Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Plaats reactie
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door -DIA- »

Uit onze historie is heel veel te leren. Helaas wordt de historie te weinig gekend, en al kent men er iets van, al zien we de waarschuwende voorbeelden, we lijken er geen acht op te geven. Naar aanleiding van de toenemende polarisatie binnen de gereformeerde gezindte lijkt het me dienstig om eens wat jaren terug te kijken, We lezen dan het Gereformeerd Weekblad, dat in de kringen van de Gereformeerde Bond verscheen. Veel lezenswaardige artikelen zijn daarin nog te vinden. Ook ter waarschuwing wat de toenemende polarisatie voor gevolgen kan hebben. Daarom zou ik hier wat stukjes willen plaatsen die, naar we hopen, tot bezinnen mogen leiden. Dat dit door onze gereformeerde vaderen geschrevene ter lering en ter harte mag worden genomen. Wij allen staan immers schuldig? Daarom laten we er acht op geven. Ook al zijn de artikelen geweid een onderwerpen die thans haast vergeten zijn, de leringen die eruit spreken zouden onder het licht van Boven tot bezinning kunnen leiden.
We plaatsen eerst een inleidende stukje. We schrijven september 1936:

VERWARRING EN ONTBINDING

Onlangs las ik in een buitenlands blad een beschouwing over het communisten-proces in Moskou, waarbij enigen van de trouwste en, als ik het zo mag zeggen, der edelste communisten, die voor de revolutie grote verdiensten hadden, allen onder de vorm van het proces werden doodgeschoten. In de beschouwing, die daarover ten beste werd gegeven, viel het licht op de geweldige innerlijke tegenstellingen in het communistisch kamp, die er ten slotte toe leidden, dat de Revolutie, evenals Zeus onder de goden der Grieken, haar eigen kinderen verslindt. En inderdaad blijkt dit bij elke revolutie zo te zijn. De revolutionairen eindigen gewoonlijk met het niet meer samen eens te zijn. Zij waren alleen eendrachtig in de afbraak, doch in de opbouw verstonden zij elkander niet. Zo boden zij nu ook in Rusland aan de wereld het vreselijkste schouwspel van inter-communistischen moord. Wie nadenkt, wordt door dit verloop van de geschiedenis toch nog onaangenaam getroffen, hoezeer het ook kon worden verwacht. In de geschiedenis heersen nu eenmaal wetten, die door geen idealen der mensen kunnen worden verbroken. Alleen blijkt eruit, dat de zonde ook in haar wetmatigheid, vreselijk is in haar gevolgen. En wie daarover nadenkt, moge voor Gods aangezicht zich verootmoedigen in stof en as vanwege de zonde en ongerechtigheid, onze afval en ons ongeloof, want wij zijn niet beter dan die communisten, waarover vele "nette" mensen de staf breken.
Dit viel mij zeer sterk op, toen ik na de vakantie weer een Nieuwe Rotterdamsche Courant in handen kreeg en mijn oog allereerst viel op een artikel, dat handelde over de polemiek in de kringen van de "Gereformeerde Kerk". Dat schijnt ook onder de gescheiden Broederen lang niet mals toe te gaan. En wanneer wij letten op hetgeen er zelfs in de kleinen kring van de Hervormd Gereformeerden gebeurt, hoe ook daar wordt huisgehouden, dan wordt het duidelijk, dat wij verstandig doen met maar niet te veel af te geven op de Russische communisten, die elkander laten doodschieten. Want al doet men dat onder de "Gereformeerden" met of zonder aanhalingstekens nog niet, omdat men dit nog niet vermag, men doet het misschien op nog wreder wijze.
Ik weet niet, wat erger is: te worden doodgeschoten lichamelijk of geestelijk te worden gemarteld en gepijnigd. David vond het ten minste vreselijk in zijn afschaduwing van Christus' lijden en getuigt van zijn smart. Hij klaagt over wrevel en twist in de stad, over de ongerechtigheid en de overlast, over het verderf, de list en het bedrog, die van de straat niet wijken. En dat het hem daarbij na aan de ziel ging, blijkt, want, zo zegt hij, "het is geen vijand, die mij hoont, anders zou ik mij voor hem verborgen hebben." Neen, de strijd tegen de vijand van Gods Woord en waarheid is niet zo pijnlijk, maar wanneer dat moet in eigen kring onder mensen, die in "zoetigheid tezamen heimelijk raadpleegden en die in gezelschap wandelden ten huize Gods". Dat is het vreselijke, dat ons in het leven der profeten treft en ook in den kring van Jezus' discipelen verschijnt als een verzwaring van Jezus' zielenlijden. In de schaduw van Christus volgt steeds door Oud en Nieuw Testament de figuur van een Judas. Zo was het en zo is het en zo zal het zijn.
De Heere Jezus heeft het ook voorspeld in Zijn redenen over het naderend einde: Gij zult overgeleverd worden ook van ouders en broeders en magen en vrienden en zij zullen er uit u doden en gij zult van allen gehaat worden om mijns Naams wil.
Daarom is het ook, zo gezien, waarheid, dat indien zij alleenlijk in dit leven op Christus waren hopende, Gods kinderen waren de ellendigsten van alle mensen.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door -DIA- »

