Gelezen (geloofsopbouwend)

Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. H.F. Kohlbrugge schreef:Wat is de inhoud van het verbond? Dat Hij uw God, en uw zaad na u tot een God zijn wil in hun geslachten. Hij, Die het gebed geeft om te bidden, moet de Heilige Geest Zelf wezen. Die het geloof geeft, moet wel de Heilige Geest Zelf zijn. Met andere woorden: al wat Gods Wet van ons eist moet God Zelf doen. Als God Zelf dat niet doet, komt er niets van. Maar Hij komt tot Zijn volk, dat midden in de nood en dood en in het verderf ligt, en zegt: ‘Zie, hier ben Ik; Ik ben uw Koning en uw God!’
En Deze is het alleen van Wie ons heil komen kan. Zo u gevoelt dat u dood ligt in uw zonden, en dat u zich niet kunt bekeren of levend maken, ja, dat, als God de Vader u niet met macht tot Zijn Zoon getrokken heeft, u dan nooit tot Hem komen zult; zo u gevoelt dat u niets kunt aangrijpen als de Heilige Geest u Zijn woorden niet in de ziel legt, dat u ook niets kunt of vermag, ook geen moed hebt, en geen van uw zonden kunt overwinnen, dan maakt God een verbond met ons. En dat alles nu wil God voor ons zijn en ook voor onze kinderen.
Waarlijk, wij kunnen onze kinderen niet zalig maken, maar wij hebben Gods eeuwig blijvend Woord aan onze kinderen voor te houden, en niet te doen naar eigen lust, of te zeggen: ‘Als God het kind niet bekeert, dan helpt het toch niet’. Nee, doe zelf naar Gods Woord, en laat het u een worstelen worden met God, dat Hij u en uw gehele huis regeert in de Heilige Geest, en dan is het eerste bord dat op tafel komt, Gods Woord en de Catechismus. Dan zij het u ook een worstelen voor de zaligheid van uw kinderen, en ook voor dit leven, om door de wereld te komen, en God zal het doen. Daarvoor is de doop een zegel van Zijn eeuwige genade, om er op te pleiten.
God, Die vrij is in Zijn doen, geve u dat u op Zijn genadeverbond pleit en blijft aanhouden, en dat u ondervindt, dat u voor dit leven en voor het eeuwige leven het niet tevergeefs waagt op Hem, op Zijn verbond, dat Hij uw God en uw zaad na u tot een God wil zijn. En dan mag de duivel u al bang maken: God houdt Zijn verbond met u niet; maar, zegt God, Ik zal Mijn verbond houden, tot in het duizendste geslacht; en dan zullen wij zien wat krachtiger is: de hel of Gods Verbond. Amen’.
Bron: een nieuwsbrief
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. J. Mijnders schreef:
Ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet, ik riep Hem, doch Hij antwoordde mij niet. (Hooglied 5:6b).

‘AL WAT AAN HEM IS, IS GANS BEGEERLIJK’.

Een ingezonken, slaperige, zoekende bruid zal op haar zwerftocht vanwege die onveranderlijke en eeuwige liefde aan de weet komen dat de trouw van die Bruidegom een eeuwige trouw is. Dat de liefde van die Bruidegom een eeuwige liefde is.

‘Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk’. Alles wordt volmaakt in die gezegende Bruidegom gevonden.

Waar Jezus is, daar ben ik niets. Daar blijft van een zondaar totaal niets over. Maar juist dat geeft oorzaak om van harte in te stemmen met hetgeen de Bruid zegt: ‘Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk’. En wanneer dat op dit ogenblik gaat leven en de hemel afdaalt en de Bruidegom zich bij vernieuwing openbaart, dan kunnen we toch Asaf goed begrijpen als hij uitroept: ‘Wien heb ik nevens U in de hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde’. Het heimwee om altijd in de tegenwoordigheid van de Bruidegom te verkeren kan zo sterk zijn. Dat is Gods volk niet vreemd.

Wat is dat dan voor een volk en wie zijn dat toch? Dat zijn de besten niet, maar precies het tegenovergestelde. Gods Woord zegt: ‘de minste uit mijns vaders huis’. Dat is een volk dat steeds meer in moet gaan leven wat we ook horen van die bruid: ‘Ik ben zwart, ik ben zwart!’, Daar staat geen punt achter maar: doch lieflijk. En als dat niet waar was, dan was ze nooit tot het getuigenis gekomen: ‘Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk’. Dit mag de roemtaal zijn van een mensenkind, die het lager heeft laten liggen dan de wereldling. Die verloren zoon uit de gelijkenis had het laag laten liggen en degenen die aan zichzelf ontdekt zijn moeten dat ook eerlijk bekennen. Maar ze kunnen het zo laag niet laten liggen, of de Vader stond met een heilig verlangen uit te kijken naar de komst van die zoon. Met een heilig verlangen van Zijn liefdehart, om hem aan dat liefdehart te drukken.

