Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 17244
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door huisman »

Cees schreef:
Anker schreef:
"Wie Comries uitleg van zondag 7 nooit gelezen heeft, kan de prediking van de Gereformeerde Gemeenten niet goed begrijpen.”
Ik zat zondag nog wat in die uitleg te lezen, is inderdaad heel helder.
Dus om de prediking van de GG te begrijpen dien je eerst de uitleg van Comrie lezen van zondag 7?

Het moet volgens mij niet gekker worden :bobo ..................
Ik vind het ook een erg dun lijntje..uitleg van 1 HC zondag van 1 predikant moet er zorg voor dragen dat je de prediking van de GG verstaat.
Ik heb die verhandeling van Comrie nooit in zijn geheel gelezen maar heb het afgelopen jaar preken gelezen van de volgende GG predikanten Ds W Visscher, Ds Tuinier, Ds J.W. Kersten,Ds L Huisman en preken gehoord van Ds IJsselstein en Ds A.T.Vergunst. Ondanks dat ik Comrie's uitleg van zondag 7 niet gelezen hebt kon ik deze preken goed begrijpen en er ook mee instemmen.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Gebruikersavatar
Luther
Berichten: 15857
Lid geworden op: 25 jun 2008, 20:16
Contacteer:

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door Luther »

Ik heb de "Eigenschappen" gelezen. Ds. Moerkerken verwoordt het in deze zin goed:
ds. A. Moerkerken schreef:"De rector van de Theologische School zei dat het bij Comrie „glashelder” is dat het begin van het geestelijk leven ligt bij de inlijving in Christus. „Dat blijkt uit de eerste twee preken van de ”Eigenschappen”, die handelen over ”Het geloof is een genade, die de ziel zo nauw mogelijk met Christus verenigt” en ”Het geloof is een genade, waardoor de ziel gerechtvaardigd wordt”.”
Maar zijn conclusie is echt niet te trekken op basis van die eerste twee preken van Comrie:
ds. A. Moerkerken schreef:Dat is niet hetzelfde als het aannemen van en de persoonskennis van de Middelaar. Wat wij wel de toeleidende weg noemen, geeft Comrie een plaats ín het geestelijk leven, niet vóór het geestelijk leven.”
Feitelijk zegt hij hier namelijk dat iemand wel ten nauwste met Christus verenigd kan zijn en gerechtvaardigd is, maar de Heere Jezus niet aangenomen heeft en niet kent.
Ik snap wel dat Comrie een onderscheid wil maken tussen de habitus en de actus van het geloof, omdat aan de geloofsdaad van een mens altijd een genadedaad van Gods kant vooraf gaat, maar dat neemt niet weg de wijze zoals ds. Moerkerken dat formuleert het gevaar in zich heeft, dat algemeen werk van de Heilige Geest owrdt aangezien voor zaligmakend werk.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door Afgewezen »

Cees schreef:
Anker schreef:
"Wie Comries uitleg van zondag 7 nooit gelezen heeft, kan de prediking van de Gereformeerde Gemeenten niet goed begrijpen.”
Ik zat zondag nog wat in die uitleg te lezen, is inderdaad heel helder.
Dus om de prediking van de GG te begrijpen dien je eerst de uitleg van Comrie lezen van zondag 7?

Het moet volgens mij niet gekker worden :bobo ..................
Toch zit er wel wat in. Je kunt er ook bepaalde forummers beter door begrijpen. :hum
Gebruikersavatar
Luther
Berichten: 15857
Lid geworden op: 25 jun 2008, 20:16
Contacteer:

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door Luther »

Afgewezen schreef:Toch zit er wel wat in. Je kunt er ook bepaalde forummers beter door begrijpen. :hum
OK, dan gelijk maar een bekentenis: als je de RF'er Luther goed wilt begrijpen, lees dan "De strijd tussen vlees en geest" door ds. Chr. Love.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Gebruikersavatar
Mister
Administrator
Berichten: 11397
Lid geworden op: 25 jul 2005, 12:06

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door Mister »

Afgewezen schreef:
Cees schreef:
Anker schreef:
"Wie Comries uitleg van zondag 7 nooit gelezen heeft, kan de prediking van de Gereformeerde Gemeenten niet goed begrijpen.”
Ik zat zondag nog wat in die uitleg te lezen, is inderdaad heel helder.
Dus om de prediking van de GG te begrijpen dien je eerst de uitleg van Comrie lezen van zondag 7?

