Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhil
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Ik stel de vraag, mijn Geliefden: Waarom heeft onze Heere gezegd: "Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn"?
Er wordt nergens anders in dit hoofdstuk van de doop gesproken.
Geeft bij uzelf in stilte antwoord op deze vraag.
Ik denk, dat menigeen het antwoord reeds gereed heeft, en wel dit: Hieruit ziet men, hoe noodzakelijk het is, dat, als iemand wil gedoopt worden, het geloof er bij zij, zodat de doop volstrekt geen waarde heeft, wanneer men niet gelooft.
Zodanig antwoord heeft inderdaad een schonen schijn; en er ligt in de bewering, dat het geloof gepaard moet gaan met de doop, een zekere waarheid, want dat zal wel waar blijven, dat het water op zichzelf de grote dingen niet doet, welke de Heere ons door de doop doet toekomen; maar het Woord Gods, dat de doop beveelt, én het geloof, dat zich aan dit Woord onderwerpt, doen die grote dingen.
Als wij nu de woorden oppervlakkig beschouwen, dan zullen wij allen, de een de ander, het nazeggen: Ja, zo is het; de Heere heeft gemeend: de doop alléén is niet voldoende, maar daar moet ook het geloof bij komen; immers de Heere zegt: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn."
Nu zeg ik u evenwel, dat de Heere dit volstrekt niet gemeend heeft; dat Hij met deze Zijn woorden niet heeft willen zeggen: de doop is niet genoeg, men moet ook geloven; in tegendeel, dat de Heere hier gemeend heeft: het geloof is niet genoeg, men moet ook gedoopt zijn, wil men zalig worden.
De verkeerde opvatting van de woorden des Heeren "die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn", alsof Hij daarmee had willen zeggen: "de doop is niets, het geloof moet daarbij komen", heeft zeer velen verleid tot de bewering, dat de jonge kinderen niet gedoopt mogen worden; want, zeggen zij, de Heere heeft gezegd: "die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn."
Daar ziet men uit, zo beweren zij, dat er eerst het geloof moet zijn, en dat men een mens niet mag dopen, indien hij niet eerst gelooft.
Zeer zeker men mag een volwassene niet dopen, wanneer hij niet belijdt, dat Jezus is de Christus; immers waartoe zou hem zonder zo'n belijdenis de doop dienen?
Maar ook dit moet men niet willen bewijzen uit woorden, wier bedoeling allereerst een gans andere is, dan men er uit afleidt.
Ik zeg: de Heere heeft gemeend, dat het geloof niet genoegzaam is om zalig te worden, maar dat men ook gedoopt moet zijn.
Derhalve bewijzen des Heeren aangehaalde woorden niets tegen de kinderdoop, en moet men zich door verkeerde uitleg van deze woorden des Heeren niet in de war laten brengen en denken: ja, men kon toch wel gelijk hebben, dat de jonge kinderen niet gedoopt moeten worden, dat men daarmee veeleer moet wachten, totdat deze tot het geloof gekomen zijn, want immers het valt niet te ontkennen, dat er staat: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn.
Ik zeg u echter: er staat niet, dat de doop niets is, indien men niet gelooft, maar dat het geloof niets is, als men niet gedoopt wordt.
Immers de Heere heeft niet gezegd: die gedoopt zal zijn en geloofd zal hebben, maar omgekeerd: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn.
Had de Heere gezegd: die gedoopt zal zijn en geloofd zal hebben, dan zou men nog een schijn van recht hebben voor deze gevolgtrekking uit de woorden des Heeren: de kinderen mogen niet gedoopt worden, want zij kunnen geen geloofsbelijdenis afleggen.
Nu er echter staat: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, heeft men het aldus te verstaan: dat men met zijn geloof verdoemd wordt, indien men zich niet heeft laten dopen.
Bron: (gedeelte) Deze leerrede is gehouden te Elberfeld op 24 Oktober 1847 des voormiddags. Gezongen: Psalm 116:4 7; Psalm 138:1; Psalm 119:3. In het Nederduits vertaald verschenen zij als eerste preek in het 4. Twaalftal der eerste uitgave "Twaalf Twaalftallen Leerredenen" in het jaar 1849.
http://www.theologienet.nl/documenten/K ... 012tal.rtf
Er wordt nergens anders in dit hoofdstuk van de doop gesproken.