We citeren nogmaals verder uit het Gereformeerd Weekblad (1936)

Welnu, ook de Gereformeerde beweging in Nederland in den ruimste zin des woords genomen, geeft aan de wereld een treurig schouwspel. Het ligt voor de hand, dat het niet genoeg is daarover een klacht te uiten en te wijzen van de ene groep naar de andere, zoals, helaas, gebeurt. Zelfs komt het voor, dat er een soort leedvermaak zich openbaart, want zo goddeloos zijn ook de vrome kringen wel, dat zij zich in elkanders ellende meer verblijden, dan naar het Woord des Heeren, bidden om de vrede van Jeruzalem. Het is echter van belang deze betreurenswaardige ontwikkelingsgang te zien in het licht der waarheid. Ook de Gereformeerde beweging krijgt het lot, dat zij verdient. En er is geen groep onder haar, die daaraan ontkomt. De grond van deze donkere schaduwen is gegeven in de innerlijke verwording. De verschillende kringen van de Gereformeerden hebben maar al te zeer alles gezocht in het uitwendige. Het is volkomen waar, dat de organisatie van onze Hervormde Kerk, haar door de hoge regering
wederrechtelijk opgelegd, in strijd is met Woord en Belijdenis en absoluut verwerpelijk is. Doch wie nu meent, dat het alleen daarin gelegen is en dat wij er met een andere organisatie zijn, die vergist zich. Het ligt toch voor de hand, dat als er geestelijk leven van betekenis in de Kerk geweest was, het den koning niet mogelijk geweest zou zijn haar op te leggen. En zo werd dan ook in 1886 de organisatie in het middelpunt gezet van de strijd, terwijl er van Reformatie in de ware zin des woords geen sprake kwam. Een andere organisatie moest er komen en dus nam men in hoofdzaak over die der oude kerk. Doch uit den aard der zaak was men er daarmee niet. Men dacht het wel, deed ook wel als ware men nu daarmee klaar, doch de ervaring leert, dat er onder dit nieuwe kleed dezelfde oude mens schuilt. Men kan er het geestelijk leven der massa niet door beheersen. Integendeel, de ervaring leert, dat onder al deze uitwendigheden, die niet vrucht zijn van het innerlijke leven van de Kerk, de geesten gisten, die in de wereld, te midden waarvan wij leven, werken. De „Gereformeerde kerken" meenden in hare afgescheidenheid zich te kunnen vrijwaren, beroemden zich op haar vastheid in de leer en tucht, terwijl andere geesten onder dit alles binnendrongen en er andere voorstellingen van de leer indroegen.
Het is nu reeds vele jaren geleden, dat ik een ethische student op bezoek kreeg. Deze man was, ook al was hij een tegenstander van de Gereformeerde beginselen, toch niet zonder ernst en degelijkheid. Hij wilde niet van de Universiteit weggaan, zonder mij eerst een afscheidsbezoek te brengen. Ik stelde dit zeer op prijs en had gelegenheid eens wat met hem te spreken over het milieu, waarin hij verkeerde.
Hij was een der voormannen uit de in de studentenwereld bekende beweging van de Nederlandsche Christelijke Studenten Vereeniging. Hij vertelde mij daarover en welke studenten hij daarin alzo had leren kennen. „Er zijn", zo vertelde hij mij, „daarin een groot aantal studenten van de Vrije Universiteit. En wat mij nu is opgevallen, dat is. dat deze studenten van de Vrije Universiteit heel anders zijn dan U. Ik erken, dat U een principieel gereformeerd man is. Maar die studenten zijn wezenlijk precies als ik ben. Die ik ervan heb leren kennen, zijn evenzeer welbewust ethisch als ik."