Het moet volgens mij niet gekker worden :bobo ..................
Toch zit er wel wat in. Je kunt er ook bepaalde forummers beter door begrijpen. :hum
Ongetwijfeld. Maar toch is het een wonderlijke conclusie. Onbijbels ook, lijkt me.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door Afgewezen »

Ik zat vandaag nog eens in het boekje van ds. C. Harinck 'De rechtvaardigmaking' te bladeren, en toen zag ik ineens de discussie tussen vragensteller en mij terug: Comrie versus Van der Groe (al weet ik dat Van der Groe niet altijd consistent is in zijn uitspraken).
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door vragensteller »

.
Laatst gewijzigd door vragensteller op 28 mar 2012, 22:44, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door Afgewezen »

Afgewezen schreef:Ik zat vandaag nog eens in het boekje van ds. C. Harinck 'De rechtvaardigmaking' te bladeren, en toen zag ik ineens de discussie tussen vragensteller en mij terug: Comrie versus Van der Groe (al weet ik dat Van der Groe niet altijd consistent is in zijn uitspraken).
Even ter toelichting: In zijn boek over de rechtvaardigmaking stelt Van der Groe dat de rechtvaardigmaking niet aan het geloof voorafgaat, hij stelt ook dat het geloof geen voorwaarde is om gerechtvaardigd te worden, maar bij hem is er een 'samenbestaanlijkheid' van geloof en rechtvaardiging, waarbij het geloof de belofte van het Evangelie aanneemt.
Nogmaals, Van der Groe is hier niet altijd even duidelijk in. Soms lijkt het toch weer geloof te stellen vóór het rechtvaardigend geloof. (Interessant is overigens dat Comrie volgens ds. Harinck onderscheidt tussen het zaligmakend geloof en het rechtvaardigend geloof.)
Mara
Berichten: 23141
Lid geworden op: 15 jun 2010, 15:54

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door Mara »

Als de vaste spijze op de kansel is als veel produkten in de supermarkt, die niet voldoen aan de eisen van veiligheid en deugdelijkheid,
worden de schapen ziek en sterven.


citaat uit BhP - ds. P. Roos
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door -DIA- »

Mara schreef:Als de vaste spijze op de kansel is als veel produkten in de supermarkt, die niet voldoen aan de eisen van veiligheid en deugdelijkheid,
worden de schapen ziek en sterven.


citaat uit BhP - ds. P. Roos
De schapen zullen niet sterven, dat geloof ik niet. Al zullen ze niet verzadigd worden,
en daaronder kommer en gebrek lijden. Maar sterven denk ik niet. God houdt Zijn
Kerk wel in leven, al gaan ze dan kommervol door dit leven.
Denk ook aan de tijd voor de Reformatie. Toen waren het ook dagen dat her Woord
"dierbaar" was. Toch is de Kerk nooit gestorven, hoe donker het ook was.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 4763
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Ds. G.H. Kersten, over Schriftuurlijk bevindelijke prediking.

Ons streven is in het bijzonder er op gericht schriftuurlijk-bevindelijke predikatiën te doen verschijnen. Een preek toch, die niet is uitlegging van Gods Woord, is geen preek; hoogstens een toespraak, die wel veel goeds bevatten kan, maar toch niet beantwoordt aan de eis, die de Heere Zijn knechten stelt. Deze zijn immers dienaren des Woords? Welnu, dan hebben zij het Woord Gods te brengen, beide in verklaring en toepassing. Wordt het leven der gemeente aan het Woord onderworpen, geeft de prediking besturing, lering, opwekking, voert deze naar Christus heen, dan zal de dienaar des Woords, bewaard worden voor een dorre, oppervlakkige prediking, die maar al te zeer, haar tot grote schade, de kerk schier algemeen geboden wordt.
De ware bevinding van Gods kinderen wordt genegeerd, uitgemaakt voor op de dool geraakte vroomheid; voor Dopers. De kenmerken van het leven, dat uit God geboren is, worden verzwegen; geen toetssteen van ware en valse genade wordt meer gegeven; zoal niet geheel de gemeente, jong en, oud, verondersteld wordt wedergeboren te zijn, roept men haar toe: „Geloof en bekeer u”, gij bondelingen, bezitters van de beloften Gods.
De armoede van zulk een prediking moest de leeraars in het aangezicht vliegen en hun zich doen afvragen, of niet eens hun hoorders hen zullen beschuldigen voor Gods rechterstoel, zeggende: „Gij zijt niet vrij van mijn bloed”.

