Gelezen (geloofsopbouwend)

Bertiel
Berichten: 4591
Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
Locatie: bertiel1306@gmail.com

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Bertiel »

Wat een rijk onderwijs en wat een aansporing.
De gebroeders Erskine spreken mij altijd ontzettend aan
Waar heb je dit uit?
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8942
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Dr. W. Aalders schreef:Wie zo de tijd verstaat, beseft dat de mens is binnengetreden in het eschatologische tijdperk. Wij gaan lijnrecht af op de onthulling van het uiteindelijke scheppingsplan van God. De grote Exodus staat voor de deur! Zoals het oude Israël daarbij het gericht van de tien plagen over zich heen zag gaan, zo leeft nu de hele mensheid in een tijdperk van catastrofale gebeurtenissen, waarin alles wat vastheid aan het bestaan gaf wordt losgewrikt en verpulverd. Maar zoals toen Israël in het geloof zich de lendenen omgordde, de reisstaf in de hand nam en de sandalen aan de voeten gespte om het diensthuis achter zich te laten en elders een verre, nog onzichtbare en onvoorspelbare toekomst tegemoet te gaan, zo wordt ook nu de mensheid opgevorderd, om in de onverdragelijk wordende wanorde en crisis van de waarden, haar geloof te laten uitgroeien tot een levende hoop, die de contouren van een nieuwe toekomst schouwt. Voor dát geloof is daarom ook de Exodus-houding van Israël de enige mogelijke instelling tegenover de tijd. Hier geen blijvende stad meer zoeken. Hier het heden en verleden niet meer met hand en tand verdedigen. Maar het anker uitwerpen in de eeuwigheid, en zich zonder voorbehoud overgeven aan het vertrouwen in de aanstaande wederkomst van de Heere.

Maranatha, kom, Heere Jezus!
Bron: Veluwse Kerkbode van 25 september 2020 onder de berichten van de (Hersteld) Hervormde gemeente van Oldebroek
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8942
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. R. M. McCheyne schreef:
Want ik wil dat gij weet hoe groten strijd ik voor u heb, en voor degenen die te Laodicéa zijn, en zovelen als er mijn aangezicht in het vlees niet hebben gezien; opdat hun harten vertroost mogen worden, en zij samengevoegd zijn in de liefde, en dat tot allen rijkdom der volle verzekerdheid des verstands, tot kennis der verborgenheid van God en den Vader, en van Christus (Kol. 2:1, 2).

20 maart 1840
Mijn beste vriend,

Ik ken uw naam niet eens, maar ik denk dat ik wel iets ken van de toestand van uw ziel. Uw vriend is bij mij geweest en heeft mij iets verteld van uw gedachten. Ik schrijf daarom een paar regels om u aan te sporen op Jezus te zien en te leven.

Als u Numeri 21:9 leest, zult u uw ziekte en het geneesmiddel ervoor zien. U bent gebeten door de grote slang. Het gif van de zonde heeft zich door heel uw hart verspreid, maar Christus is verhoogd aan het kruis, zodat u mag zien en leven. Kijk nu niet zo lang en kwellend naar uw eigen hart en gevoel. Wat zult u daar anders vinden dan de beet van de slang? U bent in ongerechtigheid geboren en uw hele natuurlijke leven hebt u in de zonde doorgebracht. Hoe meer God uw ogen opent, hoe meer u zult voelen dat u in uzelf verloren bent. Dit is uw ziekte. Het geneesmiddel voor deze ziekte is: Zie op Christus! De heerlijke Zoon van God heeft verloren zielen zó liefgehad, dat Hij een menselijk lichaam aannam en voor ons stierf. Hij droeg onze vloek en gehoorzaamde de wet in onze plaats. Zie op Hem en leef. U hebt geen voorbereiding nodig en u hoeft zelf niets te proberen. U hebt geen plichten en ook geen inspanningen nodig. U hoeft slechts te zien en te leven.

Lees Johannes 17:3. De weg om zalig te worden is om Gods hart te kennen en het hart van Jezus. Om tot leven gewekt te worden, moet u uw eigen hart kennen. Als u uw verloren staat wilt kennen, kijk dan in uw eigen hart. Zie wat een vuiligheid daar is: het vergeten van God, doodsheid en ongevoeligheid voor Zijn liefde. Als u geoordeeld wordt zoals u bent in uzelf, gaat u verloren. Om zalig te worden, moet u het hart van God en Christus kennen. Het hart van Christus wordt beschreven in de vier Evangeliën. Zij vertonen Zijn medelijden met zondaren en het heerlijke werk dat Hij deed in hun plaats. Als u dat hart zou kennen zoals het is, dan zou u met Johannes uw moede hoofd op Zijn borst leggen. Besteed niet zoveel tijd aan het bestuderen van uw eigen hart als aan het bestuderen van Christus’ hart. Sla voor één blik op uzelf tien blikken op Christus!

Lees Romeinen 15:13 eens. Dat is mijn gebed voor u. U zoekt naar vrede door inspanningen, vrede in plichten, of vrede in het reformeren van uw geest. Maar o, lees in Zijn Woord! ‘De God nu der hoop vervulle u met alle blijdschap en vrede in het geloven.’ Al uw vrede is te vinden in het geloven van Gods Woord over Zijn Zoon. Als u eens een ogenblik uw eigen toestand helemaal vergeet en nadenkt over de heerlijke weg van zalig worden door Christus, gloeit er dan nooit eens een straal van vrede in uw hart? Behoud die vrede; het is de vrede in het geloven. Zie net zo rechtstreeks op Christus als u soms naar de op- of ondergaande zon kijkt. Zie regelrecht op Christus.

U vreest dat uw overtuigingen van zonde niet diep genoeg zijn geweest. Dit is geen reden om u bij Christus vandaan te houden. Uw hart zal pas echt verbroken zijn als u werkelijk in Christus bent (zie Ez. 36:25-31). Let op de volgorde: eerst sprenkelt God rein water op de ziel. Dit duidt erop dat we gewassen worden in het bloed van Christus. Daarna geeft Hij een nieuw hart. Als derde geeft Hij een doordringende herinnering aan vroegere zonden. Nu, de Heere geve u al deze dingen! Dat u gebracht mag worden, zoals u bent, tot het bloed van het Lam! Dat Hij uw hart, gewassen en gerechtvaardigd, veranderen zal. Hij geve u een zacht hart en Zijn Heilige Geest in uw hart. En zo geve Hij u een verbroken hart over uw vroegere zonden.

Lees ook Romeinen 5:19 eens. Door de zonde van Adam zijn velen tot zondaars gemaakt. Wij hebben Adams zonde niet bedreven en toch komt de schuld ervan op ons. Wij hebben onze hand niet naar de verboden vrucht uitgestoken en toch zijn de zonde en ellende voor onze deur gelegd. Op dezelfde manier worden ‘door de gehoorzaamheid van Christus velen tot rechtvaardigen gesteld.’ Christus is de Verheerlijkte Die in de plaats van velen stond. Zijn volmaakte kleed is voldoende om u te bedekken. U had niet de hand in Zijn gehoorzaamheid. U leefde nog niet toen Hij in de wereld kwam, leefde en stierf. En toch, in die volmaakte gehoorzaamheid mag u rechtvaardig voor God staan. Dit is al mijn bedekking voor het aangezicht van een heilig God. Ik voel mij oneindig goddeloos in mijzelf; als een slang of een pad in Gods ogen. En toch, wanneer ik sta in Christus alleen, dan voel ik dat God geen zonde in mij ziet en mij vrijwillig liefheeft. Dezelfde gerechtigheid is vrij beschikbaar voor u. Ze zal net zo wit en rein zijn voor uw ziel als voor de mijne. O, slaap toch niet één nacht langer zonder deze gerechtigheid! Stem slechts toe om in Christus te zijn en niet in uw arme zelf. Maar ik moet u niet vermoeien.

