Gelezen, gedacht, gehoord...

Johannes 3:16
Berichten: 910
Lid geworden op: 24 mar 2004, 00:17

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Johannes 3:16 »

"Laat je niet aan het infuus van de media leggen, maar aan het infuus van het Woord van God"
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2057
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Arja »

Johannes 3:16 schreef:"Laat je niet aan het infuus van de media leggen, maar aan het infuus van het Woord van God"
Dat is een goed gezegd.
Jantje
Berichten: 16185
Lid geworden op: 18 mei 2017, 20:42
Locatie: Walcheren - jantjevanrefoforum@gmail.com

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Jantje »

Arja schreef:
Johannes 3:16 schreef:"Laat je niet aan het infuus van de media leggen, maar aan het infuus van het Woord van God"
Dat is een goed gezegd.
Door wie?
Was getekend,
uw medeforummer Jantje
Gebruikersavatar
Maanenschijn
Berichten: 4030
Lid geworden op: 01 jan 2016, 14:33

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Maanenschijn »

Geloof kan de gedachten van Gods hart lezen en kan Zijn aangezicht zien onder een sluier; ofschoon Hij schijnt te fronsen, heeft Hij nochtans lief.

Wij erkennen dat de letters waarmee Liefde is gegraveerd op een donkere en benauwde bezoeking, niet gemakkelijk gelezen worden; het is alleen Geloof dat het kan lezen.

In een preek van Andrew Gray.
Wie lege handen heeft, kan ze altijd vouwen.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8916
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. J.A. Weststrate schreef:
Roemen in verdrukkingen

En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende dat de verdrukking lijdzaamheid werkt. Romeinen 5:3

Geliefde lezer, u zult uzelf afvragen: ‘Hoe kan ik ooit roemen, terwijl ik gedrukt word door het lijden van een geliefde die in psychische nood is?’
Dat kan inderdaad alleen als men in deze verdrukkingen de liefde Gods gevoelt en mag ervaren dat Hij ‘de zoon kastijdt die Hij liefheeft’.
We kennen allemaal verdrukkingen. Toch is er verschil tussen verdrukkingen.
Bij Gods kinderen is het een liefdeskastijding en bij de onbekeerden is het een uiting van Gods toorn over de zonde.
De verdrukkingen van Gods kinderen zijn verbonden aan het volgen van Christus. ‘Want zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij’.
Trek nu niet de conclusie: ik heb verdrukkingen….dus ik volg Jezus.
Nee, verdrukkingen zijn gevolgen van het volgen van Jezus en niet de oorzaak van het volgen van Jezus. Wel hoop ik dat de verdrukkingen u uitdrijven naar Christus, de overste Leidsman, Die het kruis heeft verdragen en de schande veracht. Alleen aan Zijn voeten is er rust te midden van de verdrukkingen. Paulus roemt in ons tekstvers niet in de verdrukkingen zelf, want de ‘onderdrukking zou wel een wijze dol maken’. Als de Heere verdrukkingen geeft, dan is er bij aanvang geen roemen. Vaak vervalt men in moedeloosheid of in zelfbeklag. In verdrukkingen komt zo openbaar dat we geen gewillige, lieve en volgzame mensen zijn. Die ervaring had Paulus ook. Hij wist dat zijn vlees niet onderworpen wil en kan zijn aan Gods wet. Maar hij wist – ook uit ondervinding – dat de liefde Gods in de verdrukkingen Gode verheerlijkende vruchten voortbrengt. Die zekerheid doet hem getuigen: ‘wetende dat de verdrukking lijdzaamheid werkt’.
Lijdzaamheid is wat anders dan lijdelijkheid.
Lijdelijkheid doet namelijk berusten in een situatie waarvan men onmachtig zegt: ‘Het is nu eenmaal zo’.
Lijdelijkheid geeft geen troost.
Maar de oefening van lijdzaamheid geeft wel troost.
Lijdzaamheid is een bijzondere genade die voortvloeit uit de liefde Gods.
Lijdzaamheid geeft onderwerping aan de verdrukkingen, ook al zit men vol vragen en raadsels en is het pijnlijk voor vlees en bloed.
Lijdzaamheid doet als Aäron stil zijn in de verdrukkingen en zegt met Psalm 62: ‘Doch gij, mijn ziel, het ga zo ’t wil, stel u gerust, zwijg Gode stil’.
Lijdzaamheid doet danken in de verdrukking, omdat men niet langer Gods toorn, maar Gods troost ervaart: ‘Ik dank U, HEERE, dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij’.
Lijdzaamheid vloeit voort uit geloofsgemeenschap met de lijdende Christus. Bijvoorbeeld als men Hem met het geloofsoog in uiterste benauwdheid en van God verlaten ziet hangen aan Golgotha’s kruis en dan inleeft: ‘ik heb Zijn kroon gevlochten en Zijn beker gevuld’. Dan gaat de hand op de mond. Maar als dan gehoord mag worden ‘en Ik voor u’, dan breekt het hart.
Hij dronk de volle beker van Gods ongedeelde toorn die ik verdiend heb, en ik drink slechts een druppel die vermengd is met liefde. Dan kust men de doornen die het pad omtuinen en mag men volgen zonder vragen.
De Heere brengt uit liefde in verdrukkingen, opdat een geheel ontkracht mens zijn krachteloze armen in het geloof mag uitstrekken naar Hem Die kracht in zwakheid geeft. Om dan in de verdrukkingen, leunend op de krachtige Held ter hulpe, Paulus na te zeggen: ‘Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone’.
Geliefde onbekeerde lezer, strijd niet langer tegen het kruis. Smeek of de Heere het kruis wil heiligen. Opdat u met McCheyne mag getuigen: ‘Nu reis ik getroost onder het heiligend kruis, naar het erfgoed daar boven, naar het Vaderlijk huis’.
Kinderen des Heeren, strijd niet langer tegen het kruis dat de Heere u in liefde oplegt. Juist in verdrukkingen is Hij zo nabij. Met Zijn ene hand slaat Hij, maar met de andere hand draagt Hij. De doornen zijn nodig om u te leiden naar het Jeruzalem dat boven is; waar geen verdrukkingen meer zijn, maar waar men eeuwig een Drie-enig God mag roemen…., ook voor Zijn wijze verdrukkingen.
Bron: een nieuwsbrief, die dit citeerd vanuit het blad van Vereniging ‘Een Handreiking’
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Jantje
Berichten: 16185
Lid geworden op: 18 mei 2017, 20:42
Locatie: Walcheren - jantjevanrefoforum@gmail.com

