Meditatie

Online
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16724
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re: Meditatie

Bericht door Hendrikus »

John Galt schreef:Dat is een hele lap tekst! Ongetwijfeld de moeite waard, maar denk je om de copyright?
De heer Luther is meer dan 70 jaar geleden overleden, als ik goed geïnformeerd ben.
~~Soli Deo Gloria~~
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Hendrikus schreef:
John Galt schreef:Dat is een hele lap tekst! Ongetwijfeld de moeite waard, maar denk je om de copyright?
De heer Luther is meer dan 70 jaar geleden overleden, als ik goed geïnformeerd ben.
Veel meer dan 70 jaar... Maar ik weet dat u het copyright bedoelt.
Maar het is actueler dan ooit! Zelfs veel actueler dan in de tijd toen dr. M. Luther dit schreef. Lees het maar, maar dan leest u tegelijk dat vele tekenen voor de meeste mensen verborgen zijn en blijven in ongeloof volharden.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
John Galt
Berichten: 1222
Lid geworden op: 24 jun 2017, 22:09

Re: Meditatie

Bericht door John Galt »

-DIA- schreef:
John Galt schreef:Dat is een hele lap tekst! Ongetwijfeld de moeite waard, maar denk je om de copyright?
Het boekje is vrij te downloaden via Theologienet.

Rectificatie: Het boekje is te lezen via Digibron
:super
Who is John Galt? :quoi
Gebruikersavatar
John Galt
Berichten: 1222
Lid geworden op: 24 jun 2017, 22:09

Re: Meditatie

Bericht door John Galt »

Hendrikus schreef:
John Galt schreef:Dat is een hele lap tekst! Ongetwijfeld de moeite waard, maar denk je om de copyright?
De heer Luther is meer dan 70 jaar geleden overleden, als ik goed geïnformeerd ben.
Dus je mag alle teksten van reformatoren en oudvaders vrij op internet publiceren?
Who is John Galt? :quoi
Susanna
Berichten: 1061
Lid geworden op: 21 jul 2020, 21:01

Re: Meditatie

Bericht door Susanna »

John Owen over het mediteren van Gods Woord

Neem de tijd om je geest voor te bereiden op geestelijke gedachten. Stort je niet in hemelse gedachten, zonder eerst je hart en geest voor te bereiden (Pred. 5:1-2). Doe er alles aan om de ontzagwekkende heiligheid van God te begrijpen en de hemelse aard van de dingen waarover u van plan bent te mediteren - opdat u God met gepaste eerbied en vrees mag benaderen, en hemelse zaken met een heilig en gezond respect.

Onze gedachten zijn als Jacob en Ezau - geestelijke en vleselijke gedachten worstelen samen in dezelfde baarmoeder. Vaak zal de Ezau van vleselijke gedachten het eerst naar buiten komen, en een tijdje lijken ze het geboorterecht te dragen. Maar waar eerbied voor God "de dienstmaagd en haar zoon heeft uitgeworpen" (Galaten 4:30), zal de geest vrij zijn om zich op geestelijke zaken te richten.

We moeten niet over God en hemelse dingen mediteren alleen omdat we er de behoefte aan voelen, of omdat we denken dat we dat zouden moeten doen en dat het niet goed zou zijn om het volledig te veronachtzamen.

Wanneer de ziel ooit heeft geproefd dat de Heere genadig is, wanneer haar eerdere meditaties over de Heere vreugdevol waren, wanneer geestelijke dingen de geest en het hart hebben vervuld, kom dan tot deze plicht met een ernstig verlangen om dezelfde ervaringen te hebben herhaald.

Doe op dezelfde manier al het mogelijke om van geestelijk dingen te "genieten" - en je meditaties ervan zullen zoet zijn!

Maar als je na al deze voorbereiding nog steeds merkt dat je je geest nog steeds niet op geestelijke dingen kunt concentreren, neem dan het volgende advies serieus: "Roep tot God om hulp. Geef toe dat je meer licht nodig hebt op geestelijke dingen om de duisternis uit je geest te verwijderen. Beken je zwakheid en onvermogen om je dwalende gedachten te stoppen, terwijl je aan heilige dingen zou moeten denken; en bid dat God je geest zal versterken.

Als je meditaties je alleen maar je duisternis en zwakte van geest laten zien en voelen, waardoor je tot God roept om meer genade en geestelijke kracht - dan hebben je gedachten een goed werk gedaan, hoewel niet wat je van plan was.