Nog één woord. Lees Openbaring 22:17. Wat een heerlijke, zoete woorden! ‘Die wil, neme het water des levens om niet.’ Dit is de laatste nodiging in de Bijbel en de ruimste: Christus’ afscheidswoord aan een wereld van zondaren! Eenieder die wil, mag deze heerlijke weg van zalig worden aannemen. Kunt u het weigeren? Ik weet zeker van niet. Beste vriend, laat u overtuigen door een mede-worm om het niet nog één moment uit te stellen. ‘Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.’

U zit, net als Hagar, in het bereik van de bron. Moge de Heere uw ogen openen en u alles laten zien dat in Christus is! Ik bid voor u, dat u Jezus geestelijk mag zien en verblijd zult zijn; dat u tot Hem zult gaan en rust zult vinden. Vaarwel. De uwe in de Heere
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8942
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. N. Beets schreef:
Openbaring 21: 4 - En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan.

Van wie heb ik gesproken, Toehoorders! Van u en van myzelven? Dat het Gode behaagde, dat ik van u en myzelven gesproken hadde. Maar zoo min het algemeene wy, als het algemeene gylieden is van mijne lippen gekomen. Zoo waarlijk als ik christus wensch te dienen, mijne Vrienden, ik durfde niet. Ik sprak van de geloovigen, ik sprak van het volk Gods; van hen, die niet alleen belijden met den mond, maar met geheel hunne ziele hebben aangenomen, omhelsd en zich toegeëigend den eenigen naam, die onder de menschen gegeven is, door welken wy moeten zalig worden: jezus christus (Hand. IV. 12); van hen, die zich door hem, den Gekruiste, hebben laten reinigen tot een volk ijverig in goede werken (Tit. II. 14), en eigene eer verzakende, alleen tot zijne en des Vaders heerlijkheid hebben geleefd, te midden van de jammeren en verzoekingen dezer eerste dingen. Zoo wy allen tot deze behooren, dan, ja dan, o mijne medeopgeschrevenen ten doode! zal de Heere God alle tranen ook van onze aller oogen afwisschen, daar, waar geen dood meer zijn zal, noch rouwe, noch gekrijt, noch moeite, waar de eerste dingen zijn voorbygegaan. Maar zoo wie onzer niet - zijn nieuw leven zal een tweede dood zijn (Openb. XX. 14), en deze zijne aardsche tranen zullen slechts plaats maken voor eene weeninge der oogen, welke geen eeuwigheid zal vermogen af te wisschen of te stelpen!

(...)

God staat gereed om alle tranen af te wisschen van de oogen...? Ofschoon duizend liefhebbende harten het hoopten, en duizend bewogene lippen het baden; ofschoon duizend monden van valsche profeten het verkondigden, Geliefden! Het en zal alzoo niet wezen. Zoo men christus versmaad heeft, en de vertroostinge zijns kruices veracht, men heeft geen deel of lot in dit woord. Wat heeft men te wachten van een God, dien men niet gezocht heeft, van een Verlosser, dien men niet heeft willen kennen? Voorzeker! de tranen buiten hem geweend zijn niet op Gods register (Ps. LVI. 9).

Het waarachtig geloof; niet die algemeene inbeelding, dat God in de eeuwigheid alle tranen zal afwisschen van alle oogen; maar het geloof naar Zijn Woord, dat hy ze zal afwisschen om christus wil, drukt zich, gelijk in alle de gedragingen van een heilig en liefelijk leven, ook uit in de wijze waarop, de stemming waarin men ze schreit op aarde. Aan de vreedzame vrucht der gerechtigheid (Hebr. XII) kent men den wortel des geloofs in het lijden.

Ziet, o ziet ze aan; en och, of dat gezicht uw hart tot jaloerschheid verwekken mocht; de beproefde kinderen Gods te midden van de smarten en jammeren dezes korten levens. Bedroefd, maar niet gelijk als de anderen, die geene hope hebben (1 Thes. IV. 13); verdrukt, doch niet benaauwd, twijfelmoedig, doch niet mismoedig, vervolgd, doch niet daarin verlaten, nedergeworpen, doch niet verdorven, dragen zy altijd de doodinge des Heeren Jezus in hunne lichamen om, opdat ook het leven Jezus in hunne lichamen zoude geopenbaard worden (2 Cor. IV. 8-10). In velen bezocht, twijfelen zy zoo min aan Gods rechtvaardigheid als aan zijne liefde; erkennen zy ootmoedelijk, dat geen leed hen overkomen kan evenredig aan de mate hunner overtredingen, en gevoelen in hun harte, dat zy alle deze kastijdingen noodig hebben, om meer en meer te worden gelouterd en gereinigd. Zich oefenende in geduld en gelatenheid, schoon nooit daarin volmaakt, zien zy op den Oversten Leidsman en Voleinder des Geloofs, en wenschen navolgers te zijn van hem, die om hunner armer zielen wille den bitteren drinkbeker niet heeft afgewezen, hem door den Vader op de hand gezet; en daar hy zijn loodzwaar kruis voor hen heeft opgenomen, dragen zy blijmoedig het hunne, hem volgende.

In dit alles zien zy niets dan eene gebrekkige vervulling van den plicht hunner dankbare liefde, en bidden God, dat hy hun de ijdele inbeelding spare, door deze hunne onderwerping eenen enkelen straal zijner vrije genade te verdienen. Niets overspannens, niets gemaakts, niets stroefs is er in deze hunne onderworpenheid. Zy roemen in de verdrukking, maar in stilte en nederig; zy verwachten de eeuwige vertroostinge, maar ootmoedig; niet haastende, maar verbeidende, en intusschen met alle macht doende wat hunne hand vindt om te doen, te midden van deze eerste dingen.

Deze zijn het, die het eeuwig Jeruzalem zullen binnengaan; deze, alle wier tranen door God zullen worden afgewischt van hunne oogen; deze, die alles zullen beërven; deze, de geschrevenen in het Boek des Levens des Lams.

Geliefden! Och of ook onze namen op de blinkende bladen van dat eeuwig Boek mochten te lezen staan! Gelooft in den Lijder van Golgotha, hebt den gekruisten van Golgotha lief, en ik ben verzekerd, dat noch tranen, noch gekrijt, noch rouwe, noch moeite, noch dood; noch tegenwoordige, noch toekomende dingen u zullen kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in jezus christus onzen Heere (Rom. VIII), en om zijnentwille, reeds hier, vertroost en zaligt, die in zijnen naam de schreiende oogen tot den God aller vertroostinge opheffen. Zalig zijn die treuren, want zy zullen vertroost worden. Amen.
Bron: Ds. N. Beets - Twaalf preken
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Bertiel
Berichten: 4591
Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
Locatie: bertiel1306@gmail.com

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Bertiel »

