memento schreef:
Maar daarmee is de vraag niet van tafel: Als we de prediking van onze kerk nu (en een ieder vulle hier zijn eigen gemeente/kerkgenootschap in) naast de preken van het verleden die met rijke zegen bekroond zijn geweest leggen, zijn er dan verschillen? In zaken die aan de orde komen, de aanspreekvorm (appellerend of juist beschrijvend), evenwicht, verantwoording van de mens, wat staat centraal, welke verhouding uitleg/toepassing, functie van Christus, functie van de wet, etc.
We kunnen natuurlijk de kop in het zand steken, en er bij voorbaat vanuit gaan dat onze kerk fantastisch is, dat daarin de meest zuivere waarheid verkondigd worden, en iedereen verketteren die daar überhaupt maar enige vragen over stelt. Maar dwingt een situatie van doodsheid en lauwheid ons niet juist tot eerlijk zelfonderzoek. Zowel ons persoonlijke geestelijke leven (wie is Christus voor mij?), maar ook onze persoonlijke en kerkelijke theologie en dingen die we graag benadrukken. Dat geldt niet alleen voor de GGiN, maar voor onze hele gezindte.
.
Er zijn verschillen.
a. taalgebruik
b. volkszonden wisselen wel eens
Verder zie ik geen verschillen.
Verder wil ik wel opmerken dat de Kerk niet aan een bepaald kerkverband hangt. Maar dat is hopelijk ten overloede opgemerkt
Wat wel opmerkelijk is, dat 'moderne reformatorische mensen' vaak beweren dat er in de nadere reformatie werd gedwaald. Daarom zeggen ze ook: Lees Luther en Calvijn. En zelfs: leg bij voorkeur ook eens de Belijdenisgeschriften terzijde. Die staan de geleerde 'moderne reformatorische mensen' wel eens in de weg.
Niet zo moeilijk te bergrijpen. De reformatoren werkten weg tot het heil minder uit in details (standen, en bevindingen) lieten ze vaker weg. Hier is geen verschil, maar het verschil is, dat hier een eingenwillige uitleg aan wordt gegeven die de reformatoren zelf nooit hadden bedoeld.
Laten we dit allereerst doorzien. Want hier raken we van de weg, de eenvoud raakt zoek, en men weet het nu ineens veel beter als ons voorgeslacht. Het lijkt me een weg die bewust wordt ingeslagen. Mensen van deze weg zijn erg moeilijk te overtuigen. Lees hoe eenvoudig Lambertus Myseras het zegt in "Der vromen ondervinding op de weg naar de Hemel"
Laat ik eens wat citeren van Lambertus Myseras (1676-1740)
lambertus myseras schreef:
Hij vraagt: Wat leert de ondervinding dat God aan een ziel doet, die Hij wederbaart?
Dan antwootdt hij:
Eerst: De Heere verlicht en vernieuwd het verstand, Efeze 5:8: Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere, Efeze 1:18, Openb. 3:18, dat zij zichzelf zien in hun verloren staat.
Zij zien de genade in haar dierbaarheid, noodzakelijkheid, zij zien het geluk der vromen. Ze zien hun eigen onmacht en dat de Heere het moet werken; ze zien dat zij het niet hebben.
Daarna zien zij de noodzakelijkheid om de Heere Jezus als Middelaar te moeten heeben; de noodzakelijkheid van heiligmaking, van Gods nabijheid, van troost, van de verzekering en de ernst der zonde.
Zij zien de nietigheid van de wereldse ijdelheid en meer andere zaken, door een bovennatuurlijke verlichting des Geestes, die zij in de wedergeboorte ontvangen.
Dat onderscheid is zo groot als kaarslicht en zonlicht in het natuurlijke.
Schriftuurlijk licht voor alle natuurlijke mensen, hoe schrander zij naar de letter al die zaken ook zien en kennen, zij zijn toch allen geestelijk blinden en weten en geloven het niet, 1 Kor. 2:14: De natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn, hij kan ze niet verstaan. Daar komt het vandaan, dat geleerde en geletterde lieden, die geen genade hebben, zo moeilijk te overtuigen zijn. Als een vrome hen aanspreekt, zouden zij wel zeggen: Zijn wij dan ook blind, daar wij meer geleerdheid hebben, dan tien vromen tezamen?
Naar de letter is dat ook de waarheid, maar ach, helaas! zij hebben het nooit bij ondervinding, bij Geesteslicht gezien. Och! dat het de Heere beliefde de ogen der blinden te openen, tot Zjn heerlijkheid en tot hun eigen zaligheid.
Het lijkt me duidelijk dat men dit soort theologie tegenwoordig niet meer wil.
Ik zou deze critici deze vragen willen stellen. Niet om ze hier te beantwoorden, maar om ze te ovderdenken.
Wat is hier dan mis aan? Waar wordt er gedwaald ten opzichte van de Reformatie?