Geeft bij uzelf in stilte antwoord op deze vraag.
Ik denk, dat menigeen het antwoord reeds gereed heeft, en wel dit: Hieruit ziet men, hoe noodzakelijk het is, dat, als iemand wil gedoopt worden, het geloof er bij zij, zodat de doop volstrekt geen waarde heeft, wanneer men niet gelooft.
Zodanig antwoord heeft inderdaad een schonen schijn; en er ligt in de bewering, dat het geloof gepaard moet gaan met de doop, een zekere waarheid, want dat zal wel waar blijven, dat het water op zichzelf de grote dingen niet doet, welke de Heere ons door de doop doet toekomen; maar het Woord Gods, dat de doop beveelt, én het geloof, dat zich aan dit Woord onderwerpt, doen die grote dingen.
Als wij nu de woorden oppervlakkig beschouwen, dan zullen wij allen, de een de ander, het nazeggen: Ja, zo is het; de Heere heeft gemeend: de doop alléén is niet voldoende, maar daar moet ook het geloof bij komen; immers de Heere zegt: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn."
Nu zeg ik u evenwel, dat de Heere dit volstrekt niet gemeend heeft; dat Hij met deze Zijn woorden niet heeft willen zeggen: de doop is niet genoeg, men moet ook geloven; in tegendeel, dat de Heere hier gemeend heeft: het geloof is niet genoeg, men moet ook gedoopt zijn, wil men zalig worden.
De verkeerde opvatting van de woorden des Heeren "die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn", alsof Hij daarmee had willen zeggen: "de doop is niets, het geloof moet daarbij komen", heeft zeer velen verleid tot de bewering, dat de jonge kinderen niet gedoopt mogen worden; want, zeggen zij, de Heere heeft gezegd: "die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn."
Daar ziet men uit, zo beweren zij, dat er eerst het geloof moet zijn, en dat men een mens niet mag dopen, indien hij niet eerst gelooft.
Zeer zeker men mag een volwassene niet dopen, wanneer hij niet belijdt, dat Jezus is de Christus; immers waartoe zou hem zonder zo'n belijdenis de doop dienen?
Maar ook dit moet men niet willen bewijzen uit woorden, wier bedoeling allereerst een gans andere is, dan men er uit afleidt.
Ik zeg: de Heere heeft gemeend, dat het geloof niet genoegzaam is om zalig te worden, maar dat men ook gedoopt moet zijn.
Derhalve bewijzen des Heeren aangehaalde woorden niets tegen de kinderdoop, en moet men zich door verkeerde uitleg van deze woorden des Heeren niet in de war laten brengen en denken: ja, men kon toch wel gelijk hebben, dat de jonge kinderen niet gedoopt moeten worden, dat men daarmee veeleer moet wachten, totdat deze tot het geloof gekomen zijn, want immers het valt niet te ontkennen, dat er staat: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn.
Ik zeg u echter: er staat niet, dat de doop niets is, indien men niet gelooft, maar dat het geloof niets is, als men niet gedoopt wordt.
Immers de Heere heeft niet gezegd: die gedoopt zal zijn en geloofd zal hebben, maar omgekeerd: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn.
Had de Heere gezegd: die gedoopt zal zijn en geloofd zal hebben, dan zou men nog een schijn van recht hebben voor deze gevolgtrekking uit de woorden des Heeren: de kinderen mogen niet gedoopt worden, want zij kunnen geen geloofsbelijdenis afleggen.
Nu er echter staat: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, heeft men het aldus te verstaan: dat men met zijn geloof verdoemd wordt, indien men zich niet heeft laten dopen.
Bron: (gedeelte) Deze leerrede is gehouden te Elberfeld op 24 Oktober 1847 des voormiddags. Gezongen: Psalm 116:4 7; Psalm 138:1; Psalm 119:3. In het Nederduits vertaald verschenen zij als eerste preek in het 4. Twaalftal der eerste uitgave "Twaalf Twaalftallen Leerredenen" in het jaar 1849.
http://www.theologienet.nl/documenten/K ... 012tal.rtf
Eén ding weet ik, dat ik blind ben en niet zie...
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Gelukkig vergelijken wij Schrift met Schrift, en vraagt de kamerling of het geoorloofd is gedoopt te worden...PvS schreef:Ik stel de vraag, mijn Geliefden: Waarom heeft onze Heere gezegd: "Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn"?
