Scheurt uw hart, en niet uw klederen

[Fjodor]

3/4-11. Voorts, wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden die dingen, die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van denzelfden wederbarenden Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.

3/4-12. En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading, of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke, naar het getuigenis der Schrift (die van den Auteur van deze werking is ingegeven), in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden; alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.

Toch sta je er steeds weer versteld hoe verscheiden dit uitgelegd wordt, en kennelijk door menigeen uitgelegd kan worden. Waaruit telkens blijkt hoedanig men de wedergeboorte verzelfstandigd heeft, als zijnde een zgn nieuwe (valse) geboorte onder de overtuigingen der wet. Een wedergeboorte met zondenkennis, zonder Christuskennis. Dit heeft Dordt natuurlijk nooit zo bedoeld. Maar dit was wél degelijk het bezwaar van H.F. Kohlbrugge tegen de leer van Dordt. Hij heeft hier destijds zeer terecht de gevaren van ingezien. Een ieder legt deze artikelen uit vanuit zijn eigen kerkleer. Kohlbrugge zei daarom zeer terecht dat, wanneer men de arminianen en het remonstrantisme had weerlegd en bestreden vanuit de rechtvaardigingsleer der apostelen (Romeinen- en Galatenbrief), dat ze dan geen kant hadden uitgekund. Dan hadden ze hen in ribben doorstoken, maar nu is dit arminaans vergif door de achterdeur heel subtiel weer naar binnen geslopen. Kohlbrugge heeft geen ongelijk gehad, want deze definitie heeft men gebruikt om een verzelfstandigde wedergeboorteleer te staven, waarin men het geloof van het metterdaad in Christus geloven van elkaar gescheiden heeft. Een on-Bijbelse theologische uitvinding die velen misleidt en voor eeuwig met een ingebeelde hemel verloren heeft doen gaan.

Ja, maar dat wat men er dan in leest staan niet in die artikelen van Dordt.
" alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven."
Wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven staan niet voor niets op één lijn.

zie ook artikel 14

3/4-14. Zo is dan het geloof een gave Gods; niet omdat het aan den vrijen wil des mensen van God wordt aangeboden, maar omdat het den mens metterdaad wordt medegedeeld, ingegeven en ingestort;

[Marnix]

De zondaar moet dus veranderen, en dat niet door eigen werken, maar door het feit dat God ons tot zijn kinderen wil aannnemen.

Wij moeten niet veranderd worden, maar eens' Anderen worden door een aangebrachte gerechtigheid die buiten hem is. Dat is van een Ander worden, c.q. van heerschappij verwisseld worden. De tollenaar ging niet veranderd maar gerechtvaardigd naar huis. Dat wil zeggen dat hij in een geestelijk gericht was getrokken toen hij z'n hart scheurde en het vervolgens met grote stem uitriep: "O God, wees mij de zondaar genadig." God veranderd dus geen mensen, dat leert de EO......, maar Hij rechtvaardigt verkoren zondaren door ze ten dode te vervloeken door Zijn heilige wet en ze vervolgens te zegenen uit Christus ten eeuwig leven. Dit hemels gericht is dus het geestelijk badwater der wedergeboorte.

Beetje een kip-ei verhaal. Hartvernieuwende genade. Inderdaad. Maar waarom krijgt iemand een nieuw hart? Omdat het oude niet functioneert... moet jij eens zien wat er dan met zo iemand verandert. Het doel is niet dat je een nieuw hart krijgt, het is een middel tot gezondheid... en als je eerst ziek was en dan gezond ben je behoorlijk veranderd. Als je de Bijbel kent en wat ruimer kijkt dan het verhaal over de farizeeer en tollenaar, weet je hoe vaak daar wordt gesproken over verandering door God, door Zijn Geest, in mensen. De kamerling uit Morenland ging wel degelijk anders naar huis dan hij naar Jeruzalem was gekomen. En kijk naar de werken van vlees en Geest in Galaten 5. Wil jij zeggen dat die mensen niet veranderd zijn? Wij moeten gerechtvaardigd worden, maar als we dan worden, veranderen we ook, op alle fronten. Je moet die twee dus niet tegen elkaar uitspelen. Verder is het wel goed om na te denken wat het doel is. De rechtvaardiging? Volgens mij is de rechtvaardiging middel, doel is dat we weer worden (veranderen in) hoe God ons bedoeld heeft en zo ook weer God de eer geven die Hem toekomt.

[DWW]

3/4-11. Voorts, wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden die dingen, die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van denzelfden wederbarenden Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.

3/4-12. En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading, of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke, naar het getuigenis der Schrift (die van den Auteur van deze werking is ingegeven), in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden; alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.

Toch sta je er steeds weer versteld hoe verscheiden dit uitgelegd wordt, en kennelijk door menigeen uitgelegd kan worden. Waaruit telkens blijkt hoedanig men de wedergeboorte verzelfstandigd heeft, als zijnde een zgn nieuwe (valse) geboorte onder de overtuigingen der wet. Een wedergeboorte met zondenkennis, zonder Christuskennis. Dit heeft Dordt natuurlijk nooit zo bedoeld. Maar dit was wél degelijk het bezwaar van H.F. Kohlbrugge tegen de leer van Dordt. Hij heeft hier destijds zeer terecht de gevaren van ingezien. Een ieder legt deze artikelen uit vanuit zijn eigen kerkleer. Kohlbrugge zei daarom zeer terecht dat, wanneer men de arminianen en het remonstrantisme had weerlegd en bestreden vanuit de rechtvaardigingsleer der apostelen (Romeinen- en Galatenbrief), dat ze dan geen kant hadden uitgekund. Dan hadden ze hen in ribben doorstoken, maar nu is dit arminaans vergif door de achterdeur heel subtiel weer naar binnen geslopen. Kohlbrugge heeft geen ongelijk gehad, want deze definitie heeft men gebruikt om een verzelfstandigde wedergeboorteleer te staven, waarin men het geloof van het metterdaad in Christus geloven van elkaar gescheiden heeft. Een on-Bijbelse theologische uitvinding die velen misleidt en voor eeuwig met een ingebeelde hemel verloren heeft doen gaan.