Neem koning Hizkia als voorbeeld. Toen zijn ziel alles in het werk stelde om gemeenschap met God te hebben, zonk ze weg in gebroken, verwarde gedachten onder het gewicht van haar eigen zwakheid. Toch zocht hij nog steeds God om hulp. Maar hoewel zijn gebed niet meer was dan "brabbelen", werd het door God aanvaard. Hizkia riep uit: "O HEERE! ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg!" (Jesaja 38:14). Evenzo, wanneer we mediteren en ons onderdrukt voelen door de duisternis en zwakte van onze geest - zouden we ook moeten zeggen: "O HEERE! ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg!" KJV "O Lord, I am oppressed; undertake for me."
Gebruikersavatar
John Galt
Berichten: 1222
Lid geworden op: 24 jun 2017, 22:09

Re: Meditatie

Bericht door John Galt »

Mooi!
Who is John Galt? :quoi
Gebruikersavatar
John Galt
Berichten: 1222
Lid geworden op: 24 jun 2017, 22:09

Re: Meditatie

Bericht door John Galt »

Susanna schreef:John Owen over het mediteren van Gods Woord
Waar komt dit eigenlijk uit? Is er een boek van Owen dat hier verder op ingaat? Ik denk dat in mijn eigen leven het mediteren een ondergeschoven kindje is. Als ik de Bijbel lees, verval ik al snel in Bijbelstudie (Wat beteeknt dit?) en kom ik vaak niet tot contemplatie. Heb ik ook vaak de rust niet voor. Maar ik meen dat het een belangrijke geestelijke oefening is. Ds. Jos Douma geeft cursussen in meditatie (https://www.levenindekerk.nl/) en die zijn heel Bijbels. Maar ik vind het ook goed als ik vanuit puriteinse hoek hierin gevormd kan worden.
Who is John Galt? :quoi
Online
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16724
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re: Meditatie

Bericht door Hendrikus »

John Galt schreef:
Hendrikus schreef:
John Galt schreef:Dat is een hele lap tekst! Ongetwijfeld de moeite waard, maar denk je om de copyright?
De heer Luther is meer dan 70 jaar geleden overleden, als ik goed geïnformeerd ben.
Dus je mag alle teksten van reformatoren en oudvaders vrij op internet publiceren?
Er kan nog auteursrecht rusten op een vertaling (in geval van mensen als Luther of Calvijn) of op een hertaling. Het blijft uitkijken geblazen.
~~Soli Deo Gloria~~
Gebruikersavatar
pierre27
Berichten: 5385
Lid geworden op: 10 sep 2005, 12:00
Locatie: Eemvallei

Re: Meditatie

Bericht door pierre27 »

Susanna schreef:John Owen over het mediteren van Gods Woord

Neem de tijd om je geest voor te bereiden op geestelijke gedachten. Stort je niet in hemelse gedachten, zonder eerst je hart en geest voor te bereiden (Pred. 5:1-2). Doe er alles aan om de ontzagwekkende heiligheid van God te begrijpen en de hemelse aard van de dingen waarover u van plan bent te mediteren - opdat u God met gepaste eerbied en vrees mag benaderen, en hemelse zaken met een heilig en gezond respect.

Onze gedachten zijn als Jacob en Ezau - geestelijke en vleselijke gedachten worstelen samen in dezelfde baarmoeder. Vaak zal de Ezau van vleselijke gedachten het eerst naar buiten komen, en een tijdje lijken ze het geboorterecht te dragen. Maar waar eerbied voor God "de dienstmaagd en haar zoon heeft uitgeworpen" (Galaten 4:30), zal de geest vrij zijn om zich op geestelijke zaken te richten.

We moeten niet over God en hemelse dingen mediteren alleen omdat we er de behoefte aan voelen, of omdat we denken dat we dat zouden moeten doen en dat het niet goed zou zijn om het volledig te veronachtzamen.

Wanneer de ziel ooit heeft geproefd dat de Heere genadig is, wanneer haar eerdere meditaties over de Heere vreugdevol waren, wanneer geestelijke dingen de geest en het hart hebben vervuld, kom dan tot deze plicht met een ernstig verlangen om dezelfde ervaringen te hebben herhaald.

Doe op dezelfde manier al het mogelijke om van geestelijk dingen te "genieten" - en je meditaties ervan zullen zoet zijn!