Er wordt nergens anders in dit hoofdstuk van de doop gesproken.
Geeft bij uzelf in stilte antwoord op deze vraag.
Ik denk, dat menigeen het antwoord reeds gereed heeft, en wel dit: Hieruit ziet men, hoe noodzakelijk het is, dat, als iemand wil gedoopt worden, het geloof er bij zij, zodat de doop volstrekt geen waarde heeft, wanneer men niet gelooft.
Zodanig antwoord heeft inderdaad een schonen schijn; en er ligt in de bewering, dat het geloof gepaard moet gaan met de doop, een zekere waarheid, want dat zal wel waar blijven, dat het water op zichzelf de grote dingen niet doet, welke de Heere ons door de doop doet toekomen; maar het Woord Gods, dat de doop beveelt, én het geloof, dat zich aan dit Woord onderwerpt, doen die grote dingen.
Als wij nu de woorden oppervlakkig beschouwen, dan zullen wij allen, de een de ander, het nazeggen: Ja, zo is het; de Heere heeft gemeend: de doop alléén is niet voldoende, maar daar moet ook het geloof bij komen; immers de Heere zegt: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn."
Nu zeg ik u evenwel, dat de Heere dit volstrekt niet gemeend heeft; dat Hij met deze Zijn woorden niet heeft willen zeggen: de doop is niet genoeg, men moet ook geloven; in tegendeel, dat de Heere hier gemeend heeft: het geloof is niet genoeg, men moet ook gedoopt zijn, wil men zalig worden.
De verkeerde opvatting van de woorden des Heeren "die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn", alsof Hij daarmee had willen zeggen: "de doop is niets, het geloof moet daarbij komen", heeft zeer velen verleid tot de bewering, dat de jonge kinderen niet gedoopt mogen worden; want, zeggen zij, de Heere heeft gezegd: "die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn."
Daar ziet men uit, zo beweren zij, dat er eerst het geloof moet zijn, en dat men een mens niet mag dopen, indien hij niet eerst gelooft.
Zeer zeker men mag een volwassene niet dopen, wanneer hij niet belijdt, dat Jezus is de Christus; immers waartoe zou hem zonder zo'n belijdenis de doop dienen?
Maar ook dit moet men niet willen bewijzen uit woorden, wier bedoeling allereerst een gans andere is, dan men er uit afleidt.
Ik zeg: de Heere heeft gemeend, dat het geloof niet genoegzaam is om zalig te worden, maar dat men ook gedoopt moet zijn.
Derhalve bewijzen des Heeren aangehaalde woorden niets tegen de kinderdoop, en moet men zich door verkeerde uitleg van deze woorden des Heeren niet in de war laten brengen en denken: ja, men kon toch wel gelijk hebben, dat de jonge kinderen niet gedoopt moeten worden, dat men daarmee veeleer moet wachten, totdat deze tot het geloof gekomen zijn, want immers het valt niet te ontkennen, dat er staat: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn.
Ik zeg u echter: er staat niet, dat de doop niets is, indien men niet gelooft, maar dat het geloof niets is, als men niet gedoopt wordt.
Immers de Heere heeft niet gezegd: die gedoopt zal zijn en geloofd zal hebben, maar omgekeerd: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn.
Had de Heere gezegd: die gedoopt zal zijn en geloofd zal hebben, dan zou men nog een schijn van recht hebben voor deze gevolgtrekking uit de woorden des Heeren: de kinderen mogen niet gedoopt worden, want zij kunnen geen geloofsbelijdenis afleggen.
Nu er echter staat: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, heeft men het aldus te verstaan: dat men met zijn geloof verdoemd wordt, indien men zich niet heeft laten dopen.
Bron: (gedeelte) Deze leerrede is gehouden te Elberfeld op 24 Oktober 1847 des voormiddags. Gezongen: Psalm 116:4 7; Psalm 138:1; Psalm 119:3. In het Nederduits vertaald verschenen zij als eerste preek in het 4. Twaalftal der eerste uitgave "Twaalf Twaalftallen Leerredenen" in het jaar 1849.
http://www.theologienet.nl/documenten/K ... 012tal.rtf
Je kent het antwoord, Alleen als u waarlijk gelooft dat....
Ook Petrus schrijft dat de doop een bede van een goed geweten is, tot God.