De prediking hebbe schriftuurlijk-praktikaal te zijn, opdat de hoorders zich er aan toetsen kunnen bij het zo noodzakelijk zelfonderzoek, waarop de prediker hebbe aan te dringen naar Zefanja's woord: „Doorzoek u zelf nauw, ja doorzoek u zelf nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt! Eer het besluit bare (gelijk kaf gaat de dag voorbij) terwijl de hittigheid van des Heeren toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van de toorn des Heeren over ulieden nog niet komt”. Bovendien biedt deze prediking voedsel voor Gods volk, spreekt zij naar het hart van Jeruzalem; zij is onder de zegen des Heeren dienstbaar tot waarschuwing, ontdekking en vermaning, maar ook tot vertroosting (Wet én Evangelie) wijl zij predikt de heerlijkheid Gods in Christus.
En toch niet de bevinding der heiligen, maar Gods Getuigenis is bron voor de bediening des Woords. De Schriften kunnen wijs maken ter zaligheid; zij maken ons de weg des levens bekend; zij spreken ons van Hem, Die het geen roof geacht heeft, Gode de Vader evengelijk te zijn en Die mens is geworden, uit de mensen, ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde; Die geleden heeft en gestorven is en opgestaan uit de dood en Die, ten hemel gevaren, zit aan de rechterhand des Vaders, om altijd voor Zijn volk te bidden.
Wie Gods Woord loslaat en de bevinding van de heiligen tot bron van zijn prediking maken wil, moet de heilsfeiten wel verliezen. Deze kunnen toch niet erváren, maar alleen door het geloof als grond van zaligheid gekénd worden
. Meer en meer werkt zulk een prediking, - indien zij die naam nog zou mogen dragen, - dan ook van het Woord af en doet zij drijven op het gevoel des harten, dat genoegzaam is om ons te bedriegen, zoals duidelijk blijkt uit Izaks voelen van Jacobs handen.
Het krachtig getuigenis van de Apostel Paulus worde dan ook elke dienaar des Woords voortdurend op het hart gebonden: „Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus en Dien gekruisigd”. Niet de christen, maar Christus moet gepredikt; doch Christus niet alleen aan de mens, maar ook zo Hij leeft in Zijn volk, Zich aan hen openbarend zo Hij niet doet aan de wereld en Zich in hen verheerlijkend door de Heilige Geest, Wiens groot werk het Christus te verheerlijken, (Joh. 16 : 14). Zo dient de prediking te zijn verkondiging van de Raad Gods in Christus tot zaligheid van Zijn volk, tot heerlijkheid van de Vader.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Mannetje
Berichten: 7692
Lid geworden op: 23 mei 2014, 09:54
Locatie: Tholen

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door Mannetje »

Wat een prachtige woorden!
-
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door -DIA- »

Johann Gottfried Walther schreef:Ds. G.H. Kersten, over Schriftuurlijk bevindelijke prediking.