Maar als je na al deze voorbereiding nog steeds merkt dat je je geest nog steeds niet op geestelijke dingen kunt concentreren, neem dan het volgende advies serieus: "Roep tot God om hulp. Geef toe dat je meer licht nodig hebt op geestelijke dingen om de duisternis uit je geest te verwijderen. Beken je zwakheid en onvermogen om je dwalende gedachten te stoppen, terwijl je aan heilige dingen zou moeten denken; en bid dat God je geest zal versterken.

Als je meditaties je alleen maar je duisternis en zwakte van geest laten zien en voelen, waardoor je tot God roept om meer genade en geestelijke kracht - dan hebben je gedachten een goed werk gedaan, hoewel niet wat je van plan was.

Neem koning Hizkia als voorbeeld. Toen zijn ziel alles in het werk stelde om gemeenschap met God te hebben, zonk ze weg in gebroken, verwarde gedachten onder het gewicht van haar eigen zwakheid. Toch zocht hij nog steeds God om hulp. Maar hoewel zijn gebed niet meer was dan "brabbelen", werd het door God aanvaard. Hizkia riep uit: "O HEERE! ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg!" (Jesaja 38:14). Evenzo, wanneer we mediteren en ons onderdrukt voelen door de duisternis en zwakte van onze geest - zouden we ook moeten zeggen: "O HEERE! ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg!" KJV "O Lord, I am oppressed; undertake for me."
Bedankt voor het delen, mooie invalshoek.
Zalig is de mens, welken de Heere de zonden niet toerekent.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Meditatie
Zal het zo zijn, onze God Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning, verlossen. Maar zo niet, u zij bekend, o koning, dat wij uw goden niet zullen eren, noch het gouden beeld dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden.
Daniël 3:17-18

Geliefden, als we het dan vanavond hebben over die oven des brandenden vuurs, dan worden we opnieuw bepaald bij een van de dierbaarste beloftenissen die de Heere Zijn Kerk meegegeven heeft. En dan bedoel ik niet de kerk in het algemeen, maar dan bedoel ik die Kerk die door het water en door het vuur gaat. Want het is ontegenzeggelijk waar, geliefden, Gods Kerk gaat naar huis… Maar door het water en door het vuur.
Maar nu Gods beloftenissen. Hoor hoe de Heere tot Zijn bange Sion zegt: Als gij zult gaan door het water zal Ik bij u zijn. En als gij zult gaan door het vuur, dan zal het vuur u niet verslinden.
En dan geloof ik dat ik vanavond spreek naar het hart van Jeruzalem, het gaat menigwerf door zware beproevingen heen. Wij hebben het samen uitgezongen: Hier scheen mij het water te overstromen, daar werden wij gedreigd door het vuur. En dan kan het water hoog zijn, geliefden, dan kunnen de wateren der beproeving tot aan de lippen komen. En dan kan het schijnen alsof het ook over de lippen heen zal gaan.
Maar zie dan is de belofte Gods zo vertroostend voor Zijn Kerk: dan zal Ik bij u zijn.
En wat heeft die kerk dan nog meer nodig, dan dat Hij rood is. De Kerk in het water, Hij ook in het water.
En dan denk ik aan het volk van Israël, geliefden. O, wat is hun weg door diepe wateren gegaan. Zijn voetstappen werden schier niet meer gekend.
Een vastlopende weg, een doodlopende weg, een omkomende weg… Maar in het water, daar was Hij, Die gezegende Borg en Middelaar, met Zijn zalige bedieningen. En Hij sprak zo liefdevol: Als gij, Mijn kind, zult gaan door het water, dan zal Ik bij u zijn.
En als dan de vlammen des vuurs van de beproeving rondom u heen gaan, dan zult ge het ervaren, dat het vóór de oven heter is dan in de oven.
En wat zien we dan in dit avonduur, geliefden. Daar zien we de Kerk gebonden in de mantels, in de broeken. Daar moet je niet gering over denken, hoor. Dat is werkelijkheid geweest , en naar mijn zekere overtuiging, wordt dat straks al meer de waarheid in het leven van de Kerk.
Die oven, ziet u, waar we samen al voor staan. Waar we overal de kentekenen waar kunnen nemen, dat de antichrist openbaar komt, en dat hij het Zijn Kerk zeer moeilijk zal maken, Dan zult u erachter komen, wat dat wil zeggen: een gebonden Kerk. Een machteloze Kerk. Een eenzame Kerk, en dan zo de oven in. Dan wordt de oven niet gespaard, hoor. Dan gaan ze midden in het vuur, en terwijl de vlammen zeven maal heter gestookt zijn, dan gaat Gods Woord waarheid worden: Dan zal Ik bij u zijn. Zelfs Nebukadnezar heeft het gezien en zegt: hebben we dan niet drie mensen in die oven geworpen? Ik zie er vier! En die vierde, als ik de Kerk na mag spreken, geliefden, Hij is blank, en Hij is rood! En Hij draagt de banier boven tienduizend! Zijn schoonheid, Zijn heerlijkheid, Zijn majesteit in de oven der beproeving is met geen mensenwoord uit te spreken. En dan wordt de Kerk bewaard, omdat Hij zegt: Dan zal Ik bij u zijn. Ja, wat heerlijk hè, dan heeft Hii de hitte van het vuur gedragen. Als het er op aankomt, mijn lieve vriend, en je bent wel eens veel in die oven geweest, en je hebt het mogen ondervinden, dat er Eén is geweest, Die de hitte van het vuur gedragen heeft, Die in de oven ingegaan is op Golgotha, waar hij gestookt is, zevenmaal heter, waar Hij geklaagd heeft: ELOÏ, ELOÏ, LAMA SABACHTANI, daar mag de Kerk wel met Hem meegaan door het vuur, maar dan heeft Hij de hitte gedragen, en dan zal de Kerk erachter komen: Hier scheen mijn (hebt u het gehoord, mijn geliefden?) hier scheen het, hier scheen mij het water te overstromen, en dan kwam het tot aan de lippen toe, en dan vloeiden de eerste druppels erover, en dan dacht Sion te komen in water en in vuur. Maar dan zal Sion erachter komen dat de hitte van Gods gramschap voor eeuwig is geblust.