Eerste gebruik.
239
Merk uit het bovenstaande op, dat er niets in ons is dat ons zou kunnen
rechtvaardigen, maar iets buiten ons; geen inklevende gerechtigheid, maar
toegerekende. Wij zouden evengoed kunnen zoeken naar een ster in de aarde als naar
rechtvaardiging door onze eigen gerechtigheid. De roomsen zeggen dat men door de
werken gerechtvaardigd wordt, maar de apostel weerlegt dat, want hij zegt: "Niet uit
de werken, opdat niemand roeme", Efeze 2:9. De roomsen zeggen: "Werken die
gedaan worden door een onwedergeboren iemand, kunnen hem weliswaar niet
rechtvaardigen, maar werken die gedaan worden door een wedergeborene kunnen wel
rechtvaardigen." Dit is geheel vals, wat zowel met een voorbeeld als door rede
bewezen kan worden.
a. Met een voorbeeld. Abraham was een wedergeborene, maar Abraham is niet
gerechtvaardigd door werken, maar door het geloof. "Abraham geloofde God, en
het is hem tot rechtvaardigheid gerekend", Romeinen 14:3.
b. Door de rede. Hoe kunnen werken die ons verontreinigen ons rechtvaardigen?
"Onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed" (als vuile vodden, Eng.
vert.), Jesaja 64:6. Goede werken zijn niet als een wegbereider die aan de
rechtvaardiging voorafgaat, maar als een dienstmaagd die volgt.
Maar zegt de apostel Jakobus niet dat Abraham door de werken gerechtvaardigd is?
Antwoord. Het antwoord is eenvoudig. Goede werken laten blijken dat wij
rechtvaardig zijn voor de mensen, maar ze maken ons niet rechtvaardig voor God.
Goede werken zijn bewijzen van onze rechtvaardigmaking, maar zijn niet de oorzaak.
De enige Naam die op de gouden plaat van Christus, onze Hogepriester gegraveerd is,
moet zijn: DE HEERE, ONZE GERECHTIGHEID.
Tweede gebruik, tot vermaning.
1. Aanbid de oneindige wijsheid en goedheid Gods die een weg heeft uitgedacht om
ons door de rijkdom der genade en de dierbaarheid van het bloed te rechtvaardigen.
Wij lagen allen onder de schuld besloten, niemand van ons zou kunnen ontkennen
schuldig te zijn en door onze schuld lagen wij onder het vonnis des doods. Nu de
Rechter Zelf een weg zou vinden om ons te rechtvaardigen en de Schuldeiser Zelf een
weg zou bedenken om de schuld te laten voldoen teneinde de schuldenaar niet te
benauwen, moet ons dit vervullen met verwondering en liefde. De engelen
bewonderen de verborgenheid van vrije genade in deze wijze van rechtvaardigen en
zaligen van verloren zondaren, 1 Petrus 1:2, en zouden dan degenen die er nauw bij
betrokken zijn en over wie deze weldaad is gekomen niet met de apostel uitroepen: "O
diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods!", enz, Romeinen 11:33.
2. Sta toch naar dit hoge voorrecht van rechtvaardigmaking. Er is balsem in Gilead;
Christus heeft Zijn bloed gestort tot een prijs voor de rechtvaardiging. Hij heeft
Zichzelf en al Zijn verdiensten opgeofferd om zondaren te rechtvaardigen. Hij nodigt
ons tot Hem te komen; Hij heeft Zijn Geest beloofd om ons in staat te stellen te doen
wat vereist wordt.
Zondaars, waarom wilt u dan niet naar dit grote voorrecht van rechtvaardigmaking
zoeken? Waarom wilt u de hongerdood sterven bij zoveel overvloed? Waarom wilt u
omkomen terwijl er een middel is om u te behouden? Zou men niet denken dat iemand
krankzinnig is, aan wie vergeving wordt aangeboden, als hij slechts zijn zonde bekent
en beterschap belooft, en hij zou de koning verzoeken zijn pardon voor zichzelf te
houden? Zo iemand heeft toch zijn banden en boeien lief en wil daarin sterven?
240
U bent deze dwaze persoon, die de rechtvaardiging, die u om niet door Christus in het
Evangelie wordt aangeboden, veronachtzaamt. Zal men de liefde van Christus
verachten? Is uw ziel, is de hemel u niets waard? O, zoek toch naar de rechtvaardiging
door het bloed van Christus.
(1) Overweeg ten eerste de noodzakelijkheid om gerechtvaardigd te worden. Als wij
niet gerechtvaardigd zijn, kunnen wij niet verheerlijkt worden. "Die Hij
gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt", Romeinen 8:30. Iemand
die vogelvrij verklaard is en wiens goederen allemaal verbeurd verklaard zijn,
moet eerst weer in de gunst van zijn vorst teruggebracht worden, vóór hij weer
hersteld kan worden i11 zijn vorige rechten en vrijheden. Zo moeten onze zonden
vergeven zijn en moeten wij teruggebracht worden in Gods gunst door de
rechtvaardigmaking, vóór wij hersteld kunnen worden in de vrijheid der kinderen
Gods en een recht verkrijgen op dat geluk dat Adam verbeurd heeft.
(2) Overweeg ten tweede het nut en voordeel daarvan. Door de rechtvaardiging
ervaren wij vrede in onze consciëntie, een rijker juweel dan welke vorst ook in
zijn kroon draagt: "Wij dan gerechtvaardigd zijnde, hebben vrede bij God",
Romeinen 5:1. Die vrede kan al onze verdrukkingen verzoeten; die verandert
water in wijn, Hoe gelukkig is iemand die gerechtvaardigd is: hij heeft de macht
van God tot zijn bewaring en de vrede Gods tot zijn vertroosting!
De vrede die uit de rechtvaardiging voortvloeit, is een tegenwicht tegen de vrees
voor dood en hel. "God is het, Die rechtvaardigt, wie is het, die verdoemt?",
Romeinen 8:33, 34.
O, sta derhalve naar deze rechtvaardiging door Christus. Deze weldaad wordt
verkregen door het geloof in Christus. "Door Dezen een iegelijk die gelooft,
gerechtvaardigd wordt", Handelingen 13:39. "Welken God voorgesteld heeft tot
een Verzoening door het geloof in Zijn bloed", Romeinen 3:25. Het geloof
verenigt ons met Christus en als wij met Zijn Persoon verenigd zijn, hebben wij
deel aan Zijn verdiensten en aan de heerlijke gelukzaligheid die door Hem
verkregen wordt.

Thomas Watson - hoofdsom van de geloofsleer - de rechtvaardigmaking
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
-DIA-
Berichten: 32738
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door -DIA- »