Geen droeviger tijd als wanneer Gods volk die gezegende Bruidegom uit het oog verliest en die zalige gemeenschap met Hem moet missen. Sta er toch naar, ook in de verdere oefeningen in het leven, om die huwelijksgemeenschap met die dierbare Bruidegom te mogen ervaren. Die heilige wetenschap te mogen ontvangen: ‘Hij is de mijne en ik ben de Zijne’. Want kom volk, wat zegt toch het leven als je die dierbare Jezus uit het oog verliest? Dan is het leven voor mij geen leven meer. En toch, elke keer weer is het noodzakelijk dat die gezegende bruid aan de weet komt dat het een eenzijdig Godswerk is en blijft, ook in de verdere oefeningen van het leven. Daarom, sta er naar om uw roeping en verkiezing alleen in Hem vast te maken. Opdat het bij de voortduur zou zijn:
‘AL WAT AAN HEM IS, IS GANS BEGEERLIJK’.

Auteur: ds. J. Mijnders
Titel: De Roos van Saron, pg. 152-163
Uitg.: Den Hertog
ISBN: 9789033123078
Bron: Schatgraven G.G. Terneuzen
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. C.H. Spurgeon schreef:Het hunkeren naar wonderen was een ziekteverschijnsel, aan de mensen eigen in de dagen van onze Heiland; vaste spijzen stieten zij van zich af en zij reikhalsden slechts naar het wonderdadige. Het Evangelie, dat zij zo zeer nodig hadden, wilden zij niet; de wonderwerken, die Jezus niet altijd wilde verrichten, eisten zij dringend. Velen in onze dagen moeten ook tekenen en wonderen zien, of zij willen niet geloven. Sommigen hebben gezegd: “ik moet grote zielsangst gevoelen, of ik zal nooit in Jezus geloven.” Hoe dan, indien gij die nimmer gevoelen zult, zoals waarschijnlijk het geval zal zijn? Wilt gij uit spijt tegen God naar de hel gaan, omdat Hij u niet als een ander wil behandelen?

Er zijn er die bij zichzelf zeggen: “indien ik een droom had, of een onverwachte schok of ik weet zelf niet wat gevoelde, dan zou ik geloven.” Aldus waant gij, nietswaardige stervelingen dat de Heere zich door u de wet zal laten stellen. Gij zijt bedelaars aan zijn poort, om genade vragend, en gij zult er op uit zijn Hem wetten voor te schrijven, hoe Hij die genade zal hebben uit te delen! Meent gij, dat Hij zich hieraan zal onderwerpen? Mijn Meester is liefdevol van aard maar Hij heeft een koningshart; Hij laat zich geen wetten stellen. Hij houdt de vrijmacht in al zijn handelingen aan zich. Indien dit misschien uw geval is, waarom lieve lezer, hunkert gij naar tekenen en wonderen? is het Evangelie zelf niet een teken en wonder? Is dit niet het wonder van de wonderen, dat “God alzo lief de wereld heeft gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve?” Voorzeker dat dierbaar woord: “die wil, neemt van het water des levens om niet”; en die plechtige belofte: “Hij die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen”, zijn beter dan tekenen en wonderen! Een waarachtigen Zaligmaker moest men geloven. Hij is de waarheid zelf. Waarom zou gij het bewijs vragen voor de waarheid van een, die niet liegen kan? De duivels zelfs erkenden Hem als de Zoon van God; zult gij Hem wantrouwen?
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. C.H. Spurgeon schreef:
De Heere proeft de rechtvaardige. Psalm 11:5

Alle dingen staan onder het bestuur van de Voorzienigheid; daarom kunnen wij al de bezoekingen van ons leven op aarde rechtstreeks opvoeren tot de eerste grote oorzaak. Uit de Gouden Poort van Gods opperheerschappij treden de legers van de bezoekingen in slagorde te voorschijn, met hun ijzeren harnas bekleed en tot de krijg gewapend. Alle leidingen van de Voorzienigheid zijn geopende deuren voor de bezoeking. Zelfs onze zegeningen hebben, evenals de rozen, haar doornen. Men kan verdrinken in zeeën van voorspoed, evenzo goed als in rivieren van beproeving. Onze bergen zijn niet te hoog, noch onze valleien te laag voor de bezoeking om ons te bereiken; beproevingen schuilen overal. Aan alle zijden, van boven en beneden, worden zij door gevaren omringd. En toch valt er geen regenvlaag uit de dreigende wolk, zonder hoger toelating; iedere druppel heeft zijn bepaalde last ontvangen, eer hij zich tot de aarde spoedt.

De beproevingen, die van God komen, worden gezonden om onze genadegaven te toetsen en te sterken, om tevens de kracht van Gods genade in ons op te helderen, de echtheid van onze deugden op de proef te stellen en haar groei te bevorderen. In zijn oneindige wijsheid en overvloedige liefde stelt onze Heere zo hoge prijs op het geloof van de zijnen, dat Hij ze niet beschutten wil tegen die beproevingen, waardoor hun geloof wordt versterkt. Gij zou nimmer het dierbaar geloof gehad hebben, dat u thans staande houdt, als de beproeving van uw geloof niet gelijk geweest was aan de loutering door het vuur. Gij zijt een boom, die nooit zulke diepe wortels zou geschoten hebben, indien de wind u niet ginds en weer had bewogen, en u niet met beslistheid en vastheid de dierbare waarheden van het verbond van het Heil had doen aangrijpen.