Ons streven is in het bijzonder er op gericht schriftuurlijk-bevindelijke predikatiën te doen verschijnen. Een preek toch, die niet is uitlegging van Gods Woord, is geen preek; hoogstens een toespraak, die wel veel goeds bevatten kan, maar toch niet beantwoordt aan de eis, die de Heere Zijn knechten stelt. Deze zijn immers dienaren des Woords? Welnu, dan hebben zij het Woord Gods te brengen, beide in verklaring en toepassing. Wordt het leven der gemeente aan het Woord onderworpen, geeft de prediking besturing, lering, opwekking, voert deze naar Christus heen, dan zal de dienaar des Woords, bewaard worden voor een dorre, oppervlakkige prediking, die maar al te zeer, haar tot grote schade, de kerk schier algemeen geboden wordt.
De ware bevinding van Gods kinderen wordt genegeerd, uitgemaakt voor op de dool geraakte vroomheid; voor Dopers. De kenmerken van het leven, dat uit God geboren is, worden verzwegen; geen toetssteen van ware en valse genade wordt meer gegeven; zoal niet geheel de gemeente, jong en, oud, verondersteld wordt wedergeboren te zijn, roept men haar toe: „Geloof en bekeer u”, gij bondelingen, bezitters van de beloften Gods.
De armoede van zulk een prediking moest de leeraars in het aangezicht vliegen en hun zich doen afvragen, of niet eens hun hoorders hen zullen beschuldigen voor Gods rechterstoel, zeggende: „Gij zijt niet vrij van mijn bloed”.

De prediking hebbe schriftuurlijk-praktikaal te zijn, opdat de hoorders zich er aan toetsen kunnen bij het zo noodzakelijk zelfonderzoek, waarop de prediker hebbe aan te dringen naar Zefanja's woord: „Doorzoek u zelf nauw, ja doorzoek u zelf nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt! Eer het besluit bare (gelijk kaf gaat de dag voorbij) terwijl de hittigheid van des Heeren toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van de toorn des Heeren over ulieden nog niet komt”. Bovendien biedt deze prediking voedsel voor Gods volk, spreekt zij naar het hart van Jeruzalem; zij is onder de zegen des Heeren dienstbaar tot waarschuwing, ontdekking en vermaning, maar ook tot vertroosting (Wet én Evangelie) wijl zij predikt de heerlijkheid Gods in Christus.
En toch niet de bevinding der heiligen, maar Gods Getuigenis is bron voor de bediening des Woords. De Schriften kunnen wijs maken ter zaligheid; zij maken ons de weg des levens bekend; zij spreken ons van Hem, Die het geen roof geacht heeft, Gode de Vader evengelijk te zijn en Die mens is geworden, uit de mensen, ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde; Die geleden heeft en gestorven is en opgestaan uit de dood en Die, ten hemel gevaren, zit aan de rechterhand des Vaders, om altijd voor Zijn volk te bidden.
Wie Gods Woord loslaat en de bevinding van de heiligen tot bron van zijn prediking maken wil, moet de heilsfeiten wel verliezen. Deze kunnen toch niet erváren, maar alleen door het geloof als grond van zaligheid gekénd worden
. Meer en meer werkt zulk een prediking, - indien zij die naam nog zou mogen dragen, - dan ook van het Woord af en doet zij drijven op het gevoel des harten, dat genoegzaam is om ons te bedriegen, zoals duidelijk blijkt uit Izaks voelen van Jacobs handen.
Het krachtig getuigenis van de Apostel Paulus worde dan ook elke dienaar des Woords voortdurend op het hart gebonden: „Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus en Dien gekruisigd”. Niet de christen, maar Christus moet gepredikt; doch Christus niet alleen aan de mens, maar ook zo Hij leeft in Zijn volk, Zich aan hen openbarend zo Hij niet doet aan de wereld en Zich in hen verheerlijkend door de Heilige Geest, Wiens groot werk het Christus te verheerlijken, (Joh. 16 : 14). Zo dient de prediking te zijn verkondiging van de Raad Gods in Christus tot zaligheid van Zijn volk, tot heerlijkheid van de Vader.
Was dat niet een voorwoord bij de verschijning van de eerste prekenbundel "Uit den schat des Woord"?
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door -DIA- »

-DIA- schreef:
Johann Gottfried Walther schreef:Ds. G.H. Kersten, over Schriftuurlijk bevindelijke prediking.

