'... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Plaats reactie
GerefGemeente-lid
Berichten: 6575
Lid geworden op: 14 apr 2021, 23:55
Locatie: Zeeland

'... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Bericht door GerefGemeente-lid »

Onderstaand de volgende predikatie. Omdat @DIA deze niet kan lezen op een PDF-bestand op zijn computer, deel ik hem hier als tekst volledig.
Neem het me niet kwalijk dat de lay-out en vormgeving wat te wensen over laat. Het is ondoenlijk om alle cursief en dikgedrukte teksten aan te passen en juist weer te geven. De preek is dus ook via PDF te lezen. Dat kan hier: https://www.tabernakel.nl/storage/data/ ... plaats.pdf

Er is nog plaats
‘…en nog is er plaats.’
Lukas 14:22
In het eerste gedeelte van dit vers brengt de dienstknecht bericht dat hij het tweede bevel van
zijn heer had gehoorzaamd en dat velen aan de uitnodiging gehoor hadden gegeven. Maar
hoewel deze binnen waren gekomen, voegt hij eraan toe: ‘En nog is er plaats.’ In het huis van
Christus is veel ruimte over voor nog meer genodigden.
Dit is een troostrijk woord voor hen die nog geen gehoor hebben gegeven aan de
uitnodigingen van het Evangelie. Zulke zondaren kunnen nog tot Christus gaan want de
deuren zijn nog niet gesloten. In het Evangelie heeft onze Heere ons al vaak aan Zijn gedekte
tafel genodigd. Ongetwijfeld hebben sommigen deze roep van het Evangelie al beantwoord en
zij mochten door het geloof aan de tafel des Heeren zitten. Maar zijn er niet velen blijven
zitten, terwijl sommigen op Zijn roepstem zijn opgestaan? Zijn er niet velen in de tenten van
de zonde gebleven, terwijl sommigen naar de bruiloft zijn gegaan? Toen sommigen het heil
van hun ziel hebben nagejaagd, zijn anderen met niets anders dan de wereld en hun
begeerlijkheden bezig geweest.
Wij komen opnieuw tot u, o verachters van Christus, met het blijde nieuws dat er nog plaats
is. Wij mogen overeenkomstig de leer van Gods Woord de deuren van het huis van Christus
voor u openen en u allen uitnodigen binnen te komen. Echter, niet zonder besef dat de
vreedzame en eenvoudige aanbieding van het Evangelie onder ons zal ophouden. Zondaren
buiten Christus zijn nog buiten Gods gunst, verbond en huisgezin. Verachters van Christus
hebben dit voorrecht geweigerd; maar nog is er plaats.
Voor hen die Christus nog niet hebben omhelsd en aangenomen in het aanbod van het
Evangelie is er nog plaats. Vandaag klinken drie zeer verschillende boodschappen in de oren
van redelijke schepselen die buiten de hemel verkeren:
De gevallen engelen horen een ontzaglijke boodschap. Namelijk, dat er voor hen nooit plaats
is geweest, noch ooit plaats zal zijn. Zij hebben gezondigd, maar er was voor hen nooit in een
Middelaar voorzien. Zij waren de eersten die de omheining van de wet waagden te verbreken.
God stelde hen tot vreselijke toonbeelden van Zijn rechtvaardigheid en gestrengheid. Want:
‘De engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten
hebben, heeft Hij tot het oordeel des groten dags met eeuwige banden onder de duisternis
bewaard’ (Jud. :6). U ziet dat hun banden eeuwig zijn en dat hun gevangenis duisternis is. Er
staat hen niets anders te wachten dan het oordeel. Zij verlieten hun woonstede en voor hen is
er nooit meer plaats. Zij zien dat er een maaltijd wordt klaargemaakt en ze weten dat ze er
nooit iets van zullen proeven, maar hun tanden zullen blijven knersen over deze
onderscheidmakende genade.
De verdoemde zondaren horen een andere boodschap. Namelijk, dat er eens plaats voor hen
was, maar dat er voor hen tot in alle eeuwigheid geen plaats meer zijn zal. De Heere van het
huis is opgestaan en heeft de deur gesloten. Ze hebben de gelegenheid gehad. Maar toen zij
die hadden, bekenden ze niet de dingen die tot hun eeuwige vrede dienden. Nu zijn deze
dingen verborgen voor hun ogen. Degenen met wie zij in dezelfde kerk hebben gezeten en
hetzelfde Evangelie hebben gehoord, zijn nu in de hemel. Wat zij nu alleen nog kunnen horen
is: Er was plaats. Toen er nog plaats voor hen was, zochten zij alleen de wereld en hun eigen
begeerlijkheden. Nu is de deur gesloten en voor eeuwig zal aan hun geweten blijven knagen
dat er ooit plaats was.
U hoort vandaag de gezegende een vreugdevolle boodschap dat er nog plaats is.
Zondaren, u bezit niets. Tot nu toe hebt u Christus veracht, maar de deur is voor u nog niet
gesloten. Wat slecht is, kan nog goed gemaakt worden. Want nog is er plaats!
Bij het behandelen van dit onderwerp zal ik:
I onderzoeken waarvoor nog plaats is
II onderzoeken waar nog plaats is
III deze leer bevestigen
I Onderzoeken waarvoor nog plaats is
Zondaren, er is nog plaats om uw afwijzing van Christus en Zijn zaligheid in te trekken en uw
woord terug te nemen. Christus is u aangeboden, maar velen van u hebben in werkelijkheid
gezegd: ‘Wij willen niet dat Deze over ons Koning zij.’ U wilde niets met Hem te maken
hebben. Welaan, als Hij u op uw woord zou nemen, dan zou u onherstelbaar verloren zijn. Als
Hij dit oordeel over u zou uitvoeren: ‘Want ik zeg ulieden, dat niemand van die mannen, die
genood waren, mijn avondmaal smaken zal’ (Luk. 14:24), dan zou er in eeuwigheid geen
hoop meer voor u zijn. Hij zou dus zo met u gehandeld kunnen hebben. Ja, Hij zou met u
gehandeld kunnen hebben als met Ananias en Saffira. Maar er is nog plaats. Neem uw woord
terug en als u nog toestemt Christus aan te nemen, dan zult u Hem hebben.
Er is nog plaats om het verbond te ondertekenen. God in Christus heeft een open afschrift van
het genadeverbond naar ons gestuurd en Hij heeft Zijn dienaren uitgezonden om
ondertekeningen te verzamelen, waardoor zielen in het verbond mogen treden. Velen hebben
daar hun naam al onder gezet. ‘O, mijn ziel!’ zegt David, ‘gij hebt tot den Heere gezegd: Gij
zijt de HEERE’ (Ps. 16:2). ‘Verzamelt Mij,’ zegt God, ‘Mijn gunstgenoten, die Mijn verbond
maken met offerande’ (Ps. 50:5).
Maar nog steeds is er plaats. ‘Deze zal zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal zich noemen
met de naam van Jakob; en gene zal met zijn hand schrijven: Ik ben des HEEREN, en zich