Laatst gewijzigd door Joannah op 29 jan 2011, 23:50, 1 keer totaal gewijzigd.
Why do we spend money we don’t have on things we don’t need to create impressions that don’t last on people we don’t care about ?
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Prachtig citaat PvS , hopelijk veranderd jouw onderschrift nog eens in : Ik was blind maar ik zie!PvS schreef:Ik stel de vraag, mijn Geliefden: Waarom heeft onze Heere gezegd: "Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn"?
Er wordt nergens anders in dit hoofdstuk van de doop gesproken.
Geeft bij uzelf in stilte antwoord op deze vraag.
Ik denk, dat menigeen het antwoord reeds gereed heeft, en wel dit: Hieruit ziet men, hoe noodzakelijk het is, dat, als iemand wil gedoopt worden, het geloof er bij zij, zodat de doop volstrekt geen waarde heeft, wanneer men niet gelooft.
Zodanig antwoord heeft inderdaad een schonen schijn; en er ligt in de bewering, dat het geloof gepaard moet gaan met de doop, een zekere waarheid, want dat zal wel waar blijven, dat het water op zichzelf de grote dingen niet doet, welke de Heere ons door de doop doet toekomen; maar het Woord Gods, dat de doop beveelt, én het geloof, dat zich aan dit Woord onderwerpt, doen die grote dingen.
Als wij nu de woorden oppervlakkig beschouwen, dan zullen wij allen, de een de ander, het nazeggen: Ja, zo is het; de Heere heeft gemeend: de doop alléén is niet voldoende, maar daar moet ook het geloof bij komen; immers de Heere zegt: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn."
Nu zeg ik u evenwel, dat de Heere dit volstrekt niet gemeend heeft; dat Hij met deze Zijn woorden niet heeft willen zeggen: de doop is niet genoeg, men moet ook geloven; in tegendeel, dat de Heere hier gemeend heeft: het geloof is niet genoeg, men moet ook gedoopt zijn, wil men zalig worden.
De verkeerde opvatting van de woorden des Heeren "die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn", alsof Hij daarmee had willen zeggen: "de doop is niets, het geloof moet daarbij komen", heeft zeer velen verleid tot de bewering, dat de jonge kinderen niet gedoopt mogen worden; want, zeggen zij, de Heere heeft gezegd: "die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn."
Daar ziet men uit, zo beweren zij, dat er eerst het geloof moet zijn, en dat men een mens niet mag dopen, indien hij niet eerst gelooft.
Zeer zeker men mag een volwassene niet dopen, wanneer hij niet belijdt, dat Jezus is de Christus; immers waartoe zou hem zonder zo'n belijdenis de doop dienen?
Maar ook dit moet men niet willen bewijzen uit woorden, wier bedoeling allereerst een gans andere is, dan men er uit afleidt.
Ik zeg: de Heere heeft gemeend, dat het geloof niet genoegzaam is om zalig te worden, maar dat men ook gedoopt moet zijn.
Derhalve bewijzen des Heeren aangehaalde woorden niets tegen de kinderdoop, en moet men zich door verkeerde uitleg van deze woorden des Heeren niet in de war laten brengen en denken: ja, men kon toch wel gelijk hebben, dat de jonge kinderen niet gedoopt moeten worden, dat men daarmee veeleer moet wachten, totdat deze tot het geloof gekomen zijn, want immers het valt niet te ontkennen, dat er staat: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn.
Ik zeg u echter: er staat niet, dat de doop niets is, indien men niet gelooft, maar dat het geloof niets is, als men niet gedoopt wordt.
Immers de Heere heeft niet gezegd: die gedoopt zal zijn en geloofd zal hebben, maar omgekeerd: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn.
Had de Heere gezegd: die gedoopt zal zijn en geloofd zal hebben, dan zou men nog een schijn van recht hebben voor deze gevolgtrekking uit de woorden des Heeren: de kinderen mogen niet gedoopt worden, want zij kunnen geen geloofsbelijdenis afleggen.
Nu er echter staat: die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, heeft men het aldus te verstaan: dat men met zijn geloof verdoemd wordt, indien men zich niet heeft laten dopen.