Ja, maar dat wat men er dan in leest staan niet in die artikelen van Dordt.
" alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven."
Wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven staan niet voor niets op één lijn.

zie ook artikel 14

3/4-14. Zo is dan het geloof een gave Gods; niet omdat het aan den vrijen wil des mensen van God wordt aangeboden, maar omdat het den mens metterdaad wordt medegedeeld, ingegeven en ingestort;

Ja maar, daar gaan we weer. Het geloof in mijn verlorenheid is wel degelijk onderscheiden van het geloof in mijn behoudenis door de toegpaste beloftenissen des Evangeliums. Het geloof in mijn zonden tot ondekking...etc is geen werking van de verworven Geest van Christus, maar een werking van de Geest der dienstbaarheid die het uit de wet neemt. Dit kunnen dus ook gemene werkingen en overtuigingen des Geestes zijn die na verloop van tijd weer ophouden. (lees de toetssteen van Van der Groe, en de bijna-christen ontdekt van Meade) Dat zijn stervende zielen, die nooit de kruisdood gestorven zijn. Velen menen alrede van Gods kant te zijn ingelijfd door het zaligmakende geloof, hetwelk begint met de overtuiging van schuld en straf omtrent hun bedreven zonden. Een vreselijke vermenging van wet en evangelie. Want de wet is tot ontdekking en doding, en het evangelie is tot bedekking en levendmaking. Velen zijn levend gemaakt, en aan Gods kant (zélfs van eeuwigheid) alrede gerechtvaardigd, zonder te zijn gestorven aan de eis van Gods wet tot een rechtvaardige betaling (Rom. 6:7). Bij hen is hun rouwdag alrede hun trouwdag, en hun oordeel hun voordeel. Hoe is het toch mogelijk, maar het bestaat echt...

[DirkM]

CITAAT: Het geloof in mijn zonden tot ondekking...etc is geen werking van de verworven Geest van Christus, maar een werking van de Geest der dienstbaarheid die het uit de wet neemt. Velen menen alrede van Gods kant te zijn ingelijfd door het zaligmakende geloof, hetwelk begint met de overtuiging van schuld en straf omtrent hun bedreven zonden. Een vreselijke vermenging van wet en evangelie. Want de wet is tot ontdekking en doding, en het evangelie is tot bedekking en levendmaking. Velen zijn levend gemaakt, en aan Gods alrede gerechtvaardigd, zonder te zijn gestorven aan Gods wet tot volkomen betaling (Rom. 6:7). Bij hen is hun rouwdag alrede hun trouwdag, en hun oordeel hun voordeel. Hoe is het toch mogelijk, maar het bestaat echt...


Iemand die niet het Licht van Christus heeft zien opgaan in zijn leven die ziet van nature niet dat de zonde die hij zelf doet tegen Gods Wil zijn, omdat de onwedergeboren mens absoluut met NIETS rekening kan en wil houden met God. Je ziet alleen door de Heilige Geest dat je daden ZONDIG waren. De Geest der dienstbaarheid noem je, maar daarmee ontken je dat de Heilige Geest ook metterdaad in de wedergeboren mens gaat wonen. Ik laat nu buiten beschouwing of de Heilige Geest net voor de wedergeboorte, op het moment van de wedergeboorte, of direkt volgend op de wedergeboorte in de wedergeboren mens komt wonen, want daar gaat het nu even niet om.

De Geest der dienstbaarheid, als dat niet de verworven Geest van Christus is, dat wil zeggen de Heilige Geest, dan is het dus gewoon een geest van vroomheid, die zegt dat we NIET de Heilige Geest hebben. Ook kan dat gewoon 1 van de wereldgeesten zijn, die de dienstbaarheid weer op leggen gaat als een nieuw juk.

Zowel het feit dat iemand ziet dat hij op basis van de wet geen gerechtigheid verwerven kan bij God, als het feit dat iemand dan ook gruwt van de zonden die hij gedaan heeft, als het feit dat iemand metterdaad gaat geloven is allemaal de werking van de HEILIGE GEEST, en van geen enkele andere geest.


Het evangelie tot bedekking en levendmaking ????
Volstrekt niet tot bedekking, namelijk als dan het Evangelie al bedekt is, is het juist bedekt in hen, die verloren gaan, in wie de god van deze eeuw, satan dus, de gedachten van ongelovigen verblindt heeft, opdat de lichtglans van het Evangelie van de Heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is, hen NIET zou bestralen.

[huisman]

Toch sta je er steeds weer versteld hoe verscheiden dit uitgelegd wordt, en kennelijk door menigeen uitgelegd kan worden. Waaruit telkens blijkt hoedanig men de wedergeboorte verzelfstandigd heeft, als zijnde een zgn nieuwe (valse) geboorte onder de overtuigingen der wet. Een wedergeboorte met zondenkennis, zonder Christuskennis. Dit heeft Dordt natuurlijk nooit zo bedoeld. Maar dit was wél degelijk het bezwaar van H.F. Kohlbrugge tegen de leer van Dordt. Hij heeft hier destijds zeer terecht de gevaren van ingezien. Een ieder legt deze artikelen uit vanuit zijn eigen kerkleer. Kohlbrugge zei daarom zeer terecht dat, wanneer men de arminianen en het remonstrantisme had weerlegd en bestreden vanuit de rechtvaardigingsleer der apostelen (Romeinen- en Galatenbrief), dat ze dan geen kant hadden uitgekund. Dan hadden ze hen in ribben doorstoken, maar nu is dit arminaans vergif door de achterdeur heel subtiel weer naar binnen geslopen. Kohlbrugge heeft geen ongelijk gehad, want deze definitie heeft men gebruikt om een verzelfstandigde wedergeboorteleer te staven, waarin men het geloof van het metterdaad in Christus geloven van elkaar gescheiden heeft. Een on-Bijbelse theologische uitvinding die velen misleidt en voor eeuwig met een ingebeelde hemel verloren heeft doen gaan.

Dat heeft Dordt idd nooit bedoeld, als de D.L. gaan spreken over de vrucht van de wedergeboorte beginnen ze immers met
het waar geloof in Christus. en daarna pas droefheid die naar God is over de zonde dus eerst Christuskennis en dan zondekennis.

1-12. Van deze hun eeuwige en onveranderlijke verkiezing ter zaligheid worden de uitverkorenen te zijner tijd, hoewel bij onderscheiden trappen en met ongelijke mate, verzekerd; niet, als zij de verborgenheden en diepten Gods curieuslijk doorzoeken, maar als zij de onfeilbare vruchten der verkiezing, in het Woord Gods aangewezen (als daar zijn: het waar geloof in Christus, kinderlijke vreze Gods, droefheid die naar God is over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid, enz.), in zichzelven met een geestelijke blijdschap en heilige vermaking waarnemen (2 Kor. 13:5).