Bertiel schreef:Eerste gebruik.
239
Merk uit het bovenstaande op, dat er niets in ons is dat ons zou kunnen
rechtvaardigen, maar iets buiten ons; geen inklevende gerechtigheid, maar
toegerekende. Wij zouden evengoed kunnen zoeken naar een ster in de aarde als naar
rechtvaardiging door onze eigen gerechtigheid. De roomsen zeggen dat men door de
werken gerechtvaardigd wordt, maar de apostel weerlegt dat, want hij zegt: "Niet uit
de werken, opdat niemand roeme", Efeze 2:9. De roomsen zeggen: "Werken die
gedaan worden door een onwedergeboren iemand, kunnen hem weliswaar niet
rechtvaardigen, maar werken die gedaan worden door een wedergeborene kunnen wel
rechtvaardigen." Dit is geheel vals, wat zowel met een voorbeeld als door rede
bewezen kan worden.
a. Met een voorbeeld. Abraham was een wedergeborene, maar Abraham is niet
gerechtvaardigd door werken, maar door het geloof. "Abraham geloofde God, en
het is hem tot rechtvaardigheid gerekend", Romeinen 14:3.
b. Door de rede. Hoe kunnen werken die ons verontreinigen ons rechtvaardigen?
"Onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed" (als vuile vodden, Eng.
vert.), Jesaja 64:6. Goede werken zijn niet als een wegbereider die aan de
rechtvaardiging voorafgaat, maar als een dienstmaagd die volgt.
Maar zegt de apostel Jakobus niet dat Abraham door de werken gerechtvaardigd is?
Antwoord. Het antwoord is eenvoudig. Goede werken laten blijken dat wij
rechtvaardig zijn voor de mensen, maar ze maken ons niet rechtvaardig voor God.
Goede werken zijn bewijzen van onze rechtvaardigmaking, maar zijn niet de oorzaak.
De enige Naam die op de gouden plaat van Christus, onze Hogepriester gegraveerd is,
moet zijn: DE HEERE, ONZE GERECHTIGHEID.
Tweede gebruik, tot vermaning.
1. Aanbid de oneindige wijsheid en goedheid Gods die een weg heeft uitgedacht om
ons door de rijkdom der genade en de dierbaarheid van het bloed te rechtvaardigen.
Wij lagen allen onder de schuld besloten, niemand van ons zou kunnen ontkennen
schuldig te zijn en door onze schuld lagen wij onder het vonnis des doods. Nu de
Rechter Zelf een weg zou vinden om ons te rechtvaardigen en de Schuldeiser Zelf een
weg zou bedenken om de schuld te laten voldoen teneinde de schuldenaar niet te
benauwen, moet ons dit vervullen met verwondering en liefde. De engelen
bewonderen de verborgenheid van vrije genade in deze wijze van rechtvaardigen en
zaligen van verloren zondaren, 1 Petrus 1:2, en zouden dan degenen die er nauw bij
betrokken zijn en over wie deze weldaad is gekomen niet met de apostel uitroepen: "O
diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods!", enz, Romeinen 11:33.
2. Sta toch naar dit hoge voorrecht van rechtvaardigmaking. Er is balsem in Gilead;
Christus heeft Zijn bloed gestort tot een prijs voor de rechtvaardiging. Hij heeft
Zichzelf en al Zijn verdiensten opgeofferd om zondaren te rechtvaardigen. Hij nodigt
ons tot Hem te komen; Hij heeft Zijn Geest beloofd om ons in staat te stellen te doen
wat vereist wordt.
Zondaars, waarom wilt u dan niet naar dit grote voorrecht van rechtvaardigmaking
zoeken? Waarom wilt u de hongerdood sterven bij zoveel overvloed? Waarom wilt u
omkomen terwijl er een middel is om u te behouden? Zou men niet denken dat iemand
krankzinnig is, aan wie vergeving wordt aangeboden, als hij slechts zijn zonde bekent
en beterschap belooft, en hij zou de koning verzoeken zijn pardon voor zichzelf te
houden? Zo iemand heeft toch zijn banden en boeien lief en wil daarin sterven?
240
U bent deze dwaze persoon, die de rechtvaardiging, die u om niet door Christus in het
Evangelie wordt aangeboden, veronachtzaamt. Zal men de liefde van Christus
verachten? Is uw ziel, is de hemel u niets waard? O, zoek toch naar de rechtvaardiging
door het bloed van Christus.
(1) Overweeg ten eerste de noodzakelijkheid om gerechtvaardigd te worden. Als wij
niet gerechtvaardigd zijn, kunnen wij niet verheerlijkt worden. "Die Hij
gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt", Romeinen 8:30. Iemand
die vogelvrij verklaard is en wiens goederen allemaal verbeurd verklaard zijn,
moet eerst weer in de gunst van zijn vorst teruggebracht worden, vóór hij weer
hersteld kan worden i11 zijn vorige rechten en vrijheden. Zo moeten onze zonden
vergeven zijn en moeten wij teruggebracht worden in Gods gunst door de
rechtvaardigmaking, vóór wij hersteld kunnen worden in de vrijheid der kinderen
Gods en een recht verkrijgen op dat geluk dat Adam verbeurd heeft.
(2) Overweeg ten tweede het nut en voordeel daarvan. Door de rechtvaardiging
ervaren wij vrede in onze consciëntie, een rijker juweel dan welke vorst ook in
zijn kroon draagt: "Wij dan gerechtvaardigd zijnde, hebben vrede bij God",
Romeinen 5:1. Die vrede kan al onze verdrukkingen verzoeten; die verandert
water in wijn, Hoe gelukkig is iemand die gerechtvaardigd is: hij heeft de macht
van God tot zijn bewaring en de vrede Gods tot zijn vertroosting!
De vrede die uit de rechtvaardiging voortvloeit, is een tegenwicht tegen de vrees
voor dood en hel. "God is het, Die rechtvaardigt, wie is het, die verdoemt?",
Romeinen 8:33, 34.
O, sta derhalve naar deze rechtvaardiging door Christus. Deze weldaad wordt
verkregen door het geloof in Christus. "Door Dezen een iegelijk die gelooft,
gerechtvaardigd wordt", Handelingen 13:39. "Welken God voorgesteld heeft tot
een Verzoening door het geloof in Zijn bloed", Romeinen 3:25. Het geloof
verenigt ons met Christus en als wij met Zijn Persoon verenigd zijn, hebben wij
deel aan Zijn verdiensten en aan de heerlijke gelukzaligheid die door Hem
verkregen wordt.

Thomas Watson - hoofdsom van de geloofsleer - de rechtvaardigmaking
Dit is in zijn geheel online te lezen. Ik zou het hele stukje willen zien als een eenheid. Er staat nog een heel stuk voor: Merk op bovenstaande... En het slot valt hier ook weg.
Ik zou de link naar deze verhandeling kunnen plaatsen. Maar die staat op een website die niet in alles gewenst is. Ik denk dat de meesten het zo wel kunnen vinden.

PS ik zie dat het ook via theologienet is te lezen. Te downloden als rtf-bestand.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Bertiel
Berichten: 4591
Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
Locatie: bertiel1306@gmail.com

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Bertiel »

klopt, dit is een deel van het boek. Ik las het vanmorgen nav het artikel van dr p de Vries in ander topic genoemd, in dit kleine stuk stond er genoeg voor mij om te overdenken en daarom wilde ik het graag met jullie delen
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
-DIA-
Berichten: 32738
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door -DIA- »

Bertiel schreef:klopt, dit is een deel van het boek. Ik las het vanmorgen nav het artikel van dr p de Vries in ander topic genoemd, in dit kleine stuk stond er genoeg voor mij om te overdenken en daarom wilde ik het graag met jullie delen
Daar zou ik dan ook mijn dank voor willen uitspreken.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8942
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. T. Hooker schreef:
Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij (Matthéüs 16:24)

Onze Zaligmaker Christus heeft Zijn discipelen (vs. 21) verteld over de beproevingen die Hem spoedig zouden overkomen, op weg naar Jeruzalem. Toen Petrus sprak om Hem tegen te houden en vleselijke raad gaf (vs. 22), gaf Christus geestelijke raad (vs. 24). Het volgen van Christus is het wandelen in geloof, vraagt om een oprecht hart (Ps.57:8), een vast voornemen des harten om bij de Heere te blijven (Hand.11:23). Het is dus geen berekening, maar iets waar het hart helemaal vol van is. Misschien vraagt u zich af wat er met uw leven, uw vrijheid en uw kinderen zal gebeuren en of het wel tot uw voordeel zal zijn. Indien het mogelijk zou zijn om die te behouden en God erbij te hebben, zou u dat verwelkomen. Toch zal een ziel die genade heeft ontvangen niet zo handelen, maar zeggen: Al zou ik al deze dingen moeten missen, toch blijf ik bij mijn besluit dat God de mijne is, al zou ik ervoor moeten sterven.

U vraagt zich misschien af: maar hoe kom ik aan zo’n vast voornemen?
1. Beoordeel uw leven niet op maatstaven van de wereld (Ps.73:2), wat mensen zeggen (Ps.62:10), maar naar de maatstaven van het heiligdom en oordeel volgens het Woord (Luk.10:42).
2. Baseer uw oordeel niet op wat u nu ziet, maar op wat hierna zal volgen (Luk.16:22-23); bedenk wat de oordeelsdag zal zijn (2 Thess.1:7-8).

