Ander schreef:Ezechiël 33:11 moet je ook weer niet los zien van de context. Een murmurerend volk dat de Heere verwijt dat Hij lust heeft in hun ondergang. Dat spreekt de Heere tegen.
Welbehagen: er is toch maar 1 welbehagen in God, Zijn verkiezend welbehagen? Gelukkig maar! Anders werd geen mens zalig! Kantt. bij welbehagen in Luk 2 zegt dit: 21 Dat is, het welbehagen Gods worde door Hem aan de mensen vervuld, 2 Thess. 1:11. Anders: des welbehagens, dat is, in de mensen die God naar Zijn welbehagen heeft uitverkoren, Ef. 1:5
De mensen uit Ez 33 zijn hetzelfde als ons allemaal van nature, haters van God en vijanden van vrije genade. God ten diepste de schuld geven van onze onbekeerlijkheid.
Het welbehagen komt voort uit Gods verkiezende liefde, dat is waar. Maar wij hebben te doen met Gods geopenbaarde wil , en daar komt het welbehagen Gods tot uiting dat Hij een ieder toeroept : bekeert u en gelooft het Evangelie.
Ons wroeten in de verborgen raad Gods, is verkeerd, zelfs zondig. Wij hebben te maken met Zijn Woord, en Zijn nodiging en Zijn aanbieding.
En als dan het willen en het werken in ons gewerkt is, dan zullen we het ook uit gaan roepen , het is door U, door U alleen om het eeuwige welbehagen.
De mens gaat om eigen schuld verloren. De mens is goed uit de hand van de Schepper gekomen maar is moedwillig gevallen. Verder kan ik niet zoveel met dit verhaal. 't Is denk ik de toon die de muziek maakt.
Toch beste Ander, wat is er dan verkeerd aan de toon ?
Zo scherp ligt het toch ?
Als God een mens ontdekt en levendmaakt, is een van de grootste zonden die beleden wordt het ongeloof, zijn onwil tov van een gaarne vergevend God. Dan roept een mens het uit, Ik ben het die Hem doorstoken heeft, ik ben het die Hem niet geloofde op Zijn Woord.
De natuurlijke mens verstaat niet de dingen die des Geestes Gods zijn. En niet op de manier: u wilt niet, maar God wil wel. Zorg dat u ook wil. Wij willen in der eeuwigheid niet, als God het niet verhoedt.
En toch, dit moet ook blijven staan. Wij willen inder eeuwigheid niet. Maar dit kan een zondaar niet aanvoeren als excuus.
Het zal ons verweten worden, als we staan voor Zijn rechterstoel, Gij hebt niet gewild.
En laten we Gods Woord nu laten staan zoals het er staat.
En als we onze onwil leren zien , zal het ook de bede worden Heere bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn, met de belijdenis van ons ongeloof en onze onwil.
Het Evangelie is dan ook een Boodschap niet naar de mens, het stelt de mens telkens weer schuldig. Maar wat een wonder dat Hij nu gekomen is , om aan Gods gerechtigheid genoeg te doen, het voorhangsel is gescheurd. Er is een open toegang tot de Middelaar.
En zeker als we onder het aanbod der genade leven , zal onze verantwoordelijkheid des te groter zijn.