[DWW]

Toch sta je er steeds weer versteld hoe verscheiden dit uitgelegd wordt, en kennelijk door menigeen uitgelegd kan worden. Waaruit telkens blijkt hoedanig men de wedergeboorte verzelfstandigd heeft, als zijnde een zgn nieuwe (valse) geboorte onder de overtuigingen der wet. Een wedergeboorte met zondenkennis, zonder Christuskennis. Dit heeft Dordt natuurlijk nooit zo bedoeld. Maar dit was wél degelijk het terechte bezwaar van dr. H.F. Kohlbrugge tegen de leer van Dordt. Hij heeft hier destijds zeer terecht de gevaren van ingezien. Een ieder legt deze artikelen uit vanuit zijn eigen kerkleer. Kohlbrugge zei daarom dat, wanneer men de arminianen en het remonstrantisme had weerlegd en had bestreden vanuit de rechtvaardigingsleer der apostelen (Romeinen- en Galatenbrief), ze dan geen kant hadden uitgekund. Dan hadden ze hen voor wat betreft hun dwaalleerlingen in ribbenkast doorstoken, maar nu is dit arminaans vergif door de achterdeur weer heel subtiel langzaam naar binnen geslopen. Kohlbrugge heeft geen ongelijk gehad, want deze definitie heeft men menigmaal gebruikt om een verzelfstandigde wedergeboorteleer te staven, waarin men het geloof van het metterdaad in Christus geloven van elkaar gescheiden heeft. Een on-Bijbelse theologische uitvinding die velen misleidt en voor eeuwig met een ingebeelde hemel verloren heeft doen gaan.

Dat heeft Dordt idd nooit bedoeld, als de D.L. gaan spreken over de vrucht van de wedergeboorte beginnen ze immers met het waar geloof in Christus. en daarna pas droefheid die naar God is over de zonde dus eerst Christuskennis en dan zondekennis.

Er is een kennis en berouw over de bedreven zonden (onder de heerschappij der wet), en er is een kennis en berouw over de vergeven zonden (onder de heerschappij v/h evangelie). Orpa en koning Saul kenden een wettisch berouw, maar de verkorenen Gods leren beiden kennen. De zondares in Lukas 7:36-48 beweende haar vergeven zonden in aanbidding aan de voeten van Christus, de blindgeborene in Joh. 9:35-38 trouwens ook, en die ene melaatse van de tien melaatsen die alleen terugkwam om Christus alle eer, dank en lof te bewijzen ook. Dit zijn drie voorbeelden van Evangelisch berouw dat altijd eindigt in een hemelse vrede met God (Rom. 5:1-5). Dat andere berouw onder de wet is vanuit een houdbare nood waarin een ziel nog niet verdronken is in zijn bedreven ongerechtigheden voor God. Een wettisch berouw verbeterd zijn leven en bestaan voor God vanuit een wettische (valse) heiligmaking onder de vloek en doem der wet omdat het aan zijn verbeteringen nog niet gestorven is.

Wat ik bedoelde met velerlei uitleg van wedergeboorte is bijv, de veronderstelde wedergeboorteleer van Abraham Kuiper en de veronderstelde geloofsleer van G.H. Kersten. De leer van Dordt heeft hen nooit in de weg gestaan. Ze hebben het uitgelegd vanuit hun eigen verzonnen kerkleer die indruist tegen de rechtvaardigingsleer der apostelen.

[DWW]

Het geloof in mijn zonden tot ondekking...etc is geen werking van de verworven Geest van Christus, maar een werking van de Geest der dienstbaarheid die het uit de wet neemt. Velen menen alrede van Gods kant te zijn ingelijfd door het zaligmakende geloof, hetwelk begint met de overtuiging van schuld en straf omtrent hun bedreven zonden. Een vreselijke vermenging van wet en evangelie. Want de wet is tot ontdekking en doding, en het evangelie is tot bedekking en levendmaking. Velen zijn levend gemaakt, en aan Gods alrede gerechtvaardigd, zonder te zijn gestorven aan Gods wet tot volkomen betaling (Rom. 6:7). Bij hen is hun rouwdag alrede hun trouwdag, en hun oordeel hun voordeel. Hoe is het toch mogelijk, maar het bestaat echt...

Iemand die niet het Licht van Christus heeft zien opgaan in zijn leven die ziet van nature niet dat de zonde die hij zelf doet tegen Gods Wil zijn, omdat de onwedergeboren mens absoluut met NIETS rekening kan en wil houden met God. Je ziet alleen door de Heilige Geest dat je daden ZONDIG waren. De Geest der dienstbaarheid noem je, maar daarmee ontken je dat de Heilige Geest ook metterdaad in de wedergeboren mens gaat wonen. Ik laat nu buiten beschouwing of de Heilige Geest net voor de wedergeboorte, op het moment van de wedergeboorte, of direkt volgend op de wedergeboorte in de wedergeboren mens komt wonen, want daar gaat het nu even niet om.

De Geest der dienstbaarheid, als dat niet de verworven Geest van Christus is, dat wil zeggen de Heilige Geest, dan is het dus gewoon een geest van vroomheid, die zegt dat we NIET de Heilige Geest hebben. Ook kan dat gewoon 1 van de wereldgeesten zijn, die de dienstbaarheid weer op leggen gaat als een nieuw juk.

Zowel het feit dat iemand ziet dat hij op basis van de wet geen gerechtigheid verwerven kan bij God, als het feit dat iemand dan ook gruwt van de zonden die hij gedaan heeft, als het feit dat iemand metterdaad gaat geloven is allemaal de werking van de HEILIGE GEEST, en van geen enkele andere geest.

