Hoe bedoel je? Dat geldt voor iedereen, men moet het niet bij zichzelf zoeken maar bij Christus. Als mensen dat niet doen mogen ze daar zeker op worden aangesproken maar het leek in die post alsof dat de normale weg is... En alsof iedereen na het horen van het evangelie zou moeten afvragen: Wat moeten we doen? Dat werd zelfs door de auteur bijzonder gevonden. Tegen die denkwijze ging ik in. Niet tegen het feit dat het zeker voorkomt.Afgewezen schreef:Marnix, in een 'ideale' gemeente zou het zo moeten zijn als jij zegt.
Maar ervan uitgaan dat het ook zo ís, is nu net weer een stap te ver.
Prediking en Zending zonder een Verzwakkend Aanbod
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Excuses aan al de anderen die op antwoord wachten.Kaw schreef:Dit is bijbels:
Jac. 4:
4 Overspelers en overspeleressen, weet gij niet, dat de vriendschap der wereld een vijandschap Gods is? Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand van God gesteld.
5 Of meent gij, dat de Schrift tevergeefs zegt: De Geest, Die in ons woont, heeft Die lust tot nijdigheid?
6 Ja, Hij geeft meerdere genade. Daarom zegt [de Schrift]: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade.
7 Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden.
8 Naakt tot God, en Hij zal tot u naken. Reinigt de handen, gij zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen!
9 Gedraagt u als ellendigen, en treurt en weent; uw lachen worde veranderd in treuren, en [uw] blijdschap in bedroefdheid.
10 Vernedert u voor den Heere, en Hij zal u verhogen.
Maar dit overkomt je niet. Dit moet je doen en als je dit niet doet, dan ga je naar de hel. Zo simpel is dat. Genade en wedergeboorte komen aanwaaien door de prediking van het evangelie. Bekering overkomt je niet, dat moet je doen en op een dag wil je dat ook door de genade van God en Zijn wederbarende kracht in je leven.
Maar voor de rest zitten we opgescheept met oprecht onbekeerde mensen die hun ongeloof verwarren met oprechte rechtzinnigheid dat het niet genoeg zou zijn om in Christus te geloven.
Geachte Kaw, nu weet ik dat je nog niet aan de beurt bent in mijn antwoorden, maar je slaat hier zo ongeveer de spijker op zijn kop!
Zo gemakkelijk is het. God alles. De mens niks. Maar daar willen we van nature niet aan, dus dan moet er dus een aanbod zijn zodat het lijkt alsof de mens iets moet doen.
Niet dat dit voor Christus makkelijk was. We zullen hier op aarde nooit waar de grote prijs beseffen die Hij aan het kruis ook voor mij betaald heeft.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Op aanleiding hiervan nog even een andere interlude.Zonderling schreef:Ik zou vooral van Oude Paden willen horen of hij het ermee eens is dat het aanbod van genade algemeen is (tot alle hoorders van het Evangelie komt) en welmenend.Tiberius schreef:Daag ons niet niet, want ik kan heus nog wel onzinniger reacties bedenken. :wink:Afgewezen schreef:Dit is de meest onzinnige reactie die je maar kunt geven!
Maar misschien kan Oude Paden wat voorbeelden aandragen om zijn statement te ondersteunen.
Of het voorwaardelijk of onvoorwaardelijk genoemd moet worden, kunnen we beter laten rusten, want dat is vooral een theoretisch-juridische discussie.
Als PRCA belijden wij, en ik persoonlijk ook, dat genade nooit in de vorm van een aanbod is.
Genade is altijd partikulier, nooit algemeen (of men moet daarmee de voorzienigheid bedoelen).
Genade wordt in het Evangelie voorgesteld, en moet aan allen die horen gepredikt worden, waar God ook het Evangelie zendt.
Aan iedereen, zelfs die de prediking nog nooit gehoord hebben, komt de oproep van geloof en bekering. God getuigd afdoende in de natuur om de mens zonder excuus te laten.
En God zelf werkt die genade in de harten van Zijn volk, door middel van de prediking. Door Zijn Woord en Geest.
Daar komt geen mensenwerk aan te pas.
Dat alles neemt niets van de menselijke verantwoording weg. Net zoals de natuurlijke getuigenis de mens al zonder excuus laat, verzwaard de prediking die menselijke verantwoording. Niet dat de mens iets (meer) kan doen. Maar omdat hij in de staat der rechtheid, in het paradijs, het wel kon. En dat we dat, eigenwillig, verspeeld hebben. Daarom is God rechtvaardig in Zijn eis.
Nog even een klein stukje over de term 'hypercalvinism', waarmee mijn geliefde Ds., en mijn vader in Christus, hiermee besmet wordt.
Ds. Miersma was dominee hier in Edmonton toen ik eerst de PRCA bezocht. En dit allemaal door Gods leiding. Ik wist niets van de PRCA toen ik eerst ging. Maar dit is over Ds. Miersma, en niet over mij, hoewel ook dit aanwijst dat de prediking van Ds. Miersma niet hypercalvinistisch van aard is.
Maar nu is Ds. Miersma binnelandse zending, in Spokane WA. Als binnelandse zending gaat hij ook de gevangenis in om het Woord te brengen aan gevangenen van het slechtste soort, moordenaren en hun soort. Die voor hun detinering nergens aan deden. Is dit hypercalvinistisch dan?
Hoeveel Marrow dominees in Nederland, van welk kerkverband ook, gaan de gevangenissen in om het Woord te prediken?
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Welke eis?Bert Mulder schreef:....Dat alles neemt niets van de menselijke verantwoording weg. Net zoals de natuurlijke getuigenis de mens al zonder excuus laat, verzwaard de prediking die menselijke verantwoording. Niet dat de mens iets (meer) kan doen. Maar omdat hij in de staat der rechtheid, in het paradijs, het wel kon. En dat we dat, eigenwillig, verspeeld hebben. Daarom is God rechtvaardig in Zijn eis. ....
Marrow dominees hebben we niet. Maar kan een praktisch hypercalvinist niet in de gevangenissen preken volgens jou?Hoeveel Marrow dominees in Nederland, van welk kerkverband ook, gaan de gevangenissen in om het Woord te prediken?