Het volgen van Christus is: achter Hem aan komen, Hem trouw dienen en gehoorzamen. Daarin letten we eerst op de Heere Jezus Zelf: Christus gaat voorop en is de overste Leidsman van Zijn Kerk. Hij gaat voor Zijn schapen uit; de schapen volgen Hem (Joh.10:4, Ps.79:13). Christus is de overste Leidsman door Zijn Geest (Joh.16:13) en Woord (Num.10). Zoek uw hulp bij Christus, de Leidsman van Zijn Kerk (Ps.85:9). Ga met al uw zwakheid tot Hem, u die twijfelt in uw hart. Het wachtwoord dat u moet leren luidt: Zie op de overste Leidsman (Hebr.12:2). Van alle kanten dreigt gevaar. Wanneer we op onze Zaligmaker zien als het Hoofd van Zijn Kerk zijn er drie dingen waarin we op Hem moeten lijken: in Zijn ambt als Profeet, Priester en Koning (2 Petr.1:4, 1 Petr.2:9, Openb.1:6, Rom.12:1). Zie ook wat Hij als mens gedaan heeft (1 Petr.2:22). In welke omstandigheden u zich ook bevindt, zie wat Christus deed en doe als Hij. Van Kaleb wordt getuigd dat hij volhard heeft God na te volgen (Num.14:24). Dezelfde Geest Die in Christus is, woont ook in de heiligen (Rom.8:11). Zij hebben dezelfde wil en Wet om zich naar te richten. Het is Dezelfde Geest Die hen daartoe in staat stelt dezelfde weg als Christus bewandelen. Hoe kan ik de wil van God leren verstaan? Door te beproeven wat de Heere welbehaaglijk zij (Ef.5:10).

Zie wat er met de vijanden van de Heere Jezus gebeurt, die zich hevig tegen God verzetten (Openb.12:7-9). Verzet u zich tegen de kracht van het Woord als het wordt gepredikt? Dan haat en vervolgt u Christus en bent u geen volgeling van Hem. Veel mensen lijken oprechte belijders van het geloof, maar wanneer de tijden moeilijk worden zeggen ze allen hun belijdenis vaarwel. Mensen stoten zich aan het Evangelie (Joh.6:60) en zeggen: Waarom moet het zo streng? Ze willen in hun eigen wegen wandelen. Weg met zulke christenen! Kunt u me slechts één voetstap van Christus op hun weg aanwijzen? Er zijn ook mensen die belijden christen te zijn maar in het geheim het Evangelie tegenwerken en buitengesloten worden. Met Judas kussen ze Christus, doden Hem, zitten aan Zijn tafel, verloochenen Hem. Roep uw geweten ter verantwoording, het zal u de waarheid vertellen.

Christus volgen gaat met moeite gepaard, vraagt volharding. Uw eigen ik moet worden verloochend. U kunt geen afgod blijven dienen. Onderzoek uzelf! Met het kruis opnemen worden moeiten en verdrukkingen bedoeld. Volgelingen van Jezus Christus moeten verdrukkingen die hen zijn toebedeeld, blijmoedig ondergaan (Matth.5:11-12, Jak.1:2, Hab.3:18). Indien u Zijn volgeling wilt zijn, neem dan uw kruis op, leg uw hals op het blok. Alleen hij die in staat is om het kruis van Christus blijmoedig op te nemen, is een waar christen en zal zich in Hem verblijden (Gal.6:14). Verwelkom het kruis zoals de discipelen (Hand.5:41). Kunnen mensen zich in Christus verheugen als ze Zijn aanwezigheid in hun leven niet kunnen verdragen? Zou u het goedvinden als Christus over uw schouder meekijkt als u zondigt en vloekt? God zal zulke mensen en hun daden naar de hel zenden.

Wanneer we op de weg van Christus beginnen te wandelen, moeten we ons erop instellen dat ons het ergste zou kunnen overkomen. Kruis dragen is een teken van zaligheid voor Gods kinderen (Fil.1:28). Wie zijn leven heeft afgelegd mag de Zaligmaker volgen (Openb.12:11, Luk.14:33). Door zelfverloochening wordt de hevigheid en de felle pijn van het kruis weggenomen, om het te dragen. Een hart dat zichzelf heeft leren verloochenen hecht minder waarde aan dingen van de wereld. Bij velen is hun eer en hun leven tot een afgod. Paulus achtte zijn leven niet dierbaar voor zichzelf (Hand.20:24). Dan ontvangen we van Christus verkwikkende genadegaven: kracht en blijmoedigheid (Fil.4:13, Luk.1:53, Jes.57:15, 1 Sam.1:8). Hij verkwikt de ziel.

Genoeg mensen die belijden bij Christus te horen, krimpen ineen wanneer er moeite komt. De oorzaak van vleselijk en wispelturig gedrag ligt in ons trotse hart. O, dit is de zaak waar het om draait: U hebt iets te verliezen! Vergeet niet dat u Gods genade te verliezen hebt. Hierin wordt duidelijk dat u zichzelf niet hebt verloochend, dat u daarom geen volgeling van Christus bent. Neem uw goden maar mee, maar u zult met hen omkomen. U wilt geen lijden ondergaan omdat u uzelf nog te lief hebt, daarom zult u branden in de hel. Onderzoek uw hart! De waarheid is dat we niet weten hoe spoedig God ons tot lijden zal roepen. Lijden moet en kan de gehoorzaamheid van de getrouwe gelovigen niet verhinderen. Een hart dat Christus oprecht liefheeft zal om Hem alles verdragen. Het geloof zoekt houvast in Christus, lijdzaamheid verdraagt wat ons overkomt: als Christus niet verlaten was geweest, had ik verdoemd moeten worden. Laat God geëerd worden, al moet ik beproevingen ondergaan, want zo is het goed.
Bron: Thomas Hooker, Zelfverloochening en zelfbeproeving (Apeldoorn: De Banier, 2020), 113-220.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8942
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. W. Gadsby schreef:
Handelingen 20:32 En nu, broeders, ik beveel u Gode, en het Woord Zijner genade, Die machtig is u op te bouwen, en u een erfdeel te geven onder al de geheiligden.

De personen die hier het adres zijn, zijn de broeders; en de apostel ‘beveelt hen Gode’; hij vertrouwt hen toe aan de zorg en de veilige bewaring van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. En ik gevoel voor God dat ik aan mijn geweten een Goddelijke toepassing van die waarheden moet krijgen door de onoverwinnelijke kracht van God de Heilige Geest. Zonder een aandeel in deze Drie-enige God, heb ik geen zaligheid. Ik moet zinken, en voor eeuwig zinken.

Maar nu enkele gedachten over dit ‘Woord van Gods genade’. U zult merken, dat de Heilige Geest ons zegt dat dit ‘Woord van genade’ een Woord van eed is (Hebr. 6:17). Hier is een gezelschap van arme zondaren, aan wie God ‘buitengewoon grote en kostelijke beloften’ gedaan heeft. En het ongeloof van hun hart is zodanig, dat zij de beloften van God niet geloven. ‘Wat dan’, zegt God, ‘indien u Mijn Woord niet kunt geloven, zo zal Ik u Mijn eed geven’ (Hebr. 6:18).