Lees hier wat Matthew Meade opmerkt over de Geest der dienstbaarheid:
“Iemand kan den Geest slechts hebben, als een Geest der dienstbaarheid op welke wijze de Geest in vele menschen werkt. De Geest der dienstbaarheid nu ,,is een werking van den Heiligen Geest door de Wet, overtuigende de consciëntie van zonde en van den vloek der Wet, en werkende in de ziel zulk een bevatting van den toorn Gods, dat de gedachten van God. zijn zíel verbaasd maken." Deze Geest kan zijn, en is dikwijls, Zonder zaligmakende genade; de werking van dezen Geest was in Kain en Judas. Hoewel niemand" den Geest der aanneming ontvangt, tenzij hij eerst ontvangt den Geest der dienstbaarheid,, evenwel ontvangen velen den Geest der dienstbaarheid,, die nooit ontvangen den Geest der aanneming.”
(uit: De bijna-christen ontdekt)

H.F. Kohlbrugge over de Geest der dienstbaarheid
“Velen zijn er onder ons, die uiterlijk de Wet kennen en geleerd hebben, zonder evenwel de stem van Godzo in het vuur vernomen te hebben, dat zij daardoor van doodsangst niet wisten, waar te blijven. Tot deze zeg ik, dat al wie Leven uit God ontvangt, een tijd kent, waarin hij de stem van God in zo'n donder en bliksem, in zo'n vuur vernomen heeft, zoals eertijds de kinderen Israëls Ik wens degene geluk, wie de stem Gods, de stem van Zijn Wet, zo in de oren gedonderd heeft of dondert, dat hij daarover geheel verschrikt en als doodgeslagen is. "Gij zult geen andere goden voor Mijn Aangezicht hebben! … Gij zult niet begeren", dat is de stem van de levende God uit het midden des vuurs! Dit gebod en verbod moet bij u waarheid worden; het recht der Wet moet in u vervuld zijn. Wat heeft God aan uw ganse christendom, als u voor zo'n stem niet beeft en uitroept: "Wee mij. Hier hoor ik tot mij het woord: u zult niet begeren, u zult niet dit, u zult niet dat! … En, ik ben een afgodendienaar, een moordenaar, een hoereerder en echtbreker, een dief en rover, een lasteraar van God en van mijn naaste, een weerspannige, en … ik kan niet geloven; ik heb de eeuwige dood verdiend." Ik herhaal het: Wat heeft de levende God aan al dat praten van uw geloof, als gij u vleit met dingen, die toch bij u geen waarheid, geen werkelijkheid zijn! De Wet laat zich niet in een graf werpen. Die mens bedriegt zichzelf, die Gods stem verneemt en niet verbrijzeld wordt, die niet verslagen in angst des doods belijdt: Dit "gij zult niet" is niet bij mij. De zodanige misleidt zijn hart, wie het er niet om te doen is, dat dit "gij zult niet" bij hem in vervulling gekomen zij. (Citaat uit preek over Deut. 18:15-19)

Lees hier verder : http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... worpen.pdf

[DirkM]

Het geloof in mijn zonden tot ondekking...etc is geen werking van de verworven Geest van Christus, maar een werking van de Geest der dienstbaarheid die het uit de wet neemt. Velen menen alrede van Gods kant te zijn ingelijfd door het zaligmakende geloof, hetwelk begint met de overtuiging van schuld en straf omtrent hun bedreven zonden. Een vreselijke vermenging van wet en evangelie. Want de wet is tot ontdekking en doding, en het evangelie is tot bedekking en levendmaking. Velen zijn levend gemaakt, en aan Gods alrede gerechtvaardigd, zonder te zijn gestorven aan Gods wet tot volkomen betaling (Rom. 6:7). Bij hen is hun rouwdag alrede hun trouwdag, en hun oordeel hun voordeel. Hoe is het toch mogelijk, maar het bestaat echt...

Iemand die niet het Licht van Christus heeft zien opgaan in zijn leven die ziet van nature niet dat de zonde die hij zelf doet tegen Gods Wil zijn, omdat de onwedergeboren mens absoluut met NIETS rekening kan en wil houden met God. Je ziet alleen door de Heilige Geest dat je daden ZONDIG waren. De Geest der dienstbaarheid noem je, maar daarmee ontken je dat de Heilige Geest ook metterdaad in de wedergeboren mens gaat wonen. Ik laat nu buiten beschouwing of de Heilige Geest net voor de wedergeboorte, op het moment van de wedergeboorte, of direkt volgend op de wedergeboorte in de wedergeboren mens komt wonen, want daar gaat het nu even niet om.

De Geest der dienstbaarheid, als dat niet de verworven Geest van Christus is, dat wil zeggen de Heilige Geest, dan is het dus gewoon een geest van vroomheid, die zegt dat we NIET de Heilige Geest hebben. Ook kan dat gewoon 1 van de wereldgeesten zijn, die de dienstbaarheid weer op leggen gaat als een nieuw juk.

Zowel het feit dat iemand ziet dat hij op basis van de wet geen gerechtigheid verwerven kan bij God, als het feit dat iemand dan ook gruwt van de zonden die hij gedaan heeft, als het feit dat iemand metterdaad gaat geloven is allemaal de werking van de HEILIGE GEEST, en van geen enkele andere geest.

Lees hier wat Matthew Meade opmerkt over de Geest der dienstbaarheid:
“Iemand kan den Geest slechts hebben, als een Geest der dienstbaarheid op welke wijze de Geest in vele menschen werkt. De Geest der dienstbaarheid nu ,,is een werking van den Heiligen Geest door de Wet, overtuigende de consciëntie van zonde en van den vloek der Wet, en werkende in de ziel zulk een bevatting van den toorn Gods, dat de gedachten van God. zijn zíel verbaasd maken." Deze Geest kan zijn, en is dikwijls, Zonder zaligmakende genade; de werking van dezen Geest was in Kain en Judas. Hoewel niemand" den Geest der aanneming ontvangt, tenzij hij eerst ontvangt den Geest der dienstbaarheid,, evenwel ontvangen velen den Geest der dienstbaarheid,, die nooit ontvangen den Geest der aanneming.”
(uit: De bijna-christen ontdekt)

H.F. Kohlbrugge over de Geest der dienstbaarheid
“Velen zijn er onder ons, die uiterlijk de Wet kennen en geleerd hebben, zonder evenwel de stem van Godzo in het vuur vernomen te hebben, dat zij daardoor van doodsangst niet wisten, waar te blijven. Tot deze zeg ik, dat al wie Leven uit God ontvangt, een tijd kent, waarin hij de stem van God in zo'n donder en bliksem, in zo'n vuur vernomen heeft, zoals eertijds de kinderen Israëls Ik wens degene geluk, wie de stem Gods, de stem van Zijn Wet, zo in de oren gedonderd heeft of dondert, dat hij daarover geheel verschrikt en als doodgeslagen is. "Gij zult geen andere goden voor Mijn Aangezicht hebben! … Gij zult niet begeren", dat is de stem van de levende God uit het midden des vuurs! Dit gebod en verbod moet bij u waarheid worden; het recht der Wet moet in u vervuld zijn. Wat heeft God aan uw ganse christendom, als u voor zo'n stem niet beeft en uitroept: "Wee mij. Hier hoor ik tot mij het woord: u zult niet begeren, u zult niet dit, u zult niet dat! … En, ik ben een afgodendienaar, een moordenaar, een hoereerder en echtbreker, een dief en rover, een lasteraar van God en van mijn naaste, een weerspannige, en … ik kan niet geloven; ik heb de eeuwige dood verdiend." Ik herhaal het: Wat heeft de levende God aan al dat praten van uw geloof, als gij u vleit met dingen, die toch bij u geen waarheid, geen werkelijkheid zijn! De Wet laat zich niet in een graf werpen. Die mens bedriegt zichzelf, die Gods stem verneemt en niet verbrijzeld wordt, die niet verslagen in angst des doods belijdt: Dit "gij zult niet" is niet bij mij. De zodanige misleidt zijn hart, wie het er niet om te doen is, dat dit "gij zult niet" bij hem in vervulling gekomen zij. (Citaat uit preek over Deut. 18:15-19)