toenoemen met den naam van Israël’ (Jes. 44:5). God zegt nog steeds tot u: ‘Want Ik zal met
u een eeuwig verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David’ (Jes. 55:3).
Geloof dit woord en pas het op uzelf toe. Omhels het verbond, want nog is er plaats!
Er is nog plaats voor berouw en bekering. U bent dwaas en onzinnig geweest door uw
ondergang zonder vrees en beven zelf uit te werken. U hebt datgene gedaan wat u zal
verwoesten als het niet ongedaan gemaakt zal worden. Nog is er plaats voor berouw.
Daarvoor was plaats in het eerste verbond, al kon het daarin, eens bedorven, nooit weer
hersteld worden. In de hel is geen plaats meer voor bekering, maar hier is er nog plaats voor.
Ezau verachtte zijn eerstgeboorterecht en voor hem was geen plaats van berouw meer. Maar
na alles wat u gedaan hebt, komt nu de stem van de Heere nog tot u: ‘Keert weder, en bekeert
u van al uw overtredingen, zo zal de ongerechtigheid u niet tot een aanstoot worden’ (Ez.
18:30).
Hoewel het voor sommigen van u het elfde uur is: nog is er plaats.
Er is nog plaats voor de slechtste van u, ook u mag nog binnenkomen. ‘En die wil, neme het
water des levens om niet’ (Openb. 22:17). Jezus zegt: ‘Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop;
indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal
met hem avondmaal houden, en hij met Mij’ (Openb. 3:20). Verachters en verwerpers van
Christus: Hij roept u nu! Hij heeft u en mij niet nodig, maar Zijn huis is nog niet vol en dat
moet worden gevuld. En nog is er plaats. ‘Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en
die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen’ (Joh. 6:37). Velen die bij de slechtsten hoorden
heeft Hij al ontvangen en Hij heeft nog plaats voor meer van zulke zondaren. ‘Ga uit,’ zegt
Hij tot Zijn dienstknechten, ‘in de wegen en heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn
huis vol worde’ (Luk. 14:23).
II Onderzoeken waar nog plaats is
Wij gaan nu over tot ons tweede punt om te zien waar nog plaats is. Er is nog plaats in de
deur, opdat u daardoor naar binnen zou gaan. Jezus Christus Zelf is de deur. Hij zegt: ‘Ik ben
de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en
uitgaan, en weide vinden’ (Joh. 10:9). Hij is gewillig om u te ontvangen. De deur wordt
geopend in het aanbod van het Evangelie. Hij is wijd geopend, zodat de slechtste van de
zondaren door Christus tot de Vader kan gaan. Paulus zegt tot de Korinthiërs: ‘En dit waart
gij sommigen; maar gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd,
in den Naam van den Heere Jezus, en door den Geest onzes Gods’ (1 Kor. 6:11).
Maar zonder Jezus Christus is er geen toegang. ‘Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het
Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij’ (Joh. 14:6). In deze dagen, waarin de leer
van het Evangelie verduisterd wordt, wordt de deur door sommigen alleen zover geopend om
hen die bekwaam gemaakt zijn binnen te laten. Alsof mensen half genezen zouden moeten
zijn voordat zij naar de dokter zouden mogen komen. Maar het Woord van God zet de deur
wijd open: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon
gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven
hebbe’ (Joh. 3:16). ‘En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En
die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet’ (Openb. 22:17). Dus u
ziet dat het Woord van God de deur wijd openzet om allen binnen te laten die binnen willen
komen. Wat hun toestand ook mag zijn. Kom dan binnen, o zondaar! Hier staat geen engel
met een vlammend zwaard om de weg naar de boom des levens te bewaken. De middelmuur
van afscheiding is gebroken en vreemdelingen zijn welkom om de heilige grond te betreden.
Christus is de Deur. Laat de glans van Zijn aangezicht u niet doen terugschrikken, noch de
Goddelijke heerlijkheid u zo doen beven dat u niet tot Hem zou durven naderen. Want de
Godheid is bedekt door Zijn mensheid, zodat zondaren God zullen kunnen zien zonder te
sterven. ‘Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het heiligdom
door het bloed van Jezus, op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door
het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees’ (Hebr. 10:19-20).
Er is nog plaats voor u in Christus’ huis. Zijn huis is nog niet vol. Als dat het geval zou zijn,
dan zou de deur al gesloten zijn. Zondaren, u bent zonder geestelijk onderdak. U zwerft op en
neer op bergen van ijdelheid. U bent een gemakkelijke prooi voor de verscheurende leeuw.
Waarom wilt u niet daar binnengaan, waar u veilig zult zijn? In het huis van de Vader is
voldoende plaats voor u. En allen die daarin zijn, hebben brood in overvloed. Waarom wilt u
dan verloren gaan?
Er is plaats voor u in het huis hier beneden. Er zijn twee grote huisgezinnen op de aarde,
namelijk het huisgezin van Christus en dat van de duivel. Wij zijn geboren als leden van het
huisgezin van de duivel. Maar Christus is gewillig om u in Zijn huisgezin te ontvangen. Ja,
Hij nodigt u daartoe uit met de woorden: ‘Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u
af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. En Ik zal u
tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige’
(2 Kor. 6:17-18). ‘Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders
huis’ (Ps. 45:11). U, die aan de voet van de berg Sinaï staat, onder de heerschappij van de wet
als een werkverbond, u bent welkom op de berg Sion. U bent welkom in de stad van de
levende God, bij een ontelbaar gezelschap van engelen, de algemene vergadering van de Kerk
der eerstgeborenen.
U zult daar buiten het bereik van de vloek zijn, maar wel onder de tucht van het huisgezin. Er
is plaats voor u als dienaren. Hij zegt tot u: ‘Wat staat gij hier den gehelen dag ledig?’ ‘Gaat
ook gij heen in den wijngaard, en zo wat recht is, zal ik u geven’ (Matth. 20: 3 en 6). Onze
Heere zegt nogmaals tot u: Kiest u heden wie gij dienen zult: Christus of uw begeerlijkheden.
Hij heeft u noch uw dienst nodig. Hij heeft duizenden engelen om Zich door hen te laten