Het is al jaren geleden, dat mij die ethische student, thans nog een groot man in de jeugdbeweging, dit vertelde. Hoewel het mij in het geheel niet verwonderde, want ik had het allang aan allerlei andere symptomen kunnen waarnemen, vind ik het toch interessant te zien, hoe men in die kringen zich destijds daarvan klaar bewust was, dat de ware Gereformeerde lijn reeds lang verlaten was. Men moest er niets van hebben. En eigenlijk haatte men er de principiële Gereformeerden evenzeer als zulks in ethische kringen het geval is.
Is het nu te verwonderen, dat naarmate de jaren voortschrijden, ook het verderf voortschrijdt, de leer steeds meer verbleekt en het leven steeds meer inzinkt? Het geestelijk verloop wordt door geen organisatie gekeerd.
Men kan alleen de verblindheid constateren, als men leest, dat een man als Ds. Woelderink nog wel op een vergadering van de Gereformeerde Bond smaadt op den eis van reformatie, terwijl nu van 1816 af de roep om reorganisatie en zelfs het afwerpen der organisatie de Gereformeerde beweging in het algemeen geen stap verder heeft gebracht. Alle grote daden samen, en dat is toch de stichting der Vrije Universiteit geweest, zijn niet bij machte geweest de geesten te keren. die het huis des Heeren verontreinigden. Integendeel, ook hier heeft de ervaring geleerd, dat juist, evenals steeds in de geschiedenis, daar het vuur ontsteekt, dat het kerkelijk leven verteren zal.
En al het geroep onder de Hervormden om reorganisatie, waarover men al honderd jaren druk is, heeft dan ook aan de Hervormde Kerk niets gebracht, dat werkelijk de vrijmaking van het Gereformeerde volk diende. Integendeel, die het hardst roepen om reorganisatie zijn gemeenlijk de grootste tegenstanders van de waarheid. Daarom werken zij het hardst mede aan de vermeerdering der verwarring en dreigt heel die actie uit te lopen op de ondergang van de Kerk.
Het Woord des Heeren is waarachtig: „Tot de Wet en tot de getuigenis! Zoo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben." Aan het recht van deze waarheid zal heel de Barthiaansche reorganisatiebeweging niet ontkomen. Och, dat ons volk wederkeerde, dat ons waarlijk Gereformeerde volk één werd!
Zoals ik al opmerkte, er is wel een geweldige tegenstelling tussen het communisme en het Calvinisme, maar betekent dit niet, dat de gedragingen onder de Gereformeerden, binnen en buiten de Hervormde Kerk er zoveel van verschillen. Wie opmerkt hoe er gehandeld wordt, wat te zien gegeven wordt, die is het duidelijk, dat onder een masker van godsdienstige vormen en woorden, er heel wat gist, dat ons doet denken aan het woord van Jakobus: “Reinigt de handen, gij zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen! Er zit en woelt onder de schijn, heel wat vijandschap tegen God en Zijn Woord. Dat geldt voor het leven, maar ook voor de leer. Er is dan ook iets in dat tegenstaat en de wereld afkerig maakt, wanneer er voortdurend over de leer gehaspeld wordt, terwijl velerlei ongerechtigheid welig tiert. Hoererij en bedriegerij, kwaadspreken en lastering van de naaste is aan de orde van de dag.

De Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten en leringen der duivelen. Door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen consciëntie als met een brandijzer toegeschroeid.
In onze dagen wordt dit woord van de apostel wel bewaarheid. Er was misschien geen tijd , waarin ook het zedelijk leven der massa meer en meer ontwricht bleek, dan deze tijd, nu wij in de bladen voortdurend worden opgeschrikt door klachten over corruptie, in welk kwaad de satan rondwaart door het publieke leven en door geruchten van zedelijke verwording in hogere en lagere kringen. En te midden van dit alles verschijnt het over de leergeschillen in rumoer gebrachte kerkelijk leven, alsof het, evenals Demas, de tegenwoordige wereld heeft liefgekregen. Zelfs is het zo geworden dat de kinderen van deze wereld op des levens, de meeste vrees hebben voor de vrome broeders, die de vooraanzitting beminnen. Zij zeggen: “Pas op, voor deze mensen moet men extra voorzichtig zijn!”
En hoewel in het publiek over deze zedelijke krankheden der kerken de geruchten rondgaan, merkt men nimmer dat daarover ook gehandeld wordt over een tuchtprobleem. Zodra er echter iets over de leer gaande is, dan komen de pennen los, en geven wat het hart opgeeft, en dan zou men denken in een gezelschap te verkeren, waarin niets meer gehaat is dan de waarheid Gods. Het is zo geworden zoals de profeet het tekent: „Want onze overtredingen zijn vele voor U en onze zonden getuigen tegen ons, want onze overtredingen zijn bij ons en onze ongerechtigheden kennen wij." En nu somt Jesaja deze op: ,,het overtreden en liegen tegen den Heere en het achterwaarts wijken van onzen God, het spreken van onderdrukking en afval, het ontvangen en dichten van valse woorden uit het hart. Daarom is het recht achterwaarts geweken en de gerechtigheid staat van verre, want de waarheid struikelt op de straat en wat recht is, kan er niet ingaan."
Zó is het geworden, langzaam maar zeker.

