Hij is weer onderweg.....de kindervriend.....

Hoopvol
Berichten: 1296
Lid geworden op: 20 mar 2020, 07:36

Re: Hij is weer onderweg.....de kindervriend.....

Bericht door Hoopvol »

merel schreef:
Herman schreef:
merel schreef:Dat vind ik een lastige. Dan kan ik mij vermoedelijk van 90% van mijn omgeving distantiëren. Dat betekent niet dat je het vloeken, spotten goedkeurt.
Ja, maar wat denk je dan als je in de bijbel leest 'gij geheel anders' en 'wees heilig, want Ik ben heilig'?

Christen zijn kost wat plezier, maar daar staat een schat tegenover.
Dat klopt zeker. Het grote verschil tussen jou en mij is waarschijnlijk dat het overgrote merendeel van de familie en vrienden seculier is. Onderscheiden en keuzes maken die tegen de stroom ingaan is voor ons dagelijkse kost. Dat gaat over andere en grotere zaken dan een kerstboom en sinterklaas vieren. Dat betekent echter ook dat je regelmatig bij mensen bent die vloeken in hun repertoire hebben. Soms bieden ze excuus aan, maar regelmatig ook niet.
Vrienden kan je kiezen, familie niet. Je kunt er echt wel voor kiezen om vloekende mensen te ontlopen, in die zin dat je niet bij vloekende mensen op de koffie gaat. Ik snap dat het lastig is om bepaalde contacten te vermijden, zoals collega's. Dat heeft er bij mij voor gezorgd dat ik ander werk ging zoeken. Door al het gevloek en gescheld was het voor mij vaak onmogelijk om zonder vloeken en scheldwoorden in mijn hoofd te bidden en in de Bijbel te lezen.

In dit verband denk ik aan een citaat uit het doopformulier:
Ten derde, overmits in alle verbonden twee delen begrepen zijn, zo worden wij ook weder van God door den Doop vermaand en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid, namelijk, dat wij dezen enigen God, Vader, Zoon en Heiligen Geest, aanhangen, betrouwen en liefhebben van ganser harte, van ganser ziele, van gansen gemoede en met alle krachten, de wereld verlaten, onze oude natuur doden, en in een nieuw, godzalig leven wandelen. En als wij somtijds uit zwakheid in zonden vallen, zo moeten wij aan Gods genade niet vertwijfelen, noch in de zonden blijven liggen, overmits de Doop een zegel en ontwijfelbaar getuigenis is, dat wij een eeuwig verbond met God hebben.
Piet Puk
Berichten: 5421
Lid geworden op: 22 mar 2018, 23:55
Locatie: Keteldorp

Re: Hij is weer onderweg.....de kindervriend.....

Bericht door Piet Puk »

Hij is weer weg.... de kindervriend.... gelukkig maar. Alhoewel ik betwijfel of hij ooit gekomen is en weer terug gaat
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Hij is weer onderweg.....de kindervriend.....

Bericht door -DIA- »

Piet Puk schreef:Hij is weer weg.... de kindervriend.... gelukkig maar. Alhoewel ik betwijfel of hij ooit gekomen is en weer terug gaat
Daar kon je wel eens terecht je twijfels bij hebben... En ja, of het nu echt een kindervriend betrof, dat kan ook nog wel ter discussie staan...
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Terri
Berichten: 3952
Lid geworden op: 21 nov 2009, 20:53

Re: Hij is weer onderweg.....de kindervriend.....

Bericht door Terri »

Wij hadden een goede en mooie avond samen met het gezin. Sinterklaas niet gezien of gemist eerlijk gezegd. Hij is meer een soort kapstok om cadeautjes met naam aan te hangen en elkaar vooral met gedichten veel mooie en goede dingen toe te wensen.
Ieder vult het op zijn/haar manier in. Voor ons is het een waardevol gezins-gebeuren.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8916
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Hij is weer onderweg.....de kindervriend.....

