Morgen zou hij worden gekruisigd.Is het niet vreemd dat we, maar half ge-reformeerd, nog steeds de katholieke (gregoriaanse) kalender aanhouden ipv de bijbelse tijden en inzettingen(wetten) die God zelf gegeven heeft?
We houden ons aan de 10 geboden, maar de tijden waarop God herdacht wil worden laten we zonder problemen veranderen?
De RKK heeft dus eigenlijk gelijk wanneer ze zegt dat wij nog steeds aan haar onderworpen zijn.
Uit het volgende stukje blijkt dat we de Paus van destijds inderdaad volgen, Hij bepaalde wat de datum was, en dat de zon het ritme van ons leven bepaald.
24 februari 2008 - Gewoonlijk zijn eeuwjaren geen schrikkeljaren, tenzij ze deelbaar zijn door 400. Paus Gregorius XIII besloot dat in 1582; om de kalender in de pas te laten lopen met de Zon stelde hij dat jaartallen deelbaar door 100 geen schrikkeljaren zijn, tenzij ze ook deelbaar zijn door 400. Dit betekent dat 1700, 1800 en 1900 geen schrikkeljaren waren, maar 1600 en 2000 waren dat wel! Door dit besluit begint de astromische lente rond 21 maart.
Eigenlijk zijn het kunstmatige ingrepen om de werkelijke duur van een jaar, net iets meer is dan 365 dagen, na verloop van tijd te corrigeren. Een (zonne)jaar is gedefinieerd als de tijd die de aarde nodig heeft om rond de zon te draaien. De aarde draait in 365 dagen, 5 uren, 48 minuten en 45,1814 seconden om de zon. Als we ons van het verschil niets aantrekken en de duur van een jaar op 365 dagen afronden, dan komen we na vier jaar bijna een dag te kort.
In het verre verleden zijn er verschillende methodes gehanteerd voor de kalenderbepaling: sommige volkeren keken naar de omlooptijd van de maan, anderen hadden een kalender gebaseerd op zon en maan. Julius Ceasar voerde de zonnekalender in waarin een jaar 365 dagen en 6 uur telde. Eens in de vier jaar was er een schrikkeldag en telde 24 februari dubbel. Iedere eeuw is volgens de Juliaanse kalender echter 18 uur te lang en zo schoof het astronomische begin van de lente (het moment waarop dag en nacht precies even lang zijn) steeds verder naar voren.
In het jaar 325 had het Concilie van Nicaea besloten dat 21 maart voortaan het vaste lentepunt zou zijn; het Concilie van Trente machtigde de Paus in 1563 de kalender te hervormen. Een vaste datum was nodig voor de bepaling van de paasdatum (Paaszondag valt op de eerste zondag die volgt op de eerste volle maan na het begin van de lente). In 1582 liep men dus flink uit de pas en het lentebegin viel toen tien dagen eerder op 11 maart. Paus Gregorius werkte dat verschil weg door 4 oktober 1582 direct te laten volgen door 15 oktober 1582. Om een nieuwe verschuiving van het lentepunt te voorkomen bepaalde hij dat de jaren 1700, 1800 en 1900 geen schrikkeljaren zouden zijn.
Volgens de Juliaanse kalender, waarin elk jaar 11 minuten te lang duurde, waren dat wel schrikkeljaren en dat leverde in vier eeuwen tijd drie dagen teveel op. De kalenderhervorming van Gregorius, waardoor tien dagen uitvielen, leverde veel protest op onder boeren die heilig geloofden in weerregels die aan bepaalde data waren gebonden. De katholieke streken namen de nieuwe kalender weldra over, de protestantse veel later. Daardoor kende ons land in de 17 e eeuw twee kalenders: als Utrecht nieuwjaar vierde was het in Amsterdam al 11 januari!
Met dank aan Frank Schreutelkamp van de Sterrenwacht Sonnenborgh in Utrecht.