De jonge geslachten onder de Gereformeerden werden besmet met allerlei geesten. Er zijn culturele geesten, die zeer verheerlijkt worden onder het wijde deksel van een quasi-gemene gratie, waardoor de wereldgelijkvormigheid grote afmetingen aangenomen heeft.
Er zijn zich “gereformeerd" noemende kringen, die zonder opera, zonder schouwburg, zonder kaartspelen en wat daarbij hoort, niet meer kunnen. De radio importeert zelfs op de zondag in kringen, waar men zulks allerminst zou verwachten, de meest mondaine muziek en wat dies meer zij.
Dit heeft uit de aard der zaak schadelijke gevolgen. De gereformeerde zondag behoort lang tot het verleden in vele kringen, die zijn opgekomen uit geslachten, waarin de belijdenis in eer was, ook uit de geslachten, die de gescheiden kerkformaties hebben voortgebracht. Van het geestelijk leven der Vaderen van de scheiding is nauwelijks meer in die kringen te speuren. Het gehele leven is er veel losser, mondainer geworden. Het onderscheidt zich eigenlijk in niets meer van de kinderen dezer wereld. Het is geen wonder, dat er ten laatste de gruwelen van deze wereld ook in doordringen.
Tegenover heel deze levensgang staat de Kerk machteloos. Waarom staat zij machteloos? Omdat het kwaad haar boven het hoofd is gegroeid. In de Kerk leeft niet meer, wat er voorheen leefde. Wie daarvoor waarschuwde voorheen, kon erop rekenen te worden bedolven onder een stroom van grote woorden. „Kijk naar je eigen kerk!" luidde het antwoord, „want de Hervormde Kerk is helemaal tuchteloos.”
Dat scheen waar, maar is toch slechts betrekkelijk, want zij had en heeft nog de tucht des Heiligen Geestes, die de kerken leeg maakt bij degenen, die de taal van het ware Kanaän niet spreken. En onder het volk, dat die taal sprak, werden de goederen der Vaderen door Gods genade nog in eer gehouden in de gezinnen. Maar onder de gescheidenen had men de vorm van de tucht en was met de vorm tevreden, en onder die vorm woekerde de schimmelplant, die leer en leven aantast.
En bij dit alles kwam nu de invloed van de moderne geest, die vooral in de kringen der jongeren, die in de broeikas der Vrije Universiteit geplant waren, binnensloop. De studenten van onze openbare universiteiten horen allerlei leer, filosofische theorieën, waarover de heren „bomen", al snappen slechts enkelen er wat van; valse leer, modernisme, ethische leer.
Bolland, Barth en Brunner van de laatsten tijd. Verwerken kunnen zij dat niet en doen zij ook niet. Doch één ding nemen zij, tenzij de Heere wederbarend in hen werkt, gretig over, namelijk minachting voor de leer van de Kerk. Daarvan weten zij niets, of althans zeer weinig. En zij willen er ook niet van weten. Ik heb vele generaties van studenten gezien en zelfs onder hen, die van de penningen van de gereformeerden studeren, is een man met werkelijke belangstelling een witte raaf. Onder hen, die aan de Vrije Universiteit studeren. is de toestand niet veel anders. Zij stellen zich schadeloos door een vrijheid te gebruiken om in andere kringen hun licht op te steken. Ook daar is dan ook de belangstelling voor het historische Gereformeerde Protestantisme maar gering. Enkele witte raven uitgezonderd, is het gebleken, hoe deze jongelui in N.C.S.V. en in andere omgeving ook wel zich schadeloos stelden.
Paters kwamen er zelfs te pas. Men meende dit wel te neutraliseren door de nonsens van een zogenaamde Calvinistische wijsbegeerte. Maar gelukken kan dit niet.
Zo werd er een geslacht geboren, waarvan de ethische student, die hen goed kende, daar hij jaar in jaar uit er omgang mee had gehad, kon zeggen: „Ze zijn precies zoals ik ben. door en door ethisch van richting." Men heeft wel beproefd deze uitwasuitwassen te onderdrukken door verbondsleer, die een sterk kerkbesef moest levendig houden en een soort algemene verzoening voor wie „gereformeerd" was, maar al dit kerkistisch klein gedoe moest teleurstellen. Er was wel een vorm van tucht, maar die van den Heiligen Geest zonk des te dieper. Er kwam een geslacht van predikanten, verslapt in de leer, die zij eigenlijk niet meer kenden, evenmin als de ethischen en de