Afgewezen schreef:Polemicus schreef:Aan welke objectieve boodschap hecht zich dan zijn geloof? Want dat is de grote vraag, voor mij. Als het Evangelie immers het objectieve heil in Christus voor de uitverkorenen is, hoe kan dan het Evangelie volgens de Heidelbergse Catechismus in mijn hart het vertrouwen wekken, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving van zonden geschonken is, als ik dat slechts geloof?
Dat is idd. het punt. Zelfs de DL zijn hier niet duidelijk in. Die zeggen in feite: de belofte van het Evangelie is dat als je de belofte van het Evangelie gelooft, je behouden bent. Maar onduidelijk is dan wat de belofte van het Evangelie zélf is.
Onduidelijk? Joh.3.16. Daar ging het de hele tijd om in de strijd tussen de remonstranten en contra-remonstranten.
De remonstranten wilden vooral de uitverkiezing op de voorgrond stellen, om daarmee te bewijzen dat de leer van Calvijn inconsistent was met Joh.3.16. De DL hebben juist geloof op de voorgrond geplaatst, net als Calvijn als weg waarin de uitverkiezing op een verborgen wijze ten uitvoer wordt gebracht.
Uitverkiezing en geloof zijn niet strijdig. Het geloof voor enkel de uitverkorenen strijdt niet met de afkondiging van liefde tot de hele wereld, geopenbaard in de boodschap aan alle mensen dat een ieder die gelooft zalig zal worden. Wie kan zeggen dit niet gehoord te hebben, dit niet geweten te hebben? De DL laten met Calvijn de verborgen werking van Gods Geest tot de heilsgeheimen en lossen dat niet verder op, zoals de arminanen dat eisten.
De zekerheid van het geloof, op basis van een niet-subjectieve waarheid, gegrond op Gods Woord met een omwankelbaar fundament in de uitverkiezing, moest behouden blijven. Deze was juist recent op Rome gewonnen en dreigde weer in een subjectieve grond uit te komen door een menselijke daad van geloof vanuit een vermeende vrije [subjectieve] wil.
De spits van Calvijn is de spits van de DL: Het geloof dat gelooft met geheel het hart in de objectieve waarheid van Gods Woord van kaft tot kaft waarvan Joh.3:16 de kern weergeeft.
Het gelooft vertrouwt God en gelooft Hem op Zijn Woord omdat Hij het Zelf zegt. Het geloof richt zich op Gods goedheid en barmhartigheid, zegt Calvijn in Inst.B3,H2.
En let er dan op dat Calvijns definitie van wedergeboorte in ruimere zin opgevat moet worden. Hoe lees je dan vervolgens de versen voorafgaande aan deze tekst uit Joh. 3? Als voorwaarde tot geloof of als oorzaak van geloof? Het maakt nogal wat uit, zeker als je een zwaartepunt legt op 'voorwaarde tot' en deze vooraf wil herkennen. Dan krijg je verkramping en dan krijg je tegenreacties die het aanbod van genade als begrip opvoeren om
genade om niet objectief te houden voor alle toehoorders.
Zo meen ik nog steeds dat de visie van Bert niet strijdig is met het begrip aanbod van genade, zolang het vanuit de juiste context en omstandigheden wordt bezien. Een infra- of supralapsarische benadering mag geen enkele invloed hebben ten aanzien van remmingen op het evangelie. Het is 'slechts' de menselijke leerstellige denk-kapstop die we als extra hulpmiddel inzetten om de genade in Christus veilig te stellen voor dwalingen. Het is geen leesbril om het evangelie van vrije genade onder voorwaarden te stellen, naar ik hoop. Want dan kom je alsnog een in subjectief element uit dat zondaars op zichzelf werpt. En dat is nu net wat de DL hebben willen rechtzetten.
Maak je dat onderscheid niet dan ontstaat er verwarring in begrippen en doelstellingen van dogmatische uitwerkingen.
Zo kan het dan onstaan dat strenge supralapsariers als Thomas Hooker door de ene als ruim en evangelisch worden betiteld en door de ander voorwaardelijk en beperkt en men niet begrijpt hoe Koelman deze theoloog toch kon introduceren in de lage landen.
En dan krijg je ook vermeende arminianen zoals Van Lodenstijn die men aanvankelijk arminiaanse gevoelens toedichtte.
De dogmatische onderscheidingen zijn nooit rem op het evangelie.
Een aanbod van genade prediken mag nooit een arminiaanse invulling krijgen maar kan evengoed in zijn betekenende zaak als objectief te stellen heil in Christus voor een ieder die gelooft onder de aanduiding 'aanbod' zonder problemen gebruikt worden.
Staar je niet blind op de term, ook niet op het ontbreken daarvan. Het gaat erom dat de prediking geen hindernissen tot Christus opwerpt. Daar stonden de reformatoren voor in hun strijd tegen Rome en later tegen de remonstrantie.
De subjectieve toepassing in de overtuiging van dode zondaars is Gods Werk met als middel de objectieve waarheid aan een ieder die het hoort als een welmenende roeping. Dat er mensen zijn die geen gehoor geven aan die roeping is te wijten aan de mens, die zichzelf gedood heeft en daarom niet kan horen. Dat er mensen zijn die horen is daarom een wonder van God die levendgemaakt heeft om te kunnen horen. De DL is daar juist heel erg duidelijk in.