Werelds gemak is een grote vijand van het geloof; het verlamt de gewrichten van de heilige moed, en verbreekt de spieren van de heilige kracht. De luchtballon stijgt niet op, voordat de koorden zijn losgesneden; de beproeving verricht deze scherpe dienst voor gelovige zielen. Zolang de tarwe in de bolster sluimert, is zij voor de mens onbruikbaar; zij moet uit hare rustplaats worden gedorst, zal men haar waarde leren kennen. Het is dus goed, dat Jehovah de rechtvaardigen beproeft, want het maakt hen rijk in God.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. T. Boston schreef: ‘Maar die tegen Mij zondigt, doet zijn ziel geweld aan; allen die Mij haten, hebben de dood lief’; Spreuken 8 : 36

Ik zal dit onderwerp besluiten met enkele gevolgtrekkingen:
a. Alle ongelovigen, alle verachters van Christus, zijn zelfmoordenaars, want zij verderven hun eigen ziel. Wanneer het gebeurt dat uw ziel verloren gaat en een onderzoek ingesteld wordt door wiens handen ze is gevallen, zal het zijn: O Israël, gij hebt uzelf verwoest; niet Adam, niet satan, maar uzelf, o zondaar!
b. U kunt uw ziel geen groter onheil aandoen, dan Christus niet door geloof aan te nemen. Veel onheil hebt u uw eigen ziel al aangedaan door vloeken, liegen, gierigheid enz. Maar dit is een dodelijke slag aan het hart: dit is de ziel verwonden in het gevoeligste en edelste deel.
c. Alle ongelovigen zullen niet te verontschuldigen zijn. Het heidendom zal iets te zeggen hebben, namelijk dat de openbaring van de weg der zaligheid door Christus hen niet bekend gemaakt is, ja, zelfs de duivelen zullen dit te zeggen hebben, dat er geen middel voor hen bereid was. Maar wat zult u te zeggen hebben, o ongelovige, die het bloed van de Verlosser vertrad! U zult geheel zonder verontschuldiging zijn. U zult zijn als de mens die zonder een bruiloftskleed aan de tafel zat bij het huwelijk van de Konings Zoon. Die sprakeloos was toen hem gevraagd werd hoe hij daar kwam zonder bruiloftskleed, hebbende niets in te brengen voor zijn vermetel gedrag.
d. Geloof in Christus. Neem Hem aan, en omhels Hem als u uw ziel niet wilt verderven. Weiger niet het middel dat vrij voor u voorzien is in Christus. U wordt allen uitgenodigd, en verwelkomd om tot Christus te komen. O, kom dan, kom dan, en weiger niet langer Zijn lieflijke nodiging te gehoorzamen. Door het aannemen van Christus zult u zalig gemaakt worden. Uw ziel zal gemeenschap met God hebben. Maar als u niet gelooft zult u eeuwig omkomen, en de toorn Gods zal voor eeuwig op u liggen. ‘Hij die gelooft zal zalig gemaakt worden, maar die niet gelooft, zal verdoemd worden’. Amen.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Jantje
Berichten: 16185
Lid geworden op: 18 mei 2017, 20:42
Locatie: Walcheren - jantjevanrefoforum@gmail.com

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Jantje »

Was getekend,
uw medeforummer Jantje
Gebruikersavatar
samanthi
Berichten: 7880
Lid geworden op: 16 jul 2009, 10:30
Locatie: rotterdam

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door samanthi »

Dit zelfde verhaaltje staat, als waargebeurd, op een van de vertelcd's van meester Visser, maar dat in Zwitserland met een lawine.
O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. T. van der Groe schreef:Zo ras als de volheid der heidenen zal ingegaan zijn, zal de Heere, als Israëls onveranderlijke Verbondsgod, zich in grote ontferming opmaken, om dit Zijn oude volk uit alle landen van de aardbodem, waarheen Hij het verdreven heeft, wederom te vergaderen tot Zijn verbond. Dan zal Hij haar allerwege in de wereld het Evangelium door bekwame dienaars en werktuigen laten prediken; en dat zelve ververgezellen met een zeer milde uitstorting van Zijn Geest zodat zij alsdan rijkelijk voordat grote gebrek des Geestes, wedervergolden zullen worden, hetwelk van hen, in de tijd van hun ongelovigheid, zoveel eeuwen lang geleden is.

Gelijk een herder uitgaat, om zijn verstrooide schapen allerwege op te zoeken, en hen terecht te brengen tot zijn schaapskooi, alzo zal de Heere de afgedwaalde en verstrooide Schapen van het huis Israëls dan ook, met grote liefde en zorg, wederom allerwegen opzoeken; en hen wederbrengen tot de schaapskooi van Zijn Verbond. En dan zullen de arme Joden, die zolang, zonder God en Zijn Verbond, in de hoogste smaadheid en ellende geleefd hebben, en in alle landen van de wereld verstrooit zijn geweest, tot de Heere hun God, met grote droefheid over hun zonden, en met grote blijdschap over Zijn onveranderlijke genade, wederkeren en omhelzen nu, met een hartelijk geloof en ootmoedigheid, ditzelve Verbond des Evangeliums, dat van hen zo lange tijd versmaad en verworpen is geweest. En alzo zal het Verbond dan weer, op de solemneelste wijze, tussen God en Zijn oude Volk opgericht worden, voor het oog van de gehele wereld.