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Ik denk dat dit vor een groot gedeelte ook de leer van de GGiN verwoord! Met die opmerking dat de aanbieding van genade bij de meeste predikanten wel fungeert in de aanspraak tot onbekeerden in de voorwaardelijke vorm. M.a.w.: In de aanspraak tot onbekeerden klinkt wel de boodschap: Als u waarlijk met met berouw en schuldbekentenis tot Mij komt dan zal ik u geenszins uitwerpen. er word niemand als persoon uitgesloten. Niemand is te oud/slecht of goddeloos. Het gaat erom dat het waarachtig besef van schuld en zonde gevonden word bij degene die tot God gaan.Bert Mulder schreef:Op aanleiding hiervan nog even een andere interlude.Zonderling schreef:Ik zou vooral van Oude Paden willen horen of hij het ermee eens is dat het aanbod van genade algemeen is (tot alle hoorders van het Evangelie komt) en welmenend.Tiberius schreef:Daag ons niet niet, want ik kan heus nog wel onzinniger reacties bedenken.Afgewezen schreef:Dit is de meest onzinnige reactie die je maar kunt geven!
Maar misschien kan Oude Paden wat voorbeelden aandragen om zijn statement te ondersteunen.
Of het voorwaardelijk of onvoorwaardelijk genoemd moet worden, kunnen we beter laten rusten, want dat is vooral een theoretisch-juridische discussie.
Als PRCA belijden wij, en ik persoonlijk ook, dat genade nooit in de vorm van een aanbod is.
Genade is altijd partikulier, nooit algemeen (of men moet daarmee de voorzienigheid bedoelen).
Genade wordt in het Evangelie voorgesteld, en moet aan allen die horen gepredikt worden, waar God ook het Evangelie zendt.
Aan iedereen, zelfs die de prediking nog nooit gehoord hebben, komt de oproep van geloof en bekering. God getuigd afdoende in de natuur om de mens zonder excuus te laten.
En God zelf werkt die genade in de harten van Zijn volk, door middel van de prediking. Door Zijn Woord en Geest.
Daar komt geen mensenwerk aan te pas.
Dat alles neemt niets van de menselijke verantwoording weg. Net zoals de natuurlijke getuigenis de mens al zonder excuus laat, verzwaard de prediking die menselijke verantwoording. Niet dat de mens iets (meer) kan doen. Maar omdat hij in de staat der rechtheid, in het paradijs, het wel kon. En dat we dat, eigenwillig, verspeeld hebben. Daarom is God rechtvaardig in Zijn eis.
Nog even een klein stukje over de term 'hypercalvinism', waarmee mijn geliefde Ds., en mijn vader in Christus, hiermee besmet wordt.
Ds. Miersma was dominee hier in Edmonton toen ik eerst de PRCA bezocht. En dit allemaal door Gods leiding. Ik wist niets van de PRCA toen ik eerst ging. Maar dit is over Ds. Miersma, en niet over mij, hoewel ook dit aanwijst dat de prediking van Ds. Miersma niet hypercalvinistisch van aard is.
Maar nu is Ds. Miersma binnelandse zending, in Spokane WA. Als binnelandse zending gaat hij ook de gevangenis in om het Woord te brengen aan gevangenen van het slechtste soort, moordenaren en hun soort. Die voor hun detinering nergens aan deden. Is dit hypercalvinistisch dan?
Hoeveel Marrow dominees in Nederland, van welk kerkverband ook, gaan de gevangenissen in om het Woord te prediken?
Er is dus wel degelijk sprake van een aanbieding, alleen conditioneel gedaan tot de nog onbekeerden. In dat opzicht verschillen Bert en ik denk ik nog wel.
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Welke eis?refo schreef:Welke eis?Bert Mulder schreef:....Dat alles neemt niets van de menselijke verantwoording weg. Net zoals de natuurlijke getuigenis de mens al zonder excuus laat, verzwaard de prediking die menselijke verantwoording. Niet dat de mens iets (meer) kan doen. Maar omdat hij in de staat der rechtheid, in het paradijs, het wel kon. En dat we dat, eigenwillig, verspeeld hebben. Daarom is God rechtvaardig in Zijn eis. ....
Marrow dominees hebben we niet. Maar kan een praktisch hypercalvinist niet in de gevangenissen preken volgens jou?Hoeveel Marrow dominees in Nederland, van welk kerkverband ook, gaan de gevangenissen in om het Woord te prediken?
Zoals Petrus dat zo mooi verwoord in Handelingen 2:
God eist berouw en bekering.38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u,76) en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam77) van Jezus Christus, tot vergeving78) der zonden; en gij zult de gave des79) Heiligen Geestes ontvangen.
39 Want u komt de belofte80) toe, en uw kinderen,81) en allen, die daar verre zijn,82) zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.83)
40 En met veel meer andere woorden betuigde hij, en vermaande hen, zeggende: Wordt behouden84) van dit verkeerd geslacht!85)
Zo is de eis ook verwoord in de HC:
En dit bevestigt dat God rechtvaardig is in Zijn eis:Vr.4. Wat eist de wet Gods van ons?
Antw. Dat leert ons Christus in een hoofdsom, Matth. 22:37-40: Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand, en met geheel uw kracht. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Aan deze twee geboden hangt de ganse Wet en de Profeten a.
a De 6:5 Le 19:18 Mr 12:30 Lu 10:27
Met "Marrow dominees" bedoel ik alleen maar degenen die de leer van het aanbod brengen zoals de "Marrowmen", Boston, Erskines, ea.Vr.9. Doet dan God den mens niet onrecht, dat Hij in Zijn wet van hem eist wat hij niet doen kan?
Antw. Neen Hij a; want God heeft den mens alzo geschapen, dat hij dat kon doen b; maar de mens heeft zichzelven en al zijn nakomelingen, door het ingeven des duivels c en door moedwillige ongehoorzaamheid, van deze gaven beroofd.
a Eph 4:24 b Ge 3:13 1Ti 2:13,14 c Ge 3:6 Ro 5:12
Vr.10. Wil God zulke ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten?