dienen. Toch heeft Hij plaats overgelaten, die door u mag worden ingenomen onder het getal
van Zijn dienstknechten. Zou u zo’n heerlijke en genadige Meester niet wensen? Hij trekt de
gelovigen in Zijn dienst met koorden van liefde. Hij geeft hen eerst aanspraak op de eeuwige
vergelding en vervolgens beveelt Hij hen te werken. En zelfs de beproevingen nemen Zijn
soevereine liefde niet weg.
Er is plaats voor u als vrienden, wat nog meer inhoudt. Hoor maar: ‘Ik heet u niet meer
dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden
genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt’ (Joh.
15:15). Het is geen kleine zaak om een vriend van het huis te zijn. En hoewel u hiervoor
vijanden bent geweest, toch is er nog plaats voor u om Christus’ boezemvrienden te worden.
Vrienden aan wie Hij Zijn verborgenheden wil meedelen. ‘De verborgenheid des HEEREN is
voor degenen, die Hem vrezen; en Zijn verbond, om hun die bekend te maken’ (Ps. 25:14).
Hij is een Vriend Die u kan helpen, als alle andere vrienden geen hulp meer kunnen bieden,
zelfs in het uur van uw sterven. Uw vrienden in de wereld mogen dan uw ogen sluiten, u uw
doodskleed aandoen en het graf klaarmaken. Maar Hij kan uw ziel naar God de Rechter
dragen en u in onuitsprekelijke vreugde onstraffelijk voor Zijn glorierijk aangezicht te stellen.
Er is plaats voor u als zonen en dochters om kinderen van het huis te worden. ‘Ik zal u tot een
Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige’ (2 Kor.
6:18). Hij heeft veel kinderen; een ontelbaar en krachtig zaad, een sterk nakroost, de vrucht
van de arbeid van Zijn ziel. Hij is al met hen voor Zijn Vader verschenen toen Hij zei: ‘Ziet,
ik en de kinderen, die mij de HEERE gegeven heeft’ (Jes. 8:18). Nog is er plaats voor meer
mensen. De genade van aanneming tot kinderen is nog niet uitgeput. De erfenis is groot; er is
voldoende voor allen die tot Hem willen komen. Het maakt niet uit hoe laag uw afkomst is,
noch hoe ellendig de staat is waarin Hij u vindt. Als u nu maar wilt binnenkomen.
U zult worden ontvangen als de bruid van Christus en Hij zegt tot u: ‘Alle dingen zijn nu
gereed, komt tot de bruiloft.’ Het eeuwigdurende huwelijksverbond wordt aan u voorgesteld.
Als u met Hem wilt trouwen, dan wil Hij het ook met u. Geloof de belofte van het Evangelie
met bijzondere toepassing op uzelf. Zeg amen op het verbond en Hij is de uwe en u bent de
Zijne.
Er is plaats voor u in het huis hierboven. Het voorhangsel is in tweeën gescheurd en er is
toegang tot het heilige der heiligen. Christus heeft de hemel voor ons geopend, die eens door
de zonde van Adam gesloten werd. Er is goed nieuws, want in het huis van de Vader van
Christus zijn veel woningen. Christus bereidt daar een plaats voor u. Als u tot Christus wilt
komen, zult u pilaren zijn in de tempel van God en daar niet meer uitgaan. Het is een heilige
plaats waar niets onreins kan binnenkomen. Maar Hij zal u daartoe voorbereiden door de
heiligmaking van Zijn Geest.
Er is plaats voor u aan de tafel. De tafel van Christus, ook de tafel van de bediening van het
Evangelie hier beneden, is goed uitgerust. ‘En de HEERE der heirscharen zal op dezen berg
allen volken een vetten maaltijd maken, een maaltijd van reinen wijn, van vet vol mergs, van
reine wijnen, die gezuiverd zijn’ (Jes. 25:6). Er zijn op deze tafel veel uitnemende gerechten;
vrede, vergeving, vreugde in de Heilige Geest en zelfs de weldaden van het eeuwige verbond.
Alles wat bij uw toestand past is aanwezig, zoals goud, beproefd in het vuur, om u te
verrijken, een witte mantel om u te bekleden en te versieren en ogenzalf om uw ogen te
zalven, opdat u mag zien. Aan deze tafel is plaats in overvloed: ‘O alle gij dorstigen! komt tot
de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en
zonder prijs, wijn en melk!’ (Jes. 55:1).
Er is plaats voor u in het hart van de Meester van het feest. Waarom zou Hij u roepen als het
niet zo zou zijn? ‘En op den laatsten dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus en
riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke’ (Joh. 7:37). Keer uw gezicht
slechts huiswaarts en de ingewanden van de Vader zullen verlangen naar de terugkerende,
berouwhebbende zondaar. Hij zal u onderweg al ontmoeten. Waarom waren de armen van
Christus aan het kruis uitgestrekt, anders dan om u te omhelzen? Was Zijn zijde niet
doorboord om te laten zien dat er in Zijn hart plaats is voor u?
III Bevestiging van deze leer
Om deze leer te bevestigen, gaan wij nu over tot het behandelen van de derde gedachte.
Overdenk de genade van God die door Christus tot zondaren komt. ‘Want God was in
Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft
het woord der verzoening in ons gelegd’ (2 Kor. 5:19). Dus door Christus, want buiten
Christus is God voor zondaren een verterend vuur en een eeuwige gloed, bij Wie niemand
wonen kan. Dit komt openbaar in de engelen en verdoemden die Christus verwerpen. Maar
als u door Christus tot God komt, zult u een fontein vinden die overvloeit van genade. Genade
is een van de grote letters van de naam van God. Hij is de HEERE. ‘HEERE, God, barmhartig
en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid’ (Ex. 34:6).
Bent u ellendig? Bij Hem is barmhartigheid. Israël hope op de HEERE; want bij de HEERE is
goedertierenheid en bij Hem is veel verlossing.’ Hebt u veel zonden? Wel, Hij is niet alleen
barmhartig en genadig, maar ook een gaarne vergevend God. Bij Hem is een menigte van
genade. Hij heeft lust in goedertierenheid. Het behaagt Hem om Zijn barmhartigheid te tonen
aan ellendigen. En mocht een beetje genade u niet baten, dan zal Hij genade aan genade
toevoegen. Want God heeft gezegd dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben. Hebben uw
zonden u werkelijk in het onderste van het graf doen neerdalen, Gods goedertierenheid zal u
daar weer uit ophalen. ‘Want Uw goedertierenheid is groot over mij; en Gij hebt mijn ziel uit
het onderste des grafs uitgerukt’ (Ps. 86:13). Hebben uw zonden de wolken bereikt? Gods