O! wat zal dit een blijde en zalige tijd zijn op de aardbodem, als de almachtige God met Zijn eigen hand het oude Israël, na deszelfs langdurige verwerping, in Zijn verbond weder zal inenten; en als zij, tezamen met het Christendom uit de heidenen, in één huis en kerk zullen wonen en zij allen de Heere zullen dienen met eenparige schouder! Voorwaar, indien hun verwerping de verzoening der wereld is, wat zal de aanneming zeezen, anders dan het leven uit de doden? Romeinen 11:15

Wij achten het noch veilig, noch noodzakelijk te zijn, de bijzonderheden van deze grote bekering der Joden en van deze nieuwe verbondmaking tussen God en haar, al te nieuwsgierig na te speuren; want hoe klaar en heerlijk de voorzeggingen der profeten daar ook van spreken, zo zal nochtans de vervulling in de tijd ons eerst het rechte licht aanbrengen, om alles, wat daarvan tevoren gezegd is, nauwkeurig te verstaan.

Het zal ons dan genoeg zijn te weten, dat, na die toekomstige bekering der Joden, zij en de christenen uit de heidenen, alsdan bestendig een volk en kerk voor Christus zullen zijn, staande in hetzelfde herbond des Evangelies, en hebbende altijd enerlei lot van voor en tegenspoed met elkaar; hetwelk dan alzo zal blijven duren tot des wereld einde toe.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. R. Kok schreef:In de gekruiste Christus is de onuitputtelijke bron van heil en zaligheid. Hij wordt ons in de Schrift door de Vader aangewezen en aangeprezen, opdat Hij ons door Zijn Geest recht dierbaar zou worden in het geloof.

Vanuit de liefde des geloofs weent het hart over het gemis van de Heere. Het kwaad dat tegen Hem bedreven werd wordt beleden met de bekentenis de dood verdiend te hebben. Begeert door ontdekking en ontgronding steeds dieper te bukken voor de Heere in het stof der verootmoediging met de bekentenis Zijn gramschap dubbel waardig te zijn.

En zo bekomt de gekruiste Christus steeds meer waarde voor het hart. Alleen door Zijn gerechtigheid kan de diepe kloof in het hart geheeld worden. Om in Hem het licht van Gods vriendelijk aangezicht te aanschouwen.

O, wat is het heerlijk door de onderwijzingen van de Geest des Heeren steeds dieper geleid te mogen worden in de volheid van dat gezegende middelaarswerk. Ja, zegt het hart in die algenoegzame offerande is ruimte voor de grootste der zondaren. Want Christus heeft de toorn Gods tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht gedragen.

Plaatsbekledend heeft Christus geleden,” want daar is geschreven: Vervloekt is een iegelijk die aan het hout hangt. Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus.”

Daar de vergeving van de zonden en het recht ten eeuwige leven is verdiend door het beloofde Zaad van Abraham, moet het allerwege verkondigd worden. Abraham was even vloekwaardig als alle andere mensen en zie, de Heere heeft hem gezegend met geestelijke en eeuwige zegeningen in Christus. En zo is hij ook tot een zegen gesteld voor anderen en voor zijn kinderen. Al kwam Lot zich te onttrekken door de vruchtbare vlakte van de Jordaan te kiezen, dan nog omringde Abraham hem met zijn liefde door hem te verlossen uit de hand van de vijand en te bidden tot de Heere om ontferming. En zo was Abraham hem en anderen tot zegen naar het woord des Heeren, daar hij zo kennelijk door de Heere gezegend werd.

En dat zijn voor elkander tot een zegen, geldt nog als regel des geloofs voor de geestelijke kinderen van Abraham. De Heere wil dat zij elkander zijn tot een hand en voet op de weg in het natuurlijke en geestelijke leven. En door elkander de misdaden te vergeven is dat mogelijk, waarom Abraham, ons tot een voorbeeld, zijn hand niet van Lot kwam af te trekken.

Met de zegen van Abraham in het hart, wordt de mens kind des lichts in de gemeenschap van Christus Jezus.” opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof.” Want van daaruit is de wasdom van het geestelijke leven tot eer van de Heere en tot zegen voor anderen. Het is onze aard in de eerste beginselen van het genadeleven te blijven staan en dat kan niet, want als de wasdom van het geestelijke leven niet gezocht wordt, dan komen wij daarin te verachteren. Men wordt, zonder er erg in te hebben de wereld gelijkvormig in zorgeloosheid. Wij hebben de vernieuwing des gemoeds en de vervulling van de beloften des Geestes te zoeken, om steeds meer de voetstappen van Christus te drukken die druipen van vettigheid.