Bron: (gedeelte) Deze leerrede is gehouden te Elberfeld op 24 Oktober 1847 des voormiddags. Gezongen: Psalm 116:4 7; Psalm 138:1; Psalm 119:3. In het Nederduits vertaald verschenen zij als eerste preek in het 4. Twaalftal der eerste uitgave "Twaalf Twaalftallen Leerredenen" in het jaar 1849.
http://www.theologienet.nl/documenten/K ... 012tal.rtf
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Daar ben ik het wel mee eens, alhoewel het een bijzaak betreft.Wilhelm schreef:Zelf vind ik ook de aandacht voor veelkleurigheid en verscheidenheid heel mooi. Ds Vreugdenhil is bekend met de kerk wereldwijd en is daarin op zoek naar overeenkomsten. Hij kan over culturen en tradities heen zien. Terwijl hij van harte de kernzaken verdedigt op grond van Gods Woord en de 3FvE , laat hij ook iets zien van de nuance die we behoren te betrachten tav de veelkleurigheid en verscheidenheid in Gods Kerk op deze wereld.memento schreef:Goed, laten we eens luisteren naar de mensen die het boek wél gelezen hebben. Het lezen van de auteur op het titelblad en een paar blz zoeken om het boek af te kraken is natuurlijk erg gemakkelijk.
Ik nodig iedereen die het boek gelezen heeft uit, om aan te geven wat ze leerzaam en waardevol vonden aan het boek, en wat niet.
Hoewel ik het boek nog niet geheel uit heb, alvast wat opmerkingen mijnerzijds:
1. Ik vindt het helder dat ds. Vreugdenhil eerst definieert wat hij onder bevinding verstaat, en daarbij verschillende definities uit de gereformeerde gezindte behandelt. De vraag: Wat verstaan we onder bevinding, is al een heel interessante vraag. Misschien wat om over te discussiëren hier.
2. Ik vindt het goed dat ds. Vreugdenhil aangeeft dat niet alle gevoeligheid en oprechtheid bevinding is (zie het voorbeeld van Ahmad).
3. Ik vindt het goed dat ds. Vreugdenhil Bijbelse fundering aangeeft bij het spreken over bevinding. Waar sommigen anti-bevindelijk zijn, is dat nuttig. Tegelijkertijd noemt hij hierbij ook het werk van de Geest.
4. Ik denk dat het hoofdstuk over verbond en belijdenis goed probeert antwoorden te geven die onder jeugd over deze zaken leven.
De rest moet ik nog lezen, dus daarover later meer.
Om over die culturen en tradities heen te zien en uit je comfortzone te stappen op zoek naar herkenning en respect voor de mede christen is heel moeilijk. Dat blijkt zelfs hier op het forum heel regelmatig.
Ik heb het boek gelezen en kan me goed vinden in zijn uitleg van de betekenis van de doop en het verbond. Hij staat hiermee in dezelfde lijn als het doopformulier en de catechismus, dezelfde heldere lijn als ds. Van Aalst trekt in zijn boekje "Van kind tot kind".
Ook met de hoofdstukken over de prediking en het aanbod van genade ben ik het hartelijk eens.
Wel heb ik moeite met het hoofdstuk over de gemeenschap der heiligen. Misschien dat jullie dat niet hebben, maar dat komt op mij wel wat horizontalistisch over. Ook had hij zich in dat hoofdstuk wel wat meer van het verbondsautomatisme mogen distantiëren. Als je alleen dat hoofdstuk zou lezen, zou je kunnen denken dat er een vrijgemaakte auteur aan het woord is.
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Hoe komt dat aan de orde in dit boek? Daar ben ik wel benieuwd naar. Welke veelkleurigheid en verscheidenheid lees je?Wilhelm schreef:Zelf vind ik ook de aandacht voor veelkleurigheid en verscheidenheid heel mooi.
Hier zeg je eigenlijk hetzelfde. Maar wat bedoel je daar precies mee? Kan ik dit boek zijn waarin de verschillende stromingen/denkwijzen binnen onze gezindte zijn samengebracht?Wilhelm schreef: Ds Vreugdenhil is bekend met de kerk wereldwijd en is daarin op zoek naar overeenkomsten. Hij kan over culturen en tradities heen zien. Terwijl hij van harte de kernzaken verdedigt op grond van Gods Woord en de 3FvE , laat hij ook iets zien van de nuance die we behoren te betrachten tav de veelkleurigheid en verscheidenheid in Gods Kerk op deze wereld.
