Dat is precies wat ik zei: Hij verborg de geheimen van het koninkrijk voor sommigen en openbaarde ze aan andere, aan Zijn leerlingen (Matt. 13:10–17). Tijdens Zijn bediening had Jezus vele beeldspraken gebruikt, waarbij Hij zaken voor ogen stelde die voor iedereen herkenbaar zouden zijn (zout, brood, schapen) en waarvan de betekenis vrij duidelijk bleek uit de context van wat Hij de mensen leerde.refo schreef:Dat is niet wat in Mattheüs staat. Waarom spreekt U tot HEN in gelijkenissen?
Niet tot de discipelen. Die kregen rechtstreeks onderwijs.
En de discipelen tot Hem komende, zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen? En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven.
Vanaf een bepaald moment in Zijn bediening gaf Hij, wanneer Hij sprak in gelijkenissen, alleen nog uitleg aan Zijn leerlingen. Maar degenen die Zijn boodschap voortdurend hadden afgewezen, bleven zich in hun geestelijke blindheid afvragen wat Hij bedoeld had.