Let op de belofte des Geestes, want van daaruit worden wij ontdekt aan ons gemis. Hij belooft ons wat wij missen en zo nodig hebben, opdat het gemis een levend gemis zou worden in ons hart. Dat maakt ons heilbegerig werkzaam aan de troon der genade, want de Heere kan alleen door Zijn Geest de vervulling van de belofte schenken in ons hart en leven. Ons stellen in de oefeningen en beproevingen van het geloof om op te wassen in de genade en de kennis van de Heere Jezus Christus. Zodat het getuigen van de Geest, kinderen Gods te zijn, het hart verblijdt in de Heere. En opwekt om met steeds meer tederheid kinderlijk te leven in de vreze des Heeren. Het gaat vanuit de belofte des Geestes om de innerlijke beleving van het geloof, dat Christus steeds meer dierbaar doet worden voor ons hart, opdat Zijn ambtelijke bediening waarin Hij gesteld is door de Vader, steeds meer waarde voor ons zou bekomen. Het gaat bij de Geest des Heeren in elk opzicht om de wasdom van het geestelijke leven. Hij wil ons tot roem van Zijn genade stellen tot een lof op aarde.

De apostel bindt ons met ernst deze geestelijke beleving op het hart, daar het opgaan in deugd en plicht niet meer is dan vorm waarin het wezen van de beleving ontbreekt. En dat is een les die wij ter harte hebben te nemen, want zodra de oefeningen van het leven gemist worden, zijn wij geneigd ons met deugd en plicht op de been te houden.

Maar wie is dan altijd in de oefeningen van het leven? Niet één kind des Heeren, want wij struikelen gedurig. Zijn niet in staat die geestelijke levenslang recht te houden. En wanneer we daarin beseffen onze geestelijke armoe, dan bindt het ons aan de troon der genade om vanuit de beloften des Geestes weer gesteld te mogen worden in die oefeningen. Zodat daarin des Heeren verbondstrouw wordt ervaren, want de belofte des Geestes is een verbondsbelofte.

„Broeders, ik spreek naar de mens: zelfs eens mensenverbond, dat bevestigd is, doet niemand teniet, of niemand doet daartoe.”

Een verbond of testament, wordt door de dood van de testamentmaker bekrachtigd, zodat de wettige erfgenaam zijn deel verkrijgt wat daarin was toegezegd. En daar Christus als Middelaar van het verbond der genade de vloek der wet heeft gedragen en het recht der wet heeft vervuld tot in de vloekdood des kruises, wordt vanuit Hem daar Hij opgewekt is om onze rechtvaardigmaking, de bediening of uitvoering van Zijn testament heerlijk gemaakt door Zijn Geest. Vandaaruit wijst de apostel ons op de vastigheid van het verbond, opdat wij in het geloof daaruit zouden leren leven. De Heere leert ons door Zijn Geest leven uit het eenzijdige werk van Zijn genade. Het is uit Hem, door Hem en tot Hem, waarmede alle roem is uitgesloten. En dat kan de mens, als zijn levensadem nog hangt aan één zucht van eigengerechtigheid niet beleven, al zou hij het nog kunnen beredeneren vanuit een godsdienstige beschouwing.

Hierin is het wonder van Gods genade, de vervulling van de belofte des Geestes die door het geloof verkregen wordt. En daarin schittert het Evangelie van Gods genade waarmede Hij tot ons komt, gelijk Hij gekomen is tot Abraham en dat is vanuit Zijn verbond. „En Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid.” Hij bekwam vanuit de belofte des Geestes de afsnijding van Adam en de inlijving in Christus. En dat gaf hem de zoetigheid en zaligheid van Gods vergevende liefde in het wezen des geloofs te smaken tot verbinding aan de Heere.

Galaten 3 : 14, 15
Bron: Bewaar het pand
Publicatiedatum: 27-12-1974
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. C.H. Spurgeon schreef:Wanneer God aan iemand genade zou willen bewijzen, zou Hij kunnen wachten totdat die mens in alle oprechtheid naar Hem zocht. U kunt zich wel indenken dat God in de hemel der hemelen zou kunnen zeggen: ‘Ik heb genade, maar Ik zal de mens aan zichzelf overlaten. Als zij behoefte voelen aan genade en Mij met geheel hun hart dag en nacht ijverig zoeken met tranen en smekingen, zal Ik hen zegenen, maar niet eerder’.
Maar geliefden, dat zegt God niet! Het is waar dat Hij degenen die Hem aanroepen, zegent. Maar Hij zegent hen voordat zij roepen; want hun geroep komt niet van henzelf. Hij heeft het Zelf in de mond gelegd. Hun begeerten komen niet van henzelf; het zijn begeerten die God als het goede zaad in de akker van hun hart geworpen heeft. God maakt mensen zalig die Hem niet zoeken.
O wonder der wonderen! Het is inderdaad genade als God een zoeker zalig maakt.
Maar hoeveel grotere genade is het als Hij Zelf het verlorene zoekt.
Denk aan de gelijkenis van het verloren schaap zoals de Heere Jezus die verteld heeft. Die gelijkenis luidt niet: ‘Een zeker mens had honderd schapen, en één daarvan was afgedwaald. Hij bleef thuis wachten, en zie, het schaap kwam terug en hij ontving het met vreugde. Daarna ging hij naar zijn vrienden, en sprak: ‘Wees blij met mij, want het schaap dat ik kwijt was, is teruggekomen’.
Nee! Er staat dat hij het schaap ging zoeken!
Uit zichzelf zou het nooit teruggekomen zijn. Het zou steeds verder en verder afgedwaald zijn. Hij ging het zoeken, over heuvels vol moeilijkheden, hij liep door valleien van vertwijfeling, totdat hij het eindelijk vond. Hij dreef het niet voor zich uit, hij wees het niet de weg, maar droeg het heel de weg. Toen hij ermee thuiskwam, zei hij niet: ‘Het schaap is weer thuisgekomen’, maar: ‘Ik heb het schaap dat ik kwijt was, weer teruggevonden’.
Bron: Veluwse kerkbode (onder HHG Garderen)
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. C.H. Spurgeon schreef:
Avondwolven