Nu, zij moeten dakloze, thuisloze schurken zijn die tot Christus ‘de toevlucht genomen hebben’. Aan hen heeft God met een eed gezworen, dat Hij hun God zal zijn, en dat Hij hen nooit zal verlaten noch zal begeven. Is dit niet een weergaloos toonbeeld van ongeëvenaarde genade? En kan het niet bij uitstek genoemd worden ‘het Woord van Gods genade?’ Maar zulke zondaren zijn wij, op zijn minst moet ik het voor mijzelf zeggen, dat ik zulk een verdorven, ongelovige schurk ben, dat er momenten zijn waarop ik niet bij machte blijk te zijn om Gods Woord of eed te geloven; en ik zit er heel erg naast als het bij sommigen van u ook niet het geval is. Nu dit ‘Woord van Gods genade’, roept uit, draagt in zich, en openbaart aan het geweten van Zijn volk, door de kracht van de Geest, de vergeving om niet, van al hun zonden.

‘Ik beveel u het Woord Zijner genade’, dat de rechtvaardiging voor de goddeloze brengt. ‘Aan hem die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt’ (Rom. 4:5). U weet: in de maatschappij is het een grote misdaad voor een rechter, de goddeloze te rechtvaardigen. En toch: onze God roept dit uit van de daken, en in het geweten van een zondaar, dat Hij ‘de goddeloze rechtvaardigt’; Hij rechtvaardigt hem zonder de werken. Hoe? Heeft hij zijn zonde gerechtvaardigd - het door de vingers gezien? Nee! Om Zijn heilige, rechtvaardige verontwaardiging tegen de zonde te tonen, heeft Hij die ten hoogste in de Persoon van Zijn Zoon gestraft, en op Hem gelegd dat wat een enkel mens nooit zou hebben kunnen dragen.

Hij ging Zijn volk langs, alle zonden bracht Hij samen: zonden van nalatigheid en van bedrijf, in beginsel en in beoefening; en stelde die alle voor rekening van Zijn Zoon. Hij trok Zijn Goddelijk zwaard en eiste volkomen genoegdoening; als één jota onverzoend gebleven was, moest gerechtigheid al de uitverkorenen hebben verdoemd. Maar de gezegende Verlosser deed elke eis volkomen teniet; Hij droeg de straffende toorn, deed verzoening voor alle zonden, en ‘deed ze te niet door Zijnszelfs offerande’. En Hij wrocht een gerechtigheid die Hij niet voor Zijn eigen nut wilde; Hij wrocht een gerechtigheid om weg te geven: om hen te geven die er geen hadden. En God neemt deze gerechtigheid, plaatst die krachtig op de goddeloze, en zegt: ‘Gij zijt rechtvaardig in deze gerechtigheid’. En alzo ‘rechtvaardigt Hij de goddeloze’ in de volmaakte gehoorzaamheid van Zijn Zoon: ‘Hij is tot zonde gemaakt’ (2 Kor. 5:21).

Ik kan u dit zeggen, arm kind van God, hoe minder hulp u hebt in uzelf hoe beter, en hoe langer u eraan vastklampt hoe meer u in een benarde toestand bent. Ik heb dit ondervonden. Hoe eerder wij ertoe komen het op te geven, en geen kracht, geen hulp, geen vermogen te hebben, des te beter (Jes. 59:19).

Nu, wat een dierbaar ‘Woord van genade’ is dat voor een arm kind van God! Welke positie u ook vervult, in de wereld, het gezin, of de gemeente, u zult in ‘het Woord’ iets vinden dat bij uw omstandigheden past, bij uw zaak en toestand past. Moge de Heere u hiermee zegenen; want het is een erfenis door niemand geëigend dan door Gods ‘geheiligden’; zij zijn waarlijk geheiligd. Dit gezegende Woord, in verbondenheid met de God van het Woord, beveel ik u. ‘Ik beveel u Gode, en het Woord Zijner genade.’ Heere! Neem ons allen in Uw hoede, omwille van de Verlosser. Amen.”

Bron: William Gadsby, Het Woord van Gods genade, Bibliotheek Overjarig Koren, 87ejaargang, nr.4, Rumpt 2012, p.1-6.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Susanna
Berichten: 1061
Lid geworden op: 21 jul 2020, 21:01

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Susanna »

En op de rechtvaardigmaking volgt de heiligmaking, maar niet in tijd. Want beide worden ze ons geschonken in één ogenblik, in een ondeelbaar ogenblik, met de snelheid van het licht. “Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er” (Ps. 33:9). Hij roept de dingen die niet zijn, alsof ze waren; de doden maakt Hij levend (Rom. 4:17). Ze horen bij elkaar. Rechtvaardigmaking zonder heiligmaking is een vergissing. En heiligmaking kan er niet wezen als er geen rechtvaardigmaking is. Wie weet wat zonde is, schuld, ellende, toorn Gods en vloek der wet, die weet hoe onschatbaar de voorrechten zijn die aangeduid worden met de woorden: rechtvaardigmaking en heiligmaking!

ds J. P. Paauwe - Preek over Johannes 19:34b
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8942
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

ds. G. Boer schreef:
Joh. 18 vers 11b ‘De drinkbeker, die mij de Vader gegeven heeft, zal Ik die niet drinken?’

Het zwaard is afgewezen. Welk zwaard ? Het zwaard (het was een lang offermes) om Jezus te beschermen. Het was goed bedoeld, maar desniettemin. een verzoeking voor Jezus om Zijn kruis te ontgaan. Jezus leest Zijn weg in de Schrift. Daarin staat, dat het alzo moet gebeuren. Dat wil zeggen: Het Paaslam moet worden geslacht. De gestalte van het kruis is hier een drinkbeker. Jezus had die pas voor Zich gezien aan de paasmaaltijd. Ook in Gethsemane had Hij deze beker zien staan. Het heeft zware gebeds-worstelingen gekost alvorens Hij deze beker uit Gods hand had aanvaard. Maar dat is dan ook gebeurd. Hoor maar: ‘De drinkbeker, die Mij de Vader gegeven heeft, zal Ik die niet drinken?’

Wat zat er in deze beker? De dood in alle gestalten. Daarin was de dood in haar tijdelijke gestalte met alle lijden, pijn, smart. ‘Als een Lam wordt Hij ter slachting geleid ‘.... en Hij aanvaardt het! Daarin was de dood in haar geestelijke gestalte, namelijk scheiding van God, het missen van de gemeenschap met de Vader. Daarin was de eeuwige dood: dat wil zeggen het ten volle dragen van de toorn Gods.

Van deze beker zegt Jezus, dat de Vader Hem die aanreikte. Daar moeten wij op letten! Waren dan niet allerlei mensen zoals Herodes, Pilatus, enz. in de weer om Hem dit alles aan te doen? Jawel! Maar de Heere Jezus zag het verband tussen de Vader en de beker. In de zwaarste smarten blijft Hij Vader zeggen! Vader, indien het mogelijk is. Vader vergeef het hun, Vader in Uw handen beveel ik Mijn geest. Dat wil zeggen: de liefde geeft het lijden, het vaderhart geeft de smart. In de donkerste nacht ziet Jezus de eenheid van het lijden en de hand van de Vader. Zo lief heeft de Vader Zijn Kerk, dat Hij de beker zet aan de lippen van Zijn lieve Zoon. Zo lief heeft de Zoon het recht van de Vader, dat Hij de beker aanvaardt.

Wat zullen wij hier het meest bewonderen: de liefde van de Vader of de gewilligheid van de Zoon?
Voor wie doet Hij dit? Voor Petrus, die met zijn zwaard eigen verlossing in de weg stond. Voor allen, die uit ‘bescherming ‘van Jezus nog in hun eigen gerechtigheid rondlopen, opdat wanneer zij armen en benen breken, zij een volkomen Zaligmaker ontmoeten.
Want de Heere Jezus is een volkomen Zaligmaker! Hij droeg niet alleen de vloek, maar deelt ook de verlossing uit. De Vader reikt een beker der verlossing aan mensen, die vergaan van dorst. Dat is puur welbehagen. Wie dorst heeft (ook in onze gemeente) die kome en drinke uit deze beker om niet.