Bericht door J.C. Philpot »

Wij hopen vrijdag pakjesavond te hebben als gezin. De kinderen hebben al gedichtjes gemaakt. Sinterklaas is ook hier niet uitgenodigd. Die oude baas mag onderhand van zijn pensioen gaan genieten.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
helma
Berichten: 18661
Lid geworden op: 11 sep 2006, 10:36
Locatie: Veenendaal

Re: Hij is weer onderweg.....de kindervriend.....

Bericht door helma »

Charles Groot heeft nog een interessant artikel op zijn Facebook staan.



De echte Sint Nicolaas!

Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan. Hij brengt ons St. Nicolaas……

Niet dus.
De man die onze kindervriend wordt genoemd, was een bisschop uit de stad Myra.
Dat ligt in de provincie Lycië van het toenmalige Klein-Azië, nu zuidwest Turkije.
Tik op Internet de plaatsnaam maar in, dan ziet u op het kaartje waar Myra ligt.
De tekst van het St. Nicolaasliedje zit er dus helemaal naast.

Bisschop Nicolaas, de ‘echte’ Sinterklaas dus, werd in 270 na Chr. in Patara, geboren, niet ver van Myra. Hij overleed in 343 na Chr. in zijn woonplaats Myra.
Terzijde. De apostel Paulus is kort in Patara geweest, omdat daar, tijdens zijn reis naar Jeruzalem, van schip gewisseld moest worden, Hand. 21:1, 2.

Bisschop Nicolaas was een bijzonder figuur. Zo bijzonder dat er, pakweg 100 jaar na zijn dood, al kerken naar hem werden genoemd. En dat is vandaag nog net zo. Ik ben stadhistoricus van Monnickendam en de Grote kerk die je, komend vanuit Broek in Waterland al van veraf ziet, is de St. Nicolaaskerk. Niet zo vreemd voor een plaats aan de voormalige Zuiderzee, want St. Nicolaas wordt gezien als ‘beschermheilige’ van zeelieden.
Er zijn in ons land heel wat kerkgebouwen met die naam.

Er is een boek bewaard gebleven van een zekere Michaël de Archimandriet, geschreven rond 750/800 na Chr. In dat boek staan levensbeschrijvingen van christenen uit het jaar 540 na Chr.
Er zijn heel wat verhalen over deze bisschop Nicolaas bewaard gebleven, maar er is er tenminste één die het waard is om te gelezen te worden.

Tijdens een gesprek van de bisschop met zijn buurman hoort hij het volgende.
De buurman wil zijn dochter als prostituee aan de tempel verkopen, omdat hij financieel helemaal aan de grond zit. De man is de wanhoop nabij, want hij kan geen bruidsschat voor zijn dochter betalen. En daarom ziet hij tempelprostitutie als de enig mogelijke oplossing om de rest van het gezin te onderhouden.
(Kennelijk was dit een optie in zijn tijd, waar sociale voorzieningen, zoals wij die kennen, niet bestonden).
Na dat gesprek gaat bisschop Nicolaas verdrietig naar huis.

Diezelfde avond leest hij in het boek Spreuken de tekst: ‘Redt hen die naar de dood geleidt worden’, Spr. 24:11.
Bij het lezen van dat bijbelwoord moet Nicolaas aan zijn buurmeisje denken. Dit woord van koning Salomo raakt zijn hart en hij verzint een plan om zijn buren te redden.
Als er plotseling een woord van Paulus in zijn gedachten komt: ‘God heeft de blijmoedige gever lief’, 2 Kor. 9:7, komt hij in actie.

Hij heeft, als erfenis van zijn ouders, een kleine voorraad goud en geld in huis. Genoeg om de buurman te helpen. Maar Nicolaas wil niet dat de buurman weet dat hij de weldoener is. Stel dat hij dit geld zou geven en de mensen uit de stad zouden dit te weten komen, dan is hij degene die daar de eer voor krijgt. Maar wat is eer waard als je die krijgt over de rug van de armoede van een ander?
Nicolaas wil het goede doen, zonder dat het hem iets oplevert. Hij wil zelf niet beter worden van zijn goede daad. Als je linkerhand al niet mag weten wat je linkerhand doet, zoals in de Bijbel staat, Mattheüs 6:3-4, dan mogen andere mensen dat al helemaal niet!
Bovendien, als de buurman zou weten dat Nicolaas hem het geld gegeven heeft, zou hij waarschijnlijk zijn hele leven het gevoel hebben dat hij bij Nicolaas in het krijt staat. In dat geval zou zijn goede daad - die van het opheffen van de geldschuld - de buurman opzadelen met een andere schuld, nl. die van het dankbaar moeten zijn.
Daarom bedenkt Nicolaas een plan om zijn buurman in het geheim te helpen. Dat plan zou alle nadelige gevolgen van een publieke goede daad uit de weg gaan.