Want zijn paarden zijn lichter dan de luipaarden, en zij zijn scherper dan de avondwolven, en zijn ruiters verspreiden zich; ja, zijn ruiters zullen van verre komen, zij zullen vliegen als een arend, zich spoedende om te eten. Habakuk 1:8

Bij het bewerken van dit boekdeel kwam mij deze bijzondere uitdrukking zo meermalen onder de ogen, dat ik besloot daaraan een bijzondere overdenking te wijden. De avondwolf, verwoed door een dag van honger, was woedender en verslindender dan hij in de morgen zou zijn geweest. Zou het woedende ondier niet onze twijfel en onze vrees kunnen voorstellen na een dag van verstrooiing des gemoeds, van verlies in onze bezittingen, en wellicht van onverdiende verwijtingen onzer medemensen?

Hoe huilen onze gedachten ons in de oren: “waar is nu uw God?” Hoe verscheurend en verslindend zijn zij, al de vertroostingen verzwelgende, en dan nog even hongerig als tevoren. Grote Herder, versla deze avondwolven, en doe uw schapen neerliggen in de grazige weiden, ongestoord door het onverzadelijk ongeloof. Hoe gelijken de boze geesten van de hel op avondwolven; immers wanneer de kudde van Christus onder een bewolkte, donkere hemel verkeert en hun zon schijnt onder te gaan, dan haasten zij zich om te verscheuren en te verslinden. Zij zullen de Christen zelden aanvallen in het daglicht van het geloof, maar in de schemering van zielestrijd overvallen zij hem. O! Gij, die Uw leven hebt afgelegd voor de schapen, bewaar hen tegen de slagtanden van de wolf.

Valse leraars, die listig en onvermoeid het kostbare leven zoeken te verderven, door hun leugentaal de mensen verslindende, zijn even gevaarlijk en verfoeielijk als avondwolven. De duisternis is hun element, bedrog hun karakter, verderf hun doel. Wij staan aan het grootste gevaar van hun zijde bloot, wanneer zij zich in de schapenvacht hullen. Gezegend hij, die tegen hen in veiligheid wordt gesteld, want duizenden worden de prooi van grijpende wolven, die zich indringen tot binnen de kerk des Heeren.

Welk een wonder van genade, wanneer felle vervolgers worden bekeerd; want dan verkeert de wolf met het lam, en mensen van woeste, ontembare neigingen worden minzaam en volgzaam. O Heere, bekeer velen van deze aard, voor dezulken willen wij deze avond bidden.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Mara
Berichten: 23141
Lid geworden op: 15 jun 2010, 15:54

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Mara »

In de late uren van zaterdag 27 oktober 1972 werd de jonge zendeling Peter – niet zijn echte naam – samen met zijn collega Sam in een klein plaatsje in Laos gevangengenomen door een kleine groep Noord-Vietnamese, communistische soldaten. Peter en Sam moesten met hen te voet naar Hanoi in Vietnam. Dat duurde 39 dagen. Door aanhoudende regen, honger, malaria, kapotte voeten, bloedzuigers en mishandeling werd het een barre tocht. Op naar de beruchte Franse gevangenis ‘Maison Centrale’.

Peter, nu 68 en nog steeds samen met zijn vrouw werkzaam in Laos, gaf mij twee jaar geleden zijn biografie. Het boek raakt me diep. Peter doet zich in zijn boek niet geestelijker voor dan dat hij zich op dat moment voelde. De pijn was groot en diep. Hij was niet altijd geestelijk sterk, maar wat hem troost gaf, waren flarden van Bijbelteksten, gezangen en avondmaalsvieringen. Op 26 november 1972, onderweg naar Vietnam bijvoorbeeld.