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Jantje »

Prachtig! Dank voor het delen!
Was getekend,
uw medeforummer Jantje
CvdW
Berichten: 2928
Lid geworden op: 23 mar 2015, 13:07

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door CvdW »

Weet iemand hier op RF hoe het zit met de stikstof getallen op dit moment?

Nu vliegverkeer en autoverkeer afgenomen zijn kan er misschien een balans worden opgemaakt over het stikstofgebeuren.
Gebruikersavatar
Maanenschijn
Berichten: 4030
Lid geworden op: 01 jan 2016, 14:33

Re: RE: Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Maanenschijn »

CvdW schreef:Weet iemand hier op RF hoe het zit met de stikstof getallen op dit moment?

Nu vliegverkeer en autoverkeer afgenomen zijn kan er misschien een balans worden opgemaakt over het stikstofgebeuren.
Ja, ik zag vandaag een berichtje op Twitter dat de meet apparatuur significant minder stikstof meten.
Wie lege handen heeft, kan ze altijd vouwen.
Gebruikersavatar
Adagio
Berichten: 906
Lid geworden op: 22 feb 2018, 15:06

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Adagio »

[quote="César Malan in "La souveraine et sainte grâce de Dieu""]

Leerling: “Maar, evenwel moet de christen ‘volmaakt zijn, zoals God zelf’, want dat staat geschreven. (Matth. 5:48)”

Aanbidder: “Neen, dat staat niet geschreven. Er staat geschreven dat 'gelijk als' God volmaakt is, het kind van God het ook moet zijn. Dat is de bedoeling van Jezus. Hij heeft gezegd dat God barmhartig is, zelfs jegens Zijn vijanden. Vervolgens voegt Hij er aan toe, sprekende tot Zijn discipelen: Doe gij desgelijks. Heb ook uw vijanden lief, en toon door dit geestelijke werk dat gij de natuur van uw hemelse Vader in u hebt.”

Leerling: “Maar er staat geschreven dat ‘een iegelijk die uit God geboren is, de zonde niet doet, omdat het zaad van God in hem blijft’. (1 Joh. 3:9)”

Aanbidder: “Ja, er staat geschreven dat de wedergeboren mens de zonde ‘niet doet en niet werkt’, dat hij geen 'werker der ongerechtigheid' is, zoals de duivel, en met hem elk mens die alleen maar in 'het vlees' is. Maar het is wat anders, te zeggen dat de christen, door de Geest des levens, door de Geest van Christus, die in hem is, de verlangens en daden van het vlees bestrijdt, onderdrukt, verafschuwt en tenslotte doodt, of dat men zegt dat de wedergeboren mens niet meer het vlees, de zonde als beginsel, als natuur van Adam, in zich heeft. En het is daarin dat gij, leerling van Wesley, mij toeschijnt niets te hebben begrepen van de heiligmaking.”

