DDD schreef:Maar je geeft wel een heel eigenzinnige interpretatie van de bijbel. Ik was gewoon te verbijsterd over deze stellingname,
De exacte exegese van dit tekstgedeelte beperkt mijn opvatting niet. Mijn stelling dat God dwalingen niet relativeert, kan je dus in het kader van dit specifieke vers dus zo lezen dat de dwaling van het ontkennen van de godheid van Christus valt onder Zijn oordelen. Daarmee is zij nog steeds juist, maar in deze zin beperkt.
Niettemin denk ik dat de Schrift vele malen breder is. De tekstgedeelten in 1 Johannes 4 eerste gedeelte in samenhang met 2 Petr. 2:1 trekken het onderscheid tussen ware en valse leer op veel meer zaken dan alleen de loochening van Christus:
EN er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig verderf over zichzelven brengende. Hier kan je dus opmaken dat de loochening niet zomaar een dwaling is, maar de kern van de vijandschap tegen Christus. En alle dwaling komt uit dezelfde wortel op.
Daarnaast zou je kunnen denken aan Johannes 3 vers 36, waar de toorn van God wordt uitgesproken niet zozeer over de juistheid van de leer, als wel aan de gehoorzaamheid van Christus. Dat sluit dan weer aan bij mijn eerdere opmerking dat het om leer en leven gaat, waarvan de gereformeerde leer m.i. de beste is, omdat zij op beide zaken ziet.
En dan is er nog de mogelijkheid om de tekst niet zozeer exegetisch te verstaan, maar proberen een plek te geven binnen de dogmatiek. We hebben ons dan dus af te vragen waarover God oordeelt. God sluit volgens Galaten 5 vers 20 en 21 het Koninkrijk voor hen die in ketterijen leven en daarin doorgaan.