Is dat echt zo moeilijk? Wanneer je bedoelt dat je niet je eigen standpunten, zoals jij denkt dat ze Bijbels en reformatorisch zijn, mag verdedigen dan ben ik het niet met je eens. Op zoek gaan naar herkenning en respect is altijd vereist.Wilhelm schreef:Om over die culturen en tradities heen te zien en uit je comfortzone te stappen op zoek naar herkenning en respect voor de mede christen is heel moeilijk. Dat blijkt zelfs hier op het forum heel regelmatig.
Dat is wel zo, maar het kan het lezen van zo'n boek wel behoorlijk vertroebelen. Wanneer ik lees dat de auteur wil prikkelen en bewust dingen wat eenzijdig wel neerzetten of juist de ene kant wil benadrukken lijkt me dat niet het door Wilhelm genoemde op zoek gaan naar herkenning en respect. Maar ik laat me graag corrigeren.Tiberius schreef:Daar ben ik het wel mee eens, alhoewel het een bijzaak betreft.
Dat eerste beaam ik. Wanneer je door de toonzetting en schrijfstijl heen prikt is de lijn helder. Al heb ik wel wat vragen, met Afgewezen, met de uitleg over het verbond, zoals aangehaald uit Jeremia. Ik vind dat ook erg lastig om dat helemaal te begrijpen. Met je laatste zin heb ik wat meer moeite, maar dat moge duidelijk zijn.Tiberius schreef:Ik heb het boek gelezen en kan me goed vinden in zijn uitleg van de betekenis van de doop en het verbond. Hij staat hiermee in dezelfde lijn als het doopformulier en de catechismus, dezelfde heldere lijn als ds. Van Aalst trekt in zijn boekje "Van kind tot kind".
Ook met de hoofdstukken over de prediking en het aanbod van genade ben ik het hartelijk eens.

Ik heb dat hoofdstuk niet gelezen, daar heb ik dus geen oordeel over. Wellicht wordt dat nog geplaatst.Tiberius schreef:Wel heb ik moeite met het hoofdstuk over de gemeenschap der heiligen. Misschien dat jullie dat niet hebben, maar dat komt op mij wel wat horizontalistisch over. Ook had hij zich in dat hoofdstuk wel wat meer van het verbondsautomatisme mogen distantiëren. Als je alleen dat hoofdstuk zou lezen, zou je kunnen denken dat er een vrijgemaakte auteur aan het woord is.
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Begrijp je dan het boekje van ds. Van Aalst ook niet? Hij legt het misschien nog iets duidelijker uit, hij is tenslotte docent.Ander schreef:Dat eerste beaam ik. Wanneer je door de toonzetting en schrijfstijl heen prikt is de lijn helder. Al heb ik wel wat vragen, met Afgewezen, met de uitleg over het verbond, zoals aangehaald uit Jeremia. Ik vind dat ook erg lastig om dat helemaal te begrijpen.Tiberius schreef:Ik heb het boek gelezen en kan me goed vinden in zijn uitleg van de betekenis van de doop en het verbond. Hij staat hiermee in dezelfde lijn als het doopformulier en de catechismus, dezelfde heldere lijn als ds. Van Aalst trekt in zijn boekje "Van kind tot kind".
Ook met de hoofdstukken over de prediking en het aanbod van genade ben ik het hartelijk eens.
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Wanneer er hele hoofdstukken van boeken geplaatst worden, dan wel graag met toestemming van de auteur, aub.Ander schreef:Ik heb dat hoofdstuk niet gelezen, daar heb ik dus geen oordeel over. Wellicht wordt dat nog geplaatst.
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Ik zal dat er weer eens bijpakken, ja. 't Is al even gelezen dat ik daaruit gelezen heb. Ik heb gisteren ook wat in de Redelijke Godsdienst zitten bladeren, ik zal het hoofdstuk daaruit over de doop ook nog weer eens lezen.Tiberius schreef:Begrijp je dan het boekje van ds. Van Aalst ook niet? Hij legt het misschien nog iets duidelijker uit, hij is tenslotte docent.Ander schreef:Dat eerste beaam ik. Wanneer je door de toonzetting en schrijfstijl heen prikt is de lijn helder. Al heb ik wel wat vragen, met Afgewezen, met de uitleg over het verbond, zoals aangehaald uit Jeremia. Ik vind dat ook erg lastig om dat helemaal te begrijpen.Tiberius schreef:Ik heb het boek gelezen en kan me goed vinden in zijn uitleg van de betekenis van de doop en het verbond. Hij staat hiermee in dezelfde lijn als het doopformulier en de catechismus, dezelfde heldere lijn als ds. Van Aalst trekt in zijn boekje "Van kind tot kind".