Het brengt ons vanavond, mijn lieve hoorders, vanavond in het dal van Dura. Daar staat die hete oven die Nebukadnezar zevenmaal heter gestookt heeft. U zult zeggen: Hoe komt dat alles? Wel, mijn lieve medereizigers, de Kerk die zit in Babel. En ik geloof dat we het vanavond wel kunnen vaststellen: Wij zitten samen in Babel. Ik geloof niet dat ik teveel zeg, geliefden, in de allergrootste spraakverwarring, niet alleen in het Babel van de wereld, maar ook in het kerkelijke leven, in het huiselijke leven, in het zielenleven. We zitten samen in Babel, en het valt in Babel niet mee. Daar wordt de harp aan de wilgen gehangen. Ik geloof dat u mij verstaat vanavond. Er zullen er zijn die wel eens op de harp der liefde getokkeld hebben van ’s Heeren goedheid die geen palen kent, en dan met alles terechtgekomen (versta je me?), met alles wat ik erveren heb, met alles wat ik doorleefd heb, dan de harp aan de wilgen en in Babel terechtkomen. Waarom zit de Kerk in Babel, geliefden? Dan geloof ik dat ik maar één woord mag zeggen: Er ligt schuld! Lieve hoorders, er licht schuld. Daar ligt persoonlijke schuld, daar ligt uw schuld, daar ligt huiselijke schuld, daar ligt kerkelijke schuld en er ligt wereldlijke schuld.
En onthoudt het: wij mogen over de schuld heengaan. Maar het hoge Opperwezen, krachtens Zijn heiligheid, Hij gaat over de schuld niet heen. Ook over de schuld van Zijn allerliefste kinderen niet. En daarom komt die kerk terecht in Babel. En dan houdt het met het zingen op, dan wordt er alleen maar een klaaglied beluisterd: De Heere heeft mij vergeten, en de Heere heeft mij verlaten. En wat wil nu de vijand in Babel, geliefden. Wel, die wil die Kerk losmaken van God Zelf. En dan geloof ik dat ik vandaag aan de dag midden in de tijd sta waarin wij leven. Er wordt van alles geprobeerd. Och, de godsdienst die kent God niet, en de wereld kent God ook niet, maar nou dat volk dat van God verkoren is, om dat volk los te maken, van dat hoge Opperwezen Die ze verkoren heeft met een eeuwige liefde, waar ze in Zijn handen gegraveerd zijn en hun muren steeds voor Hem zijn. En wat doet dan die vijand, dominee? Allerlei veranderingen, hè? Heb ik het mis, als ik zie dat we in een tijd van grote veranderingen leven? Wat hebben ze het in Babel geleerd, geliefden. Zeg ik teveel? De namen moeten veranderd worden, hè? Je denkt soms als er een doopsbediening is, dat je in Babel terecht bent gekomen…. Dat de namen veranderd zijn en dat vader en moeder niet meer meetellen…

