En nochtans wordt aan het geloof van zulk een, en aan zijn gehoorzaamheid daaruit voortkomende, deze genadige belofte gedaan, om aanneming bij God te vinden. Ontelbare getuigenissen en voorbeelden zouden tot dit einde bijgebracht kunnen worden. Dit zal ik nader verklaren door twee aanmerkingen: de een rakende de natuur des geloofs, en de ander omtrent het voorstel van de zaak die geloofd moet worden, namelijk de vergeving.
Het geloof wordt genoemd, en is ook een aanhangen aan de Heere, Deut. 4 : 4: Gij daarentegen, die de Heere, uw God, aanhingt; dat is, gij die geloofd hebt; zo ook Jozua 23 : 8: De Heere, uw God, zult u aanhangen. Hetzelfde woord wordt ook gebruikt in 't Nieuwe Testament, Hand. 11 23: En vermaande hen allen, dat zij met een voornemen des harten bij de Heere zouden blijven, of standvastig zouden blijven geloven. Het wordt ook dikwijls uitgedrukt door te vertrouwen op de Heere; een wentelen van onze weg, een werpen van onze zorg op Hem, door ons zelf, of onze weg aan Hem te bevelen en over te geven. Dit alles nu gaat niet verder, dan dat de ziel zich overgeeft aan God, om van Hem behandeld te worden, volgens de inhoud van het Verbond der genade, dat in het bloed van Christus bevestigd is. Dit kan een ziel niet doen zonder een ontdekking van vergeving bij God: maar wel zonder een bijzondere verzekering van haar eigen aandeel daaraan. Dit geloof, hetwelk aldus de Heere aanhangt, zal de mensen doen besluiten, dat het hun plicht is, de behandeling hunner zielen aan God te bevelen en over te geven, Hem aan te kleven zoals Hij zich in Christus geopenbaard heeft, en het welbehagen van Zijn wil af te wachten: ja het zal hen in staat stellen om Christus boven alles te kiezen, en hen veilig, ofschoon mogelijk op sommige tijden niet altijd troostelijk, ten hemel inbrengen.
De openbaring of ontdekking van de vergeving, die gedaan wordt in het Evangelie, bewijst deze waarheid. De eerste voorstelling daarvan is niet, dat zijn zonden vergeven zijn. Neen, maar alleen dat er verlossing en vergeving van zonden is in Christus. Zo wordt deze zaak door de apostel voorgesteld, Hand. 13 : 38, 39: Zo zij u dan bekend, mannen broeders! dat door deze u vergeving der zonden verkondigd wordt; en dat van alles, waarvan gij niet kondt gerechtvaardigd warden door de Wet van Mozes, door Dezen een iegelijk, die gelooft, gerechtvaardigd wordt. Dit alles kan geloofd worden, zonder dat iemand van zijn eigen personeel aandeel aan de gemelde dingen, verzekerd is. Waar nu dit geloofd wordt, met het geloof dat het Evangelie vereist, dat geloof is zaligmakend, en is de wortel van een evangelische, aangename gehoorzaamheid. De verzoening door Christus, zeg ik, de volheid der verlossing die in Hem is, en dus ook de vergeving door Zijn bloed voor de gelovigen, voortvloeiende uit de goede wil, de genade en liefde des Vaders, is de eerste evangelieontdekking, waar een zondaar zich op een zaligmakende wijze mede verenigt. De bijzondere verzekering ontstaat naderhand, of kan naderhand ontstaan. Dit wordt dan ook in de stelling verondersteld.
Tot zover Owen. Het geheel is terug te lezen in zijn verklaring van Psalm 130 "Bij U is vergeving", ook beschikbaar via Theologienet. Dan is het ongeveer blz. 78 in de RTF-versie.
Zaligmakend geloof, daar geen verzekering is.