goedertierenheid is boven de wolken, want zij is in de hemelen.
Overdenk het lijden van Christus om voor zondaren plaats te bereiden. De eerste Adam
verbeurde onze plaats in de gunst van God. Maar de tweede Adam heeft door Zijn dood
opnieuw plaatsgemaakt voor hen die uitgestoten waren.
Let op de hoedanigheid van de Persoon Die leed. In de Zoon was de Goddelijke natuur
verenigd met de menselijke natuur. Het bloed dat voor de verlossing van zondaren is
vergoten, was dus het bloed van God. De apostel zegt: ‘Om de Gemeente Gods te weiden,
welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed’ (Hand. 20:28). In deze donkere dagen zien
we een samenzwering tegen onze gezegende Verlosser. De Evangelieleer verdwijnt in een
wolk van duisternis. Niet alleen wordt er gespot met Christus’ plaatsbekleding voor Zijn volk,
maar er worden ook slagen toegebracht aan het fundament van het christendom door het
ontkennen van de Godheid van de Zoon en Zijn gelijkheid aan de Vader. En het uiteindelijke
gevolg daarvan zijn gruwelijke godslasteringen en godslasterlijke praktijken tegen de eeuwige
gezegende Drie-eenheid. Maar wee u, wee u, zondaren, als Christus niet de allerhoogste God
zou zijn. Zijn lijden zou dan niet van oneindige waarde zijn en zou niet kunnen voldoen voor
de belediging van een oneindige God. De heiligen zouden alsnog in hun zonden zijn. Hun
geloof en hoop zouden tevergeefs zijn, alles zou dan van het fundament zijn gerukt. Maar
wees ervan verzekerd dat er op grond van het lijden van Christus nog plaats is; want Hij is de
Metgezel van de Vader. Hij is Gode even gelijk. Hij is Jehova. De Naam van onze Verlosser
is de HEERE der Heirscharen, de Heilige Israëls. ‘En dit zal Zijn naam zijn, waarmede men
Hem zal noemen: De HEERE: ONZE GERECHTIGHEID’ (Jer. 23:6).
Let op de verschillen in de aard van Zijn lijden. Hij leed in Zijn Naam, in al Zijn ambten, in
Zijn lichaam en ziel. Hij droeg de vloek: ‘Christus heeft ons verlost van den vloek der wet,
een vloek geworden zijnde voor ons’ (Gal. 3:13). Hij verdroeg de toorn van Zijn Vader in
onze plaats. ‘Ik ben uitgestort als water, en al mijn beenderen hebben zich vaneen gescheiden;
mijn hart is als was, het is gesmolten in het midden mijns ingewands’ (Ps. 22:15).
Hij ondervond geen toegeeflijkheid. ‘Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft
Hem voor ons allen overgegeven’ (Rom. 8:32). Hij heeft aan alle eisen van het recht en van
de wet voldaan ten gunste van uitverkoren zondaren.
Let op het doel van Zijn lijden. Het doel was om voor zondaren een plaats in Gods gunst terug
te winnen. Om een verloren hemel terug te kopen met Zijn bloed en diegenen tot God terug te
brengen die in de lendenen van Adam, hun vader, uit Zijn huis waren verbannen. Zijn lijden
beantwoordde volkomen aan deze doeleinden. ‘En het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon,
reinigt ons van alle zonde’ (1 Joh. 1:7). En dit bloed zal ‘uw geweten reinigen van dode
werken, om den levenden God te dienen’ (Hebr. 9:14). Hoe groot uw schuld ook is en hoe
bezoedeld wij ook zijn door onze zonden, nochtans kan het bloed van Christus ze wegnemen.
Zoals het water van een oceaan een brandend huis direct zou blussen.
Overdenk dat de Heilige Schrift Christus duidelijk voorstelt als een bekwame en gewillige
Zaligmaker. ‘En gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun
zonden’ (Matth. 1:21). Waarom Hij ook volkomen kan zalig maken, degenen, die door Hem
tot God gaan, alzo Hij leeft om voor Zijn volk te bidden. ‘Want zodanig een Hogepriester
betaamde ons, heilig, onnozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de
hemelen geworden’ (Hebr. 7:26). Hij klaagt dat zondaren niet tot Hem willen komen opdat
Hij hen zou kunnen zalig maken, als Hij zegt: ‘En gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het
leven moogt hebben’ (Joh. 5:40). Christus is verheven als de koperen slang op de stang opdat
zondaren op Hem zouden zien en zalig worden. Het bevel is: ‘Wendt U naar Mij toe, wordt
behouden, alle gij einden der aarde! want Ik ben God, en niemand meer!’ (Jes. 45:22). Jezus
is de Roos van Saron, de Roos van het veld Die voor iedereen toegankelijk is. In Hem zijn
wateren, waarin de meest bezoedelde mens zich mag wassen. Iedereen die dorst heeft, wordt
uitgenodigd om tot deze wateren te komen. Er zijn in Hem stromen van water om de woestijn
en de wildernis te verfrissen en vruchtbaar te maken. Al denkt u misschien dat deze stromen
kunnen opdrogen, in Hem is er een open en toegankelijke fontein. Een fontein tegen de zonde
en tegen de onreinheid. En als dat te weinig zou zijn, dan zijn er rivieren, want ‘de man Jezus
zal zijn als waterbeken in een dorre plaats (Jes. 32:2). En als dit niet voldoende is, dan zijn
daar de diepten der zee: ‘Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen’ (Mi. 7:19).
Overdenk dat alle dingen gereed zijn voor uw ontvangst en onthaal. ‘Alle dingen zijn gereed;
komt tot de bruiloft’ (Matth. 22:4). Als alle dingen gereed zijn, dan is er zeker nog plaats voor
u.
De Vader is gereed en verheugt Zich erover dat zondaren met Zijn Zoon in het
huwelijksverbond zullen treden en erfgenamen van de heerlijkheid zullen worden. Van Jezus
zegt Hij: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in Dewelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!’
(Matth. 17:5).
Jezus, de gezegende Bruidegom, is gereed om u in het huwelijksverbond te ontvangen. ‘En Ik
zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid; ja, Ik zal u Mij ondertrouwen in gerechtigheid en in
gericht, en in goedertierenheid en in barmhartigheden’ (Hos. 2:18).
En de Heilige Geest is ook gereed en zegt tot u: ‘Kom.’ Het huwelijkscontract is klaar, het
verbond is tot stand gebracht; u hoeft alleen nog maar uw naam eronder te zetten. De
huwelijksmaaltijd is gereed; er ontbreekt niets dan alleen uw toestemming.
Overdenk dat u bent uitgenodigd binnen te komen. Ja, ons is uitdrukkelijk bevolen u te
dwingen in te komen, opdat Zijn huis vol worde. Zou dat ons bevolen zijn als er geen plaats