Antw. Neen Hij, geenzins; maar Hij vertoornt Zich schrikkelijk a beide over de aangeboren en werkelijke zonden, en wil die door een rechtvaardig oordeel tijdelijk en eeuwiglijk straffen b; gelijk Hij gesproken heeft: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen c.
a Ge 2:17 Ro 5:12 b Ps 50:21 Ps 5:5 Na 1:2 Ex 20:5 Ex 34:7 Ro 1:18 Eph 5:6 (* Ps 5:5 AV = Ps 5:6 SV) c De 27:26 Ga 3:10
Vr.11. Is dan God ook niet barmhartig?
Antw. God is wel barmhartig a, maar Hij is ook rechtvaardig b; daarom zo eist Zijn gerechtigheid dat de zonde, welke tegen de allerhoogste majesteit Gods gedaan is, ook met de hoogste, dat is met de eeuwige straf aan lichaam en ziel gestraft worde.
a Ex 34:6,7 Ex 20:6 b Ps 7:9 Ex 20:5 23:7 34:7 Ps 5:4,5 Na 1:2,3 (* Ps 7:9 AV = Ps 7:10 SV, Ps 5:4 AV = Ps 5:5 SV, Ps 5:5 AV = Ps 5:6 AV)
Kan een hypercalvinist aan iemand, die niet alrede bekeerd is, het Evangelie brengen? Per definitie niet. Dus kan hij ook niet de gevangenis ingaan om de verloren schapen te zoeken.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Het evangelie en de wet worden aardig door elkaar geklutst.
De wet zegt: doe wat ik eis. Dat werkt dus niet meer, zoals de HC uiteindelijk stelt.
Het Evangelie zegt: bekeert u. Dat werkt nog wel. En dat is wat Petrus stelt. En dus gans wat anders.
De wet zegt: doe wat ik eis. Dat werkt dus niet meer, zoals de HC uiteindelijk stelt.
Het Evangelie zegt: bekeert u. Dat werkt nog wel. En dat is wat Petrus stelt. En dus gans wat anders.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Beste Refo,refo schreef:Het evangelie en de wet worden aardig door elkaar geklutst.
De wet zegt: doe wat ik eis. Dat werkt dus niet meer, zoals de HC uiteindelijk stelt.
Het Evangelie zegt: bekeert u. Dat werkt nog wel. En dat is wat Petrus stelt. En dus gans wat anders.
De wet zegt nog steeds: Doe wat ik eis! Dat is nu juist onze schuld! Dat die weg is afgesneden.
Maar daarom is dat ook wel een oorzaak van onze schuld voor God.
Ik ben het helemaal met Bert Mulder eens. God alles en de mens niets. Dat klopt. Met de kanttekening dat God op die manier wel de mens van niets, heel veel maakt. Namelijk kind van Hem. Dat is niet niets. We zijn kostbaar in Gods ogen.
Het probleem is dat "God alles, de mens niets" nogal eens wordt uitgelegd als: "God doet alles en de mens doet niets". Dat klopt niet. God doet alles en vervolgens is er voor ons de verantwoordelijkheid daar wat mee te doen. Als wij niets doen nemen we Hem niet serieus waar Hij ons wel serieus neemt. Denk maar aan de gelijkenis van de talenten. Degene die niets doet gaat verloren omdat hij niets doet.
We kunnen echter met wat we doen niet iets verdienen, we dragen door wat te doen niet bij aan de genade. We kunnen wel door wat we doen en vooral ook niet doen Gods genade afwijzen, Hem de rug toekeren.
Het probleem is dat "God alles, de mens niets" nogal eens wordt uitgelegd als: "God doet alles en de mens doet niets". Dat klopt niet. God doet alles en vervolgens is er voor ons de verantwoordelijkheid daar wat mee te doen. Als wij niets doen nemen we Hem niet serieus waar Hij ons wel serieus neemt. Denk maar aan de gelijkenis van de talenten. Degene die niets doet gaat verloren omdat hij niets doet.
We kunnen echter met wat we doen niet iets verdienen, we dragen door wat te doen niet bij aan de genade. We kunnen wel door wat we doen en vooral ook niet doen Gods genade afwijzen, Hem de rug toekeren.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Bert, ik zeg je nogmaals dat je zit klem in je eigen definities. Je kunt niet eens meer over een aanbod van genade spreken, zonder direct te denken aan de remonstranten. Ook al heb ik het uitdrukkelijk aan het begin van onze discussie nog zo gezegd! Ook al gebruikt Calvijn het woord talloze malen, al vertaal je het dan weg. Waarom blijf je hangen in je vooroordelen? Dat is niet eerlijk! Maar aanbod en genade zijn en blijven bij jou een contradictie, want genade komt nooit in de vorm van een aanbod tot de mens.
In alle citaten die je aanhaalt van Calvijn, stoot je dus je neus, want Calvijn spreekt bijna overal van een universeel aanbod van genade. En overal waar jij de eis voorop stelt en die baseert op het verbroken werkverbond, stelt Calvijn Gods belofte voorop. Nogmaals, Calvijn achtte het voor iemand die slechts middelmatig thuis is in de Schrift duidelijk, dat Gods beloften algemeen zijn. Dat is in regelrechte tegenspraak met jouw opvattingen, dat de beloften in het Evangelie alleen voor de uitverkorenen zijn.
Maar erger nog, het is in regelrechte tegenspraak met de Schift zelf. Om een voorbeeld te noemen: de schrijver van de Hebreeënbrief zegt dat de belofte van de rust ons is geschonken. (Ja, ja, ik weet het wel, je wilt gelijk al weer zeggen dat dit onmogelijk is, want … Maar wacht, wat zegt de Schrift … ) “de belofte van in Zijn rust in te gaan” … “want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun,” Hebr. 4:1 en 2. Hij stelt die belofte op één lijn met de verkondiging van het Evangelie. Maar de vervulling daarvan wordt alleen door het geloof (als gave Gods) werkelijkheid. Het woord der prediking moet met het geloof gemengd zijn, om nut te doen. Door het geloof, gaat men in in de rust, vers 2. Maar de schrijver van de Hebreeënbrief leert ons duidelijk … dat die belofte kan worden “nagelaten” en mensen kunnen “achterblijven”, zie Hebr. 3 en 4. En hij trekt dan de conclusie: Om dat dan blijft dat sommigen in de rust ingaan en degenen die het Evangelie eerst verkondigd was niet ingegaan zijn vanwege de ongehoorzaamheid, zo bepaalt Hij wederom een zekere dag, namelijk heden … Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet, Hebr. 4:6 en 7. Duidelijk, lijkt mij!