Midden in de nacht sluipt Nicolaas met een klein zakje goud via de voordeur naar buiten. Als hij niemand op straat ziet, gooit hij het zakje bij de buurman door een slaapkamerraam.
De volgende dag vindt de man het goud en is dolblij. God heeft een wonder gedaan, denkt hij. Het goud is precies genoeg voor een mooie bruidsschat en nu kan één van zijn dochters trouwen met iemand van stand.

Zodra de eerste dochter is getrouwd, aarzelt Nicolaas geen moment. Het geld is goed besteed. De man heeft nog meer dochters en de bisschop herhaalt wat hij eerder had gedaan: de nacht, het sluipen, het zakje, het goud, hetzelfde raam en dan weer snel naar binnen.

De buurman wordt wakker en vindt opnieuw zo’n zakje met goud. Hij is uitzinnig van blijdschap. Sprakeloos staart hij naar de grond van zijn slaapkamer. En zachtjes bidt hij: ‘Liefhebbende God, laat mij toch zien wie deze menselijke engel is die ons van de dood redt, die ons laat zien hoe goed U bent, die mijn dochters nieuw leven geeft’.
Het duurt niet lang voordat de buurman ook voor zijn tweede dochter een goede man vindt.

Nu neemt de buurman het heft in eigen handen. Nieuwsgierig als hij is wil hij weten wie de zakjes met de bruidsschatten door zijn raam gooit. Stilletjes gaat de buurman elke nacht bij het raam zitten, in de hoop een zakje goud te horen vallen.

En ja, op een nacht is het zover. Het geld ploft naast hem neer. De man schrikt wakker, rent naar beneden en naar buiten. Bij het huis van Nicolaas ziet hij iemand het pad oprennen. Snel gaat hij er achteraan.
De buurman grijpt die persoon vast en langzaam draait Nicolaas zich om. Van schrik valt de buurman op zijn knieën en zegt: ‘Nicolaas, wat ben ik dankbaar dat God ons heeft willen redden door jou’. Langer kan hij het niet inhouden en luid snikkend valt hij voorover op de grond. Aan de voeten van Nicolaas prevelt hij: ‘Door jouw goedheid zal ik je mijn hele leven blijven bedanken. Ik zal de schuld inlossen door tegen iedereen te vertellen hoe genereus en liefdevol je voor ons bent geweest.’

Als Nicolaas deze woorden hoort, schrikt hij. Dat is precies wat hij probeerde te voorkomen. Hij trekt de man snel omhoog. ‘Wil je me één ding beloven?’, vraagt hij dringend. De buurman snikt en knikt. ‘Vertel tegen niemand wat ik gedaan heb. Beloof het me’, fluistert hij zachtjes terwijl ze midden in de nacht op straat staan. ‘Beloofd’, zegt de buurman, ‘maar, mag het écht niet?’ En dan zegt Nicolaas: ‘Als je het zo graag wil vertellen, vertel het dan als ik gestorven ben’.

Misschien hebt u inmiddels begrepen waarom er met het Sinterklaasfeest goudkleurige chocolademunten zijn, cadeautjes anoniem gegeven worden en er strooigoed is. Dat Sint Nicolaas eruitziet als bisschop en dat hij nachts cadeautjes brengt!
Emeritus
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Hij is weer onderweg.....de kindervriend.....

Bericht door -DIA- »

helma schreef:Charles Groot heeft nog een interessant artikel op zijn Facebook staan.



De echte Sint Nicolaas!

Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan. Hij brengt ons St. Nicolaas……

Niet dus.
De man die onze kindervriend wordt genoemd, was een bisschop uit de stad Myra.
Dat ligt in de provincie Lycië van het toenmalige Klein-Azië, nu zuidwest Turkije.
Tik op Internet de plaatsnaam maar in, dan ziet u op het kaartje waar Myra ligt.
De tekst van het St. Nicolaasliedje zit er dus helemaal naast.

Bisschop Nicolaas, de ‘echte’ Sinterklaas dus, werd in 270 na Chr. in Patara, geboren, niet ver van Myra. Hij overleed in 343 na Chr. in zijn woonplaats Myra.
Terzijde. De apostel Paulus is kort in Patara geweest, omdat daar, tijdens zijn reis naar Jeruzalem, van schip gewisseld moest worden, Hand. 21:1, 2.

Bisschop Nicolaas was een bijzonder figuur. Zo bijzonder dat er, pakweg 100 jaar na zijn dood, al kerken naar hem werden genoemd. En dat is vandaag nog net zo. Ik ben stadhistoricus van Monnickendam en de Grote kerk die je, komend vanuit Broek in Waterland al van veraf ziet, is de St. Nicolaaskerk. Niet zo vreemd voor een plaats aan de voormalige Zuiderzee, want St. Nicolaas wordt gezien als ‘beschermheilige’ van zeelieden.
Er zijn in ons land heel wat kerkgebouwen met die naam.

Er is een boek bewaard gebleven van een zekere Michaël de Archimandriet, geschreven rond 750/800 na Chr. In dat boek staan levensbeschrijvingen van christenen uit het jaar 540 na Chr.
Er zijn heel wat verhalen over deze bisschop Nicolaas bewaard gebleven, maar er is er tenminste één die het waard is om te gelezen te worden.

Tijdens een gesprek van de bisschop met zijn buurman hoort hij het volgende.
De buurman wil zijn dochter als prostituee aan de tempel verkopen, omdat hij financieel helemaal aan de grond zit. De man is de wanhoop nabij, want hij kan geen bruidsschat voor zijn dochter betalen. En daarom ziet hij tempelprostitutie als de enig mogelijke oplossing om de rest van het gezin te onderhouden.
(Kennelijk was dit een optie in zijn tijd, waar sociale voorzieningen, zoals wij die kennen, niet bestonden).
Na dat gesprek gaat bisschop Nicolaas verdrietig naar huis.

Diezelfde avond leest hij in het boek Spreuken de tekst: ‘Redt hen die naar de dood geleidt worden’, Spr. 24:11.
Bij het lezen van dat bijbelwoord moet Nicolaas aan zijn buurmeisje denken. Dit woord van koning Salomo raakt zijn hart en hij verzint een plan om zijn buren te redden.
Als er plotseling een woord van Paulus in zijn gedachten komt: ‘God heeft de blijmoedige gever lief’, 2 Kor. 9:7, komt hij in actie.

Hij heeft, als erfenis van zijn ouders, een kleine voorraad goud en geld in huis. Genoeg om de buurman te helpen. Maar Nicolaas wil niet dat de buurman weet dat hij de weldoener is. Stel dat hij dit geld zou geven en de mensen uit de stad zouden dit te weten komen, dan is hij degene die daar de eer voor krijgt. Maar wat is eer waard als je die krijgt over de rug van de armoede van een ander?
Nicolaas wil het goede doen, zonder dat het hem iets oplevert. Hij wil zelf niet beter worden van zijn goede daad. Als je linkerhand al niet mag weten wat je linkerhand doet, zoals in de Bijbel staat, Mattheüs 6:3-4, dan mogen andere mensen dat al helemaal niet!
Bovendien, als de buurman zou weten dat Nicolaas hem het geld gegeven heeft, zou hij waarschijnlijk zijn hele leven het gevoel hebben dat hij bij Nicolaas in het krijt staat. In dat geval zou zijn goede daad - die van het opheffen van de geldschuld - de buurman opzadelen met een andere schuld, nl. die van het dankbaar moeten zijn.
Daarom bedenkt Nicolaas een plan om zijn buurman in het geheim te helpen. Dat plan zou alle nadelige gevolgen van een publieke goede daad uit de weg gaan.