Leerling: “Maar, waarin dan? Want ik geloof en ik ben er van overtuigd dat, als ik door Gods genade doe hetgeen God wil dat ik doe, ik daarin de heiligheid bewerk.”

Aanbidder: “Welnu, weet dat de heiligheid niet door de mens wordt bewerkt. De christen handelt wel met wil, met kracht, met volharding, door de Geest des levens die in hem is, maar dat werk, verre van zijn werk te zijn, is het werk van de genade van zijn Heere in hem, want 'hij leeft niet, maar Christus leeft in hem'.”

Leerling: “Juist. Dus, als ik er in slaag niets kwaads te doen, mijn ziel in rust te houden, mij niet boos te maken, matig en ordelijk te zijn, van buiten en van binnen, te waken over mijn woorden, vriendelijk, goed, liefdadig te zijn, en als ik mij toeleg op de vroomheid, op het lezen van de Heilige Schrift, op het bidden en het loven van God, zal dat niet in mij (zonder twijfel altijd door de genade van God) die heiligmaking vormen, die het Evangelie mij beveelt te bereiken?”

Aanbidder: “Dat zal van u een nauwgezet farizeeër kunnen maken, of een mysticus vol egoïsme en traagheid, of een godsdienstige roomsgezinde, gelukkig met zijn zelfverloocheningen, zijn waken, zijn vasten, zijn zwijgzaamheid, zijn aalmoezen, zijn betrachtingen, maar nooit, neen nooit, zal al dit wettisch werk, ja ik zeg het u zonder aarzelen, al die eigengerechtigheid één enkel beginsel van Goddelijke heiligheid vormen.”

Leerling:: “En toch zal ik heilig zijn, als ik de wet niet overtreed; als ik de onschuld bereik.”

Aanbidder: “0, dit is dus uw geheim. Zoekt gij de onschuld, de afwezigheid van de boze daad, de gelijkheid van gedrag, of liever van natuur, met Adam, toen hij nog een rein en vreedzaam bewoner van Eden was?”

Leerling: “Wel, ik vraag u, is dat niet het mooiste, het rijkste wat de mens moet begeren en kan bereiken? Als ik, door de Geest van Christus, terugkeer tot de staat van Adam vóór de zonde, ben ik dan niet verrijkt met het beeld van God? Ben ik dan dus niet heilig?”

Aanbidder: “0 Wesleyaan, gij loochent de Christus, terwijl gij Zijn Geest noemt. Ja, gij loochent de wedergeboorte, gij loochent de hemelse heiligheid, wanneer gij u zo tot de onschuld wendt. Dat is, arme vriend, de geheel vleselijke vrucht van uw vrije wil, van die natuurlijke bekwaamheid die gij bezit, zoals gij zegt, voor de goddelijke zaken. Satan, die het u wijsmaakt, zegt u ook dat die hemelse zaken, die Goddelijke heiligheid, bestaan in het niet begaan van de daad, in het onschuldig worden, en zo is het dat hij, u misleidend aangaande het Goddelijk beginsel van het leven, dat is Christus in de ziel, door de almachtige schepping van God, en niet een zekere Christus, aangenomen door een uit zichzelf werkzame ziel, zo is het, zeg ik, dat satan u bedriegt, zowel omtrent de eigen natuur van de zonde als omtrent de werking van de Heilige Geest, en omtrent de geleidelijke aanwas van Christus in de uitverkorene. Zo is het dus dat hij u, u wijsmakend dat gij niet meer kunt zondigen, aanzet tot de vleselijke volmaaktheid, tot de droevige en rampzalige staat van een ziel die een reine Adam zoekt, meer dan een levendmakende Jezus, en die haar eigen gerechtigheid verfijnt, terwijl zij zich er op beroemt met de nieuwe mens te zijn overkleed.
Ach, wat beklaag ik hier uw ziel! Helaas, wat is zij in gevaar, wat is zij dicht bij de dood, juist dan wanneer zij zich inbeeldt heiliger te zijn dan anderen, juist dan wanneer zij uitroept dat 'diegenen die leren dat de christen pas 'gelijk zal zijn gemaakt aan Jezus, als hij Hem zal zien, ge lijk Hij is' (1 Joh. 3:2), niet het gehele Evangelie prediken, en de zielen vasthouden in de zonde, en de heiligmaking tegenstaan'.
O misleide volgeling, wat is die grootspraak beklagenswaardig, en wat is het smartelijk te denken dat juist als de Wesleyaan zegt 'ik ben volmaakt', hij dan het meest onkundig is omtrent de natuur zelf van de heiligheid en het meest de werking van de Geest van Christus tegenstaat.”