Trouwens, overal leert de Heilige Schrift leert ons dat. Het Licht is in de wereld gekomen. En God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou (niet de eis voorop!), maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden (de genade voorop!). En dit is het oordeel, dat het Licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht, want hun werken waren boos, Joh. 3:17v.
Eens werd een vrouw, in overspel gegrepen, tot Hem gebracht. Toen niemand de eerste steen durfde op te nemen om haar te stenigen (de eis der wet) en allen beschaamd waren heengegaan, richtte Jezus (Die haar overtredingen in de aarde had geschreven, Jer. 17:13, Hij verdoezelde die niet, evenmin bij de Samaritaanse vrouw) Zich op en zei tot haar: Heeft u niemand veroordeeld? En toen zij antwoordde: Niemand Heere, zei Jezus tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet, ga heen en zondig niet meer. Kan je me zeggen Bert, waar de eis is van de bekering en de boetvaardigheid, voordat Jezus komt met de genade? Daarna zei Hij tot de omstanders: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben, Joh. 8. Zo ook met de blindgeborene, Joh. 9. Bert, dat past niet best in je theologie he? Maar als Jezus komt, dan gaat Hij niet de eis van de wet voorop stellen (al ontdekt en overtuigt Hij wel vaak van zonde, hoewel dat geen voorwaarde is, want het Licht schijnt immers in de duisternis), maar de genade van God. Want de wet is door Mozes gegeven, maar de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden, Joh. 1:17.
Als Jezus afpersers in dienst van de bezetter roept (Mattheüs), komt Hij niet eerst met een eis van bekering, maar spreekt Hij met macht: Volg Mij. En dan gaat hij daar in het huis van die openbare zondaar zitten en met vele tollenaars en zondaars eten. Heus niet omdat ze zo overtuigd waren van hun zonden hoor. Maar omdat ze ziek waren en de Medicijnmeester nodig hadden. Ziek is dus: zondaars, niet-‘rechtvaardigen’ zoals de Farizeeën waren in eigen ogen. Dat is nu de ergernis van het Evangelie Bert: deze ontvangt zondaars en eet met hen. En dat Jezus zegt: Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering, Matth. 9:13. Uitdrukkelijk zegt Jezus erbij: leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande (de eis der wet).
Dit is ook tot onderwijs voor Oude Paden en vanuit de Schrift aangetoond dat Jezus de Zaligmaker der wereld is, een Rots der ergernis en een Steen des aanstoots. En als je dan ‘eerlijk’ zegt dat je sommige uitspraken van onze oudvaders niet zou doen, dan erger je jezelf waarschijnlijk ook aan deze Vriend van tollenaren en zondaren. Hij gaat niet eerst op de uitkijk staan als de verloren zoon terugkeert, maar de verloren zoon keert terug, omdat hij ervan overtuigd is geraakt dat vele huurlingen in het huis van zijn vader overvloed hebben. En de vader stond al lang op de uitkijk, toen de verloren zoon zich nog te buiten ging in de zonde. Zo is het ook met Jezus. Hij bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Hij voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Hij heeft Zijn vijanden lief en zegent, die Hem vervloeken. Hij doet wel, degenen die Hem haten. Hij bidt voor degenen die Hem geweld aandoen en vervolgen; Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen. Judas, die Hem verraadt met een kus, noemt hij … vriend.
Je wilt een voorwaardelijk aanbod van genade en zegt: “God komt eerst om zijn recht!” Ga dan eens kijken op Golgotha, bij het kruis. Als je wilt zien hoe God om Zijn recht komt, moet je daar zijn. Door het onvoorwaardelijk aanbod van Zijn genade overwint Hij zondaars. Daar, aan de voet van het kruis, komen zij tot bekering. Een moordenaar, mede kruiseling, ziet daar de weergaloze genade van God. Een ruwe Romein roept daar uit: Waarlijk, deze was Gods Zoon.
In alle citaten die je aanhaalt van Calvijn, stoot je dus je neus, want Calvijn spreekt bijna overal van een universeel aanbod van genade. En overal waar jij de eis voorop stelt en die baseert op het verbroken werkverbond, stelt Calvijn Gods belofte voorop. Nogmaals, Calvijn achtte het voor iemand die slechts middelmatig thuis is in de Schrift duidelijk, dat Gods beloften algemeen zijn. Dat is in regelrechte tegenspraak met jouw opvattingen, dat de beloften in het Evangelie alleen voor de uitverkorenen zijn.
Maar erger nog, het is in regelrechte tegenspraak met de Schift zelf. Om een voorbeeld te noemen: de schrijver van de Hebreeënbrief zegt dat de belofte van de rust ons is geschonken. (Ja, ja, ik weet het wel, je wilt gelijk al weer zeggen dat dit onmogelijk is, want … Maar wacht, wat zegt de Schrift … ) “de belofte van in Zijn rust in te gaan” … “want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun,” Hebr. 4:1 en 2. Hij stelt die belofte op één lijn met de verkondiging van het Evangelie. Maar de vervulling daarvan wordt alleen door het geloof (als gave Gods) werkelijkheid. Het woord der prediking moet met het geloof gemengd zijn, om nut te doen. Door het geloof, gaat men in in de rust, vers 2. Maar de schrijver van de Hebreeënbrief leert ons duidelijk … dat die belofte kan worden “nagelaten” en mensen kunnen “achterblijven”, zie Hebr. 3 en 4. En hij trekt dan de conclusie: Om dat dan blijft dat sommigen in de rust ingaan en degenen die het Evangelie eerst verkondigd was niet ingegaan zijn vanwege de ongehoorzaamheid, zo bepaalt Hij wederom een zekere dag, namelijk heden … Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet, Hebr. 4:6 en 7. Duidelijk, lijkt mij!
Trouwens, overal leert de Heilige Schrift leert ons dat. Het Licht is in de wereld gekomen. En God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou (niet de eis voorop!), maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden (de genade voorop!). En dit is het oordeel, dat het Licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht, want hun werken waren boos, Joh. 3:17v.