schijngereformeerden onder de Hervormden. Het behoeft geen betoog, dat deze ontwikkelingsgang voor het kerkelijk leven grote nadelen bracht. De belangstelling daalde, d.w.z. de geestelijke belangstelling. De uitwendige hield men met kunst- en vliegwerk soms op peil boven het normale. Een koortsige spanning zag men in kerkbouw, in offers voor allerlei, zodat de vraag rees: waar halen zij het geld vandaan? Evenals het hele land met prachtige kostbare Roomse kerken overdekt werd, zo ook met kerken der gescheiden „gereformeerden". Het goud vloeide in zijn diepe stromen naar allerlei scholen en instituten en wat dies meer zij. Doch het geestelijk leven droeg een geheel ander beeld dan de uiterlijke glans zou doen vermoeden.
Ik heb voorheen mannen gehoord uit de dagen van 1886, die een degelijke gereformeerde preek leverden. Ik denk slechts aan een man als Ds. Klaarhamer. Maar in latere tijden is dit geheel anders geworden. Om mij te overtuigen heb ik, toen ik meende op te merken, dat de jongere geslachten verwaterd waren, wel eens een steekproef genomen. En dan kon ik best begrijpen, hoe het kwam, dat één van mijn collega's, die overigens fel anti-gereformeerd was, toen hij niet meer lopen kon, naar een naast hem staande „gereformeerde" kerk ging en tot mij zei: „Och, je kan daar net zo goed zitten als bij de ethische X." Maar het was mij ook duidelijk geworden, dat die gescheiden kerkformaties daaronder moesten lijden. Die gemeenten moeten geestelijk verslappen, verwateren en verworden.
Het lag voor de hand, dat men met de oude liturgie, die men niet meer begreep en dus ook niet meer waarderen kon, geen vrede meer had. Het oude deugde niet meer. De Vaderen waren veel te bekrompen, voelden het leven anders aan, doch zij kenden een levende leer en die begeerde men niet, want die paste niet bij den schouwburg, bij de opera, bij het kaartspel en bij nog heel wat andere verschijnselen, die de wereldlingen zelfs in de zich Christelijk noemende kringen veroordelen, al zien zij er zelf niets in.
Zo werd er een mentaliteit geboren, die naar allerlei nieuwmodische gevoelsgodsdienst drong. Men had die in de kringen der N.C.S.V. zoo aantrekkelijk gevonden. En daaronder behoorden de gezangen met hun nieuwere, veel optimistischer melodieën, die nu eens Jezus' naam op de lippen der gemeente zouden leggen. Van de diepere samenhang met Woord en Confessie voelde men niet meer het fijne. De oude liederen, waarmede de ouden leefden, brachten ook met de langzame muziek een stemming, die weinig aanpaste bij het nieuwe lied. Wie er op wees, dat daarmede een traditionele karaktertrek in ons Gereformeerde volksleven zou vervagen, dat ook die mensen, die nog uit de oude waarheid leefden, zich daarmede moeilijk zouden kunnen verenigen, omdat de geschiedenis der scheiding zelve er niet mee harmonieerde, werd met harde en grote woorden bejegend. Wie waarschuwde, daar bij al de kwesties in deze tijd, een gezangen-kwestie de minst begeerlijke was - wij Hervormde Gereformeerden wisten daar alles van -, die werd gescholden op een wijze, die deed vermoeden, dat de adem der liefde in de muil van den kaaiman was verstorven. Wie geen gezangen wou zingen in de „gereformeerde kerk”, die kon verdwijnen. De Heeren, want zo verschenen de dienaren der gemeente, hadden er maling aan. Dat de goede herder zijn leven zet voor de schapen en het afgedwaalde zoekt, daarvan werd niet meer beseft. Wie ontevreden was, kon heengaan naar de vrije, naar de oude, naar de Chr. Gereformeerden, of als hij lust had, naar de Hervormde Gereformeerden.
En toen ging het langzame verloop, dat er toch reeds was, eerst over in protesterende Broeders en Zusters. Niet minder dan 3153 belijdende leden uit 66 verschillende gemeenten dienden hunne bezwaren in bij de Synode der „Gereformeerde Kerken", die toch moeilijk op hare onfeilbare daden kan terugkomen. De 5153 protesterende hoorden, dat zij zouden heengaan, en warm worden. Zo wordt de verwarring al groter. En dat in dezen vreselijke tijd! Alleen om een gezang of wat! Leren wij er uit, dat alleen trouw aan Woord en belijdenis nodig is.