Sam en Peter waren gedwongen om onder een boom te zitten. Het regende pijpenstelen en met een stukje plastic boven hun hoofd probeerden ze tevergeefs droog te blijven. ‘Wat voor dag is het, Sam’, vroeg Peter. Sam aarzelde even… ‘Zondag’, zei hij toen. ‘We kunnen de Heere gedenken’, zei Peter. ‘Met wat rijst dat ik nog in mijn zak heb en water’. Sam begon een oud gezang te zingen en Peter dacht aan een regel in de Messiah van Händel waarin hij Jesaja 40:5 bezingt: En de heerlijkheid des HEEREN zal geopenbaard worden; en alle vlees te gelijk zal zien, dat het de mond des HEEREN gesproken heeft.

En zo, terwijl ze daar kletsnat onder die boom zaten, rillend van de malaria en ellende, daalde de vrede van God neer. Ze zongen, overdachten het Woord en vierden met rijst en water het avondmaal. Vele zondagen gedachten ze zo de dood van hun Heere. Later in de gevangenis werd de rijst vervangen door een harde oude baguette. Maakte niet uit, gedenken kon altijd.

Spurgeon zei eens: ‘Zorg dat je hart recht is voor Christus. Hij zal je dan vaak bezoeken en zo je doordeweekse dagen veranderen in zondagen, maaltijden veranderen in sacramenten, huizen in tempels en de aarde veranderen in de hemel.’
Dat gebeurde, denk ik, daar onder die boom en in de gevangenis.

ds. P. den Ouden, eerder gepubliceerd in de Kerkbode HHK, Katwijk aan Zee
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2059
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Arja »

@Mara, wat mooi (dat stukje hieronder).
Gebruikersavatar
Hollander
Berichten: 2804
Lid geworden op: 26 aug 2019, 11:54
Locatie: Afwezig

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Hollander »

Jodocus van Lodenstein schreef:Om gepaste vruchten uit het lijden van Jezus Christus te verkrijgen, moet verder, wat de Zaligmaker aangaat, Zijn vrijwilligheid en bereidheid tot het lijden overdacht worden.
Deze is niet alleen door Hem in het Oude Testament voorzegd, en voorafgeschaduwd in het lam dat zijn mond niet opendoet, maar is ook in de geschiedenis van het lijden overvloedig opgetekend.
Deze Heere besefte Zijn aanstaand lijden heel goed, want Hij had het lang voorzegd. Toch ontweek Hij het niet. Immers, in de wetenschap dat Zijn lijden aanstaande was, ging Hij naar Jeruzalem, de plaats van Zijn lijden.
Toen de tijd daar was, ging Hij in de hof om te bidden, terwijl Hij wist dat deze plaats Judas, Zijn verrader, wel bekend was. Toen Judas tot Hem kwam, noemde Hij hem vriend, alsof Hij voldaan was dat Judas Hem aan het lijden hielp, want Hij wist wel waarom hij kwam. Petrus wilde Hem verdedigen, maar Hij liet dat niet toe. Hoewel Hij andere hulp van de hemel verkrijgen kon, vroeg Hij daar niet om.
Hij overtuigde ook de Joden dat het niet hun listigheid of macht was, maar Gods besluit, voorzegging en raad die Hij wilde dienen. Zij hadden Hem immers dagelijks in de tempel in handen kunnen krijgen, maar hadden Hem niet gegrepen.
Als Johannes over Zijn gevangenneming spreekt, wijst hij erop dat Hij degenen die Hem gevangen zouden nemen, tegemoet ging, om te voorkomen dat zij vergeefs op weg zouden gaan. Hij vroeg hun wel scherp wie zij zochten en zei dat Hij Jezus was, opdat zij niet een vreemde zouden grijpen en opdat hun wapens alleen tegen de Koning van Israël zouden zijn.
Intussen bewees Hij met Zijn macht wat Hij kon, als Hij het lijden niet had willen ondergaan. Want met één woord wierp Hij hen achterwaarts ter aarde en gebood Hij hun als Meester dat zij met Hem tevreden moesten zijn door de anderen heen te laten gaan. Dat bevel moesten zij als schapen ook gehoorzamen.
Ja, let erop dat Hij gemakkelijk nog een andere macht had kunnen gebruiken. Uit dit alles blijkt overvloedig Zijn gewilligheid in het lijden.
Overdenk dit ernstig, mijn ziel, want daarin ligt de kracht van de borgtocht die de Heiland op Zich heeft genomen. Dat is een vrijwillige verbintenis, die op geen enkele wijze gedwongen kan zijn. Als de Zaligmaker hierover mediteert en Zijn discipelen hierin onderwijst, zegt Hij daarom ook Zelf met klem, dat de aangenaamheid die Zijn werk in Gods ogen vindt en de aanneming ervan, dáárin gelegen is, dat Hij uit Zichzelf dit lijden ondergaat. Hij zegt namelijk met nadruk: 'Daarom heeft Mij de Vader lief'.
Dit geldt ook voor u en maakt het lijden van Christus zeer kostbaar voor u, mijn ziel! Wek daarom uw ziel op om Jezus met al uw krachten lief te hebben.
Bron: 19e meditatie uit 'Uw lijden groot'.