Lees hier verder : http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... worpen.pdf

Het is leuk dat je twee andere mensen gaat citeren, maar WAAR STAAT DAT in de Schrift ??

Alleen door de werking van de Heilige Geest kan je tot erkenning van de Waarheid komen, alleen door de Heilige Geest kan je zien dat je zonden verzoend moeten worden door het Bloed van Jezus Christus, alleen de Heilige Geest is ons die wedergeboren zijn gegeven zodat wij daardoor geleid, bemoedigd en getroost zouden worden tot de tijd, en die komt spoedig, dat wij Jezus zullen aanschouwen van aangezicht tot aangezicht.
Door de werking van de Heilige Geest mag ik zeker weten dat ik een kind van God ben.

De niet wederomgeborene is dus kind der ongerechtigheid, slangenzaad, verblindt door de god dezer eeuw, dat is satan.
De wederomgeborene is dus kind der Gerechtigheid, vrouwenzaad, kind van de Allerhoogste God, die gezegt heeft: Uit duisternis zal Licht schijnen
Die God die heeft geschenen in onze harten, tot de lichtglans van de kennis van de Heerlijkheid van God IN het aangezicht van Jezus Christus.


Lees goed:
Want allen die door DE Geest Gods geleid worden zijn kinderen Gods. Want gij hebt niet ontvangen EEN geest der dienstbaarheid om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen DE Geest der aanneming tot kinderen, door Welke wij roepen; Abba Vader !

[Willem]

Lees hier wat Matthew Meade opmerkt over de Geest der dienstbaarheid:
“Iemand kan den Geest slechts hebben, als een Geest der dienstbaarheid op welke wijze de Geest in vele menschen werkt. De Geest der dienstbaarheid nu ,,is een werking van den Heiligen Geest door de Wet, overtuigende de consciëntie van zonde en van den vloek der Wet, en werkende in de ziel zulk een bevatting van den toorn Gods, dat de gedachten van God. zijn zíel verbaasd maken." Deze Geest kan zijn, en is dikwijls, Zonder zaligmakende genade; de werking van dezen Geest was in Kain en Judas. Hoewel niemand" den Geest der aanneming ontvangt, tenzij hij eerst ontvangt den Geest der dienstbaarheid,, evenwel ontvangen velen den Geest der dienstbaarheid,, die nooit ontvangen den Geest der aanneming.”
(uit: De bijna-christen ontdekt)

H.F. Kohlbrugge over de Geest der dienstbaarheid
“Velen zijn er onder ons, die uiterlijk de Wet kennen en geleerd hebben, zonder evenwel de stem van Godzo in het vuur vernomen te hebben, dat zij daardoor van doodsangst niet wisten, waar te blijven. Tot deze zeg ik, dat al wie Leven uit God ontvangt, een tijd kent, waarin hij de stem van God in zo'n donder en bliksem, in zo'n vuur vernomen heeft, zoals eertijds de kinderen Israëls Ik wens degene geluk, wie de stem Gods, de stem van Zijn Wet, zo in de oren gedonderd heeft of dondert, dat hij daarover geheel verschrikt en als doodgeslagen is. "Gij zult geen andere goden voor Mijn Aangezicht hebben! … Gij zult niet begeren", dat is de stem van de levende God uit het midden des vuurs! Dit gebod en verbod moet bij u waarheid worden; het recht der Wet moet in u vervuld zijn. Wat heeft God aan uw ganse christendom, als u voor zo'n stem niet beeft en uitroept: "Wee mij. Hier hoor ik tot mij het woord: u zult niet begeren, u zult niet dit, u zult niet dat! … En, ik ben een afgodendienaar, een moordenaar, een hoereerder en echtbreker, een dief en rover, een lasteraar van God en van mijn naaste, een weerspannige, en … ik kan niet geloven; ik heb de eeuwige dood verdiend." Ik herhaal het: Wat heeft de levende God aan al dat praten van uw geloof, als gij u vleit met dingen, die toch bij u geen waarheid, geen werkelijkheid zijn! De Wet laat zich niet in een graf werpen. Die mens bedriegt zichzelf, die Gods stem verneemt en niet verbrijzeld wordt, die niet verslagen in angst des doods belijdt: Dit "gij zult niet" is niet bij mij. De zodanige misleidt zijn hart, wie het er niet om te doen is, dat dit "gij zult niet" bij hem in vervulling gekomen zij. (Citaat uit preek over Deut. 18:15-19)

Het is leuk dat je twee andere mensen gaat citeren, maar WAAR STAAT DAT in de Schrift ??

Citaten van mannen met een dergelijke statuur mag men m.i. niet afdoen met de opmerking: "leuk dat je 2 andere mensen gaat citeren, maar waar staat dat in de Schrift." Indien deze citaten onbijbels zijn, toon het dan aan vanuit de Schrift.

[Fjodor]

Het geloof in mijn zonden tot ondekking...etc is geen werking van de verworven Geest van Christus, maar een werking van de Geest der dienstbaarheid die het uit de wet neemt. Velen menen alrede van Gods kant te zijn ingelijfd door het zaligmakende geloof, hetwelk begint met de overtuiging van schuld en straf omtrent hun bedreven zonden. Een vreselijke vermenging van wet en evangelie. Want de wet is tot ontdekking en doding, en het evangelie is tot bedekking en levendmaking. Velen zijn levend gemaakt, en aan Gods alrede gerechtvaardigd, zonder te zijn gestorven aan Gods wet tot volkomen betaling (Rom. 6:7). Bij hen is hun rouwdag alrede hun trouwdag, en hun oordeel hun voordeel. Hoe is het toch mogelijk, maar het bestaat echt...

