Forummer schreef:Het valt mij op dat ik in de prediking vrijwel nooit iets hoor over de heiligmaking. Daarover wel eens wat vragen gesteld aan een ambtsdrager, maar dat werd niet begrepen.
Voor mezelf heb ik voorzichtig de conclusie getrokken dat dit nu een gevolg is van het uit elkaar halen van de rechtvaardigmaking. Omdat de nadere weldaad jaren, zo niet een leven lang kan duren, komt men aan de heiligmaking niet toe. Hoewel men officiëel misschien anders leert, is dit wel de praktische uitwerking.
Ik heb het gevoel dat je misschien de term ‘nadere weldaad’ wat verkeerd begrijpt. In deze hele discussie is de definitie van een nadere weldaad onder gesneeuwd in een dogmatische beschouwing over van alles en nog wat, maar is de ‘nadere weldaad’ amper meer aan bod gekomen.
Het leven van heiligmaking volgt onlosmakelijk op de rechtvaardigmaking. Dat kan niet anders. Ik denk ook dat dit wel gepreekt wordt (in de GG), maar dat daar andere woorden voor worden gebruikt. Denk aan: niet meer mee kunnen met de zonde/wereld, de wens om geen zonden meer te doen, de behoefte om naar de kerk te gaan etc.
Ik herken helemaal dat in de prediking vooral veel oproep tot bekering aanwezig is (en dat is goed), maar het leven na de wedergeboorte met aandacht voor opwas in de genade wat achter blijft.
Nog even terug naar weldaden en nadere weldaden: misschien nog eens even helemaal terug naar het begin van dit draadje. Daar hebben we op een fijne manier met elkaar nagedacht wat daar mee bedoeld wordt (al was daar ook geen overeenstemming). Het werd (een beetje eigentijds) treffend samengevat als ‘must have - nice to have’. Ik denk dat het zo is.
Wie lege handen heeft, kan ze altijd vouwen.