Ook met de hoofdstukken over de prediking en het aanbod van genade ben ik het hartelijk eens.
(Ik las gisteren het hoofdstuk over de rechtvaardigmaking uit Brakel. Wat een prachtige, uitgebreide uitleg is dat, maar dat terzijde)
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Dat is inderdaad wel zo netjes, ja.Tiberius schreef:Wanneer er hele hoofdstukken van boeken geplaatst worden, dan wel graag met toestemming van de auteur, aub.Ander schreef:Ik heb dat hoofdstuk niet gelezen, daar heb ik dus geen oordeel over. Wellicht wordt dat nog geplaatst.
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Tiberius schreef:Begrijp je dan het boekje van ds. Van Aalst ook niet? Hij legt het misschien nog iets duidelijker uit, hij is tenslotte docent.Ander schreef:Dat eerste beaam ik. Wanneer je door de toonzetting en schrijfstijl heen prikt is de lijn helder. Al heb ik wel wat vragen, met Afgewezen, met de uitleg over het verbond, zoals aangehaald uit Jeremia. Ik vind dat ook erg lastig om dat helemaal te begrijpen.Tiberius schreef:Ik heb het boek gelezen en kan me goed vinden in zijn uitleg van de betekenis van de doop en het verbond. Hij staat hiermee in dezelfde lijn als het doopformulier en de catechismus, dezelfde heldere lijn als ds. Van Aalst trekt in zijn boekje "Van kind tot kind".
Ook met de hoofdstukken over de prediking en het aanbod van genade ben ik het hartelijk eens.
Of het boekje Jongeren en de sacramenten van de JBGG, heldere uitleg van ds J Driessen over de doop.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
@Ander, ik zou idd meer willen citeren hier, maar dat is niet de bedoeling. Het is boek is niet duur, ik zou je aanraden om het boek te kopen en te lezen. En anders; er zijn er al veel verkocht , dus er zal ongetwijfeld iemand in je omgeving zijn die het heeft aangeschaft.
De verscheidenheid en veelkleurigheid komt aan de orde in de beschrijvingen van de leidingen die de HEERE met Zijn volk gaat. Ds. Vreugdenhil geeft aan dat die zo verschillend ervaren kunnen worden, net als bv ook een Brakel aangeeft.
Maar ook de verscheidenheid en dan vooral in zaken die vooral cultuur en traditie bepaald zijn. Zo staat er een stukje in het boek waar aan de hand van de verschillende muziekstijlen/ instrumenten er aangetoond wordt dat door Gods kinderen zo divers Zijn eer bedoeld kan worden in muziek etc.
Ik zou je echt adviseren om het boek eens te lezen. Ik hoop dat ik het mis heb, maar ik meen een bepaalde vooringenomenheid te proeven in je reacties. En juist die vooringenomenheid, die helaas veel gevonden worden binnen onze gezindte, wordt door de schrijver geprobeerd te corrigeren. We moeten leren, een ieder persoonlijk!, dat de HEERE zoveel rijker, groter en veelzijdiger is in Zijn werk, dan onze beperkte gedachten.
De verscheidenheid en veelkleurigheid komt aan de orde in de beschrijvingen van de leidingen die de HEERE met Zijn volk gaat. Ds. Vreugdenhil geeft aan dat die zo verschillend ervaren kunnen worden, net als bv ook een Brakel aangeeft.
Maar ook de verscheidenheid en dan vooral in zaken die vooral cultuur en traditie bepaald zijn. Zo staat er een stukje in het boek waar aan de hand van de verschillende muziekstijlen/ instrumenten er aangetoond wordt dat door Gods kinderen zo divers Zijn eer bedoeld kan worden in muziek etc.
Ik zou je echt adviseren om het boek eens te lezen. Ik hoop dat ik het mis heb, maar ik meen een bepaalde vooringenomenheid te proeven in je reacties. En juist die vooringenomenheid, die helaas veel gevonden worden binnen onze gezindte, wordt door de schrijver geprobeerd te corrigeren. We moeten leren, een ieder persoonlijk!, dat de HEERE zoveel rijker, groter en veelzijdiger is in Zijn werk, dan onze beperkte gedachten.
