J. Mastenbroek schreef:Ze heeft de zondag voor Pasen belijdenis gedaan in de eeuwenoude Dorpskerk. Op Palmpasen, zoals men dat daar noemt. Zij, een jonge vrouw van 22 jaar. Waarom? Ze was er aan toe, ze wilde haar geloof een plaats geven. In een overvolle dienst gaf zij met nog zo’n dertig jongeren haar jawoord. De Gereformeerde Bondsdienst waarin zij haar belijdenis aflegde, werd omlijst met evangelische gezangen, liederen uit het Liedboek voor de kerken, en ook nog een enkele psalm uit de berijming van 1773. Niet teveel, want je moet met je tijd meegaan, nietwaar? Onze jonge mensen begrijpen termen als ‘wars van het kwaad’ en ‘ik loof eerlan U in een grote schaar’, en nog veel meer andere uitdrukkingen, natuurlijk al lang niet meer. Van computers, msn, sms en wat er op dit gebied allemaal niet te koop is weten ze alles en begrijpen ze ook alles. Maar oude woorden met een bevindelijke klank, de ‘tale Kanaans’, nee, dat is achterhaald. Daar moet je anno 2006 niet meer mee aankomen. De dominee (natuurlijk ook een ‘bonder’) nodigde hen alle twaalf uit om aan de bediening van het Heilig Avondmaal te komen. En dat gebeurde kort daarna. Sommige meisjes kwamen aan in spijkerbroek. Waarom niet? ’t Zit ‘m toch niet in de kleding? En bijna de hele gemeente gaat toch aan het Avondmaal? Ze had haar keus gemaakt, is volwaardig lid van de kerk geworden. Verheugend, zei iedereen. Van harte gefeliciteerd, zeiden velen na afloop van de dienst. De zegenliederen klonken en de dienst was afgelopen, na ruim twee uur. Ditzelfde meisje had juist een leuke vakantiereis naar California geboekt. Samen met haar vriend. Moet kunnen. Wat ook moest kunnen: de retourvlucht zou op zondagochtend op Schiphol aankomen. Zo was het met het reisgezelschap nu eenmaal geregeld. Je kunt toch moeilijk achterblijven in Amerika, vindt u ook niet? Dat Gods dag… ‘nou ja, zeg. Zó krap moet je niet kijken. Als ik weer in Nederland terugben, ga ik eerst even naar bed. En dan kan ik zondagmiddag nog naar de kerk.’ Vrienden, wat denkt u: zou dit een uitzondering zijn, of niet? Haar grootouders behoorden tot de Gereformeerde Gemeenten. Haar ouders konden het daar niet meer vinden en sloten zich aan bij de Hervormde Gemeente, werden lid van de PKN. Niets te nadelen van deze kerk, begrijpt u met goed alstublieft. De Heere heeft er Zijn knechten en kinderen nog. En op veel plaatsen is niets veranderd vergeleken met een paar jaar terug. Maar ziet u de afglijding? En als deze jonge vrouw straks trouwt en kinderen krijgt… dan zullen ze naar de mens gesproken niet terugkeren naar de kerk van de overgrootouders. Dat is een gepasseerd station. En dat zij met haar aanstaande man –óók een belijdend lid – op zondag aankomt op onze nationale luchthaven, er is niemand van de hele kerkenraad die daar iets van zegt. Dat moet zij toch zelf weten? Ze is oud en wijs genoeg? Dat is privé, daar bemoeien wij ons niet mee, zo hoort men dan. Vermaning? Dan kun je wel aan de gang blijven. We hebben het over de volkskerk hoor. Tucht? Kom zeg. We leven in 2006.
Wat is er blijkbaar mis in deze (model voor andere???) gemeente volgens de heer Mastenbroek:
1. Palmpasen lijkt een verkeerd woord te zijn
2. 'Toe zijn aan je belijdenis' kan dus blijkbaar niet
3. Er zijn Evangelische Gezangen ( :shock: ) en een liedboek
4. De tale Kanaäns wordt node gemist
5. De nodiging tot het kerkelijk recht van de Avondmaalsviering schijnt dubieus te zijn.
6. Het aangaan eveneens
7. De spijkerbroek is een misser
8. Retourvlucht op zondag
9. Er is een afglijding gaande
10. De tucht ontbreekt
Ik wordt hier een beetje misselijk van.
Het ergste vind ik nog de opmerking dat God er Zijn knechten en kinderen nog heeft. Blijkbaar is dat niet vanzelfsprekend...