voor u zou zijn? Bedenk dat de uitnodigingen zeer ruim en uitgebreid zijn, want we lezen: ‘O
alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt,
koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!’ (Jes. 55:1). ‘En die wil, neme het water des
levens om niet’ (Openb. 22:17). Als u zelf de uitnodigingen zou mogen doen, zou u ze ruimer
kunnen maken? Zondaren, zeg niet dat u niet geschikt bent om tot Hem te komen. Ik ben er
zeker van dat u niet geschikt bent om bij Hem weg te blijven. Kom tot Hem voor alles wat u
nodig hebt en omhels een volmaakte Christus tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en
verlossing.
Bovendien zijn de uitnodigingen gedaan met een uitdrukkelijke bepaling, dat uw zondigheid
en onwaardigheid uw ontvangst door Christus niet zullen verhinderen als u zult komen. ‘Gij,
die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en
melk’ (Jes. 55:1). Ja, deze uitnodigingen zijn bevelen die geen tegenspraak dulden. Ze zijn u
opgelegd om die op eigen verantwoording te gehoorzamen. ‘En dit is Zijn gebod, dat wij
geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus’ (1 Joh. 3:23).
Overdenk dat allen die vóór u tot Christus gegaan zijn, ondervonden hebben dat er plaats
was. Waarom zou u niet durven naderen? Degenen die zijn gekomen, zijn toebereid om te
zingen: ‘Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.
En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de
heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen’ (Openb. 1:5-6). Blader de Bijbel door en
kijk naar de geschiedenis uit verleden tijden; wie is ooit verloren gegaan die tot Hem kwam?
Paulus was welkom, en dat tot een voorbeeld voor anderen: ‘Maar daarom is mij
barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al Zijn
lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld dergenen, die in Hem geloven zullen ten
eeuwigen leven’ (1Tim.1:16). Manasse, Maria Magdalena, de moordenaar aan het kruis, de
Korinthiërs, zij hebben allen ondervonden dat er plaats was in Zijn huis. Allen waren welkom.
Ga dan daarheen waar anderen, die u voor zijn gegaan, niet beschaamd zijn geworden. En als
u daar zult sterven en uw graf zult vinden voor Zijn deur, verzeker ik u dat u de eerste zou
zijn.
Overdenk dat als Jezus Zijn ogen van de mensen afgewend zou hebben vanwege hun
onwaardigheid en ellende, Hij er nooit één zou hebben binnengehaald. Zijn deur zou voor
eeuwig voor hen gesloten zijn. Vond Hij niet allen, die nu in de heerlijkheid zijn, eens
vertreden liggen in hun geboortebloed? Was er een oog dat medelijden met hen had of een
hand om hen te helpen? Het hele gezelschap van verlosten moet hun kronen aan Zijn voeten
werpen en Hem de eer geven, Die hen gewassen heeft in Zijn bloed. Als u wacht totdat u het
waard bent, zult u nooit komen.
Overdenk dat het grote doel van het zaligen van zondaren door Jezus Christus is om de
rijkdommen van vrije genade te verheerlijken. ‘Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar de
genade zij’ (Rom. 4:16). Hoe uitzichtlozer uw ziekte is, des te heerlijker zal uw genezing zijn.
Uw zondigheid zal dienen tot de verheerlijking van vrije genade in Jezus Christus. Wilt u
Hem niet de eer van uw zaligheid geven? ‘Gaat uit, en aanschouwt, gij, dochteren van Sion!
den koning Salomo, met de kroon, waarmede Hem Zijn moeder kroonde op den dag Zijner
bruiloft, en op den dag der vreugde Zijns harten’ (Hoogl. 3:11).
Kom dan binnen, o zondaren, en verlaat uw natuurstaat en zonde. Verlaat de bergen van
ijdelheid. Kom tot Christus, kom in het verbond, in een staat van vrede met God door Hem.
Nog is er plaats. En omdat een ieder van u óf gedwongen wordt tot Christus te komen, óf
zonder verontschuldiging op die dag achtergelaten zal worden, zo laat mij de oplossing voor
uw tegenwerpingen aan u voorleggen.
Hoewel er al velen binnen zijn, nog is er plaats voor u. Velen zijn van het oosten en westen,
zuiden en noorden gekomen en zitten aan met Abraham in het Koninkrijk van God. Maar nog
is het huis niet vol. De Meester verwacht nog meer gasten. Er zijn dagen geweest waarin
zielen tot Christus samenstroomden zoals duiven tot hun vensters, maar nog is er plaats. Als
dat niet het geval zou zijn, dan zouden de deuren gesloten zijn en de dienstknechten
binnengeroepen zijn en niet langer meer nodigen.
Hoewel er veel aanwezigen op het feest zijn, nog is er plaats voor u. Christus en de gelovigen
genieten in het huis hier beneden samen een maaltijd. Een vette maaltijd die Hij alle volken
bereidt. De engelen zijn Gods bedienden, ‘gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden
worden, om dergenen wil, die de zaligheid beërven zullen’ (Hebr. 1:14). Maar de lofzangen
van de engelen zullen de Koning het geroep van een arme zondaar op aarde, die door Hem tot
God komt, niet doen vergeten. Hij zal, dwars door de menigte die voor de troon staat, u zien
en u een genezende blik schenken en plaats voor u maken. Zie dan op naar Zijn heilige
tempel. Als u slechts uw ogen op Hem kunt vestigen, dan zal Zijn hart ogenblikkelijk bij u
zijn. Zijn liefde zal haar weg banen door de serafijnen en cherubijnen en u uit de diepte van
ellende verlossen. Hij zal u dan laten uitroepen: ‘Gij hebt mijn ziel liefelijk omhelsd, dat zij in
de groeve der vertering niet kwame; want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen’
(Jes. 38:17).
Hoewel u lang gewacht hebt met komen, nog is er plaats. Velen zijn na u geboren en vóór u
tot Jezus Christus gegaan. U hebt stilgezeten toen anderen de toekomende toorn zijn
ontvloden. Nog is er plaats. Het is een eervolle zaak om bij de eersten te horen die Christus
omhelzen. Paulus spreekt in dit opzicht over sommigen die vóór hem in Christus waren. Maar
onze Heere zal toch Zijn deur voor de laatsten niet sluiten. Zolang er nog één schaap
rondzwerft op zoek naar de schaapskooi, zal de deur niet gesloten worden.
Hoewel u veel roepstemmen hebt afgeslagen en Christus vaak geweigerd hebt, nog is er
plaats. Hij staat u toe uw woord terug te nemen. Hij zegt nog: ‘Wilt u niet gereinigd worden?’