Tot zover vanavond
Uit de voorrede van een preek over Daniël 3 van wijlen ds. E. Venema

Vervolg is hier te horen:
https://www.youtube.com/watch?v=dPAFI4XqeHM
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Mede op verzoek van een van de medelezers, heb ik een begin gemaakt met het overtypen van een hoofdstuk uit het boek van wijlen ds. W.C. Lamain "Zwijgende ordonnantiën"
Ds. Lamain (1904-1984) diende de Gereformeerde Gemeenten van resp. Leiden (1929-1932), Rotterdam-Zuid (1932-1943), Rijssen-Wal en Rijssen-Esch, nu Rijssen-Noord, en van Noord afgeleid ook Zuid en West, Rijssen-Esch is nu GGiN, en tenslotte Grand Rapids (1947-1984)
Tijdens zijn bediening in Rijssen zijn mijn ouders overgekomen uit de Nederlandse Hervormde Kerk te H. Nooit hebben mijn ouders deze predikant kunnen vergeten. Anderzijds hebben we ook nooit een waas van mensenverheerlijking bij onze ouders gemerkt. Er was hoogachting voor het ware volk van God.
Mijn moeder was een gewoon Holtens meisje, niet echt godsdienstig. Ze zat op dansles en daar had ze geen enkele bezwaar tegen. Echter toen ze voor de eerste keer met mijn vader meeging naar Rijssen, was ze vanaf die eerste keer voorgoed bedorven voor de kerk waar ze was opgevoed. De dansvloer heeft ze nooit teruggezien. De prediking van ds. Lamain trof haar hart. Terug kon ze niet meer.
Het is te begrijpen, denk ik, dat we hier weer aan moeten denken als we iets van ds. Lamain lezen. De keuze en de betrekking die er toen viel was een onberouwelijke keus, en er was geen omzien meer naar de kerk waar ze uitgetrokken werd. Dit even over de schrijver van dit stukje.


Zwijgende Ordonnantiën

Deel I
Andrew Gray, een van onze godzalige Engelse leraars, schreef in een predicatie over Micha 6 vers 9: "Hoort de roede en wie ze besteld heeft" over zwijgende ordonnantiën. Ook heeft diezelfde leraar in een predicatie over 2 Korinthe 4 vers 3 gezegd: "Voor wie is het een last, dat Christus Zich aan de plechtige ordonnantiën onttrekt? Mag niet op onze nachtmaaltafels geschreven worden: Christus is weggegaan; Christus is weggegaan? Wat een zwaar oordeel. O dat wij het allen eens recht beseffen mochten, wat dat inhoudt, en wat dat betekent."

Allereerst hebben wij te bedenken, dat de ordonnantiën door God Zelf zijn verordend. Wij mogen niet naar willekeur met die ordonnantiën handelen. Wij zijn en blijven, hoe diep ook gevallen in ons verbondshoofd Adam, redelijke schepselen, verantwoordelijk voor al ons doen en laten. God staat boven de middelen. Hij is vrij en soeverein in al Zijn wegen en handelingen, maar wij zijn aan de middelen gebonden, en God wil de middelen zegenen, ook tot de toebrenging en vergadering der uitverkorenen, tot de bekering en herstelling van verloren zondaren, om daarin en daardoor Zijn Naam groot te maken.
Wij lezen in Romeinen 10 vers 17: "Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods."

Van de Heere Jezus lezen wij dat Hij naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge ging. Christus is ons daarin voorgegaan en heeft in Zijn leven ook ten dien opzichte een voorbeeld gegeven. Lees ook de vermaning van de apostel Paulus in Romeinen 10 vers 25: "En laat ons onze onderlinge bijeenkomsten niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander te vermanen, en dat zoveel te meer als gij ziet dat de dag nadert."