Eens werd een vrouw, in overspel gegrepen, tot Hem gebracht. Toen niemand de eerste steen durfde op te nemen om haar te stenigen (de eis der wet) en allen beschaamd waren heengegaan, richtte Jezus (Die haar overtredingen in de aarde had geschreven, Jer. 17:13, Hij verdoezelde die niet, evenmin bij de Samaritaanse vrouw) Zich op en zei tot haar: Heeft u niemand veroordeeld? En toen zij antwoordde: Niemand Heere, zei Jezus tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet, ga heen en zondig niet meer. Kan je me zeggen Bert, waar de eis is van de bekering en de boetvaardigheid, voordat Jezus komt met de genade? Daarna zei Hij tot de omstanders: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben, Joh. 8. Zo ook met de blindgeborene, Joh. 9. Bert, dat past niet best in je theologie he? Maar als Jezus komt, dan gaat Hij niet de eis van de wet voorop stellen (al ontdekt en overtuigt Hij wel vaak van zonde, hoewel dat geen voorwaarde is, want het Licht schijnt immers in de duisternis), maar de genade van God. Want de wet is door Mozes gegeven, maar de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden, Joh. 1:17.
Als Jezus afpersers in dienst van de bezetter roept (Mattheüs), komt Hij niet eerst met een eis van bekering, maar spreekt Hij met macht: Volg Mij. En dan gaat hij daar in het huis van die openbare zondaar zitten en met vele tollenaars en zondaars eten. Heus niet omdat ze zo overtuigd waren van hun zonden hoor. Maar omdat ze ziek waren en de Medicijnmeester nodig hadden. Ziek is dus: zondaars, niet-‘rechtvaardigen’ zoals de Farizeeën waren in eigen ogen. Dat is nu de ergernis van het Evangelie Bert: deze ontvangt zondaars en eet met hen. En dat Jezus zegt: Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering, Matth. 9:13. Uitdrukkelijk zegt Jezus erbij: leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande (de eis der wet).
Dit is ook tot onderwijs voor Oude Paden en vanuit de Schrift aangetoond dat Jezus de Zaligmaker der wereld is, een Rots der ergernis en een Steen des aanstoots. En als je dan ‘eerlijk’ zegt dat je sommige uitspraken van onze oudvaders niet zou doen, dan erger je jezelf waarschijnlijk ook aan deze Vriend van tollenaren en zondaren. Hij gaat niet eerst op de uitkijk staan als de verloren zoon terugkeert, maar de verloren zoon keert terug, omdat hij ervan overtuigd is geraakt dat vele huurlingen in het huis van zijn vader overvloed hebben. En de vader stond al lang op de uitkijk, toen de verloren zoon zich nog te buiten ging in de zonde. Zo is het ook met Jezus. Hij bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Hij voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Hij heeft Zijn vijanden lief en zegent, die Hem vervloeken. Hij doet wel, degenen die Hem haten. Hij bidt voor degenen die Hem geweld aandoen en vervolgen; Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen. Judas, die Hem verraadt met een kus, noemt hij … vriend.
Je wilt een voorwaardelijk aanbod van genade en zegt: “God komt eerst om zijn recht!” Ga dan eens kijken op Golgotha, bij het kruis. Als je wilt zien hoe God om Zijn recht komt, moet je daar zijn. Door het onvoorwaardelijk aanbod van Zijn genade overwint Hij zondaars. Daar, aan de voet van het kruis, komen zij tot bekering. Een moordenaar, mede kruiseling, ziet daar de weergaloze genade van God. Een ruwe Romein roept daar uit: Waarlijk, deze was Gods Zoon.
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Misschien is dit niet helemaal fair play, maar hier van ik je toch in je eigen woorden, broeder.Polemicus schreef: Als Jezus afpersers in dienst van de bezetter roept (Mattheüs), komt Hij niet eerst met een eis van bekering, maar spreekt Hij met macht: Volg Mij. En dan gaat hij daar in het huis van die openbare zondaar zitten en met vele tollenaars en zondaars eten. Heus niet omdat ze zo overtuigd waren van hun zonden hoor. Maar omdat ze ziek waren en de Medicijnmeester nodig hadden. Ziek is dus: zondaars, niet-‘rechtvaardigen’ zoals de Farizeeën waren in eigen ogen. Dat is nu de ergernis van het Evangelie Bert: deze ontvangt zondaars en eet met hen. En dat Jezus zegt: Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering, Matth. 9:13. Uitdrukkelijk zegt Jezus erbij: leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande (de eis der wet).
Christus komt niet tot Mattheus: Wil je me aub volgen, maar ik laat jou de keuze. Hij komt niet tot Mattheus met een aanbod. Nee, Christus, als de Zoon van God, komt tot Mattheus, krachtdadig, roept hem inwendig, en maakt hem willig te volgen.
Zo ook met je eigen voorbeeld van de overspelige vrouw. Hij doet haar geen aanbod. Hij zegt alleen maar: zondig niet meer, en schenkt de genade in haar. Krachtdadig.
Dus, broeder Polemicus, wie zit hier klem in eigen definities, jij of ik?
Blijkt ook dat je engels misschien niet zo goed is, want ik heb je een aantal citaten van Calvijn gegeven die het aanbod tegenspreken.
Verder verwar je de dogmatiek van de PRCA met die van de GGinN, daar je zegt dat we een eis voorop stellen van een verbroken werkverbond. Wel, broeder, als PRCA leren wij, en geloof ik niet in een concept, door Westminster begonnen, van een werkgebond zoals in de Nederlandse Gereformeerde gezindte gehouden wordt. Het verbond met Adam als verbondshoofd had nooit de bedoeling van eeuwig leven, alleen een onbeperk aards leven. En Adam kon er nooit iets mee verdienen. Dus in dat opzicht ben ik beslist Supra-lapserian. Het genadeverbond stond, van eeuwigheid, in de Raad des Vredes, boven het "werkverbond".
Maar het is volop Bijbels om te komen met de eis van het Evangelie, zoals ook de apostelen: Geloof en bekeerd u!
Verder heb je blijkbaar een God die niet meent wat Hij zegt. Jouw god belooft en doet niks. Jouw god heeft Jacob liefgehad, en Esau minder lief gehad.