Hoe beslist was het volk in hun afwijzing: ‘Bedwing uw voet van ontschoeiing, en uw keel
van dorst; maar gij zegt: Het is buiten hoop; neen, want ik heb de vreemden lief, en die zal ik
nawandelen!’ (Jer. 2:25). Toch zegt de Heere in het volgende hoofdstuk van het boek Jeremia:
‘Keer nochtans weder tot Mij’ (3:1). Christus staat aan de deur en klopt en Hij geeft u het ene
aanbod na het andere. Hij doet dit opdat u wijs zou worden en Hem zou opendoen.
Hoewel u meer dan eens dichtbij de deur bent geweest en toch weer wegging en Hem
daardoor beledigde, nog is er plaats. ‘Keert weder, gij afkerige kinderen! Ik zal uw
afkeringen genezen’ (Jer. 3:22). Heeft de Heere u niet zo nu en dan overtuigingen van zonde
en plicht gegeven? Hebt u daarop niet besloten om tot Christus te gaan en het verbond te
omhelzen? Maar ‘uw weldadigheid is geweest als een morgenwolk, en als een vroegkomende
dauw, die henengaat’ (Hos. 6:4). Hebben sommigen van u geen mooie bloesem voortgebracht
die later vergaan is tot stof? Christus had hen halverwege de hemel getrokken, maar zij lieten
het koord van liefde los en renden bij Hem vandaan. Nochtans zegt Hij: ‘Ik zal hunlieder
afkering genezen, Ik zal hen vrijwilliglijk liefhebben’ (Hos. 14:5).
Hoewel u Christus veracht hebt in uw voorspoed, nog is er plaats voor u. Ook al is uw
toestand zo slecht als het maar kan. ‘De wind zal al uw herders weiden, en uw liefhebbers
zullen in de gevangenis gaan; dan zult gij zekerlijk beschaamd en te schande worden,
vanwege al uw boosheid’ (Jer. 22:22). Het kan zijn dat u dagen van uiterlijke voorspoed hebt
gekend, waarin u Christus hebt veracht. Maar nu is de toestand veranderd en de wereld waar u
zich om bekommerde, bekommert zich niet meer om u. Nog is er plaats voor u! Hij is bereid u
aan te nemen als u door alles en iedereen bent verstoten. ‘Hij vergadert Israëls verdrevenen’
(Ps. 147:2).
Misschien bent u oud geworden in de zonde en zijn uw grijze haren te vinden op de weg van
de goddeloosheid, maar nog is er plaats. Hij roept zelfs ter elfder ure. Oude zondaren, wordt
het geen tijd voor berouw en bekering? Toen u jong was, besloot u deze zaak uit te stellen
totdat u oud zou zijn geworden.
Een ongelukkige beslissing! Maar als u nu wilt komen, stel het dan niet langer uit. Er is
plaats voor oude zondaren in het huis van onze eeuwige Vader. Op de dag van Zijn heirkracht
kan een mens wederom geboren worden, zelfs al is hij oud. Soevereine genade kan iemands
vastgehechte zonde met wortel en tak uitroeien.
Hoewel er minder verwachting voor uw toestand is dan ooit tevoren, nog is er plaats.
Dezelfde genade die tot Paulus kwam op de weg naar Damascus, terwijl hij was ‘blazende
dreiging en moord’ tegen Christus en Zijn volgelingen, kan ook nog op uw weg komen en u
als een prooi uit de muil van de leeuw rukken. In één woord: hoe uw toestand ook mag zijn,
er is nog plaats. Want: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw,
al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol’ (Jes. 1:18). Kom dan
zondaren, nu er nog plaats is.
Besef dat het een te duurgekochte plaats is om er zo licht over te denken. Als Christus niet
gestorven was, en de weg tot Gods genade, die Adam door zijn zonde had gesloten, niet door
Christus’ bloed was geopend, dan zou er voor zondaren geen andere plaats zijn geweest dan
die van de gevallen engelen. ‘Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen
acht nemen?’ (Hebr. 2:3). Ik smeek u bij de liefde van Christus, Die voor zondaren stierf, om
uzelf aan Hem over te geven.
Nog eens, bedenk dat er niet altijd plaats zal zijn. De deur zal binnenkort gesloten worden.
Dan zult u tevergeefs roepen om binnengelaten te worden. Daarom, zoek toch de Heere
terwijl Hij te vinden is. God heeft lang gewacht op deze zondige volken. Maar Zijn
verdraagzaamheid met dit geslacht zal eens een einde nemen, als wij ons niet bekeren – en
daar lijkt het niet op, integendeel. Hij heeft lang op ons, zondaren, gewacht. Maar Hij zal niet
altijd blijven wachten. Uiteindelijk, en hoe spoedig kan dat al wezen, zal er geen plaats meer
voor u zijn. Er zijn weinig avondmaalstijden en voor iemand in de gemeente kan het de laatste
keer zijn. Uw leven is onzeker en uw genieten van de instellingen van het Evangelie is ook
onzeker. Zij die niet tot Christus willen komen nu er nog plaats is, zullen weldra hun plaats
moeten innemen in de poel die daar brandt van vuur en sulfer.
Maak bij uzelf plaats voor Christus. Plaats in uw hart, plaats in uw huis. Ik zou u allen wel
willen toeroepen: ‘Bereidt den weg des Heeren, maakt Zijn paden recht!’ (Luk. 3:4). Opnieuw
komt Christus op een ontzaglijke en plechtige wijze tot ons in het Heilig Avondmaal.
Christenen, avondmaalgangers, maak plaats voor Zijn gezegende binnenkomst: ‘Heft uw
hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga!’ (Ps.
24:7). Maak plaats voor Hem en al Zijn heil. ‘Die ons geworden is wijsheid van God, en
rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing’ (1 Kor. 1:30).
Wees overtuigd van uw totale leegheid, van uw behoefte aan alles, opdat u Hem mocht
aannemen. Nog eens, maak plaats voor Hem in al Zijn ambten, als Profeet, Priester en
Koning. Spoor grondig de opstand in u op; leg al uw zonden voor Hem neer, zodat Hij de
schuld daarvan door Zijn bloed kan verwijderen en de kracht daarvan door Zijn Geest kan
verbreken. Opdat Hij u zo zou bevrijden van alle ongerechtigheid en ‘Zichzelven een eigen
volk zou reinigen, ijverig in goede werken’ (Tit. 2:14).
Ten slotte, maak plaats voor Hem en Zijn kruis. Overweeg wat u doet. Houd rekening met de
ontberingen die u kunt tegenkomen in de navolging van Christus waar Hij ook heengaat.
Amen.
Het kromme kan niet recht gemaakt worden, en hetgeen dat ontbreekt, kan niet geteld worden. (Prediker 1: 14 en 15)
Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd. (...) een tijd om te zwijgen (...). (Prediker 3: 1 en 7m)
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: '... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Bericht door -DIA- »