Daar wordt ook ondersteld dat er een zaligmakende overreding of ontdekking van vergeving bij God is of zijn kan, daar geen verzekering is van een bijzonder aandeel daaraan; of dat onze eigen zonden in het bijzonder vergeven zijn. Dit is de toestand, waarin een belofte van genadige aanneming bij God aan toegezegd is, en is daarom zaligmakend, Jes. 50 : 10: Wie is er onder ulieden, die de Heere vreest, die naar de stem Zijns knechts hoort? als hij in de duisternissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij betrouwe op de Naam des Heeren, en steune op zijn God. Hier vinden wij de vreze des Heeren en het horen naar, of gehoorzamen van de stem Zijns knechts, met een gezegende bemoediging, om in God en Zijn algenoegzaamheid te berusten; en nochtans geen verzekering, noch licht, maar duisternis, en wel een wandelen of verblijf daarin voor een lange tijd. Want niemand kan in de duisternis wandelen, en niets dan duisternis ontmoeten, zonder enige straal van licht te hebben, gelijk de woorden betekenen, n.l. de verzekering van de liefde Gods in de vergeving van zijn zonden. En nochtans wordt aan het geloof van zulk een, en aan zijn gehoorzaamheid daaruit voortkomende, deze genadige belofte gedaan, om aanneming bij God te vinden. Ontelbare getuigenissen en voorbeelden zouden tot dit einde bijgebracht kunnen worden. Dit zal ik nader verklaren door twee aanmerkingen: de een rakende de natuur des geloofs, en de ander omtrent het voorstel van de zaak die geloofd moet worden, namelijk de vergeving.
Het geloof wordt genoemd, en is ook een aanhangen aan de Heere, Deut. 4 : 4: Gij daarentegen, die de Heere, uw God, aanhingt; dat is, gij die geloofd hebt; zo ook Jozua 23 : 8: De Heere, uw God, zult u aanhangen. Hetzelfde woord wordt ook gebruikt in 't Nieuwe Testament, Hand. 11 23: En vermaande hen allen, dat zij met een voornemen des harten bij de Heere zouden blijven, of standvastig zouden blijven geloven. Het wordt ook dikwijls uitgedrukt door te vertrouwen op de Heere; een wentelen van onze weg, een werpen van onze zorg op Hem, door ons zelf, of onze weg aan Hem te bevelen en over te geven. Dit alles nu gaat niet verder, dan dat de ziel zich overgeeft aan God, om van Hem behandeld te worden, volgens de inhoud van het Verbond der genade, dat in het bloed van Christus bevestigd is. Dit kan een ziel niet doen zonder een ontdekking van vergeving bij God: maar wel zonder een bijzondere verzekering van haar eigen aandeel daaraan. Dit geloof, hetwelk aldus de Heere aanhangt, zal de mensen doen besluiten, dat het hun plicht is, de behandeling hunner zielen aan God te bevelen en over te geven, Hem aan te kleven zoals Hij zich in Christus geopenbaard heeft, en het welbehagen van Zijn wil af te wachten: ja het zal hen in staat stellen om Christus boven alles te kiezen, en hen veilig, ofschoon mogelijk op sommige tijden niet altijd troostelijk, ten hemel inbrengen.
De openbaring of ontdekking van de vergeving, die gedaan wordt in het Evangelie, bewijst deze waarheid. De eerste voorstelling daarvan is niet, dat zijn zonden vergeven zijn. Neen, maar alleen dat er verlossing en vergeving van zonden is in Christus. Zo wordt deze zaak door de apostel voorgesteld, Hand. 13 : 38, 39: Zo zij u dan bekend, mannen broeders! dat door deze u vergeving der zonden verkondigd wordt; en dat van alles, waarvan gij niet kondt gerechtvaardigd warden door de Wet van Mozes, door Dezen een iegelijk, die gelooft, gerechtvaardigd wordt. Dit alles kan geloofd worden, zonder dat iemand van zijn eigen personeel aandeel aan de gemelde dingen, verzekerd is. Waar nu dit geloofd wordt, met het geloof dat het Evangelie vereist, dat geloof is zaligmakend, en is de wortel van een evangelische, aangename gehoorzaamheid. De verzoening door Christus, zeg ik, de volheid der verlossing die in Hem is, en dus ook de vergeving door Zijn bloed voor de gelovigen, voortvloeiende uit de goede wil, de genade en liefde des Vaders, is de eerste evangelieontdekking, waar een zondaar zich op een zaligmakende wijze mede verenigt. De bijzondere verzekering ontstaat naderhand, of kan naderhand ontstaan. Dit wordt dan ook in de stelling verondersteld.
Tot zover Owen. Het geheel is terug te lezen in zijn verklaring van Psalm 130 "Bij U is vergeving", ook beschikbaar via Theologienet. Dan is het ongeveer blz. 78 in de RTF-versie.