Kerkhistorische beschouwing van Het Aanbod van Genade.
Geplaatst: 22 nov 2006, 23:49
Met jouw permissie, Klavier, zullen we dit even naar een nieuw onderwerp overhevelen.
Even een proefballonnetje opwerpen.
Het probleem dat zich hier kennelijk voordoet is dat een deel zich herkent vanuit de lijn die gangbaar is in de Schotse Verbondsleer, en de lijn vanuit Calvijn die de hoofdstroom van de Nederlandse reformatie is vanaf het begin (het doopformulier komt direct uit de invloedssfeer van Calvijn met de brede verbondsvisie).
Eigenlijk is het grootste probleem dat een Schotse Verbondsleer moet stroken met de 3FvE die vanuit een andere verbondsvisie zijn uitgewerkt.
Als beide stromingen zich op dezelfde bronnen beroepen in de 3FvE en wijzen naar het verbond, bedoelen beide wat anders.
Dat levert ook een andere interpretatie op van beloftes en aanbod van genade. Zeker als je het aanbod van genade beperkt tot het verbond in de Schotse lijn en je beroept op theologen vanuit de nederlandse lijn die het verbond dus ruimer zagen.
Als een kerk leert dat het aanbod van genade alleen binnen het verbond geldt, is dat in de verbondsvisie van ndonselaar dus de hele gemeente, ofwel alle toehoorders. Alle gedoopten.
Stel je hetzelfde in een GG(iN) dan zou het enkel de uitverkorenen gelden en krijg je pastoraal probleem. Wie is uitverkoren en wie mag genade aannemen? Welke herder en leraar zal daarover een uitspraak durven doen? De Schotse lijn heeft echter nooit een aanbod van genade aan alle toehoorders verworpen. In de Schotse leer stond het aanbod vooral in het teken van het Evangelie. En niet van het Verbond. (Zie Westminster Catechismus). Het Verbond is daar vooral een extra getuigenis. De doop is een sacrament voor de gelovigen en niet eerst voor de dopelingen. Niet te vergelijken met de doopvisie van Calvijn eigenlijk.
Het ideaal: Men baseert zich of volledig op Schotland, met het aanbod van genade en de beloften aan alle hoorders van het Evangelie waarin de gedoopten een extra getuigenis van Gods liefde en gewilligheid als teken en zegel ontvangen,
of men baseert zich op de Nederlandse lijn met tenminste het aanbod voor het verbond. En daarin worden alle gedoopten als verbondskinderen gezien. Met belofte die overeenkomt met de Schotse versie, zij het mijns inziens nog krachtiger.
Als GG-er ben ik blij dat de zuivere Schotse lijn nog gehoord wordt. Evenwel voel ik me net zo thuis onder de nederlandse visie.
Samen vormt dat de hoofdstroom van de reformatorische gezindte, zover ik kan zien en inschatten.
Als er een mengsel van de visies komt, dan ga ik me zorgen maken.
Een gevaar is mijns inziens dat Brakel vanuit de Schotse visie wordt geinterpreteerd. Dan komt er wat anders uit dan vanuit de Nederlandse visie. En dan kom je met andere oudvaders ook anders uit. Zou hier de verwarring van de kleine kerkgeschiedenis uit voort kunnen komen vraag ik me wel eens af? Of is dat te simpel gedacht?