Dat is een voortreffelijke en bemoedigende preek voor een levend volk dat genodigd wordt tot de Dis des Verbonds. Het zal een preek zijn bij een Avondmaalsbediening.
Ik denk dat de reden van plaatsing wel te begrijpen is, als u ervan uitgaat dat u me hierdoor kunt bekeren. Maar dat kunt u niet, ook niet door deze voortreffelijke preek. Let er ook op dat we deze preek ook door een andere bril kúnnen lezen en ons toe-eigenen wat ons niet toekomt. Ik ga er ook van uit dat er voor deze Avondmaalsbediening een sepererende voorbereidingspreek is gehouden.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
GerefGemeente-lid
Berichten: 6575
Lid geworden op: 14 apr 2021, 23:55
Locatie: Zeeland

Re: '... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Bericht door GerefGemeente-lid »

-DIA- schreef:Dat is een voortreffelijke en bemoedigende preek voor een levend volk dat genodigd wordt tot de Dis des Verbonds. Het zal een preek zijn bij een Avondmaalsbediening.
Ik denk dat de reden van plaatsing wel te begrijpen is, als u ervan uitgaat dat u me hierdoor kunt bekeren. Maar dat kunt u niet, ook niet door deze voortreffelijke preek. Let er ook op dat we deze preek ook door een andere bril kúnnen lezen en ons toe-eigenen wat ons niet toekomt. Ik ga er ook van uit dat er voor deze Avondmaalsbediening een sepererende voorbereidingspreek is gehouden.
Volgens mij is het een voorbereidingspreek.