Leerling: “Maar welk een afkeurend oordeel! Zou men niet zeggen, als men u zo hoort, dat gij onfeilbaar zijt, en dat werkelijk de dwaling u zelfs niet kan raken?”

Aanbidder: “Wat mij aangaat, vriend, ik behoor te weten, en elke dag meer, dat ik slechts zwakheid ben en grote onkunde. Maar als het gaat over hetgeen geschreven is in het Boek van God, behoor ik ook te weten dat het de waarheid is en moet ik haar daarom zonder dubbelzinnigheid herhalen. En daarom beweer ik (echter niet ik, maar de waarheid van God) dat uw vermeende volmaaktheid niet anders is dan een wettische dienst en geheel vreemd aan het onderwijs en het werk van de Geest des Vaders in één van Zijn uitverkorenen.”

Leerling: “Maar, wat ik u vraag, als ik doe wat de Wet van God onder het Evangelie beveelt, en als ik het doe om er mijzelf steeds meer van te verzekeren dat ik wel degelijk het ware geloof bezit, is die gehoorzaamheid dan niet in overeenstemming met hetgeen de Heilige Geest werkt?”

Aanbidder: “Als ik gehoorzaam om mijzelf ervan te verzekeren dat ik een kind van God ben, dan gehoorzaam ik niet als kind, maar als slaaf. Als ik de geboden van Jezus bewaar, om in mij te behouden, van uur tot uur en van ogenblik tot ogenblik, zoals gij het zegt, de verzekering dat ik de Zijne ben, dan heeft die getrouwheid niet als beginsel de zekerheid dat ik de Zijne ben, dat ik door het geloof Hem toebehoorde, zelfs vóór dat ik de eerste daad van gehoorzaamheid verrichtte. Als ik waak en naar de volmaaktheid streef om behouden te blijven, is die waakzaamheid anders niet dan een door de wet voorgeschreven berekening, ja, door die strenge wet van Mozes, die het verzuim straft. Deze volmaaktheid, die ik door mijn getrouwheid zoek, is derhalve slechts een subtiel mysticisme, slechts een reeks van werken, pogingen, indrukken, vleselijke ondervindingen, waarvan mijn verbeelding weliswaar veronderstelt dat zij van de Heilige Geest voortkomen, maar die slechts een geheel persoonlijke vroomheid is, waarin mijn eigen hart behagen schept.”
[/quote]
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8916
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door J.C. Philpot »

Conrad Mell (1666-1733) schreef:
Gebed in tijden van pest en besmettelijke ziekten

Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen.
Ik zal tot den HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burcht; mijn God, op Welken ik vertrouw.
Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie.
Psalm 91:1-3