Iemand die niet het Licht van Christus heeft zien opgaan in zijn leven die ziet van nature niet dat de zonde die hij zelf doet tegen Gods Wil zijn, omdat de onwedergeboren mens absoluut met NIETS rekening kan en wil houden met God. Je ziet alleen door de Heilige Geest dat je daden ZONDIG waren. De Geest der dienstbaarheid noem je, maar daarmee ontken je dat de Heilige Geest ook metterdaad in de wedergeboren mens gaat wonen. Ik laat nu buiten beschouwing of de Heilige Geest net voor de wedergeboorte, op het moment van de wedergeboorte, of direkt volgend op de wedergeboorte in de wedergeboren mens komt wonen, want daar gaat het nu even niet om.

De Geest der dienstbaarheid, als dat niet de verworven Geest van Christus is, dat wil zeggen de Heilige Geest, dan is het dus gewoon een geest van vroomheid, die zegt dat we NIET de Heilige Geest hebben. Ook kan dat gewoon 1 van de wereldgeesten zijn, die de dienstbaarheid weer op leggen gaat als een nieuw juk.

Zowel het feit dat iemand ziet dat hij op basis van de wet geen gerechtigheid verwerven kan bij God, als het feit dat iemand dan ook gruwt van de zonden die hij gedaan heeft, als het feit dat iemand metterdaad gaat geloven is allemaal de werking van de HEILIGE GEEST, en van geen enkele andere geest.

Lees hier wat Matthew Meade opmerkt over de Geest der dienstbaarheid:
“Iemand kan den Geest slechts hebben, als een Geest der dienstbaarheid op welke wijze de Geest in vele menschen werkt. De Geest der dienstbaarheid nu ,,is een werking van den Heiligen Geest door de Wet, overtuigende de consciëntie van zonde en van den vloek der Wet, en werkende in de ziel zulk een bevatting van den toorn Gods, dat de gedachten van God. zijn zíel verbaasd maken." Deze Geest kan zijn, en is dikwijls, Zonder zaligmakende genade; de werking van dezen Geest was in Kain en Judas. Hoewel niemand" den Geest der aanneming ontvangt, tenzij hij eerst ontvangt den Geest der dienstbaarheid,, evenwel ontvangen velen den Geest der dienstbaarheid,, die nooit ontvangen den Geest der aanneming.”
(uit: De bijna-christen ontdekt)

H.F. Kohlbrugge over de Geest der dienstbaarheid
“Velen zijn er onder ons, die uiterlijk de Wet kennen en geleerd hebben, zonder evenwel de stem van Godzo in het vuur vernomen te hebben, dat zij daardoor van doodsangst niet wisten, waar te blijven. Tot deze zeg ik, dat al wie Leven uit God ontvangt, een tijd kent, waarin hij de stem van God in zo'n donder en bliksem, in zo'n vuur vernomen heeft, zoals eertijds de kinderen Israëls Ik wens degene geluk, wie de stem Gods, de stem van Zijn Wet, zo in de oren gedonderd heeft of dondert, dat hij daarover geheel verschrikt en als doodgeslagen is. "Gij zult geen andere goden voor Mijn Aangezicht hebben! … Gij zult niet begeren", dat is de stem van de levende God uit het midden des vuurs! Dit gebod en verbod moet bij u waarheid worden; het recht der Wet moet in u vervuld zijn. Wat heeft God aan uw ganse christendom, als u voor zo'n stem niet beeft en uitroept: "Wee mij. Hier hoor ik tot mij het woord: u zult niet begeren, u zult niet dit, u zult niet dat! … En, ik ben een afgodendienaar, een moordenaar, een hoereerder en echtbreker, een dief en rover, een lasteraar van God en van mijn naaste, een weerspannige, en … ik kan niet geloven; ik heb de eeuwige dood verdiend." Ik herhaal het: Wat heeft de levende God aan al dat praten van uw geloof, als gij u vleit met dingen, die toch bij u geen waarheid, geen werkelijkheid zijn! De Wet laat zich niet in een graf werpen. Die mens bedriegt zichzelf, die Gods stem verneemt en niet verbrijzeld wordt, die niet verslagen in angst des doods belijdt: Dit "gij zult niet" is niet bij mij. De zodanige misleidt zijn hart, wie het er niet om te doen is, dat dit "gij zult niet" bij hem in vervulling gekomen zij. (Citaat uit preek over Deut. 18:15-19)

Lees hier verder : http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... worpen.pdf

Het is leuk dat je twee andere mensen gaat citeren, maar WAAR STAAT DAT in de Schrift ??

Alleen door de werking van de Heilige Geest kan je tot erkenning van de Waarheid komen, alleen door de Heilige Geest kan je zien dat je zonden verzoend moeten worden door het Bloed van Jezus Christus, alleen de Heilige Geest is ons die wedergeboren zijn gegeven zodat wij daardoor geleid, bemoedigd en getroost zouden worden tot de tijd, en die komt spoedig, dat wij Jezus zullen aanschouwen van aangezicht tot aangezicht.
Door de werking van de Heilige Geest mag ik zeker weten dat ik een kind van God ben.

De niet wederomgeborene is dus kind der ongerechtigheid, slangenzaad, verblindt door de god dezer eeuw, dat is satan.
De wederomgeborene is dus kind der Gerechtigheid, vrouwenzaad, kind van de Allerhoogste God, die gezegt heeft: Uit duisternis zal Licht schijnen
Die God die heeft geschenen in onze harten, tot de lichtglans van de kennis van de Heerlijkheid van God IN het aangezicht van Jezus Christus.


Lees goed:
Want allen die door DE Geest Gods geleid worden zijn kinderen Gods. Want gij hebt niet ontvangen EEN geest der dienstbaarheid om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen DE Geest der aanneming tot kinderen, door Welke wij roepen; Abba Vader !

15 Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader!

Verder ben ik het wel met je eens hoor. Maar de werkingen van de Heilige Geest in onwedergeboren mensen hoeven we ook niet te ontkennen. Die mensen hebben de Heilige Geest niet in hun hart ontvangen, maar worden door Hem wel overtuigd van zonde, niet op zaligmakende wijze, maar op algemene wijze.

[DWW]

Dat vind ik juist ook zo goed aan wat DWW zegt, maar is veel makkelijker te lezen dan die hele lap tekst van hem.(...)