Tot zover deze keer.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Ambtenaar
Berichten: 9146
Lid geworden op: 15 apr 2017, 14:37

Re: Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door Ambtenaar »

En wat zouden we kunnen leren van deze geschiedenissen?
Online
DDD
Berichten: 28484
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door DDD »

Wat een naargeestig gemopper. Het sticht niet. Het is noch onderwijzend, noch ontdekkend.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door -DIA- »

We weten nu waar we aan toe zijn. Het naargeestig gemopper wordt helder en duidelijk opgemerkt, maar de boodschap erin helaas niet. Gaat door op uw weg, als het u goeddunkt! Vrede zult u er niet vinden, daar zijn we van overtuigd. We weten dat het u een ergernis is. Blijft daar dan maar bij, maar, toch, ten laatste wens ik toch dat u de boodschap die ik hiermee bedoelde te brengen, nu zult begrijpen.

PS Is er verschil tussen naargeestig gemopper en verontrusting? Ik weet ook wel dat verontrusten zelden gewenst zijn.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Online
DDD
Berichten: 28484
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door DDD »

Mijn punt is nu juist, dat ik er zo snel geen boodschap in kon ontdekken, terwijl ik toch hele stukken heb gelezen. Er stond niets stichtelijks in. Wellicht kun je de boodschap vetgedrukt maken, zodat ik die kan zien.

Er staat veel in over wat het niet is, en waarom het allemaal niets is. Maar een opwekking tot een godvruchtige levenswijze kan ik er niet in ontdekken.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door -DIA- »

DDD schreef:Mijn punt is nu juist, dat ik er zo snel geen boodschap in kon ontdekken, terwijl ik toch hele stukken heb gelezen. Er stond niets stichtelijks in. Wellicht kun je de boodschap vetgedrukt maken, zodat ik die kan zien.

Er staat veel in over wat het niet is, en waarom het allemaal niets is. Maar een opwekking tot een godvruchtige levenswijze kan ik er niet in ontdekken.
O u hebt een punt. Maar klopt dat wel? Dan zal ik het nog maar eens heel kort proberen uit te leggen. Kijkt u wel eens achterom?
Waar komen we vandaan? Uit de kerk?
Hoe kwam die hier in Nederland? Dat zal bekend zijn, daar ga ik niet verder op in.
In hoeverre de kerk nog zuiver was toen het Woord in Nederland voor het eerst werd gehoor laat ik liggen, want in die tijd was de verroomsing al in gang, en regeerden de pausen.
Wel weten dat dit pausdom is omgestoten door een klein mensen die God daartoe gebruiken wilde. De kerk was in zijn dagen niet meer dan een valse kerk geworden.
Deze kerk werd niet van de ene dag op de andere Rooms. Nee, dat ging geleidelijk.

Wat zien we in de protestantste kerken in ons land? Laten we eens beginnen bij ds Van der Groe.
Hij leefde in een tijd dat de Vaderlandse Kerk in diep verval was, van 1705 tot 1784. Dit verval zette zich na zijn dood voort. De belijdenisgeschriften werden niet meer achterin de psalmboeken vermeld. Dat gaf onbekendheid met de leer.
Maar toch, er nooit een tijd waarin de Kerk geheel tot niets is, al lijkt het soms wel zo. Precies 50 jaar na het sterven van ds. van der Groe, in de 19e eeuw, toen velen niet meer wisten van deze belijdenisgeschriften werd er op de zolder van een kerk in Ulrum een psalmboek gevonden waarin deze belijdenisgeschriften nog vermeld werden.
Hier werd ontdekt hoe ver de kerk van de plek was, dat het een dode kerk was geworden.
Maar de ontdekking van de Waarheid zinde de leiding van onze Vaderlandse Kerk niet, en degenen die meenden te moeten afscheiden werden vervolgd en als scheurmakers weggezet, waarvan er ook in de gevangenis werden geworpen.
Toen er wat minder vervolging kwam en de afgescheidenen ruimte kregen, bleef het toen zoals het was? Nee, denk maar aan de Doleantie (waar de scribent van het naargeestig met name het oog op heeft). Deze dolerenden dwaalden, bv. werd uitgegaan van een verondersteld wedergeboorte. Daarom werden deze kerken ook wel een juichend christendom genoemd, of zoals prof. Wisse het zegt: een jolig christendom. De ernst ontbrak, en men maakte zich niet meer bezorgd om de eeuwigheid, want men was toch lid van de Gereformeerde Kerk? Men leefde toch netjes? Nou, dan kwam het best wel goed.
Dat was de gedachte van veel (synodaal) gereformeerden en later ook de vrijgemaakt gereformeerden. Bevinding was men wars van, ja vijandig, als men kennis neemt hoe predikanten als ds. Den Hengst en ds. Steenblok uit deze kerk werden geworpen als oproerkraaiers.
En eigenlijk is dit altijd zo geweest. De Waarheid is een struikelblok voor de mens. Wie van de profeten zijn niet vervolgd? Jeremia moest zwijgen, en ook andere profeten die niets dan kwaad profeteerden, doch dat in de ogen van de hoorders. Het kwam wel uit dat wat ze spraken in de Naam des Heeren was. Maar de geloofde dat niet.
Jeremia werd in een diepe kuil geworpen, en de ongewijde geschiedenis vermeld dat Jesaja doormidden is gezaagd. Johannes werd verbannen naar een eenzaam eiland, Petrus werd gekruisigd, en zo kunnen we de martelaren om het Woord Gods opnoemen.