Wanneer God een mens bekeert, dan wordt dat in de vrucht openbaar. Zodra de liefde Gods in het hart van een zondaar wordt uitgestort, krijgt hij God lief met zijn ganse hart. Hij krijgt Zijn Woord lief, Zijn dag, Zijn volk, Zijn inzettingen en Zijn rechten. Het wordt zijn lust en zijn leven om nu te wandelen in de weg van Gods ordonnantiën. Het wordt in hun leven bevestigd en ervaren dat de Heere de poorten van Sion bemint boven alle woningen van Jakob, Psalm 87 vers 2. Zij betuigen met David in Psalm 27 vers 4: "Eén ding heb ik van de Heere begeerd, dat zal ik zoeken, dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des Heeren, om de lieflijkheid des Heeren te aanschouwen in Zijn tempel."
Ze kunnen vooral in de tijd der eerste liefde zo hartelijk instemmen met David, de man naar Gods hart:
Want veel beter is slechts één ure
In Uw huis, dan elders dit 's klaar
Duizend zijn; beter is ook daar
Een wachter te zijn aan de deure,
Dan 't is in de paleizen zoet
Der godd'lozen met overvloed.

Psalm 84 vers 5 (Datheen)

Dat volk is wel verblijd met een plaats der samenkomst, doch het gaat niet in de eerste plaats om een gebouw van hout en steen, maar het is hun te doen om daar de Heere te mogen ontmoeten. Het gaat om de verkondiging van die waarheid die naar de godzaligheid is, om die waarheid te mogen horen waar God op het hoogst verheerlijkt, en de zondaar op het diepst vernederd wordt. Ze zoeken een prediking waar alles van de mens wordt afgebroken en Christus voorgesteld als de vrucht en openbaring daarvan, tot verheerlijking van een drie-enig God, dat de hoofdzaak blijft, hier en hiernamaals. Een prediking van het volmaakte en algenoegzame Borgwerk van Christus en het plaatsmakend en plaats vervullend werk van God de Heilige Geest in de harten van allen die verordineerd zijn tot het eeuwige leven, Handelingen 13 vers 48.

Gods levend gemaakte volk verlangt en ziet uit naar de levende bediening, van het eeuwig Evangelie. Niet naar een prediking waar knopen gelegd worden, maar waar knopen ontbonden worden, waar de raadsels van hun ziel ontraadseld worden, en waar de kruimels vallen van de tafel huns Heeren. Zij worden ingewonnen voor een ontdekkende bediening, waar ze (al is het geheel tegen vlees en bloed) worden afgebroken in zichzelf tot de fundamenten toe, om daarna gebouwd te worden op het vaste fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste hoeksteen is.

Een bediening waar gedurige spijze wordt opgedist en toegediend voor een hongerige en dorstige ziel. Een bediening waarin zij gebouwd worden in het allerheiligst geloof. Ja, onder zulk een bediening te mogen verkeren is een voorrecht. Daar gaat hun hart naar uit. Op vele plaatsen worden stenen voor brood gegeven, en daar kan een levend volk het niet onder uithouden. Ja, niet alleen dat, maar er zijn genoeg kerken waar Gods volk in een hoek geduwd wordt - de spot gedreven wordt met het innerlijk leven. Ja, waar zij gestenigd worden en pijlen op hun ziel worden afgeschoten, zodat hun ziel verwondt word, en zij vermoord worden op de weg naar Sichem. Hosea 6 vers 9. O wat een droevige toestanden. Het wordt ons beschreven in Klaagliederen 4 vers 4: "De tong van het zoogkind kleeft aan zijn gehemelte van dorst, de kinderkens eisen brood en er is niemand die het hen mededeelt"

Zelf zijn ze ook zo dodig menigmaal, en dan nog onder een levenloze dorre bediening, wat komt er dan een magerheid aan hun zielen. Wat een kwijnend leven voor Gods volk wanneer de snaren nooit meer worden aangeraakt, O wat is het verschrikkelijk wanneer de Kerk het niet meer in de kerk vinden kan, afgedacht van een ‘vrije wil’ of remonstrantse prediking al is het naar de letter nog zo Schriftuurlijk en gereformeerd, maar als het leven en de praktijk gemist worden, wat is het dan toch alles arm en leeg. Ook te dien opzichte is het waar dat de Geest alleen maar levend maakt. Een reeds lang ontslapen leraar zei eens: "Al worden de beste aardappelen u voorgezet om te eten, de groente en de jus maken de aardappelen smakelijk". Het is toch zo arm en leeg als de zalving en bediening van Gods Geest gemist wordt.