Daarom zei ik ook, we bedoelen wel het zelfde maar de manier waarop we het zeggen daar zit het verschil in.

DWW: Beste Dirk, ik hoop dat je beseft dat je maar half of geheel niet hebt verstaan hetgeen ik dit topic bedoelde te zeggen. Je hebt het geheel niet of te weinig overdacht, en hebt ook verzaakt hetgeen de Bereeërs deden aangaande de prediking van Paulus.

Citaat DWW: "Het evangelie tot bedekking en levendmaking ????"
Volstrekt niet tot bedekking, namelijk als dan het Evangelie al bedekt is, is het juist bedekt in hen, die verloren gaan, in wie de god van deze eeuw, satan dus, de gedachten van ongelovigen verblindt heeft, opdat de lichtglans van het Evangelie van de Heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is, hen NIET zou bestralen.

DWW: Toen de verloren zoon thuis kwam en in de armen of aan de voeten van zijn vader die kostelijke belijdenis deed, richtte zijn vader hem op en ontdeed hem van zijn oude zondaarskleed en omhing hem met een nieuw best Kleed. Dat is het Kleed der gerechtigheid en heiligheid van Christus krachtens toerekening en toepassing, daarnaast en ring aan vinger en schoenen aan zíjn voeten. Die ring zag op de verzegeling door de Heilige Geest en die (kinder)schoenen zagen op de vrijheid die er in Christus is voor Zijn vrijgemaakte kinderkens door de toegepaste beloftenissen des Evangeliums.

Alleen door de werking van de Heilige Geest kan je tot erkenning van de Waarheid komen, alleen door de Heilige Geest kan je zien dat je zonden verzoend moeten worden door het Bloed van Jezus Christus, alleen de Heilige Geest is ons die wedergeboren zijn gegeven zodat wij daardoor geleid, bemoedigd en getroost zouden worden tot de tijd, en die komt spoedig, dat wij Jezus zullen aanschouwen van aangezicht tot aangezicht. Door de werking van de Heilige Geest mag ik zeker weten dat ik een kind van God ben.

Matthew Meade over de Geest der dienstbaarheid:
“Iemand kan den Geest slechts hebben, als een Geest der dienstbaarheid op welke wijze de Geest in vele menschen werkt. De Geest der dienstbaarheid nu ,,is een werking van den Heiligen Geest door de Wet, overtuigende de consciëntie van zonde en van den vloek der Wet, en werkende in de ziel zulk een bevatting van den toorn Gods, dat de gedachten van God. zijn zíel verbaasd maken." Deze Geest kan zijn, en is dikwijls, Zonder zaligmakende genade; de werking van dezen Geest was in Kain en Judas. Hoewel niemand" den Geest der aanneming ontvangt, tenzij hij eerst ontvangt den Geest der dienstbaarheid,, evenwel ontvangen velen den Geest der dienstbaarheid,, die nooit ontvangen den Geest der aanneming.” (uit: De bijna-christen ontdekt)

De niet wederomgeborene is dus kind der ongerechtigheid, slangenzaad, verblindt door de god dezer eeuw, dat is satan. De wederomgeborene is dus kind der Gerechtigheid, vrouwenzaad, kind van de Allerhoogste God, die gezegt heeft: Uit duisternis zal Licht schijnen. Die God die heeft geschenen in onze harten, tot de lichtglans van de kennis van de Heerlijkheid van God IN het aangezicht van Jezus Christus.

Er is zoveel begrip en uitleg omtrent het woord wedergeboorte. Gods Woord vergelijkt in de zendbrief aan Titus, en in Rom. 6 de wedergeboorte met een geestelijk badwater waarin een zondaar ten ondergaat en zijn bestaan voor God geheel verliest, alwaar hij de kruisdood met Christus geestelijk sterft, zijn zonden in Zijn dood en graf vernietigt en begraven worden, en waar een zondaar als zijnde één plant met Hem vervolgens uit zijn zondegraf opstaat ten eeuwige leven door het zaligmakende geloof waardoor hij in Christus is ingelijfd / ingeënt. Daar hoor ik jou niet over, Dirk. Het gaat niet om de diepte..etc, maar het schijnt me zo toe dat jij hier overheen stapt. De koopman van schone paarlen die deze ene Parel van grote waarde vond en de graver in de akker die een schat gevonden had, die konden pas kopen en mijnen toen zij alles verkocht hadden. Of ben jij hier ook geen vreemdeling van...??

[DirkM]

citaat Fjodor:
15 Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader!

Verder ben ik het wel met je eens hoor. Maar de werkingen van de Heilige Geest in onwedergeboren mensen hoeven we ook niet te ontkennen. Die mensen hebben de Heilige Geest niet in hun hart ontvangen, maar worden door Hem wel overtuigd van zonde, niet op zaligmakende wijze, maar op algemene wijze.
=====

De Heilige Geest werkt niet IN het hart van de niet wederomgeboren mens, maar werkt AAN het hart van de wederomgeboren mens.
De wedergeboorte is onlosmakelijk in een paar delen, namelijk:
Overtuigen van zonde, het hart van steen wordt verwisseld door het hart van vlees, de Heilige Geest komt in het hart wonen.

Het kan dan ook niet anders dan dat deze 3 zaken samengaan omdat de werking van de Heilige Geest zo krachtig is.

[DirkM]

Lees hier wat Matthew Meade opmerkt over de Geest der dienstbaarheid:
“Iemand kan den Geest slechts hebben, als een Geest der dienstbaarheid op welke wijze de Geest in vele menschen werkt. De Geest der dienstbaarheid nu ,,is een werking van den Heiligen Geest door de Wet, overtuigende de consciëntie van zonde en van den vloek der Wet, en werkende in de ziel zulk een bevatting van den toorn Gods, dat de gedachten van God. zijn zíel verbaasd maken." Deze Geest kan zijn, en is dikwijls, Zonder zaligmakende genade; de werking van dezen Geest was in Kain en Judas. Hoewel niemand" den Geest der aanneming ontvangt, tenzij hij eerst ontvangt den Geest der dienstbaarheid,, evenwel ontvangen velen den Geest der dienstbaarheid,, die nooit ontvangen den Geest der aanneming.”
(uit: De bijna-christen ontdekt)

