DDD schreef:Veel woorden zijn echt niet gebruikelijk in kringen van 'gewone' mensen. Dit is echt NRC-taal. Maar dat stoort mij niet.
Ik denk dat je Nederlanders nu onderschat: sluimeren, proviand en bestendig zijn woorden waarvan je mag verwachten dat iedere (geboren) Nederlander die kent, in elk geval passief. Wanneer je die woorden zelfs niet in meer in een dichterlijke context gebruiken zou, wordt de taal wel heel 'plat'.
('gunstgenoten' is een Bijbels woord; dat is inderdaad niet gebruikelijk, maar dat is ook het enige moeilijke woord dat ik kan vinden.)
Ik vind het interessant dat jij dit dichterlijk taalgebruik noemt. Er zijn ook mensen die spreken over 'de berg van Gods heiligheid'. Dat is geen goede vertaling. Het gaat om 'Gods heilige berg'. Ik vraag me af of dat nu dichterlijk is en hoe zich dat verhoudt tot deze daarop lijkende constructie.
In de kern betekent dit wel hetzelfde, hoewel dat nog niet eens evident is, zie de kanttekening in Psalm 2. En: 'de vrouw van mijn jeugd' is niet hetzelfde als 'mijn jeugdige vrouw'. Dus heel evident is het niet, ook niet in het Hebreeuws. Al geef ik direct toe dat de algemene opvatting overeenstemt met jouw weergave.
De vervolgvraag is of het nodig is om een hebraïsme als deze weg te vertalen. M.i. kunnen hebraïsmen heel vaak prima blijven staan, zolang we ze maar door gewenning (leren) begrijpen. Hebraïsmen zijn vaak ook beeldend, zoals: 'zwaar van mond en zwaar van tong'. Dat kunnen we rustig laten staan.
Deze constructie (in de tent van mijn huis / in het bed van mijn slaapplaats) is echter wel weer anders. Hier wordt een zaak met twee verschillende woorden uitgedrukt die in een genitief-constructie verpakt worden.