Mijn God zegt: Jacob heb ik liefgehad, maar Esau heb ik gehaat.
En zou Christus iemand iets aanbieden, voor wie Hij niet gestorven is? Lees even het Hogepriesterlijk gebed:
Is het hier wel duidelijk, zoals Christus zelf zegt: "Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven heeft"6 Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld15) gegeven hebt.16) Zij waren Uw, en Gij17) hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard.
7 Nu hebben zij bekend, dat alles, wat Gij Mij gegeven hebt, van U is.18)
8 Want de woorden, die19) Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en20) zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan21) ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.22)
9 Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar23) voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw.24)
10 En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen25) verheerlijkt.26)
Kanttekening:
Verder Romeinen 8:Dat is, niet voor alle mensen der wereld zonder onderscheid, maar voor de uitverkorenen en gelovigen; Rom. 8:33,34.
Dus wil jij zeggen, die Hij geroepen heeft, deze heeft Hij ook gerechtvaardig, op voorwaarde dat ze Mijn aanbod aannemen.30 En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen;78) en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die79) Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.80)
31 Wat zullen wij dan81) tot deze dingen zeggen?82) Zo God voor ons is,83) wie zal tegen ons zijn?84)
32 Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft,85) maar heeft Hem voor ons allen86) overgegeven,87) hoe zal Hij ons ook met Hem88) niet alle dingen89) schenken?90)
Lees ik weer in de kanttekening:
Maar nee, de prediking is de kracht Gods tot zaligheid. Niet een onmachtig aanbod, dat van de mens afhankelijk is. Lezen we in Rom. 10:Namelijk die in Hem geloven, die Hem liefhebben en naar Zijn voornemen geroepen zijn.
13 Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.
14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen,22) in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben?23) En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt?24)
15 En hoe zullen zij prediken,25) indien zij niet gezonden worden?26) Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten27) dergenen, die vrede verkondigen,28) dergenen, die het goede verkondigen!
16 Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest;29) want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd?30)
17 Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.31)
18 Maar ik zeg: Hebben zij het niet gehoord?32) Ja toch,33) hun geluid is over de gehele aarde uitgegaan,34) en hun woorden tot de einden der wereld.35)
19 Maar ik zeg: Heeft Israel36) het niet verstaan?37) Mozes zegt eerst:38) Ik zal ulieden tot jaloersheid verwekken39) door degenen, die geen volk zijn;40) door een onverstandig volk41) zal ik u tot toorn verwekken.
20 En Jesaja verstout zich,42) en zegt: Ik ben gevonden van degenen,43) die Mij niet zochten; Ik ben openbaar geworden dengenen, die naar Mij niet vraagden.44)
21 Maar tegen Israel zegt Hij: Den gehelen dag heb Ik Mijn handen uitgestrekt45) tot een ongehoorzaam en tegensprekend volk.46)
Dus het Woord, de prediking zelf, werkt het geloof, door de werking des Geestes. Is hier ook duidelijk dat de prediking geen aanbod is, daar de prediking scheiding maakt. Het Woord gaat naar de heidenen, en is in hun krachtdadig, omdat de oren van Israel doof gemaakt waren. Zoals we lezen in Hand. 28, over de prediking van Jesaja:
Had God Israel niet kunnen bekeren? Het is hier duidelijk, dat het niet de wil Gods was. Dus ook voor hen geen algemeen aanbod van genade, terwijl zij, als verbondsvolk, onder de prediking waren.. Inplaats daarvan, geen genade maar een reuk doods ten dode. Omdat niet alles Israel is die uit Israel is, maar, weer terug naar Romeinen:26 Zeggende: Ga heen tot dit volk, en zeg: Met het gehoor zult45) gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken.
27 Want het hart dezes volks is dik geworden,46) en met de oren hebben zij zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zij zich bekeren, en Ik hen geneze.
6 Doch ik zeg22) dit niet,23) alsof het woord Gods24) ware uitgevallen;25) want die zijn niet allen Israel,26) die uit Israel zijn.27)
7 Noch omdat zij Abrahams zaad zijn,28) zijn zij allen kinderen;29) maar: In Izaak zal u het zaad genoemd worden.30)
8 Dat is, niet de kinderen des vleses,31) die zijn kinderen Gods; maar de kinderen der beloftenis32) worden voor het zaad gerekend.33)
15 Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen,44) diens Ik Mij ontferm,45) en zal barmhartig zijn, dien Ik barmhartig ben.
16 Zo is het dan niet desgenen, die wil,46) noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods.47)
17 Want de Schrift zegt tot Farao:48) Tot ditzelve heb Ik u verwekt,49) opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse aarde.
18 Zo ontfermt Hij Zich dan, diens Hij wil, en verhardt, dien Hij50) wil.51)
God maakt dus onderscheid, waar geen onderscheid was.21 Of heeft de pottenbakker56) geen macht over het leem, om uit denzelfden klomp57) te maken, het ene vat ter ere,58) en het andere ter onere?59)
22 En of God,60) willende Zijn toorn bewijzen, en Zijn macht bekend maken, met vele lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des toorns,61) tot het verderf toebereid;62)
23 En opdat Hij zou bekend maken63) den rijkdom Zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid,64) die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid?65)
24 Welke Hij ook66) geroepen heeft,67) namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen.
25 Gelijk Hij ook in Hosea zegt: Ik zal hetgeen Mijn volk niet was,68) Mijn volk noemen, en die niet bemind was, Mijn beminde.
Wat betreft Hebreen:
Dus zijn de beloften, ook daar duidelijk alleen voor het volk Gods. Zoals ook vers 12 leert:Er blijft dan een rust over23) voor het volk Gods.
.12 Want het Woord Gods29) is levend en krachtig,30) en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard,31) en gaat door tot de verdeling der ziel32), en des geestes, en der samenvoegselen,33) en des mergs, en is een oordeler der gedachten34) en der overleggingen des harten
Over de verloren zoon:
21 En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden.
22 Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed,18) en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten;
23 En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn.
24 Want deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden! En zij begonnen vrolijk te zijn.
Jouw versie:
Zoon, trek aub dit kleed aan, of ik laat je de keus huurling te zijn.