H.F. Kohlbrugge over de Geest der dienstbaarheid
“Velen zijn er onder ons, die uiterlijk de Wet kennen en geleerd hebben, zonder evenwel de stem van Godzo in het vuur vernomen te hebben, dat zij daardoor van doodsangst niet wisten, waar te blijven. Tot deze zeg ik, dat al wie Leven uit God ontvangt, een tijd kent, waarin hij de stem van God in zo'n donder en bliksem, in zo'n vuur vernomen heeft, zoals eertijds de kinderen Israëls Ik wens degene geluk, wie de stem Gods, de stem van Zijn Wet, zo in de oren gedonderd heeft of dondert, dat hij daarover geheel verschrikt en als doodgeslagen is. "Gij zult geen andere goden voor Mijn Aangezicht hebben! … Gij zult niet begeren", dat is de stem van de levende God uit het midden des vuurs! Dit gebod en verbod moet bij u waarheid worden; het recht der Wet moet in u vervuld zijn. Wat heeft God aan uw ganse christendom, als u voor zo'n stem niet beeft en uitroept: "Wee mij. Hier hoor ik tot mij het woord: u zult niet begeren, u zult niet dit, u zult niet dat! … En, ik ben een afgodendienaar, een moordenaar, een hoereerder en echtbreker, een dief en rover, een lasteraar van God en van mijn naaste, een weerspannige, en … ik kan niet geloven; ik heb de eeuwige dood verdiend." Ik herhaal het: Wat heeft de levende God aan al dat praten van uw geloof, als gij u vleit met dingen, die toch bij u geen waarheid, geen werkelijkheid zijn! De Wet laat zich niet in een graf werpen. Die mens bedriegt zichzelf, die Gods stem verneemt en niet verbrijzeld wordt, die niet verslagen in angst des doods belijdt: Dit "gij zult niet" is niet bij mij. De zodanige misleidt zijn hart, wie het er niet om te doen is, dat dit "gij zult niet" bij hem in vervulling gekomen zij. (Citaat uit preek over Deut. 18:15-19)

Het is leuk dat je twee andere mensen gaat citeren, maar WAAR STAAT DAT in de Schrift ??

Citaten van mannen met een dergelijke statuur mag men m.i. niet afdoen met de opmerking: "leuk dat je 2 andere mensen gaat citeren, maar waar staat dat in de Schrift." Indien deze citaten onbijbels zijn, toon het dan aan vanuit de Schrift.

Ik zeg niet dat de citaten onbijbels zijn, maar de citaten zijn dus geen weerlegging van wat ik gezegt heb. Als ik klaarblijkelijk wat gezegt heb dat niet strokt het de opvatting die een ander heeft laat deze mij dan weerleggen met Gods Woord en niet met citaten.
De essentie hiervan is, dat wij moeten stoppen met het gooien van citaten en zelf moeten leren om Gods Woord toe te passen bij verschillen van inzicht.

[Fjodor]

Er is zoveel begrip en uitleg omtrent het woord wedergeboorte. Gods Woord vergelijkt in de zendbrief aan Titus, en in Rom. 6 de wedergeboorte met een geestelijk badwater waarin een zondaar ondergaat en zijn bestaan voor God verliest, alwaar hij de kruisdood met Christus sterft, zijn zonden in Zijn dood en graf vernietigt en begraven worden, en waar een zondaar als zijnde één plant met Hem vervolgens uit zijn zondegraf opstaat ten eeuwige leven door het zaligmakende geloof waardoor hij in Christus is ingelijfd / ingeënt. Daar hoor ik jou niet over, Dirk. Het gaat niet om de diepte..etc, maar het schijn me zo toe dat jij hier overheen stapt. Of ben jij hier ook geen vreemdeling van...??

Hier ga je weer fout, DWW.
Door het zaligmakende geloof worden we één met Zijn dood en worden we Christus ingeënt. Dat beiden door het ene zaligmakende geloof. Lees Romeinen 6 nog maar eens goed (en ook maar kanttekening 8 bij vers 3. daar waar jij nog Geest der dienstbaarheid leest, zien de kanttekenaren al de Geest der aanneming tot kinderen).

[DWW]

Er is zoveel begrip en uitleg omtrent het woord wedergeboorte. Gods Woord vergelijkt in de zendbrief aan Titus, en in Rom. 6 de wedergeboorte met een geestelijk badwater waarin een zondaar ondergaat en zijn bestaan voor God verliest, alwaar hij de kruisdood met Christus sterft, zijn zonden in Zijn dood en graf vernietigt en begraven worden, en waar een zondaar als zijnde één plant met Hem vervolgens uit zijn zondegraf opstaat ten eeuwige leven door het zaligmakende geloof waardoor hij in Christus is ingelijfd / ingeënt. Daar hoor ik jou niet over, Dirk. Het gaat niet om de diepte..etc, maar het schijn me zo toe dat jij hier overheen stapt. Of ben jij hier ook geen vreemdeling van...??

Hier ga je weer fout, DWW. Door het zaligmakende geloof worden we één met Zijn dood en worden we Christus ingeënt. Dat beiden door het ene zaligmakende geloof. Lees Romeinen 6 nog maar eens goed (en ook maar kanttekening 8 bij vers 3. daar waar jij nog Geest der dienstbaarheid leest, zien de kanttekenaren al de Geest der aanneming tot kinderen).

Dit schreef de apostel Paulus aan de VERLOSTE Romeinen in Rom. 8 vers 15: "Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader!"

Dit schreef de apostel in zijn leerbrief aan hen tot nader onderwijs hoedanig zij door het geloof in Christus verlost en gerechtvaardigd waren geworden. Deze verloste Romeinen waren ook koopmannen van schone paarlen. Het zoeken en vinden van die ene Parel geschiedt door de lokkingen des Evangeliums en door de tucht der wet, Gal. 3:21-27. Toen zij in het uur der minnen alles verkochten om die ene Parel te kopen en kunnen mijnen op de markt van vrije genade om niet, gingen zij met Christus de kruisdood in en waren zij niet zalig maar rampzalig voor God. Zie daar de Geest der dienstbaarheid die hen met alles aan een einde bracht en al die kleine parels deed verkopen.

Zij gingen verloren voor God als in een punt des tijds, en toen pas waren zij vatbaar voor de blijde boodschap des Evangeliums omdat ze daar afgesneden waren geworden van de heerschappij der wet (Rom. 7:1-4), waarop de Geest van Christus het in dit dodelijkst tijdsgewricht in hun verlorenheid tussen treed en het uit Hem neemt en het deze verloste Romeinen tot heil, vrede, vertroosting en zaligheid verkondigde. Zie daar de werking van de verworven Geest van Christus, Rom. 8:9, Gal. 4:4-7, Joh. 16:13-15.