Wat wou ik ook weer zeggen? O ja, het ging over de kerk die ongemerkt door de grote menigte in verval raakt. Dat merkt ook de scribent op in zijn "naargeestig gemopper". Nu zou de vraag gesteld kunnen worden: Was het om niet, dat deze scribent in het Gereformeerd Weekblad deze zaken schreef? Lees ook het vervolg, wat ik hiet hier heb geplaatst, kortom zie hoe de kerk van Nederland in diep verval en afval is gekomen. Men mag dat opmerken, en naargeestig gemopper noemen, zoals ze dat ook deden naar Jeremia en al de profeten, maar de vraag is of dat wijs is.
Ik laat het hier maar bij, want u zult het van mij toch niet aannemen. En waartoe zou ik meer woorden eraan besteden?
Een goede raad nog: Hoor, lees, luister en zie! Dat kunnen we van nature niet, dat willen we ook niet, maar het is wel mijn hartelijke wens dat de Heere onze ogen daartoe zou ontsluiten, onze oren ervoor openen en dat we zo zouden opmerken, in plaats van naargeestig mopperen, zouden we dan in het stof van verootmoediging komen.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 23811
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door refo »

Zij hebben God op het hoogste misdaan.
Zijn zijn van het heilspoor afgegaan.
Wij natuurlijk niet.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door -DIA- »

refo schreef:Zij hebben God op het hoogste misdaan.
Zijn zijn van het heilspoor afgegaan.
Wij natuurlijk niet.
Meent u dit? Als dat zo is dan bent u op de plaats. Is het anders, dan zal de God van onze vaderen het spotten bezoeken. Ook al is het na dit leven.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Apostolicum
Berichten: 13
Lid geworden op: 26 jun 2018, 23:36

Re: Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door Apostolicum »

Geachte Dia, als fervent meelezer van dit forum zie ik vaak uw vastomlijnde standpunten voorbijkomen, bovenal op het waarschuwende vlak. Maar na wedergeboorte dienen toch ook, op goede gronden, de rust en vreugde in het volbrachte verlossingswerk van de Heere Jezus Christus en het vertrouwen dat de Heere zijn kerk in stand houdt, een plaats te krijgen in het leven van een ware gelovige?
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Geschiedenis ter waarschuwing? Of negeren?

Bericht door -DIA- »

Apostolicum schreef:Geachte Dia, als fervent meelezer van dit forum zie ik vaak uw vastomlijnde standpunten voorbijkomen, bovenal op het waarschuwende vlak. Maar na wedergeboorte dienen toch ook, op goede gronden, de rust en vreugde in het volbrachte verlossingswerk van de Heere Jezus Christus en het vertrouwen dat de Heere zijn kerk in stand houdt, een plaats te krijgen in het leven van een ware gelovige?
Dat is waar maar niet iedereen kan dit zeggen. Weet u hoe het ligt met de toe-eigening van het heil? Ik weet merk wel dat veel worstelaars met deze zaken niet zo openbaar zijn, en zeker ook niet op dit forum, en al zijn ze er, men hoeft niet altijd een ieder de woorden die iemand moeilijk vindt en over strijdt uit de mond te trekken, Ten eerste sticht dat niet, en ten tweede kan dat een schadelijke zaak zijn. Lees daarvan maar wat meer bv in Digibron, en dan de die zaken die de oude gereformeerde leer zuiver naar voren brengen. Ik ben te open om altijd te zwijgen, maar teveel zeggen is ook niet goed.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Plaats reactie