Is er dan geen smart meer in deze beker? Het is de smart van het gestorven zijn en het dagelijks sterven met Christus. Het is het met Hem lijden om ook met Hem verheerlijkt te worden. ‘Maar er is geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn’.
Hoe leren wij dit? Door op een steenworps-afstand te buigen onder Gods recht. Het is en blijft: verliezen om te behouden, verloren gaan om gered te worden! God rooit ons leven telkens om. Dat gaat door diepten van kastijding. Zalig, wanneer wij zeggen en Hem nazeggen: ‘De drinkbeker, die mij de Vader gegeven heeft, zal ik die niet drinken?’ Deze weg loopt vaak door diepten, waarin wij met Jacob zeggen: ‘Al deze dingen zijn tegen mij’, en met Paulus: Een engel des satans slaat mij, maar toch.... maar toch.... Vader! Uit Uw hand ontvang ik het!

Dat is een vrucht van het plaatsvervangend lijden van Christus. En om die vrucht is het God te doen, wanneer wij op de leerschool der genade zijn. Dan is er eenswillendheid en onderworpenheid! Wees getroost, wanneer God u alles ontneemt. Hij schenkt Zichzelf. In al uw benauwdheden is Hij benauwd. Verwondert u over deze grote genade!

Vreest Zijn macht, wanneer u op uw eigen weg doorgaat, de zonde indrinkt als water en uw eigengerechtigheid verheft. God zal u (tenzij gij u bekeert) de beker van Zijn toorn doen drinken tot in eeuwigheid. Val Hem te voet! Geef u gewonnen. Laat u zaligen. Ziet u Hem staan? Hij aanvaardt de beker! Waar staat u? Met uw zwaard tegen Hem of in aanbidding aan Zijn voeten? Amen
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8942
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. C.H. Spurgeon schreef:
‘Och, of ik ware gelijk in de vorige maanden’ (Job 29:2)

Een menigte Christenen kunnen het verleden met vreugde beschouwen, maar zijn onvoldaan met het heden. Ze zien terug op de dagen die ze in gemeenschap met de Heere doorbrachten, als op de lieflijkste en beste dagen die ze ooit beleefden. Maar wat het tegenwoordige betreft, dat is bedekt met een zwart kleed van donkerheid en droefheid. Eertijds leefden ze dicht bij de Heere Jezus, maar nu voelen ze dat ze van Hem zijn afgeweken, en roepen uit: ‘Och, of ik ware gelijk in de vorige maanden.’ Ze klagen dat ze hun kentekenen verloren hebben, of dat ze geen vrede der ziel genieten, of dat ze geen blijdschap hebben in het gebruik van de genademiddelen, of dat hun geweten niet meer zo teer is, of dat ze niet zoveel ijver hebben voor Gods eer.

De oorzaken van deze treurige toestand kunnen menigvuldig zijn. Het kan komen door een betrekkelijke veronachtzaming van het gebed, want een verwaarloosde binnenkamer is het begin van alle geestelijke afwijking. Of het kan afgoderij tot oorzaak hebben; het hart is meer met iets anders vervuld geweest dan met God. Onze genegenheden zijn meer op aardse dan op hemelse dingen gevestigd geweest. Een jaloers God is niet tevreden met een verdeeld hart; Hij wil en moet het meest en het vurigst bemind worden. Hij onttrekt de zonneschijn van Zijn gemeenschap aan een koud, afzwervend hart. Of die toestand kan het gevolg van zelfvertrouwen en eigengerechtigheid zijn. Hoogmoed woont in het hart en het eigen ik wordt verhoogd in plaats van zich aan de voet van het kruis neer te leggen.

Christen, als u heden niet bent ‘gelijk in de vorige maanden’, stel u dan niet tevreden met de wens dat de vorige vrede moge terugkeren, maar ga onmiddellijk uw Meester zoeken, en vertel Hem uw droevige toestand. Vraag om Zijn genade en kracht, opdat die u helpen om in nauwer gemeenschap met Hem te wandelen. Verneder u voor Hem en Hij zal u weer verhogen, en u het licht van Zijn vriendelijk aanschijn weer doen aanschouwen. Zit niet al zuchtende en wenende neer; zolang de gezegende Medicijnmeester leeft, is er hoop. Ja, er is zelfs zekerheid van herstelling voor de ergste krankheden.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8942
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. C.H. Spurgeon schreef:
Aansporing om te bidden om een opwekking

Met al mijn kracht zal ik me inspannen om u op te wekken, God te smeken om een grote opwekking door dit hele land. Mannen, broeders en vaders, de Heere God heeft ons een zegen gezonden. Eén zegen is de voorsmaak van vele zegeningen. De buien in april worden door druppels voorafgegaan. De zegeningen die Hij ons reeds heeft gegeven, zijn slechts een voorproef en voorbode van iets groters en beters dat nog in het verschiet ligt. Hij heeft ons de vroege regen gegeven. Laten we Hem nu om de late regen smeken, dat Zijn genade onder ons vermenigvuldigd worde en Zijn heerlijkheid toeneme.

Er zijn er onder u die ik vanmorgen aanspreek, die een opwekking in de weg staan. Ik zou u liefdevol willen berispen en u willen verzoeken om het werk van de Heere niet te hinderen. Er zijn er onder u die hier misschien ook aanwezig zijn vandaag, die hun leven niet consequent inrichten. En toch bent u belijdende leden. U neemt de beker van het Avondmaal ter hand en drinkt daaruit, maar toch leeft u als wereldse mensen; u bent even vleselijk en begerig als zij. O, mijn broeder, u bent een ernstige belemmering voor de groei van de gemeente.

God zal nooit een onheilig volk zegenen. In verhouding tot ons gebrek aan heiligheid zal Hij ons de zegen onthouden. Vertel me over een kerk die niet standvastig is, en u vertelt me over een kerk die niet gezegend is. God zal het huis eerst schoonvegen voordat Hij wil komen om er te wonen. Hij wenst Zijn kerk zuiver te hebben voordat Hij het zal zegenen met alle zegeningen van Zijn genade. Onthoud dat, onstandvastigen, en bekeer u tot God en vraag Hem geheiligd te worden.

Er zijn anderen onder u die zo koud van hart zijn, dat zij elke vooruitgang in de weg staan. U bent een rem op de wielen van de kerk. Als wij vurig zijn, legt u uw koude hand op alles dat van vrijmoedigheid en durf getuigt. U bent niet verstandig en ijverig; als u dat zou zijn, zouden we God danken dat Hij u die voorzichtigheid gegeven had. Voorzichtigheid en beleid zijn juwelen waar we God altijd voor horen te danken, als we een verstandig man in ons midden hebben. Maar er zijn er onder u op wie ik zinspeel, die verstandig zijn, maar koud. U bezit geen vurigheid, u werkt niet voor Christus. U dient Hem niet met al uw kracht.

En er zijn anderen onder u die zo onverstandig zijn anderen aan te sporen, maar zelf geen stap voorwaarts te zetten. O, Laodiceeërs, u die noch koud noch heet bent, onthoud wat de Heere over u heeft gezegd: ”Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen.” Zo zal Hij u behandelen. Pas toch op – u doet niet alleen uzelf pijn, maar verwondt ook de kerk.