Voor de leesbaarheid heb ik de Bijbelteksten uit de meditatie gehaald. Het gaat in volgorde om deze teksten:
Ps. 40:8-9, Hebr. 10:9, Ex. 12, Jes. 53:7, Matt. 17:22-23, Matt. 20:17-19, Matt. 26:2, Luk. 13:33, Joh. 18:1-2, Matt. 26:50, Luk. 22:48, Matt. 26:51-56, Joh. 18:4, 1 Kon. 22:31, Joh. 18:6-8, Joh. 7:30-46, Joh. 10:17.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. G.H. Kersten schreef:
Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao’s dochter genaamd te worden; verkiezende liever met het volk Gods kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben. Hebr. 11:24 en 25.

Wonderlijk, die leiding Gods met Mozes. Zware beproeving van de ouders, die hem door het geloof drie maanden verborgen hadden in zijn prilste jeugd. Het was zwaar dit kindje in een kistje van biezen te leggen in het water. Maar niet minder zwaar moet het hun geweest zijn, hem af te staan aan Farao’s dochter en over te geven in de ijdele omgeving van het Egyptische hof. Hierin echter was geen roekeloosheid. De omstandigheden doen het ons verstaan dat Amram en Jochebed, in vereniging met Gods weg, door het geloof zich op de Heere hebben verlaten, Die machtig was hun kind ook aan Farao’s hof te bewaren en hun geloof is niet beschaamd. Nee, het ware geloof kent geen beschamingen. Het is een vaste grond der dingen, die men hoopt en een bewijs der zaken, die men niet ziet. Kent ge er iets van, ouders, ten opzichte van uw kinderen? Is er die binding aan de genadetroon, waardoor gij uw kinderen niet kunt loslaten? Hoe diep Gods weg ook is, de uitkomst zal de oprechtheid van het geloof tonen.

Een moeder in Schotland hoopte jaren achtereen dat haar dochter zou wederkeren. Deze was de weg der zonde opgegaan. Geen vermaningen hadden haar mogen weerhouden, maar God hoorde de verzuchtingen en beschaamde de hoop van deze moeder niet. Haar kind kwam terug. Zou God de smekingen van Zijn volk niet horen?

Mozes: uit het water getogen. Onder Gods voorzienig bestuur herinnerde deze naam Mozes voortdurend aan de wondervolle redding, waarmee God hem van de dood behouden had. Daarvan sprak hem zijn moeder, die hem in de jongste jaren niet alleen had gevoed, maar hem ook daarna voortdurend onderwees van de ware God en het gelukzalige volk, dat de Heere Zich verkoren had. Nee, geen besnijdenis, noch de meest tedere zorg van zijn ouders konden in Mozes het geloof verwekken. Doop en opvoeding laten op zichzelf onze harten dood. Het geloof is een gave Gods. Maar dat geloof werkt God door middelen (Rom.10). welnu hier zijn twee voor de hand liggende middelen die Mozes deden weten dat hij tot de Egyptenaren niet behoorde. God heeft dit gezegend en geheiligd, ja het geloof zo krachtig in Mozes doen werkzaam zijn, dat hij weigerde een zoon van Farao’s dochter genaamd te worden. Dit was geen kleine zaak. Aangenomen tot een eigen zoon, had Mozes een plaats onder de prinsen van Egypte. Hij werd in al de wijsheid van de Egyptenaren onderwezen. Naar de mens gesproken was hem de schoonste toekomst bereid. Egypte behoorde in die tijden tot de rijkste landen ter wereld. Rijkdom, eer, aanzien, vreugd, alles wat de wereld maar geven kan was Mozes bereid. En dat alles heeft hij veracht. Wat dwaas, roept de wereld.

Wie begeert liever met dat volk Gods kwalijk gehandeld te worden, in slavernij, armoede, verdrukking, dan de voorspoed en grootheid der wereld te genieten? Wie? Hij, die met Mozes het leven der wereld heeft leren kennen als het leven der zonde. Het staat er immers bij in Hebr. 11? ‘Liever met het volk Gods kwalijk gehandeld, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben’. Zie op het volk van God en let op hun einde. Hier is de Heere hun deel, en hun einde zal eeuwig vrede zijn. Hoe arm wordt geheel de wereld met al het hare, zo de Heere ons overtuigt. Een volle wereld die niet verzadigen kan. De zonde, de vreugde, de schatten van de wereld, alles wat van God en Zijn dienst en volk ons gescheiden houdt, het wordt verachtelijk, het wordt de dood. En daartegenover plaatst de Heere het heil van Zijn gunstvolk. O, wat is dat volk gelukkig! Het is met God verzoend, naar Zijn beeld hersteld. Het leven van dat volk is oneindig meer dan alle genieting der wereld. Met heilige jaloezie zien zij dat volk na. Ja, dat volk is hun volk. Wat Mozes doorleefde is in uw hart: ‘Liever met het volk Gods kwalijk gehandeld te worden dan de genietingen der zonde te hebben’.


Auteur: Ds. G.H. Kersten (1882-1948)
Titel: Meer dan overwinnaars, pg. 144-148
Uitg.: De Banier, 1967
Bron: Schatgraven nieuwsbrief GG Terneuzen
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Plaats reactie