Midden in de nacht sluipt Nicolaas met een klein zakje goud via de voordeur naar buiten. Als hij niemand op straat ziet, gooit hij het zakje bij de buurman door een slaapkamerraam.
De volgende dag vindt de man het goud en is dolblij. God heeft een wonder gedaan, denkt hij. Het goud is precies genoeg voor een mooie bruidsschat en nu kan één van zijn dochters trouwen met iemand van stand.

Zodra de eerste dochter is getrouwd, aarzelt Nicolaas geen moment. Het geld is goed besteed. De man heeft nog meer dochters en de bisschop herhaalt wat hij eerder had gedaan: de nacht, het sluipen, het zakje, het goud, hetzelfde raam en dan weer snel naar binnen.

De buurman wordt wakker en vindt opnieuw zo’n zakje met goud. Hij is uitzinnig van blijdschap. Sprakeloos staart hij naar de grond van zijn slaapkamer. En zachtjes bidt hij: ‘Liefhebbende God, laat mij toch zien wie deze menselijke engel is die ons van de dood redt, die ons laat zien hoe goed U bent, die mijn dochters nieuw leven geeft’.
Het duurt niet lang voordat de buurman ook voor zijn tweede dochter een goede man vindt.

Nu neemt de buurman het heft in eigen handen. Nieuwsgierig als hij is wil hij weten wie de zakjes met de bruidsschatten door zijn raam gooit. Stilletjes gaat de buurman elke nacht bij het raam zitten, in de hoop een zakje goud te horen vallen.

En ja, op een nacht is het zover. Het geld ploft naast hem neer. De man schrikt wakker, rent naar beneden en naar buiten. Bij het huis van Nicolaas ziet hij iemand het pad oprennen. Snel gaat hij er achteraan.
De buurman grijpt die persoon vast en langzaam draait Nicolaas zich om. Van schrik valt de buurman op zijn knieën en zegt: ‘Nicolaas, wat ben ik dankbaar dat God ons heeft willen redden door jou’. Langer kan hij het niet inhouden en luid snikkend valt hij voorover op de grond. Aan de voeten van Nicolaas prevelt hij: ‘Door jouw goedheid zal ik je mijn hele leven blijven bedanken. Ik zal de schuld inlossen door tegen iedereen te vertellen hoe genereus en liefdevol je voor ons bent geweest.’

Als Nicolaas deze woorden hoort, schrikt hij. Dat is precies wat hij probeerde te voorkomen. Hij trekt de man snel omhoog. ‘Wil je me één ding beloven?’, vraagt hij dringend. De buurman snikt en knikt. ‘Vertel tegen niemand wat ik gedaan heb. Beloof het me’, fluistert hij zachtjes terwijl ze midden in de nacht op straat staan. ‘Beloofd’, zegt de buurman, ‘maar, mag het écht niet?’ En dan zegt Nicolaas: ‘Als je het zo graag wil vertellen, vertel het dan als ik gestorven ben’.

Misschien hebt u inmiddels begrepen waarom er met het Sinterklaasfeest goudkleurige chocolademunten zijn, cadeautjes anoniem gegeven worden en er strooigoed is. Dat Sint Nicolaas eruitziet als bisschop en dat hij nachts cadeautjes brengt!
Emeritus
Dat is grotendeels hetzelfde verhaal zoals dat in De Saambinder stond. Alleen van de zakje-goud-affaire werd niet gerept. Daartegenover staat is er in De Saambinder een heden ten dage moeilijk te verteren waarschuwing aan toe werd gevoegd. Uit de aard der zaak is dan deze lezing minder 'aanstootgevend' in deze tijd.
Bisschoppen en zelfs pausen zijn beslist niet heilig, ook al heeft 'de kerk' ze heilig verklaard. Daarvan was onlangs nog iets in het nieuws toen (b)leek dat een van de recente pausen meer wist van bepaalde zaken dan 'de kerk' lief was.
Zo zien we maar weer dat een christelijke kijk op de zaak soms anders is dan een zogenaamde seculiere kijk op die zaak.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Plaats reactie