Smytegelt, een van onze oudvaders, heeft eens gezegd in de preek dat de tijd zou aanbreken, dat Gods volk met een boekje in een hoekje zou zitten. Dat ze niet meer gesticht kunnen worden in de kerk, maar dat ze onderhouden zullen worden door het 'overjarig koren'.
Leven zoekt en vraagt naar leven. Dat door God levend gemaakte volk krijgt honger en dorst, niet naar brood en water, maar naar de woorden van de levende God.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Psalm 73:2-14
2 Maar mij aangaande, mijn voeten waren bijna uitgeweken; mijn treden waren bijkans uitgeschoten. 3 Want ik was nijdig op de dwazen, ziende der goddelozen vrede. 4 Want er zijn geen banden tot hun dood toe, en hun kracht is fris. 5 Zij zijn niet in de moeite als andere mensen, en worden met andere mensen niet geplaagd. 6 Daarom omringt hen de hovaardij als een keten; het geweld bedekt hen als een gewaad. 7 Hun ogen puilen uit van vet; zij gaan de inbeeldingen des harten te boven. 8 Zij mergelen de lieden uit, en spreken boselijk van verdrukking; zij spreken uit de hoogte. 9 Zij zetten hun mond tegen den hemel, en hun tong wandelt op de aarde. 10 Daarom keert zich Zijn volk hiertoe, als hun wateren eens vollen bekers worden uitgedrukt, 11 Dat zij zeggen: Hoe zou het God weten, en zou er wetenschap zijn bij den Allerhoogste? 12 Ziet, dezen zijn goddeloos; nochtans hebben zij rust in de wereld; zij vermenigvuldigen het vermogen. 13 Immers heb ik te vergeefs mijn hart gezuiverd, en mijn handen in onschuld gewassen. 14 Dewijl ik den gansen dag geplaagd ben, en mijn straffing is er alle morgens.

Hier begint het relaas van een grote zielenstrijd, een geestelijke marathon, een zware en grondige veldslag waarin de half verslagen partij uiteindelijk geheel en al zegevierde. Fouten in hart en hoofd beïnvloeden algauw het gedrag. Er is een nauwe verbinding tussen het hart en de voeten. Asaf kon nauwelijks blijven staan, zijn rechte houding begaf het, zijn knieën bogen als een bezwijkende muur. Als mensen de rechtvaardigheid van God in twijfel trekken, begint hun eigen zuiverheid te tanen. Asaf kon geen vooruitgang boeken op de goede weg, zijn voeten weken onder hem weg als de voeten van iemand op glad ijs. Hij was te zwak voor iedere handeling, liep groot gevaar te zondigen en zo smadelijk ten val te komen. Wat moeten wij letten op de innerlijke mens, omdat deze zo’n sterke uitwerking heeft op de uiterlijke persoon. De belijdenis is in dit geval, zoals het ook hoort te zijn, zeer duidelijk en uitgesproken.
Het is deerniswekkend als een erfgenaam van de hemel moet erkennen ‘ik was afgunstig’, maar het zou erger zijn geweest als hij had moeten zeggen ‘ik was afgunstig op de snoevers’. Toch geldt die belijdenis, vrezen wij, voor de meesten van ons. Kijk! Zie! Denk erover! Hier is het doorlopende raadsel! Het vraagteken bij de voorzienigheid! Het struikelblok van het geloof! Hier worden de onrechtvaardigen beloond en krijgen zij hun zin, en niet maar een dag of een uur lang, maar hun leven lang. Van jongs af aan zwelgen deze mannen, die het verderf verdiend hebben, in weelde. Ze verdienen het in de kettingen geslagen te worden, maar de erekettingen worden om hun nek gehangen; ze verdienen het uit de wereld verdreven te worden, en toch ligt heel de wereld aan hun voeten. Het arme bijziende oog roept uit: ‘Kom dit zien!’ Verwonder u, wees verbluft, en maak dit eens kloppend met de voorzienige gerechtigheid, als u kunt. Ze zijn begiftigd met materiële en lichamelijke welstand. Ze worden niet door schuldenlasten en faillissementen geplaagd, terwijl ze bezit op bezit hopen door diefstal en woeker. Geld stroomt naar geld, de goudstukken vliegen in zwermen aan; de rijken worden rijker, de trotsen worden trotser. Heere, hoe kan dit? Uw arme dienaren, die steeds armer worden, en die steunen onder hun last, stellen verwonderd vast dat Uw wegen ondoorgrondelijk zijn.
Hier wordt het in alle duidelijkheid uitgesproken, en vele christenen zullen hun eigen ervaring herkennen. Ook wij hebben geprobeerd zulke knopen te ontwarren, en we hebben onze vingers daarbij danig bezeerd en onze tanden gebroken. Onze wijsheid had een hoge prijs, maar we hebben haar wél verworven; en van nu af aan ergeren wij ons niet meer aan boosdoeners, want de Heere heeft ons laten zien wat hun einde zal zijn.
Overweging:
Voorspoed, lijkt het, is een gevaarlijk wapen en niemand anders dan de onschuldige moet het durven gebruiken. De psalmist zelf begon, voordat hij dit overdacht, de voorspoed van goddeloze mensen met afgunst te bezien.
C.H. Spurgeon