O, heilige en rechtvaardige God, Die ons, aangezien wij tegen U, onze almachtige Schepper en Weldoener, gezondigd hadden, door besmettelijke en schielijk wegrukkende ziektes bezoekt.
Ach, wij bekennen onze schuld dat wij Uw goedheid en lankmoedigheid tot toorn en rechtvaardige straffen getergd hebben, daarom laat U zulke zware bezoekingen over ons komen, die ons schielijk en onverwacht uit de tijd in de eeuwigheid brengen. De dood klimt in onze vensters en rukt de een na de ander weg, zodat zelfs onze beste vrienden voor ons schuwen en wegvluchten.
U hebt een vuur van besmetting onder ons ontstoken, wat niemand blussen kan dan U alleen Die onze ware Helper en Geneesmeester bent. Wij zien overal waar wij ons keren, niet anders dan dode mensen. En de menigvuldige dode lichamen die men wegdraagt, zeggen ons zonder spreken, dat wij ook haast kunnen worden gelijk zij.
Ach God, wij staan tussen de doden en levenden gelijk Aaron, en brengen U, onze Ontfermer, het reukoffer van een hartgrondig gebed. Wij roepen en zuchten met een bewogen ziel: Ach, Heere HEERE, verschoon toch en laat Uw doodsengel zijn zwaard in de schede steken!
Ontferm U toch over Uw volk en over de schapen Uwer weide! Vergeef ons, lieve God, al onze zonden waarmee wij Uw toorn gaande hebben gemaakt, om Jezus, Uw allerliefste Zoons wil. Neem deze schadelijke plaag weg en weer dit onheil van ons af. U hebt immers gezegd: ‘En roept Mij aan in den dag der benauwdheid; lk zal er u uithelpen, en Gij zult Mij eren.’ Waar is een groter nood, Heere, dan deze waarin het met alle menselijke hulp schijnt gedaan te zijn, waar de dood menigeen overvalt zonder dat hij er aan denkt of tijd heeft om zich tot dusdanig grote verandering behoorlijk te kunnen voorbereiden?
Ach God, ruk ons toch niet weg in het midden van onze zonden door zo een schadelijke en schielijke dood, en geef, dat we alle dagen, ja alle uren op onze hoede moge zijn. Opdat, wanneer het U behagen mocht ook over ons de dood te gebieden, wij bereid bevonden worden.
Laten wij het op het laatste, schielijke en benauwde uur niet laten aankomen, maar onze roeping en verkiezing vast maken, zodat, indien het U behaagt ons mede uit deze ellendige wereld te roepen, wij gerust kunnen sterven op wat wij U, onze hemelse Vader, voorheen in boete, geloof en hoop betuigd hadden.
Echter willen wij, Heere, aan Uw machtige hulp niet wanhopen, want U kunt, zo U wilt, zelfs in het midden van het vuur van deze besmettelijkheden en plagen, redden en behouden. U kunt, onder zoveel doden, aan levenden Uw wonderen bewijzen.
Laat ons, o God, Uw macht aanschouwen. Laat ons Uw barmhartigheid zien in de diepte van onze nood en ellende. Bewaar ons ‘voor de pestilentie die in de donkerheid wandelt, voor het verderf dat op den middag verwoest.’ En bewijs Uw almogendheid over ons, die hier voor het altaar van Uw oneindige barmhartigheid neerliggen. Behoed ons voor schrik en vrees in deze gelegenheid, en laat ons zijn als een vuurbrand uit het vuur gerukt.
Zullen wij langer leven, Heere, zo toon ons Uw heil en genadige hulp, opdat wij U prijzen in het land van de levenden. Zullen wij haast sterven, zo laat ons zacht en zalig ontslapen. Laat ons onze laatste strijd dapper strijden en in geloof en vaste hoop, met een gezicht en voorsmaak van onze aanstaande hemelse heerlijkheid, vanhier gaan en haast geraken op die plaats, alwaar wij een onuitsprekelijke en eeuwige gelukzaligheid genieten zullen.
Amen, Heere Jezus, amen.
Bron: een nieuwsbrief
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Geytenbeekje
Berichten: 8242
Lid geworden op: 26 jun 2018, 21:37

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Geytenbeekje »

Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16724
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Hendrikus »

Geytenbeekje schreef:https://kerkfoon.nl/hhgstmaartensdijk.php
Elke avond een meditatie
"dinsdagavond 24 maart om 19:00u hoopt Avond meditatie voor te gaan". :huhu
~~Soli Deo Gloria~~
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 33198
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door Tiberius »

Een bijzonder mooie preek van Spurgeon voor deze tijd: http://charlesspurgeon.nl/goed-advies-v ... ke-tijden/
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door -DIA- »

Tiberius schreef:Een bijzonder mooie preek van Spurgeon voor deze tijd: http://charlesspurgeon.nl/goed-advies-v ... ke-tijden/
Over die tekst (maar dan in de SV) preekte onze ds. eens met een bid- of dankdagavond. Dat zijn vanouds ook echte boetedagen. Ik denk dat ik het nog ergens vermeld heb bij een bid- of dankdagtopic of bij 'waar ging de preek over'... Maar die preek staat me nog helder bij. Een zeer ernstig woord.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
DDD
Berichten: 28478
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]

Bericht door DDD »

Dat is waarschijnlijk niet vanouds, maar zolang jij je kunt herinneren. (Wat ik overigens ook nog twijfelachtig vind, want het zou mij niets verbazen als je wat selectief onthoudt).

Ik betwijfel ook echt of dat vanouds zo is geweest. Ik lees er in oude Saambinders niet over. Ik lees van ds. Van Reenen dat een echte biddag begint met een dankstond, dat wel. En ergens in de jaren 80 zegt een dominee dat biddagen vanouds boetedagen zijn geweest. Maar ik heb daar in de Saambinder niets over kunnen vinden.

Dus misschien kun je een bron aanwijzen die duidelijk maakt dat je hierin gelijk hebt.
Plaats reactie