Er zijn anderen onder u die zoveel over hebben voor orde, die zo vastzitten aan alles van vroeger, dat u niets geeft om een opwekking uit angst dat we u mochten bezeren. U wilt liever niet dat de kerk hersteld wordt, want we zouden eens een eerbiedwaardig stukje mos kunnen beschadigen. U wast uw eigen gewaad niet want er zit een vlekje van vroeger op. U denkt dat omdat iets oud is, het eerbiedwaardig is. U bent gek op alles wat ouderwets is. U wilt niet dat een weg bestraat wordt, omdat uw grootvader zijn wagen door het karrespoor reed dat daar is. ’’Laat het daar altijd blijven,” zegt u; ’’laat het altijd twee decimeter diep zijn.” Reed uw grootvader daar niet door toen er twee decimeter modder stond, en waarom zou u niet hetzelfde doen? Het was goed genoeg voor hem, en het is goed genoeg voor u. U hebt altijd die gemakkelijke plaats in de gemeente ingenomen.

U maakte nooit een opwekking mee; en u wenst er nooit een mee te maken. U gelooft dat het allemaal onzin is, en dat er geen reden is om ernaar te verlangen. U kijkt terug; u kunt er geen voorbeeld voor vinden. Doctor Die-en-die praatte er niet over. Uw eerbiedwaardige dominee die overleden is, praatte niet zo, zegt u; daarom is het niet nodig. We hoeven u niet te vertellen dat het schriftuurlijk is; daar geeft u niet om. Het is niet ordelijk, zegt u. We hoeven u niet te vertellen dat het een goede zaak is; u geeft meer om iets dat ouderwets is dan om iets dat goed is. Uit de weg nu! Het helpt u niets. U mag proberen ons tegen te houden, maar we zullen over u heen walsen als u niet uit de weg gaat. We geven nog een waarschuwing, maar dan zullen we over uw vooroordelen heen walsen en uw woede opwekken. Uw vooroordelen moeten en kunnen ons niet belemmeren. Nooit is de ketting zo verroest of met gezag verzegeld, of de gevangene verbreekt haar niet graag. En hoewel uw boeien ons mogen ketenen, zullen we hen in stukken slaan als zij de voortgang van Christus’ koninkrijk belemmeren.

Nu ik zo heb gesproken tegen degenen die een belemmering vormen, wil ik spreken tot u die Jezus met heel uw hart liefhebt, en dat wenst uit te dragen. Geliefde vrienden, ik verzoek u te beseffen dat duizenden mensen om u heen sterven. Wilt u hen met uw ogen volgen in de wereld der schaduwen? Duizenden sterven zonder God, zonder Christus, zonder hoop. Mijn broeder, wekt hun angstige lot niet uw meeleven op? U gelooft uit de Schrift dat zij die zonder geloof sterven naar die plaats gaan, waar ”hun worm niet zal sterven, en hun vuur niet uitgeblust zal worden.”

Dit gelovend, wordt uw ziel niet beroerd door medelijden om hun lot? Kijk vandaag om u heen. U ziet een menigte mensen bij elkaar, ogenschijnlijk voor de dienst van God. U weet ook hoe velen hier zijn die Hem niet vrezen, maar die vreemdelingen zijn voor zichzelf en voor het kruis. Wat! U weet zelf hoe ernstig het is om onder de vloek te liggen, en u zou niet bidden en werken voor degenen om u heen die vandaag onder die vloek liggen? Denk aan het kruis van uw Meester. Hij stierf voor zondaren; zal u niet om hen huilen?

Gaf Hij niet Zijn leven over voor hen, en zou u niet uw leven geven om met God te worstelen, dat Zijn bedoelingen met hen vervuld zouden worden? U hebt onbekeerde kinderen – wilt u niet dat die behouden worden? U hebt broers, mannen, vrouwen, vaders, die nu in de gal van bitterheid zijn en in banden van ongerechtigheid liggen. Verlangt u niet naar een opwekking, al was het alleen maar voor hen? Kijk toch hoeveel roof, moord en criminaliteit dit arme land teisteren. Wilt u niet dat er een opwekking komt, al was het slechts voor het blussen van de vlammen van de misdaad?

Zie eens hoe Gods naam elke dag wordt gelasterd. Sla er acht op dat op deze dag het werk doorgaat, alsof het een dag van mensen was en niet van God. Let er op hoe menigten de weg naar beneden inslaan, vrolijk op de weg die naar vernietiging leidt. Hebt u geen gevoel voor hen? Zijn uw harten hard en onaangedaan? Is uw ziel van staal? Is het bevroren als een ijsberg? O Zon der gerechtigheid, rijs op en smelt het hart van ijs. Laat ons allemaal ervaren hoe angstig het is voor onsterfelijke zielen om verloren te gaan; voor mensen om zich naar de eeuwigheid te spoeden zonder God en zonder hoop. O, zal u niet nu, vanaf dit moment, beginnen te bidden dat God zijn Woord zal zenden en hen behouden, zodat Zijn eigen naam verheerlijkt wordt?

En u die God niet vreest, kijk eens hoeveel ophef we over u maken. Uw zielen zijn meer waard dan u denkt. O, dat u in Christus geloofde, tot het behoud van uw ziel!
Amen
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8942
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. J.P. Paauwe schreef:
…en vervulde het gehele huis, waar zij zaten

De discipelen bevonden zich in een eenvoudig vertrek. De opperzaal was niet het beste gedeelte van het huis. Zij zullen het daar vrij warm hebben gehad en elk ogenblik liepen zij gevaar te worden opgemerkt door de vijanden, want het trekt de aandacht als zich vele mensen bevinden in een kleine ruimte. Maar zij hebben zich niet op zichzelf gehouden. Zij mochten dit niet doen, want de Kerk van God mag zich niet op zichzelf houden. Ge kunt dit vinden in de belijdenisgeschriften. Hier wordt de Kerk een kudde genoemd. De discipelen kónden zich ook niet op zichzelf houden, want Christus was hun alles, en daarom konden zij elkaar niet missen. Want naarmate de Heere meer wordt, wordt de gelovige minder. En het minder-zijn van de gelovige is de uitnemende grondslag van de vereniging. Zo dit de grondslag niet is, moge men verenigen wat men wil, maar dit leidt slechts tot grotere verdeeldheid. Daarom is het verenigen der Kerk van Christus, het werk van Christus Zelf.

Ofschoon men de plaats waar de discipelen vergaderd waren voor nog zo gering mocht aanzien, toch wilde de Geest er zijn. Verstaat u dit? Maar toch is het nog niet hetzelfde wáár de gelovigen vergaderen, want we moeten in Gods weg gevonden worden. Wat ’s Heeren weg schijnt te zijn, is daarom ’s Heeren weg nog niet. De wereld heeft het altijd over orde, alles moet ordelijk gaan, zo heet het bij haar. Och de orde ligt in God, niet in ons! Omdat het zo ordelijk en zo schoon moest gaan, hebben we de Roomse kerk gekregen met al haar pracht en praal. Maar de orde en schoonheid van de christelijke religie ligt in haar wezen. Daarom mag een kerkgebouw soms wel een pakhuis zijn. De vraag is maar of de Heere er wil zijn. En met het oog daarop, omdat de Heere wist wat tijden er weleens zouden zijn, heeft Hij gezegd: ‘Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen’ (Matth. 18:20). De Heere kan overal Zijn zegen geven, maar door ons mag des Heeren zegen alleen maar worden verwacht in Zijn eigen weg. Daarom klinkt het in het hart van de gelovige gedurig: ‘Dit is de weg, wandel in dezelve’ (Jes. 30:21).
Bron: ‘Overdenkingen voor iedere dag van het jaar’
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Plaats reactie