Maar nee, de vader gebood zijn knechten hem dat kleed aan te trekken. Zo wachtte ook de vader niet, totdat hij dichtbij was. Nee, zo gauw hij hem kon zien, rende de vader op hem toe.
Zo ook met het verloren schaap. Dat schaap kreeg geen aanbod. Dat schaap werd opgepakt, en op de schouders gelegd.
Zo baat het ook niet, als de vijanden van God een aanbod krijgen. Daar zouden ze op spugen. Maar nee, Hij maakt hen gewillig.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Bert, je hebt een totaal verkeerde opvatting over het aanbod van genade. Je idee erover is nog altijd geschoeid op de leest van de remonstranten: een zachte aanrading, die de mens altijd kan weerstaan. Calvijn en alle rechtzinnige godgeleerden verstaan er echter de aanbieding van de volle genade Gods onder, dus Christus met al Zijn weldaden. Ook de levendmakende Geest. Neem bijv. de uitnodiging tot het avondmaal van de bruiloft des Lams. Eerst stuurt Hij Zijn dienaars tot de genodigden en laat hen zeggen: Komt tot de bruiloft! Dat is een imperatief, een bevel. Het klinkt bepaald niet als een vrijblijvende zaak, wel? Maar ze bedenken allerlei excuses en komen niet. Toch zal de bruiloftszaal vol worden met aanzittende gasten. Daarom zend de Gastheer Zijn dienaren opnieuw uit in de heggen en steggen (de vergelijking is eigenlijk tussen de joden en de heidenen) en dwingt hen om in te gaan. (Wel te verstaan: een liefdesdwang, niet tegen wil en dank.) Die nodiging is niet meer te weerstaan. Dat is dus een goed beeld, hoe de Heere er Zelf voor zorgt dat het aanbod zal worden ingewilligd. Want Hij heeft een zeer gewillig volk, op de dag van Zijn heirkracht.Bert Mulder schreef: Misschien is dit niet helemaal fair play, maar hier vang ik je toch in je eigen woorden, broeder.
Christus komt niet tot Mattheus: Wil je me aub volgen, maar ik laat jou de keuze. Hij komt niet tot Mattheus met een aanbod. Nee, Christus, als de Zoon van God, komt tot Mattheus, krachtdadig, roept hem inwendig, en maakt hem willig te volgen.
Zo ook met je eigen voorbeeld van de overspelige vrouw. Hij doet haar geen aanbod. Hij zegt alleen maar: zondig niet meer, en schenkt de genade in haar. Krachtdadig.
Dus, broeder Polemicus, wie zit hier klem in eigen definities, jij of ik?
Bert Mulder schreef:Blijkt ook dat je engels misschien niet zo goed is, want ik heb je een aantal citaten van Calvijn gegeven die het aanbod tegenspreken.
Maak je geen zorgen over mijn Engels, ik heb ze alleen niet gezien. Wel heb ik gezien dat je hebt toegegeven dat Calvijn inderdaad van een aanbod spreekt. Dus ik wacht nog steeds op dat éne citaat.
Je maakt dus van God een Tiran, Die Zijn Zoon wel in de wereld gezonden heeft om die te veroordelen. Want dan eist Hij, zonder dat Hij wil geven. Terwijl Hij Zijn sieraad zo lief had, dat Hij eerst alles gaf, voordat Hij Zijn eis handhaafde. Zo kan je nooit volhouden dat de roeping van het Evangelie welmenend en oprecht is. Dit was al één van de basale uitgangspunten van de klassieke wijsgeren: nemo dat, quod non habet - niemand kan geven wat hij niet heeft. Dus als er niet bijgevoegd wordt, dat God alles wat Hij eist, wil geven om niet (en wat is dat anders dan de belofte van het Evangelie, onvoorwaardelijk), dan kan je het geen welmendende eis van het Evangelie noemen. Zeg nu niet, dat er toch niemand zal komen als God het niet daadwerkelijk geeft, want dat is geen argument voor zondaars die zelf nooit hebben gewild dat Jezus Koning over hen zou zijn en hebben geweigerd om voor Hem te knielen. Maar dat Hij in het Evangelie onvoorwaardelijk allen de hand biedt tot de redding, is een eeuwige waarheid die in de hel in alle eenvoud de verdoemden voor ogen zal staan: zij zullen zíen Wie zij doorstoken hebben.Bert Mulder schreef: Verder verwar je de dogmatiek van de PRCA met die van de GGinN, daar je zegt dat we een eis voorop stellen van een verbroken werkverbond. Wel, broeder, als PRCA leren wij, en geloof ik niet in een concept, door Westminster begonnen, van een werkgebond zoals in de Nederlandse Gereformeerde gezindte gehouden wordt. Het verbond met Adam als verbondshoofd had nooit de bedoeling van eeuwig leven, alleen een onbeperk aards leven. En Adam kon er nooit iets mee verdienen. Dus in dat opzicht ben ik beslist Supra-lapserian. Het genadeverbond stond, van eeuwigheid, in de Raad des Vredes, boven het "werkverbond".
Maar het is volop Bijbels om te komen met de eis van het Evangelie, zoals ook de apostelen: Geloof en bekeerd u!
O nee Bert, zij zullen Hem dienen, zolang de zon en de maan schijnt. Jezus is niet voor niets gestorven. Hij zal zaad zien en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkig voorgaan. Maar de manier waarop Hij het heil meedeelt aan zondaren, is met respectering van Zijn eigen schepsel: niet tegen wil en dank, niet als een stok en blok, wel door overreding, op onwederstandelijke, zeer zoete wijze: Heere, Gij zijt mij te sterk geworden, Gij hebt mij overmocht. Daarom twist de Geest des Heeren met de mensenkinderen. Totdat ze eindelijk, door Zijn onwederstandelijke genade, neerknielen aan Zijn voeten.Bert Mulder schreef: Verder heb je blijkbaar een God die niet meent wat Hij zegt. Jouw God belooft en doet niks. Jouw God heeft Jacob liefgehad, en Esau minder lief gehad.
Mijn God zegt: Jacob heb ik liefgehad, maar Esau heb ik gehaat.
En zou Christus iemand iets aanbieden, voor wie Hij niet gestorven is? Lees even het Hogepriesterlijk gebed: ...