Ons streven is in het bijzonder er op gericht schriftuurlijk-bevindelijke predikatiën te doen verschijnen. Een preek toch, die niet is uitlegging van Gods Woord, is geen preek; hoogstens een toespraak, die wel veel goeds bevatten kan, maar toch niet beantwoordt aan de eis, die de Heere Zijn knechten stelt. Deze zijn immers dienaren des Woords? Welnu, dan hebben zij het Woord Gods te brengen, beide in verklaring en toepassing. Wordt het leven der gemeente aan het Woord onderworpen, geeft de prediking besturing, lering, opwekking, voert deze naar Christus heen, dan zal de dienaar des Woords, bewaard worden voor een dorre, oppervlakkige prediking, die maar al te zeer, haar tot grote schade, de kerk schier algemeen geboden wordt.
De ware bevinding van Gods kinderen wordt genegeerd, uitgemaakt voor op de dool geraakte vroomheid; voor Dopers. De kenmerken van het leven, dat uit God geboren is, worden verzwegen; geen toetssteen van ware en valse genade wordt meer gegeven; zoal niet geheel de gemeente, jong en, oud, verondersteld wordt wedergeboren te zijn, roept men haar toe: „Geloof en bekeer u”, gij bondelingen, bezitters van de beloften Gods.
De armoede van zulk een prediking moest de leeraars in het aangezicht vliegen en hun zich doen afvragen, of niet eens hun hoorders hen zullen beschuldigen voor Gods rechterstoel, zeggende: „Gij zijt niet vrij van mijn bloed”.

De prediking hebbe schriftuurlijk-praktikaal te zijn, opdat de hoorders zich er aan toetsen kunnen bij het zo noodzakelijk zelfonderzoek, waarop de prediker hebbe aan te dringen naar Zefanja's woord: „Doorzoek u zelf nauw, ja doorzoek u zelf nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt! Eer het besluit bare (gelijk kaf gaat de dag voorbij) terwijl de hittigheid van des Heeren toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van de toorn des Heeren over ulieden nog niet komt”. Bovendien biedt deze prediking voedsel voor Gods volk, spreekt zij naar het hart van Jeruzalem; zij is onder de zegen des Heeren dienstbaar tot waarschuwing, ontdekking en vermaning, maar ook tot vertroosting (Wet én Evangelie) wijl zij predikt de heerlijkheid Gods in Christus.
En toch niet de bevinding der heiligen, maar Gods Getuigenis is bron voor de bediening des Woords. De Schriften kunnen wijs maken ter zaligheid; zij maken ons de weg des levens bekend; zij spreken ons van Hem, Die het geen roof geacht heeft, Gode de Vader evengelijk te zijn en Die mens is geworden, uit de mensen, ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde; Die geleden heeft en gestorven is en opgestaan uit de dood en Die, ten hemel gevaren, zit aan de rechterhand des Vaders, om altijd voor Zijn volk te bidden.
Wie Gods Woord loslaat en de bevinding van de heiligen tot bron van zijn prediking maken wil, moet de heilsfeiten wel verliezen. Deze kunnen toch niet erváren, maar alleen door het geloof als grond van zaligheid gekénd worden
. Meer en meer werkt zulk een prediking, - indien zij die naam nog zou mogen dragen, - dan ook van het Woord af en doet zij drijven op het gevoel des harten, dat genoegzaam is om ons te bedriegen, zoals duidelijk blijkt uit Izaks voelen van Jacobs handen.
Het krachtig getuigenis van de Apostel Paulus worde dan ook elke dienaar des Woords voortdurend op het hart gebonden: „Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus en Dien gekruisigd”. Niet de christen, maar Christus moet gepredikt; doch Christus niet alleen aan de mens, maar ook zo Hij leeft in Zijn volk, Zich aan hen openbarend zo Hij niet doet aan de wereld en Zich in hen verheerlijkend door de Heilige Geest, Wiens groot werk het Christus te verheerlijken, (Joh. 16 : 14). Zo dient de prediking te zijn verkondiging van de Raad Gods in Christus tot zaligheid van Zijn volk, tot heerlijkheid van de Vader.
Was dat niet een voorwoord bij de verschijning van de eerste prekenbundel "Uit den schat des Woord"?
Ik geloof het wel.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Schriftuurlijk bevindelijke prediking

Bericht door -DIA- »

-DIA- schreef:
-DIA- schreef:
Johann Gottfried Walther schreef:Ds. G.H. Kersten, over Schriftuurlijk bevindelijke prediking.