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Welke vooringenomenheid proef je in mijn reacties? Mijn reacties in deze topic zijn gebaseerd op wat ik gelezen heb, toch?Wilhelm schreef:Ik zou je echt adviseren om het boek eens te lezen. Ik hoop dat ik het mis heb, maar ik proef een bepaalde vooringenomenheid in je reacties. En juist die vooringenomenheid, die helaas veel gevonden worden binnen onze gezindte, wordt door de schrijver geprobeerd te corrigeren. We moeten leren, een ieder persoonlijk!, dat de HEERE zoveel rijker, groter en veelzijdiger is in Zijn werk, dan onze vaak beperkte gedachten.
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Je zegt zelf maar een paar blz gelezen te hebben uit het boek. Toch kom je met grote woorden, zoals "eenzijdig". Komt inderdaad nogal vooringenomen over.Ander schreef:Welke vooringenomenheid proef je in mijn reacties? Mijn reacties in deze topic zijn gebaseerd op wat ik gelezen heb, toch?Wilhelm schreef:Ik zou je echt adviseren om het boek eens te lezen. Ik hoop dat ik het mis heb, maar ik proef een bepaalde vooringenomenheid in je reacties. En juist die vooringenomenheid, die helaas veel gevonden worden binnen onze gezindte, wordt door de schrijver geprobeerd te corrigeren. We moeten leren, een ieder persoonlijk!, dat de HEERE zoveel rijker, groter en veelzijdiger is in Zijn werk, dan onze vaak beperkte gedachten.
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Ander schreef:Welke vooringenomenheid proef je in mijn reacties? Mijn reacties in deze topic zijn gebaseerd op wat ik gelezen heb, toch?Wilhelm schreef:Ik zou je echt adviseren om het boek eens te lezen. Ik hoop dat ik het mis heb, maar ik proef een bepaalde vooringenomenheid in je reacties. En juist die vooringenomenheid, die helaas veel gevonden worden binnen onze gezindte, wordt door de schrijver geprobeerd te corrigeren. We moeten leren, een ieder persoonlijk!, dat de HEERE zoveel rijker, groter en veelzijdiger is in Zijn werk, dan onze vaak beperkte gedachten.
Daarom schreef ik ook dat ik hoopte dat ik het mis had. Maar ik kan me in Memento's reactie wel vinden. Maar goed, laten we deze discussie niet voeren, ik heb het dus mis. Gelukkig!
Re: Omgang met God, Bijbelse bevinding door Ds CG Vreugdenhi
Laten we de discussie zuiver houden. Ik heb gezegd dat ik het boek niet in zijn geheel gelezen heb, dat is wat anders dan een paar blz. Grote woorden, ik bespeur in de beschrijving wat eenzijdigheid wat bevestigd wordt door o.a. Wilhelm en huisman.memento schreef:Je zegt zelf maar een paar blz gelezen te hebben uit het boek. Toch kom je met grote woorden, zoals "eenzijdig". Komt inderdaad nogal vooringenomen over.Ander schreef:Welke vooringenomenheid proef je in mijn reacties? Mijn reacties in deze topic zijn gebaseerd op wat ik gelezen heb, toch?Wilhelm schreef:Ik zou je echt adviseren om het boek eens te lezen. Ik hoop dat ik het mis heb, maar ik proef een bepaalde vooringenomenheid in je reacties. En juist die vooringenomenheid, die helaas veel gevonden worden binnen onze gezindte, wordt door de schrijver geprobeerd te corrigeren. We moeten leren, een ieder persoonlijk!, dat de HEERE zoveel rijker, groter en veelzijdiger is in Zijn werk, dan onze vaak beperkte gedachten.
Dat ik een bepaalde vooringenomenheid heb bij de auteur, dat moge duidelijk zijn. Daar hoeven we ook niet omheen te draaien. Wanneer ik hier namelijk het boekje van dr. Steenblok (http://www.gospel.nl/boeken/rondom-verb ... -doop.html)aanbeveel dan lezen jullie dat wellicht ook met een bepaalde vooringenomenheid. Er is ook een andere vooringenomenheid: Ander zal wel zo of zo reageren, want je het is een boek van... Speelt dat ook een rol?