Is het hier wel duidelijk, zoals Christus zelf zegt: "Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven heeft"
En wat betreft het Hogepriesterlijke gebed: het is het gebed van Jezus voor Zijn discipelen en daarom niet voor de wereld. Maar heb je nooit gelezen, dat in datzelfde gebed staat: Ik bid ook voor degenen die door hen in Mijn naam zullen geloven? En waarom ga je voorbij aan het gebed van Jezus aan het kruis: Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen? Is je opvatting door een verkeerd concept zo eng geworden dat je het niet meer ziet?
Wat betreft Rom. 8. Er is niemand die sterker gelooft in dubbele predestinatie dan ik, om zo te zeggen. Maar onderscheid dan ook met Calvijn (je hebt het zelf geciteerd, lees het nog eens terug) een tweevoudige roeping: de eerste als een woord, algemeen in de roeping van het Evangelie, de tweede als een daad, particulier en niet algemeen, door de roeping van het Evangelie in het hart van de uitverkoren zondaar. Rom. 8 gaat over de tweede roeping.
In tegenspraak met Gods eigen woord. Je maakt van God een Leugenaar, zoals de Schrift zegt. Jezus zegt Zelf: hoe menigmaal heb Ik u willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens, maar gij hebt niet gewild. En Paulus is ook voor degenen die het Evangelie een doodslucht vinden en zeggen dat het stinkt, een goede reuk van Christus in degenen die behouden worden en in degenen die verloren gaan. Hij bidt als een gezant van Christuswege: laat u met God verzoenen.Bert Mulder schreef: Had God Israel niet kunnen bekeren? Het is hier duidelijk, dat het niet de wil Gods was. Dus ook voor hen geen algemeen aanbod van genade, terwijl zij, als verbondsvolk, onder de prediking waren.. Inplaats daarvan, geen genade maar een reuk doods ten dode. Omdat niet alles Israel is die uit Israel is,
...
Zo baat het ook niet, als de vijanden van God een aanbod krijgen. Daar zouden ze op spugen. Maar nee, Hij maakt hen gewillig.
Bert, dit lijkt me niet de manier om over deze dingen te praten. Houd het waardig, a.u.b. Ik weet dat ik geen mod ben, ik zeg het je als medeforummer.Bert Mulder schreef:Verder heb je blijkbaar een God die niet meent wat Hij zegt. Jouw god belooft en doet niks. Jouw god heeft Jacob liefgehad, en Esau minder lief gehad.
Mijn God zegt: Jacob heb ik liefgehad, maar Esau heb ik gehaat.
Verder ben ik bang dat deze discussie tot niets leidt, omdat beide partijen het over iets anders lijken te hebben.
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Dit is juist gesproken.Polemicus schreef:Je wilt een voorwaardelijk aanbod van genade en zegt: “God komt eerst om zijn recht!” Ga dan eens kijken op Golgotha, bij het kruis. Als je wilt zien hoe God om Zijn recht komt, moet je daar zijn. Door het onvoorwaardelijk aanbod van Zijn genade overwint Hij zondaars. Daar, aan de voet van het kruis, komen zij tot bekering. Een moordenaar, mede kruiseling, ziet daar de weergaloze genade van God. Een ruwe Romein roept daar uit: Waarlijk, deze was Gods Zoon.
God komt niet alleen om Zijn recht in de verkondiging van de Wet, maar ook in het Evangelie. JUIST de boodschap dat Christus het recht der wet vervuld heeft, verkondigt ons Gods recht.
NIET de zondaar zal het recht der wet vervullen, maar Christus ALLEEN. In die zin kent het Evangelie geen enkele voorwaarde, maar louter beloften. En deze Evangelie-boodschap ofwel de prediking van de beloften ofwel het aanbod van genade, komt tot allen die onder het Evangelie leven. Niet als aanbod met wettische voorwaarden, maar louter als een boodschap der verzoening.
Wie dat ontkent, ontkent de wezenlijke boodschap van de Bijbel. Ik weet wel dat velen hierin navolgers zijn van sommige theologen die hierin onnauwkeurig gesproken hebben, maar toch is dat geen geldig excuus.
- Christiaan
- Berichten: 2057
- Lid geworden op: 01 sep 2006, 10:03
- Locatie: Zeeland
Zeker! God is dan ook geen God die in het Evangelie en de prediking een etalage laat zien, maar wat Hij belooft in Zijn Woord wil Hij ook werkelijk geven!Zonderling schreef:Dit is juist gesproken.Polemicus schreef:Je wilt een voorwaardelijk aanbod van genade en zegt: “God komt eerst om zijn recht!” Ga dan eens kijken op Golgotha, bij het kruis. Als je wilt zien hoe God om Zijn recht komt, moet je daar zijn. Door het onvoorwaardelijk aanbod van Zijn genade overwint Hij zondaars. Daar, aan de voet van het kruis, komen zij tot bekering. Een moordenaar, mede kruiseling, ziet daar de weergaloze genade van God. Een ruwe Romein roept daar uit: Waarlijk, deze was Gods Zoon.
God komt niet alleen om Zijn recht in de verkondiging van de Wet, maar ook in het Evangelie. JUIST de boodschap dat Christus het recht der wet vervuld heeft, verkondigt ons Gods recht.
NIET de zondaar zal het recht der wet vervullen, maar Christus ALLEEN. In die zin kent het Evangelie geen enkele voorwaarde, maar louter beloften. En deze Evangelie-boodschap ofwel de prediking van de beloften ofwel het aanbod van genade, komt tot allen die onder het Evangelie leven. Niet als aanbod met wettische voorwaarden, maar louter als een boodschap der verzoening.
Wie dat ontkent, ontkent de wezenlijke boodschap van de Bijbel. Ik weet wel dat velen hierin navolgers zijn van sommige theologen die hierin onnauwkeurig gesproken hebben, maar toch is dat geen geldig excuus.
Bij het lezen van de bijbel zijn twee fouten mogelijk: men neemt alles letterlijk of met vergeestelijkt alles (Blaise Pascal)
Wij zijn bedelaars, dat is waar. (Dr. Maarten Luther)
Wij zijn bedelaars, dat is waar. (Dr. Maarten Luther)