Ons streven is in het bijzonder er op gericht schriftuurlijk-bevindelijke predikatiën te doen verschijnen. Een preek toch, die niet is uitlegging van Gods Woord, is geen preek; hoogstens een toespraak, die wel veel goeds bevatten kan, maar toch niet beantwoordt aan de eis, die de Heere Zijn knechten stelt. Deze zijn immers dienaren des Woords? Welnu, dan hebben zij het Woord Gods te brengen, beide in verklaring en toepassing. Wordt het leven der gemeente aan het Woord onderworpen, geeft de prediking besturing, lering, opwekking, voert deze naar Christus heen, dan zal de dienaar des Woords, bewaard worden voor een dorre, oppervlakkige prediking, die maar al te zeer, haar tot grote schade, de kerk schier algemeen geboden wordt.
De ware bevinding van Gods kinderen wordt genegeerd, uitgemaakt voor op de dool geraakte vroomheid; voor Dopers. De kenmerken van het leven, dat uit God geboren is, worden verzwegen; geen toetssteen van ware en valse genade wordt meer gegeven; zoal niet geheel de gemeente, jong en, oud, verondersteld wordt wedergeboren te zijn, roept men haar toe: „Geloof en bekeer u”, gij bondelingen, bezitters van de beloften Gods.
De armoede van zulk een prediking moest de leeraars in het aangezicht vliegen en hun zich doen afvragen, of niet eens hun hoorders hen zullen beschuldigen voor Gods rechterstoel, zeggende: „Gij zijt niet vrij van mijn bloed”.

De prediking hebbe schriftuurlijk-praktikaal te zijn, opdat de hoorders zich er aan toetsen kunnen bij het zo noodzakelijk zelfonderzoek, waarop de prediker hebbe aan te dringen naar Zefanja's woord: „Doorzoek u zelf nauw, ja doorzoek u zelf nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt! Eer het besluit bare (gelijk kaf gaat de dag voorbij) terwijl de hittigheid van des Heeren toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van de toorn des Heeren over ulieden nog niet komt”. Bovendien biedt deze prediking voedsel voor Gods volk, spreekt zij naar het hart van Jeruzalem; zij is onder de zegen des Heeren dienstbaar tot waarschuwing, ontdekking en vermaning, maar ook tot vertroosting (Wet én Evangelie) wijl zij predikt de heerlijkheid Gods in Christus.
En toch niet de bevinding der heiligen, maar Gods Getuigenis is bron voor de bediening des Woords. De Schriften kunnen wijs maken ter zaligheid; zij maken ons de weg des levens bekend; zij spreken ons van Hem, Die het geen roof geacht heeft, Gode de Vader evengelijk te zijn en Die mens is geworden, uit de mensen, ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde; Die geleden heeft en gestorven is en opgestaan uit de dood en Die, ten hemel gevaren, zit aan de rechterhand des Vaders, om altijd voor Zijn volk te bidden.
Wie Gods Woord loslaat en de bevinding van de heiligen tot bron van zijn prediking maken wil, moet de heilsfeiten wel verliezen. Deze kunnen toch niet erváren, maar alleen door het geloof als grond van zaligheid gekénd worden
. Meer en meer werkt zulk een prediking, - indien zij die naam nog zou mogen dragen, - dan ook van het Woord af en doet zij drijven op het gevoel des harten, dat genoegzaam is om ons te bedriegen, zoals duidelijk blijkt uit Izaks voelen van Jacobs handen.
Het krachtig getuigenis van de Apostel Paulus worde dan ook elke dienaar des Woords voortdurend op het hart gebonden: „Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus en Dien gekruisigd”. Niet de christen, maar Christus moet gepredikt; doch Christus niet alleen aan de mens, maar ook zo Hij leeft in Zijn volk, Zich aan hen openbarend zo Hij niet doet aan de wereld en Zich in hen verheerlijkend door de Heilige Geest, Wiens groot werk het Christus te verheerlijken, (Joh. 16 : 14). Zo dient de prediking te zijn verkondiging van de Raad Gods in Christus tot zaligheid van Zijn volk, tot heerlijkheid van de Vader.
Was dat niet een voorwoord bij de verschijning van de eerste prekenbundel "Uit den schat des Woord"?
Ik geloof het wel.
Je hebt inderdaad gelijk. Maar ja dat weten de meesten blijkbaar niet.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Plaats reactie