Bron: charlesspurgeon.nl
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Zwijgende ordonnantiën II

Smytegelt, een van onze oudvaders, heeft eens gezegd in de preek dat de tijd zou aanbreken, dat Gods volk met een boekje in een hoekje zou zitten. Dat ze niet meer gesticht kunnen worden in de kerk, maar dat ze onderhouden zullen worden door het ‘overjarig koren’.
Leven zoekt en vraagt naar leven. Dat door God levend gemaakte volk krijgt honger en dorst, niet naar brood en water, maar naar de woorden van de levende God.
Dat was ook een van de redenen dat de discipelen zo dicht bij de Heere Jezus bleven tijdens Zijn omwandeling op aarde. Petrus riep uit in Johannes 6: Heere, tot wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens.’
En de oude Naomi had in Moab wel tien jaar gegeten, maar nooit het brood van Bethlehem geproefd. O wat was die moeder in Israël in al haar ellende toch gelukkig, dat ze de smaak van dat brood dat ze vroeger had gegeten, nooit was kwijtgeraakt: die was achter in haar keel blijven steken. Vandaar, toen zij hoorde in dat vreemde land, dat de Heere Zijn volk bezocht had, gevende hun brood, dat zij dadelijk het besluit nam om weder te keren naar haar oude vaderland. (Christus blijft trekken in het leven van Zijn volk; wie het vatten kan die vatte het.) O wat werd de betrekking en het verlangen sterk in de ziel van Naomi. Of ze daar in Bethlehem een prachtig gemeubileerd huis zou krijgen, en een bed van veren, daar heeft ze zich niet om bekommerd, maar dat ‘brood van Bethlehem’ had de overhand. In de velden van Moab had ze het nooit gegeten.
Zo is het ook met Gods volk, ze worden om God verlegen; zij krijgen heimwee naar Christus, naar het ware Brood des Levens, Dat de wereld het leven geeft. Naar Hem hongert dat uitgeteerde volk. Ze worden om God verlegen. De rechte en zuivere bediening van het Evangelie is melk voor de nieuw geboren kinderkens, en het is vaste spijze voor de volmaakten. 1 Petrus 2 vers 2, Hebreeën 5 vers 14.
Maar in de tweede plaats moeten wij ook overdenken, dat het God alleen is Die Zijn ingestelde ordonnantiën moet zegenen. De ordonnantiën op zichzelf kunnen het niet doen. Paulus is het die plant, en Apollos die nat maakt, doch het is God Die de wasdom geeft. Wat moet het steeds opgemerkt en beleefd worden, dat wij zelf geen met onze handen overal af moeten blijven. Wij kunnen onszelf geen zegen geven; ook is er geen leraar in staat om het te doen. Het brood dat de discipelen uitdeelden onder de scharen, waarvan we gedurig lezen in de Evangeliën, was eerst door de Heere Jezus gezegend, en dan ontvingen ze het van Christus, en zo mochten ze het onder het volk uitdelen. Gods knechten moeten het ook eerst van de hemel ontvangen om het hier op aarde mede te delen. In het prediken en in het luisteren blijven we steeds steil en diep afhankelijk.

(derde deel volgt D.V. later)
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Posthoorn
Berichten: 6464
Lid geworden op: 04 dec 2008, 11:22

Re: Meditatie

Bericht door Posthoorn »

'Zijgende' ordinantiën?

En: van wie is dit stuk?
TSD
Berichten: 2091
Lid geworden op: 31 aug 2011, 11:34

Re: Meditatie

Bericht door TSD »

Posthoorn schreef:'Zijgende' ordinantiën?

En: van wie is dit stuk?
Van Ds. W.C. Lamain, zie post van DIA hiervoor, waar dat best uitgebreid (maar wel in klein lettertype :D ) staat toegelicht.
Plaats reactie