En volgens mij wordt niet alleen Gods volk, maar juist ook degenen die nog onbekeerd voortleven, aangesproken en aangespoord, in bijzonderheid in de laatste gedachte.
Het kromme kan niet recht gemaakt worden, en hetgeen dat ontbreekt, kan niet geteld worden. (Prediker 1: 14 en 15)
Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd. (...) een tijd om te zwijgen (...). (Prediker 3: 1 en 7m)
eilander
Moderator
Berichten: 16786
Lid geworden op: 15 okt 2007, 21:42

Re: '... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Bericht door eilander »

Gelukkig kunnen mensen elkaar niet bekeren, want dat zou verkeerd aflopen. Maar de Heere kan het wel, en als Zijn Woord opengaat, moet dat ons gebed zijn. Met belijdenis van onze ongelovige gedachten, en een schreeuw tot God om Zijn genade!
Want genade is en blijft het... Nochtans niet zoals Esther tot de koning Ahasveros ging, maar ziende op Hem Die zondaren nodigt. Nodigt Hij niet iedereen die het Woord hoort?
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 4763
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: '... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Bericht door Johann Gottfried Walther »

-DIA- schreef:Dat is een voortreffelijke en bemoedigende preek voor een levend volk dat genodigd wordt tot de Dis des Verbonds. Het zal een preek zijn bij een Avondmaalsbediening.
Ik denk dat de reden van plaatsing wel te begrijpen is, als u ervan uitgaat dat u me hierdoor kunt bekeren. Maar dat kunt u niet, ook niet door deze voortreffelijke preek. Let er ook op dat we deze preek ook door een andere bril kúnnen lezen en ons toe-eigenen wat ons niet toekomt. Ik ga er ook van uit dat er voor deze Avondmaalsbediening een sepererende voorbereidingspreek is gehouden.
Het aanbod van Gods genade komt tot alle toehoorders, zeker ook bij Boston en deze preek. Het wordt ons aangeboden opdat wij het in geloof zouden ontvangen en aanvaarden niet opdat wij God en Zijn aanbod zouden verwerpen.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Zeeuw
Berichten: 11550
Lid geworden op: 19 sep 2018, 08:28

Re: '... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Bericht door Zeeuw »

eilander schreef:Gelukkig kunnen mensen elkaar niet bekeren, want dat zou verkeerd aflopen. Maar de Heere kan het wel, en als Zijn Woord opengaat, moet dat ons gebed zijn. Met belijdenis van onze ongelovige gedachten, en een schreeuw tot God om Zijn genade!
Want genade is en blijft het... Nochtans niet zoals Esther tot de koning Ahasveros ging, maar ziende op Hem Die zondaren nodigt. Nodigt Hij niet iedereen die het Woord hoort?
Mooi Eilander! Zo mogen we in verwachting op Hem zien. En niet verharden onder Zijn lieflijk Woord.
Gebruikersavatar
Ad Anker
Moderator
Berichten: 10571
Lid geworden op: 28 feb 2012, 11:11

Re: '... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Bericht door Ad Anker »

eilander schreef:Gelukkig kunnen mensen elkaar niet bekeren, want dat zou verkeerd aflopen. Maar de Heere kan het wel, en als Zijn Woord opengaat, moet dat ons gebed zijn. Met belijdenis van onze ongelovige gedachten, en een schreeuw tot God om Zijn genade!
Want genade is en blijft het... Nochtans niet zoals Esther tot de koning Ahasveros ging, maar ziende op Hem Die zondaren nodigt. Nodigt Hij niet iedereen die het Woord hoort?
Wat bedoel je met 'Nochtans niet zoals...?
eilander
Moderator
Berichten: 16786
Lid geworden op: 15 okt 2007, 21:42

Re: '... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Bericht door eilander »

Ad Anker schreef:
eilander schreef:Gelukkig kunnen mensen elkaar niet bekeren, want dat zou verkeerd aflopen. Maar de Heere kan het wel, en als Zijn Woord opengaat, moet dat ons gebed zijn. Met belijdenis van onze ongelovige gedachten, en een schreeuw tot God om Zijn genade!
Want genade is en blijft het... Nochtans niet zoals Esther tot de koning Ahasveros ging, maar ziende op Hem Die zondaren nodigt. Nodigt Hij niet iedereen die het Woord hoort?
Wat bedoel je met 'Nochtans niet zoals...?
Eigenlijk hoort daar nog een zinnetje vóór: 'We mogen en moeten tot Christus gaan.'
Gebruikersavatar
Johannes S
Berichten: 581
Lid geworden op: 22 dec 2017, 16:55
Locatie: Dordrecht

Re: '... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Bericht door Johannes S »

Zo is het, eilander.
Filippenzen 3:20 Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus;
Gebruikersavatar
Johannes S
Berichten: 581
Lid geworden op: 22 dec 2017, 16:55
Locatie: Dordrecht

Re: '... nog is er plaats', predikatie van Thomas Boston, n.a.v. Lukas 14: 22

Bericht door Johannes S »

'En nog is er plaats. In het huis van Mijn Vader zijn vele woningen'.

Ik denk dat de gelijkenis van het grote avondmaal (Lukas 14:15-24) gaat over het avondmaal van de bruiloft van het Lam (Openbaringen 19:6-10).
Filippenzen 3:20 Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus;
Plaats reactie